Google This is a digital copy of a book that was prcscrvod for gcncrations on library shclvcs bcforc it was carcfully scannod by Google as part of a project to make the world's books discoverablc onlinc. It has survived long enough for the copyright to cxpirc and the book to enter the public domain. A public domain book is one that was never subject to copyright or whose legal copyright term has expired. Whether a book is in the public domain may vary country to country. Public domain books are our gateways to the past, representing a wealth of history, culture and knowledge that's often difficult to discover. Marks, notations and other marginalia present in the original volume will appear in this file - a reminder of this book's long journey from the publisher to a library and fmally to you. Usage guidelines Google is proud to partner with libraries to digitize public domain materials and make them widely accessible. Public domain books belong to the public and we are merely their custodians. Nevertheless, this work is expensive, so in order to keep providing this resource, we have taken steps to prevent abuse by commercial parties, including placing lechnical restrictions on automated querying. We also ask that you: + Make non-commercial use of the files We designed Google Book Search for use by individuals, and we request that you use these files for personal, non-commercial purposes. + Refrainfivm automated querying Do nol send aulomated queries of any sort to Google's system: If you are conducting research on machine translation, optical character recognition or other areas where access to a laige amount of text is helpful, please contact us. We encourage the use of public domain materials for these purposes and may be able to help. + Maintain attributionTht GoogXt "watermark" you see on each file is essential for informingpeopleabout this project and helping them find additional materials through Google Book Search. Please do not remove it. + Keep it legal Whatever your use, remember that you are responsible for ensuring that what you are doing is legal. Do not assume that just because we believe a book is in the public domain for users in the United States, that the work is also in the public domain for users in other countiies. Whether a book is still in copyright varies from country to country, and we can'l offer guidance on whether any specific use of any specific book is allowed. Please do not assume that a book's appearance in Google Book Search means it can be used in any manner anywhere in the world. Copyright infringement liabili^ can be quite severe. About Google Book Search Google's mission is to organize the world's information and to make it universally accessible and useful. Google Book Search helps readers discover the world's books while helping authors and publishers reach new audiences. You can search through the full icxi of this book on the web at |http: //books. google .com/l Google Dit is ccn digitale kopie van een boek dat al generaties lang op bibliothcckpl anken heeft gestaan, maar nu zorgvuldig is gescand door Google. Dat doen we omdat we alle boeken ter wereld online beschikbaar willen maken. Dit boek is na oud dat het auteursrecht erop is verlopen, zodat het boek nu deel uitmaakt van het publieke domein. Een boek dat tot het publieke domein behoort, is een boek dat nooit onder het auteursrecht is gevallen, of waarvan de wettelijke auteursrecht termijn is verlopen. Het kan per land verschillen of een boek tot het publieke domein behoort. Boeken in het publieke domein zijn een stem uit het verleden. Ze vormen een bron van geschiedenis, cultuur en kennis die anders moeilijk te verkrijgen zou zijn. Aantekeningen, opmerkingen en andere kanttekeningen die in het origineel stonden, worden weergegeven in dit bestand, als herinnering aan de lange reis die het boek heeft gemaakt van uitgever naar bibliotheek, en uiteindelijk naar u. Richtlijnen voor gebruik Google werkt samen met bibliotheken om materiaal uit het publieke domein te digitaliseren, zodat het voor iedereen beschikbaar wordt. Boeken uit het publieke domein behoren toe aan het publiek; wij bewaren ze alleen. Dit is echter een kostbaar proces. Om deze dienst te kunnen blijven leveren, hebben we maatregelen genomen om misbruik door commerciële partijen te voorkomen, zoals het plaatsen van technische beperkingen op automaüsch zoeken. Verder vragen we u het volgende: + Gebruik de bestanden alleen voor niet-commerciële doeleinden We hebben Zoeken naar boeken met Google ontworpen voor gebruik door individuen. We vragen u deze bestanden alleen te gebruiken voor persoonlijke en niet -commerciële doeleinden. + Voer geen geautomatiseerde zoekopdrachten uit Stuur geen geautomatiseerde zoekopdrachten naar het systeem van Google. Als u onderzoek doet naar computervertalingen, optische tekenherkenning of andere wetenschapsgebieden waarbij u toegang nodig heeft tot grote hoeveelhe- den tekst, kunt u contact met ons opnemen. We raden u aan hiervoor materiaal uit het publieke domein te gebruiken, en kunnen u misschien hiermee van dienst zijn. + Laat de eigendomsverklaring staan Het "watermerk" van Google dat u onder aan elk bestand ziet, dient om mensen informatie over het project te geven, en ze te helpen extra materiaal te vinden met Zoeken naar boeken met Google. Verwijder dit watermerk niet. + Houd u aan de wet Wat u ook doet, houd er rekening mee dat u er zelf verantwoordelijk voor bent dat alles wat u doet legaal is. U kunt er niet van uitgaan dat wanneer een werk beschikbaar lijkt te zijn voor het publieke domein in de Verenigde Staten, het ook publiek domein is voor gebniikers in andere landen. Of er nog auteursrecht op een boek mst, verschilt per land. We kunnen u niet vertellen wat u in uw geval met een bepaald boek mag doen. Neem niet zomaar aan dat u een boek overal ter wereld op allerlei manieren kunt gebruiken, wanneer het eenmaal in Zoeken naar boeken met Google staat. De wettelijke aansprakelijkheid voor auteursrechten is behoorlijk streng. Informatie over Zoeken naar boeken met Google Het doel van Google is om alle informaüe wereldwijd toegankelijk en bruikbaar te maken. Zoeken naar boeken met Google helpt lezers boeken uit allerlei landen te ontdekken, en helpt auteurs en ui tgevers om een nieuw leespubliek te bereiken. U kunt de volledige tekst van dit boek doorzoeken op het web via |http: //books .google .coml jg g fROPEKll Or i E N T I A VERI TAS \ --^_.- R E I Z E VAS MAARTEN GERRIT8Z. VRIES IN 1643 NAAU JAPAN P. UITGEGEVEN UOOB A. L E U P E, KAPITXm DER VA&XMIXftll. MET KAART EN FAC-SIMILÉS , EN GEÜGRAPHISCHE EN ETHNOGIIAPHISCHE AANTEEKENINOEN, VAN JonkhemP. F. VON SIEBOLD. riTOKGJSVK;* >AÏ« mfKOK BKT KOMKKLTJK nfünxUCT VOOm TAAL', LAND- B» %*OI.K1?NKVNDX VAÏI SKOE&LAlfDSCH VSTDlè. i .■i' AMSTERDAM, F REDE RIK MULLER. 1858. xK^m&^^^^ê^^^^^^^ .@c6y@ ( ( g < s©© / ^ - ©©© @'©© J R E I Z E VAK MACA^RTBN GERRITSZ^^y RIES m 1643 NAAK HST MOOBDKN £N OOëüCEN TAN JAPAN, VOIAELNS HBT JOUBNAAL GEHOUDEN DOOE C, J. CO EN, OP HBT SCHIP CJLSTRICÜ M. NAAB HBT HAlfBSCHBIFr UTTGEOETEN EN MET BELANGRIJKE BULAGEN VEBMEEKDEBD 1>OOB P. A L E U P E, KAFITXIH DXK MAlimXM. ■R DK DAABBU BDIOCmXlIDB KAART Bil BEBIGE FAC-SlIlltS , EN GSOGBAPHISCHE EN ETHNOGEAPHISCHE AANTEEKENINGEN, TEVENS DIENENDE TOT EEN ZEEMANSGIDS NAAK JEZO, KBAFTO EN DB KUEILEN, EN STUKKEN OVEE DE TAAL EN VOOBTBEENGSELEN DER AIN 0-L A NDE N, YAX Jonkheer P. F. VON SIEBOLD. TSTTomamrmM vah wsqx vwi KomnoiJK uwaiuut took taal% lahd- ir VOUUtHKüNDX TAK RXDXXLAHDtCH IMDie. AMSTËBDAM, VBËDEBIK MULLER. 1858. niAl*,UN>)- i'VOlKENtCUNOE scw\:S D3 ^•^ Ia navigation du CSapitaine Unes (Vries) est la plus exacte, qui alt pa être &ite, dans on temps, oh les methodes d'observatioii étaient tcès grossières. LA PE&OUSE, Foyage mUour du monden T. IIJ. p. 153* f(^. 'J-U lKs Bij de vele nasporingcn in de Aichieven der Oost-Indische Compagnie door mij in het werk gesteld^ ten einde daaruit belangrijke en in het stof begrarene reisverhalen onzer Voor- vaderen aan het licht te brengen, had ik menigmaal gehoopt de hoogst belangrijke reize door Yetbs in 1643 naar Japan gedaan, te vinden, doch steeds vergeefs. Wie schetst nu mijne verbazing, toen ik dit Beisverhaal ontdekken mogt in een Handschrift, mij ter nader onderzoek aangeboden door den Heer 7. Muller, Uitgever dezes, aan wien de Eigenaar, de Hoog Wel-Geb. Heer J. Htjtdeogpek vajt Maassevjeen, het op zijn verzoek welwillend ter leen verstrekt had. ZEd.Gfeb« heeft, na mededeeling van den belangrijken inhond, de nit- gave ter liefde der wetenschap willen vergunnen, en daar- door allen, die belang stellen in de ontdekkingen der Hol- landsche zeeyarenden en in de geographische wetenschap, ten ^zeerste aan zich verpligt. Yan heeler harte brengen wijZE9« Geb. daarvoor onzen warmen dank* Het Koninilijk Inttituui voor Taal-, Zand- en Volkenkunde van Nederlandech Indië heeft het zich voorts eene aangename taak geacht dit Beis- verhaal onder hare Werken op te nemen, terwijl de Bijladen, Ier nadere toelichting hieraan toegevoegd, het belang dezer uitgave verhoogen. TeveDs brenge ik mijn' dank toe aan Z. Exoell. den Mi- nister van Koloniën, die ons in de gelegenlieid stelde, om m het Oud*Koloniaal Archief te dezer stede over deze reis van de Yries eenige nasporingen te doen, en den Heer Mr. L« M. G. van Dijk, die ons daarin met bereidvaardig- heid te Iralp kwam* Moge dit werk strekken ter meerdere bevestiging van den roem onzer Zeevarenden en ter uitbreiding der kennis van bet Rijk van Japan, vooral in onze dagen van zoo bijzonder :^Dbelang. P. A. Lbvfe, ^ VERBETERINQEN. BI. 45 reg. 6 v. b. staat: Qeaerael lees: «" 55 ir 10 V. b. middaeh # 78 # 13 V. b. M 2 min, # 76 # 21 V. b. # 6Vi myl # 88 '14 V. b. somtyst » 105 * 7 V. o. » 16 min. y 139 # 7 V. a # 49 # 164 ' 4 V. b. 45 gr. 1S2 ^ V. o. 12 min. # 188 JT 3 V. b. Zie noot 3 op bl. 196. 207 ' 1 V. b. êtaat: Novemer legt: 352 14 V. b. «^ 41 gr. « Gtenenel midduch 28 min. 6V, myl somtyds 26 min. 40 43 gr. 52 min. November 47 gr. Verschil tussohen het Jousnaal en het Ve&kort Jourhaai.. Journaal. Verkort Jonmaal. Bl. 53 27 Aprü gegiste breedte bevonden breedte» 99 20 Jonij 46 gr. 6 min. 46 gr* 7 min. 183 . 4 Sept 41 gr. 3 mm. 41 gr. 5Vi min. #201 28 Oct. 160 gr. 5 min. 160 gr. 25 min. #207 7Nov. 31 gr. 22>;t min. 38 gr. 53 min. De i versohilieiif 4m minder dan eene minunt bedragen» ziin door ons niet opgegovon » INLEIDING. Egm der beluigrijkste ontdekkingsreizeD) die er onder het bestanr tan den Gouverneur^Generaal Antonio van Die- men hebben plaats gehad, is die onder bet beleid van den Schipper-Gommandenr Maerten Gerritsz. Vries in het jaar 1643, met de sdiepen Casirieum en Breskens naar . het Noord-Ooster-deel van A%ié» De aanleiding tot het doen dezer reize was vooral deze* Iq 1635 was er door eenen Willem Verstegen, in dienst der Oost-Ind. Gomp. in Japan werkzaam geweest zijnde, "Eene Remonstrantie ofte Gorte Voorstellinge, omme een "grooten sehadt ofte wel nieuwen aenvang ?an negotie te urygen, op het ryck ende Goudt ende SiWer Eylant, gelegen m de Zait-zeOi ter hoochte van 377t graden benoorden *gelie?en te i-esomeren in ons brieffboack, onder dato primo » Jony laest. Den Almogende bestiere alles tot dienst van d« «Generale Gomp.f ende geve datüEd. ter syner tyt gewenst BSQCces V3D dese expeditie mogen aencondigen/' De reis van Qnast leverde echter dat resultaat niet op, * dat men er 2ieh van had voorgesteld. Bij brief van den & Janoanj 1640 berigt van Diemen den afloop dezer reize aan de Bewindhebbers aldos: »Met Breda is herwaerts onver- » richter saecke van d'ontdeckingh der landen by Oosten Jth *pan gelegen gekeert, den Gonmandear Mathys Qoast, heb* •bende raym 600 mylen by Oosten Japun op de geordon-^ "ueerde hoochte affgeseylt, sonder lant op te doen, als wan^ «neer den wiiidt sich solcx ptesenteerdei dat resolveerde •oae de West te keerend by Noorden Japan, de cast van • Tarlarien, Carea ende China aen te doen, salcx dat sy de- aselve lenghte weder tem^komeny tasschen de 42 en 38 B graden Noorderbreete, inede in *t keeren geen landt vemo* »men, maer door sieckte overvallen wesende, moesten d*0Bt- «deekinge om de Noord staecken, ende syn by Oosten Japa» •seer mberabd ende swack van volek iii Tayai^n den 24 «November aengeiandt, hébbende op beyde dè flayten 38 • man verloiren, dat is byna de helft van *t ophebbende, van •hier aflgevaren voIck.** (1) Niettegenstaande dezen min gnnstigen afloop der reize van Qnast, werd er besloten om andermaal een* togt derwaarts te laten doen, maar ook nu verloopt er door de belegering van Maiakkaf de zaken op Ceylon^ de reis van Tasman naar het Zoytland enz. weder een geruime tijd, alvorens (1) Zie Aauteekeniiig. 6 INLEIDIAG. men schepen kan missen, om deze onderneming te bewerk- stdiigen. In 1643 erenwel heeft de reis Toortgang, en wer- den de schepen Castrieum en Breskens onder de bcYelen gesteld van den ervaren Schipper-€ommandenr Maerten Ger- ritsz. Vries of de Vries, zoo als wij hem ook wd in offi- cieele bescheiden genoemd vinden. In een gedeeltelijk in cij- fer geschreven missive aan de Bewindh. in dato 23 Janoarij 1643, wordt hen hiervan op deze 'wijze ic^inb gegeven: »Tot ontdeckingh van de Noordeaste M. r. k. M*. r. k. c. mh. d« ende van daer omme anderinael optesoecken, de XXI weade IV rycke 24, 89, 17, 30» 16, 5, 50, 20, by tt. vb. m. b. d. G. r» f. r. d. syn geprojecteert de ftayt CaS' •iricum ende 't jadit fir^i ir^fi5, snlten ultimo deser de reyse »faên vangen, onder *t bestier van den ervaren Sehipper Maer- »ten Gerritsen Vries, de cours is vdn hierby Noorden Ce- nlebet nae TenMien ende van da^r by Oosten 11, 9, 16, » 10, 2, om de 2, 25, 20, 72, 22, cnste van M. r. k. jiM. r. Ic c. b. d. aentesoecken, U welck gesostineert wordt »in den somertyt sal eonnen geeffectneert worden^ ende dan k» voorts: om de Oost, daer men meent d'aengetogen Eylanden » op te doen (2). 'T succes vKn d'een ende d*ander wordt «UEd. nae desen gecundicht." . . Aan den Vice-Gouverae^r Wouter Seroyen te TertMien Mrd 'van het doel hunner reize en om hun daarin op alle mogelijke wijze bevorderlijk te zijn, bg missive van.dea 81 Jiumarij kennis gegeven. » Dese gaet per *t flnytschip.(^/rj0tfii> » ende 't jacht Breskens ^ onder oommaüdo van den Sdiipper^ » Commandeur Maerten Gerritsen Vrii^» over Temaie^ tot ont- Dideckingh van de Oostkuste van Tariarien mè» om. op te •soeoken^ d*onbekende Eylanden Oostwaerts gelegen. U6d« sal vdeselve costy omme geene redenen ophouden, veel min «veranderingh in H ophebbende volck als officieren, soldaten (2) Zie Aanteekeniug. lüLEIDlllG. 7 wéS farentfolck dooi, ten waere eenige sieeken tegeo doecke •gesonde visselden; de geknelte schepen Terrersende, daeromme geen eosten noeh coebeetien spa* » rende, suU hun van alles toi de reyse soo veel te beeo* •men sy versorgen^ yooral beesiiael^ dat costy niet ont- • breekt. Hiertoe ons verlatende snilen met d*eerste .gelegent- •bejt per brieven van de overhooiden deser schepen gaenie •Ternemen, bun deaen aengaende contentement gedaen ay,. dit »ons desseyn soo veel mogelyck secreet houdende, voorge- ii?ende dat omtrent Manilha om buyt ende advantagie te «iecomen, gedestineert syn te cniysen." Ook aan de Vries gelokte het niet die rijke Goud- en ZilYcr-EUanden te vinden, maar daarentegen is zgne rei» booptbdangrijk geweest voor de uitbreiding der aardrijks- kunde, want behalve dat men beter bekend werd met de kosten van Japan^ werden door hem eilanden en straten ontdekt en benoemd, waarvan men tot dos verre slechts weinig of geen kennis bad. De mededeelingen, die men van de reis van de CasiHoum eo de Breskens heeft, zijn zeer onvolkomen en bestaan voor- namelijk in eenige opgaven, voorkomende bij Nicolaas Wilsen in z^n werk over Noord' en Oosi^Tartarye (8), en daaruit bg Boache (4) overgen<»nen, zoo ook in de vEoorte Be- >8diryvinghe van het Eylandt Eso^ soo ab het eerst in den >jarel643 van H schip Casirkum beseylt ende ondervonden «is" (S). Eerst 144 jaren daarna is bet don verdienstelijken, doch ongelokkigen Franschen zeereinger la Péroose (6), die ons met de belangrgkheid van de reis van de Vries bekend maakt. Het is* dan ook vooral na dezen reiziger, dat de Hoogleeraar WoU in zijne Verhandeling (7) ons het een en ander over de Vries en zi|ne verrigtingen bekend maakt. (8) (4) (6) (6) (7) Zie Aanteekeningen. 8 niiBIDUH». Het mogt den Hoogleeraar tod Siebold in het jaar 1842 oiet behulp ?an den Heer P. L. de Monoiok, gelokkoD, in het Oad-Kolouiaal Archief alhier, de Instroetie voor de reis van de Vries yastgesteld te vinden. Ze werd gedeeltelijk geplaatst en toegelicht door den Heer P. B', MeWill van Gambée in de Honiteor des Indes (8). Dexe geachte hydrograaf be- klaagt xich ten hoogste, dat de joomalen tan de Vries niet uitgegeven zijn. Hij zegt (9) : n II est fort k regretter qoe les •joamaoz de de Vries n'aient jamais ^té publiés; nous nV • vons de son voyage qae peu de détails^ qai se troorent «dans Toovrage de Mr. Nicolaas Witsen, et qni ont servi au srecit qn'en donna plos tard Mr. Philippe Boache. Il parait • qoe nos ancétres firent peu de cas de ces voyages, qui «n^eorenty il est vrai, pen on moins de resaitats immédiats «ponr Ie conunerce, mais qni farent pourtant tres impor- • tants poor la géographie. C'est k cela apparement qa*on idoit attribner qne dans les onvrages de ce temps-lè il n'est •bit mention des voya^es de Quast, Vries et de plosienrs • antres encore, qn'en passant et qae ce n*est qn*an et denx • siècles après qu'on s'aper^nt qne ces mémes voyages fnrent »et soni eneore oujouréThui du plus haui inieféi pour les msdenees gdógraphiques .** Ook in het nog niet lang geleden (1852) voor de kennis van Japan zoo hoogst belangrijk uitgekomen werk van den Hoogleeraar von Sieböld lezen wij (10), nadat de geachte Hoogleeraar alvorens een overzigt der reis van de Castrieum heeft gegeven: >Die volstündigen Reiseberichte der beiden »Schiffc Castrieum und Breskens^ wovon wir nur die oben- • erwahnten Aoszüge kennen, scheinen verloren gegangen oder >nocb in irgend einem Archive in Holland oder zn Baiavia Mverbfrgen zo liegen.*' Het oorspronkelijke volledige Joomaai van de CasMcumj (8) (9) (10) Zie Aanteekeningen. dat ^j bet genoegen hebben onzen lezers aan te bieden, is gebonden door zijnen yerdienstelgken Opperstnnrman Gomelis Jansz. Goen(ll). Het werd aan de Bewindhebbers in het Va- derland opgezonden en befat eenen schat yan opmerkingen en waarnemingen, zoodat het de bdiartiging o verwaardig is. Dat de waarnemingen inf deze reis gebonden naanwkenrig waren, hiervoor staat ons een ^ la Péronse borg, die met zoo veel betere instrumenten nitgemst, gevoegd bij den hoogeren stand, waarop de kennis der zeevaart te zijnen tijde stond, gaarne de getuigenis aflegde .* » qne la navigation da Gapitaine «Uries (Vries) est la plas exacte, qai ait pa étre faite dans >an tempsy oA les methodes d'observation étaient tres gros* • sières" (12). Wij hebben het Joornaal doen voorafgaan door de In- strncüe aan de Vries voor dien togt med^egeven, en de Remonstrantie van Willem Verstegen aan den Gonvemeor- Generaal Henrick Broawer ingezonden; terwijl wij eindelijk eenige uittreksels uit de brieven van den Gouvemeor-Generaal Antonio van Diemen en Raden van Indiéf, over den afloop van de xeis van de Vries, zoo mede eenige aanteekeningen over dezen Commandeur, als Bijlagen laten volgen. Het Journaal van den Opperstuurman Gomelis Jansz. Goen, dat ons aanleiding verschafte om op het Oud-Eoloniaal Ar- chief eenige nasporingen te bewerkstelligen omtrent de reis van de Vries in 1643, behoort in eigendom aan den Hoog-* Welgeboren Heer, Jonkheer J. Huydecoper van Maarseveen, die, ter liefde der wetenschap, de uitgave wel heeft ge- lieven te vergunnen, waardoor Z.H.W.G. allen, die de ge- dane ontdekkingen der Hollanders in de 17* eeuw op prijs stellen y ten hoogste aaa zich verpligt heeft; want na alle (11) (19) Zie Aanteekeningen. 10 iHJLBiDnie* daartoe aaDgeweode pogingeD, vftö men tot das verre niet geslaagdy.om de Journalen vau de Castricum en AeBreskens terug te vindeu ; men mag zich derhalve verheugen, dat ten minste een derzelve voor de vergetelheid bewaard is geble- ven, en wel dai, dat naar ons inscien door den Gouverneur- Generaal Antonio tan Diemen en de Raden van Indië, bij bunne missive van den 4 Januari) 1644, naar bet Vaderland werd gebonden. 0\ INSTRUCTIE voor den Sehipper-Commandeur Maerten Gerritsen Vries, en den Raed van 7 Fluytsehip Gastricum en U Jacht Breskens, gedesHneerd tot ontdeC" king van de imbekende Oosteusi van Tartariëo, 7 coninekryck Cathaija en de Wesicust van Ame- rica, müsgaders de gond- en BÏlyer-'vyeke eylan* den by Oosten Japan. By de geloofwaerdighste ge<^aphen ofte wereldbeschrij- ▼ers werd onder de groote landen Tan Asia^ Tarknièn ofte Tartaria (ab H grootste land) gesteld, dat in *t Noorden van de Ts%ee^ in *t Westen van RusUmd en Polen^ in 't Znyden van de Zwarte %ee, 't CaspiseheHneer^ de landen van Bae^ iriana en India^ ende in't Oosten Taa CMna en den onbe- k^den Tartarisehei^ Oceaan bepaeld is; hebbende in de Itfngbte yan 't Oosten nae 't Westen niet min dan negen- liondert en in de breedte van H Znyden nae 't Noorden vel 460 doytsche mijlen, in welck rnym begryp (sijnde frooter als geheel Europa) veel groote landen, promtien, snoeren en woestijnen gelagen syn. Onder anderen werd voor 't aldertreffelyckste deel 't Termaerde ooninckryek ran Ca- 4hayaj onder *t getemperde climaet Tan omtrent de Tyftigh graden by Noorden den Aeqnator, gestelt, wesende d'eerste proTinlie yan 't kej^r-ryck des grooten Chams^ welcken prince den stoel syner Monarohia in de groote Hooftstad Cambatü hond, dat een plaetse yan wonderiycke eonuner- cien werd befaemd, daer seer 4|rooten handel yan allerley binnenlandse oft Tarlarische en boytenlandse Chineese wa^ 12 ren en coopmanschappen gedreven werd. De Oostcust van dit land is bovenmate schip-ryck befaemd, mits de groote traiBcqnen, die van dit rvck op d*omtrent gelegen landen en custen gedreven \yerd, doch vermits in eenen hoeck van den aerdcloot gelegen» werd tot noch van f^een Europeanen, noch eenig Orieniaelse natiën, selb oock niet van de aen- palende Chynesen gefrequenteerd, maer als verborgen, te verre affgeiegen, en schier als bnyten de wereld geacht. De seeckerheyt van dese gementioneerde gelegentheyd des vermaerden lantschaps Caihaya, beeft aen veel geleerde cos- mographen en piloten oorsaeck g^even, op d*ontdeckinge deses. conincx-ryci emstelyck te schryven en diverse w^en, soo door 't Orientaelse India en de straete Magelanus^ als door *t Noorder America by de Enghle DavidSj mede 'om- trent Nova SemUa en recht onder ofte over den IVoorder- pool eene passagie derwaerts aan te virysen, daer op oock door de drie laetste wegen diversche prenven van ^Engelse en Nederlandse natiën ondernomen sijn, maer alle te ver*- geefs, gelyek mede de twee voyagies door den vermaerden Jan Hnyghen van Linschoten, uyt. bevel van de Ho. MOé ileeren Staten Generad der Vereenighde Nederlanden, ten selven eynde in den jare 1694 met 2 schepen, en An® 1595 met seveh schepen^ onvraehtelytk is gedaen. En alhoewel in d^eerste reyse een passagie by 't eyland JVaygaU^ door de strate ofte enghte van Nastauw tasschen Moscovia en Nova Sembla tot in de Tartarische Noordssee wierd ont- deckt, 800 is nochtans de tweede reyse desen ontdecktep wegh door menight^ van ys onbrayckelyck gevonden en de vlote sonder verhoopt effect in Nederland gekeert. Sedert dien tyd hebben alle natiën van de Tartarische ontdeckingbe in 't Noorden, ^Is van een ondoenelycke saecke gedtssisteert, en door 't Orienlaelse ofte Oeddentaelse India is, *t door onvermogentheyd ofte cleyne carieasheyt van de Gonvernears des conincx van Hispania (onaengesien de beter gelegentheyd als in Europa), niet onderleyd; immers van dien mogende 13 Prinoe (ab wesende noch ontydigh) niet gemtodeerf, gelyck mede by geen andere aldaer traflSqneerende Europeanen is ondersUen, tot dat in den jare 1639 (staende ons Gouyemo) twee flaytscheepen onder den Comm. Mathys Qaast, tot ^ righten is. Van de gelegeatiiejd der landen, wat nticbten en bestiael daer sy, hoedanige timmeragie van bnyaen, 'I fatsoen en wesen der inweoiidereR» haer eledingb» waapenen» seden» manieren, spjse. enieringb, reUgie, regering, oorl<^^ en andiere merckr «aerd%e saedbeu meer, inaonderbeyd ofise goed ofte beoa- aerdjgh syn, soU nae toelatingh des tyds wel pogen te ver- nemen» hon vertonende diversche monsters van de goederen len dien eynde medegegeven* om te ondierstaen v^al waren ea materiiden sy hebben» en hoedanige van de onsei weder begeren, aHe U.welck scberpelyek aenmereken, wel affteyekenen en eerreet besdbryven snit» hondende ten dien eynde een breed en vel g^extendeert Journael» daer aUe nwe rescon*- teren perfectdydc in aengeieyefcend worden» om daermede op n wederkeeren» behoorlyek raport aen ons te connen doen. Tkswjk 'i landschap Cathaya aparent met civiele menachen is gepopnleert» solknUE.» daer gecomen synde, den Assistent Aamd Cassa» Tartaer^ den bosschieter Jnrriaen Sebolte» ofte een van de 4 soldaten» die de Mo$eovi$0 oft« Peo&^.tale 610^ aen laiid senden, om hy de daer synde overigheyd te versaedten». vryelyck aen land te mogea comen» wanneer» met veleomen licentie» een vaa d'Onder cooplieden ofte Assistenten^ oeffens een taelman met eene deyne vereeringh aan land schjeken en de regeerders doen begroeten snit; honlieden van wegen diSn Staet onaer Repnblicqne» specialycken den Goavemeor-Generael en Baden van /ndia» alle vrondschap^ ed onderlinge cmnmereiea aenhieden, openende de oonditien van üeny ais nammUyck, dal wy Nederlanden ter xee met aUe Gonineryeken ea aatien van de gebeele wereld vrnndelyck (raflBeqneren en negotierea» hebbende daertoe allerley ooop- 2* 20 manschappen, en beter commoditeyten als alle andere natiën des werelds, ende dat gemelte nwe gebiedende OTerhejd seeckerlyck vernomen hebbende, hoe in dat selve land oprechte handelingh en trafficqoe gedreven werd, goedgevonden heb- ben, dese twee schepen onder goede regeringe derwaerts te schickeny met al sulcke waren, coopmanscbappen, rariteyten, ds by vrye toelatingh van negotie vertonen cond, en sqIcx ten dien fyne als vrnnden versoeckt. Nae becomen antwoord sallen UE. hen tot voordere con- ferentie off do vergwide commercicn, nae tyd en plaets gele- gentheyd, doch doorgaens met wackere voorsichtigbeyd, moe- ien schicken; vertonende ordeotelyck de coopmanscbappen en monsters van de waren ten dien eynde med^egevcn en in yder schip de helft verdeelt» waervan *t eene voor Caüiaya^ en 't ander voor dé eylanden by Oosten Japan gelegen, mede gegeven word. Welcken volgende versorgen moet, dat van yder soorte der goederen een gedeelte tot monsters voor die eylanden bewaert werde, gelyck snlci mede perfectelyck by factara aangcwesen word, monterende gesaementlyck ter somme van Gl. 13740,8,4, waervan door den Ondercoopman Willem Byleveld negotie boecxkens in behoorlycke forme, tol reecke- ninge, bewys en reliqaa doen houden sult. In *t vertonen van de gemelte goederen en monsters sullen DE. met de Ondercooplieden wel en scherpelyck letten, waervan dese natie attentie maecken en tot wat goederen meest genegen syn, insgelycz bespeuren wat coopmanscbappen en waeren sylieden daer hebben, insonderheyd nae goud en silver ende of dat metael by hun in waerdige achtingh is; UE. gelatende daemaq^nict graegh te wesen, om honlieden Tan desselfs preciense waerdye oncandigh te houden, en soo *t selve in mangelingh van uwe goederen niochten presenteren, moet a honden off die specy niet estimeerde, maer vertonen coper, spiaolter, thin en lood, even off die mineralf n by ons van meerder waerdye waren. En soo gy hon tot handelen genegen vindt,, sult onse coopmanscbappen, insonderheyd daer 21 gretighst nae syn en 't weicke vy meyaeo de laeckenea strileit wesen, in soodanige estime boaden, dat niet és met groot proffyt yercocht off yermangeldt werden, noch niet ander» aennemende, ab \ geene seeckerlyck weet voor de Gomp. proffytabel te syn, 't wekke hem selfs in 't handelen wel wysen 8al ; «illende in H bysonder nodigh wesen, van de daer synde waren monsters, en van alle andere perfecte notitie herwaerts brenght, om te sien wat retonren Tan daer getrocken connen werden en in toeeomende daerran gediend te syn* Mits de onseeckere condschap van de waere gelegentbeyd des Caihojfsen Conincrycx, sal 't nodigiï wesen nae de toI^ gende particnlariCeyten wel scherpelyeken te yememen: De grootheyd des lands en desselis hoedaenigheyd, wat ste* den, Ylecken, Termaerde riyicren, bergen en woestynen 't soIto heeft, hoe en waer gelegen, ende wat landen dese provintie tot geboeren beeft. In wat plaetse de booftstad Cambalu leyd ; desselCi groot e, gelegen Aeyt, hoedanigbeyd etc», wat zee- off coopstad daer beeft ofte naest aengelegen is, en hoe daer beqaaemelycxl gereyst can werden. Wat zeeplaetsen, eoopsteden, baeyen, baerenen en schip- Taerd daer is, en wat commercien door dat ryck en in desr selb nabnrige landen gedreven werd, specialydken in boeda*^ nige waren die bestaen. Wat Yroebtcn, besttael en minerael daer syu, en wat de» ittwoonderen principale neringh en hanteringh is. Wat Godsdienst sy hebben, en off Tan eene ofte differente religie syn, specialycken off het Christen en Mahometse ge-» loTO daer mede gevonden werd, en d'hoedanigheid . van dien. Insonderheyd off des lands regeringh ea hooghste overbeyd by een Gouinck, den adel off 't gemeyne volcq bestaet, en tot wat plaetse desselis opperste residentie is. Ende soo U een Contnck wesen mocbt, off dien .Prinee den groten Cham, Monargh off Eeyser der Tof^r^fi sy, waerinne desselis crygs- magbt en ryckdom bestaet, en wat anthoriteyt en bulpe hy 22 iü de regeriogb m jvlhie beeft; met wtt Indea, naüeBeo Princea hy in ooriogh en vrede is, hoe lUe feroerd en «b- deriiondeh werd, en spedalyeken off desen Prinee tot vren- de natiën en ongemene dingen genegen is. Mitsgaders snicx meeti ais de Heeren onse mces let s op 't stellen der raporten hj memorie ordonneren en UE. seMs aae tydsgelegenheyd nodigli en doenelyck tinden sok. Mien gjlieden de Cathay»9 natie aAèel en f nwaerls ymndelyck, mitsgaders het land tan soedanigtn geiegenthcjd tind, dat aldaer Toor de generale Gomp. seeekerlyek een importante en i»roffytabeIe negotie geftmdeert ean werden, snilen UE. aen *s lands oterheyd Tersoecken, een contnRl ofte ferbönd van een gestadige, opreciite handelinge, traffy- eqne en narigaiie let gemene wehaert van dat ryck en obk répd>liool$lieden nede geroepen verden» ais d*ordre onaer prmcipalen dioleert. Maer in saedcen die de zeofaert, als conrsen en 't ontdeeken nn de landen etc^ aengaen, saUen d onderatierlieden mede comparereB en aéviseaende stemaaen hebben, die den Gommandeor eeligeren eo met de rnnesle concluderende stemmen slnyten sal» yersorgende alle resohi- tien teratont dobbel geregistreert, geleykend en ten dienste van de Gomp. wel nytge?eert worden* SoD den Commandear Vries (dat 6od Torhoode) qnacBie Ie overlyden, sal de Schipper Uendrick Sebaep in desielb pbetae saceederen en in aHe doelen conform den inbond deser I»- stmctie, eten als syn Toovsaedt, gehiedon en gehoorsaenH werden, soo dat betaemt. De schepen gsen gemant met 110 doecke coppen» daer^ onder 10 soldaten, synde op ieder schip even veel, mitsga** ders tan alle nodige amnnitie, gereetschi^ en proviaien wel versien en Toor twaelf maenden mymelyck gefictnaKeert. Laet alles wel en behoorlyck mesnageren, en 't ordinarie rantsoen van twee yteesch'» en een speckdagb, een malsken asyn en 7t matsken oly ter weeeke, en l^t mntsken arack des daeghs, onder *t volcq oitdeelen. Slercken arack gaet in yder schip twee leggers, om in de conde tot des toIck ge- sondheyd aobertyck oyt te deelen, maer insonderhejd diend \ Tersch water en brandhout seer gemesnageert, synde daer omme van watervaeten ryokelyak fcrsien, opdat daerran in geen noodwendige behoeften vervalt, en om *t selve te soe* eken in nwer reyse niet verachterd ofie onverrichter saeckea te keren genoodisaeckt werd, dat tot groote schaede van de Goffip», die in 't eqoiperen van dese schepen gnoote. coaten heeft gedaen, en n aller schande gedyen sonde, dat dacÉromme met naerstige voorsichtigheyd voorgecomen diend. 3t Tot besloyl yan dese Instraetie willen ÜE« des Albestier- ders 80geii toewensGheo, welcx Diyine Maip. bidden nwe per- sonen, tot YolToeringh Tin dese Toorgraomen ontdeckinge, met mannelycke couragie te begenaedigen en verrichter sae- eken, behooden te laten keren, tot Terbreydinge ayner eeuwige ^orie, repotatie onses Vaderlands, des Gomp. sonderliogen dienst, ons contentement, en U aller onsterffelycke eere. In 't Gasteel Bataria, dcsea 2 Febroary, Anno 1643. (Get.) Anthonio tan Diemen. Gomelis van der Lyn* Joan Maetsoyeken Jnstns Schoaten. Salomon Sweers. 32 Memorie ran de boecken en pampieren, die by dlnstructie van de Tartarise besendiogh geYoacht moeten worden. N*« 1. Tooneel des Aertrycx ofte nieaive atlas, sjnde den Comm. een bescbrjYinge met Caerten van alle landen alleen. des aerdcloots, door Wilhelm en Joannes Blaaw. d^'.eygen 2. Uinerarium ofte Scbipvaert van Jan Hayghen van Linschoten. d"". alleen. 3. Nieawe Wereld ofte beschryvinge van WesU Indien^ door Jobanhes de Laet. 4. Extract uyt *t Vertoogh van den Coopman Wil- lem Verstegen, nopende *t ontdecken van de on- bekende Cnsten van CoreOj Jeso en Japan^ mitsgaders d^eylanden daer by Oosten gelegen. 5. Remonstrantie van ditto Verstegen» op *t ont- decken van 't Gondrycke eyland by Oosten Japan. 6. Instructie voor den Comm. Mathys Qaast, lot ontdeckinge van d'onbekende eylanden by Oos- ten Japan. i7. Een Jonmael van Commandeur \ nopende honne Qnast. > gedaene reyse in 8. Een d*". van Schipper Tasman / de Zuyd-tee. 9. Extract nyt *t Jonmael van India, vervattende 't sacces van des Comm. Qnasts voyagie by Oosten Japan. 10. Extract uyt de memoriale aenteyckeninge en be- denckinge van Maeften Gerritsen Vries op d'ont- 33 deekinge yan 't ZuydkMd^ de Oostcnst Tan Tartaria en d'eylanden b; Oosten Japan. 11. d"". nyt 't Gort Terhael ran Maerten Gerritsen Vries, nopende de nnttigheden van \ ontdecken Yan 't Zuydland en Tartaria. 12. d% nyt 't Yertoogh van Franchois Jacobsen Vis- scher, nopende 't ontdecken der onbekende Gas- ten yan Japan^ Q>rea^ China^ Tartarien en d*eylanden by Oosten gelegen. H*. 13. Gort begrijp van 't ontdecken van Caüiaya en d'eylanden by Oosten Japan^ door Maerten 6er^ ritsen Vries. 14. Memorie op 't stellen van de raporten, Yoor de dienaers van de gebctroyeerde Oost*Ind« Gomp. 15. Ordre voor den Schipper-Gomm. Maerten Ger- ritsen Vries en vorder overicheyd van 't flnyt- schip Castrkum en *t jacht Breskens, op honne reyse van Batavia nae Moluceo. 16. Factora van de Goopmanschappen en monsters van aller ley waren , gescheept in Castricutn en Breskens. /17. Inventarissen van de voornoemde schepen. j^(^QiQ.l 18. Originele resolntien, getrocken op de gemelte mandeor / "^^ï*® ^*^ ^^ Comm. Qoast. aUeen ]^^' ^^^rieff op ditto voyagie beraemL f 20. Twee Gaerten van gedaene Gonrsen des Gomm. \ Qnast, tot ontdeckingh van 't Gondrycke eyland. 21. Twee Gaertges van 't Gondrycke eyland, soo 't selve in de Japanse Beobys staet. d'.aUeen. 22. Gednickte pryscouranten off Gours van negotie in Amsterdam, dato 30 September en 4 No- vember anno 1641. Aile welcke voorstaende Schriften ende Gaerten by den 6oaTern.-Generael en Raden van India syn overhandight aen ecomen mast, hanne reys te vorderen weder aennaemeo, ende 'alle soo wel gecontenteerti dat liacr doclit tot onderiioot van ^t leven als groote Sr. ofte banderheeren nojt iets te sallen meer ontbreecken; continueeijck soodanich daervan opgevende, niet anders alsof men H gont ende siiver, by maniere van spreecken, bynaer maer by de straut opraepte; ja, hnnder ketelen ende ander cocx-gereetschappen daervan gesmeden waeren. O! wat een te wunschene saecke soade 't sijn, ende hoe nodich voor de Gomp», daer sy ia soo cort aenwesen haer beursen met te negotieeren als andersints soo swaer . • . • gelyck voormeit, gesmeden hebben. No het is soo het wil ende sy soo 't mach, men condeseg- gen, indien mette waerheyt accordeerde, men 't selvige daerby niet sonde gestaeckt noch achterwecge laeten blyven hebben, dan nie(mant) en kent yders geiegentheyt niet, want parti- culiere coopluyden, ten sy met bewilligingh, geheel onvermo- gent, werwaerts hun gelieft t*equiperen, is 't echter in't jaerlO è 11, ofte U jaer nae U nemen van den Heere Wittert 1), gebeurt; waeruyt claerlyck de waerheyt te speuren is, dat den Goniock van Bispania U selvige aengecundicht ende wel op beraden wesende, synen Vice-Rey van Nova-Bispania^ residerende in de hoofdstad Mexica^ (nn 2 k Sjaeren verle* den, meest ingesoncken....,) ten halve oft midts wegh vanU lant, tusschen de Noord- en d^ Zuydxee gelegen, derwaert te equiperen last gegeven heeft ; die tot voldoeningen der Mr. ordre, een jacht, genaempt^/. Francisco^ in een baye in Aqua- pukOf synde ongevaer 80 myien van Mexica (een moeylyck te reysen lantwegh, oversnicx 14 i 15 dagen ordinary te passeeren), heeft laeten vaerdigen, ende ter vertreek gereet 1) De zeevoogd Francoia Wittert werd in bet jaar 1609 by Manilka, door de Spanjaarden genomen. 87 maedceiiy met sulcken intentie, eent in Japan gearriveert we^ sende, van *t provena der coopmanaehappen ofte oock wel on> der goede gel^entheyt van schepen, noch een tweede jacht tot Omgw^ 800 ab derrewaerts \ beqnaemste oordeelen sonde, te heten timmeren ; ende wert 't volcq tot gemelte expioict aenge^ nomeo, ende daer over geordineert was ak Generael, Jan Bastiaen Bosqabe, een ont, grys, bedaert persoon, niet min dan 70 jae« ren, wien nevens alle andere ende mindere persoenen, tér bestemder tjt op de geordonneerde plaetsen in Memica ende voor den Yice^Rej ban lieten vinden, alwaer een Co- mndljck placeaet openlyck voor alle volekeren gepobliceert eade a^ecnndicht wert, waerinne verbaelt wert, Syne MayH op de aencondiging goet gevonden badde, twee jachten te eqniperen, omme *t Gont- ende Silver-Eylandt; gelegen in de Zojdzee ter boocbte van 37 7t graeden, naer opdaeginge te conqaesteren ende onder syn gebiet te brengen, beloovende yder soo wel van de meeste tot de minste, naer merite een part oft nytdeylinge desselfs te doen ende meer ; bnn teo dien eynde den eedt van getronwicheyt afvorderende, waerop gevoleht, gesaementlyck naer Aquapuko (de Inyden te paert eade de goederen met mnylen, volgens gewoonte) t'inbarqoee** ren baer begaven ende nevens noch drie andere jachten, ge- naempt Si» Anna^ Si. Bastiaen ende bet jacht welck Meester Adam, wiens soon Angiel present te Jedo noch residerende is, sells laeten maecken badde, sy naer Japan en d'andere naer Manüha gedestineert, vertrocken sijn. Daer aengecomeu vesende, heeft den gemelteu Generael, hoewel out ende be- daecht, bnyten postner met bouracheren, vroaweeren, dob- belen ab spelen aengegaen, sulcx dat naer verheys nieowers noch, noch op hemselfs acht namp. Den tyt hunner vertreck genaeekeode, syn gesaementlyck soo wei het nieuwe daerge- maedLte, ais 't ouwe metgenomene jacht» onder seyl gegaen, doch door onvoorsicbticbeyt is *t gemelte nieuwe tegen een eyland, met lichten daege, liggende voor ofte niet verde van G.... feenemacl verseylt, ende *t ander^ *t welck naer be- 88 faeorea niet gerepweert wasi» )ie?otiden soodaoifth gostellf ebt .daer Tan «daen quaemm, veder gcMvtsaecU ^waereii ie Mtodmeren eiide *t Jacht te doopen. Abdoeft- v^mien 't geen noch resteerde tea naesténby t*«oa€k' bFengende^ vaat het aeheen eer deech noch nut Toor alles Qp badde geweest, {iffterdoor oook onmogelyck viert, eea yaertaygh tec eygen eel|9^:fertrediL te laeten maeoken ende noch naer eeo jaer o?€r^ UjyeDS geaootsaeckt wierdcD» op een gallioen, dat M^sam" wfadf een groot lantsheer, (ia wie&s [haven?] geaockerl ge- weest waereO)) op syaen naem maeeken en eygeo rieieoaiaer Aquapuho tjrecken liet, met degene die 't jienaioii4« te ib* harqaereol Want eenige austaneerden iiyt des Conincx ; dienst -ende alsdan vry.waereo. Welck gattioen, dat meer is. selb - 1 gemeUe eyhind in 't gesicfat gehad heeft, yeel drift Teroae- men ende 'van torteldnyren schièfials uerralt viert^ dan^omme 'de /diMMtdefy meestees waeren, mesten naerhonpjpen dan- sen«'l>at dit waerachtich ende geloove seecker.is, waot.Sr,. iVJDoenl Romeyn» ter stede iVafijfa^aedte iroonachügh, : ceu gekiofwaerdigh . persoon» doennmels in JfojruW' weesende, de pohfioatie selis met efgen oo^en. gehoört en een persoon met de ffldioteii verscheenen ende geretoorneert, gesproocken/die met 't gemeite galióen teraggdceert en dit eyland Terclaert met waerhejt gesien heeft. Op gemeite St. Franciic», dat meer is, • was een Nederlants sehiemau» genaempt Marcns Sj- monaén, in sjn leren een goede bekende van d*£k Heer«Specx, velcke nevens eenige andere, daer te lande verbleef ende in 'Nangasaeeke. Imge gereddeert; alwaer noch : twee 4oohter8 in leven beeft. Soo dat genoechsaem al 't geene vaer ende niet aèn te twyfelen is; ooek lart het sich.niet on- biilyck aensien, door misnoogenheyt ofte wel deya ver- mogen ende nauw omcomen van qnalyck te eqoiperen, het vorderlyck by der hand tenemen, tot beter ockagie ge- staeckt ende naergelaten wert. Wie weet off.de Heere onse Godt, der Spanjaerden, om 't quaed ende boose fannner voor- nemen, oock d'aenslagh niet confuys gemaeckt heeft ; ak niet 8» wülende gebtDflCD, 'd'oroie^^ loydea kwi Mft bobUttde* mb* ibea» diaer MtegfodeeL wel. bejegent ea^eü triendel ji^ g» treestk nm tor goet efte efféem, w^eke -als «ea proye boy- tcA vUde,' aeodea ^eidesr eatreoft. Gemelte dan, DKd. Heereoi ^vetsUwo^^ll^tMnde^ 4>dit my YcrpÜGht Ie weteen, IteO' dienste nn ..de Gomp.: eade wel- TseitB eDses gemeynen 'YadedaotSy Ufid. *( eelire de weet Tin I6>. doen, > opdat. d«r ' YyanAen voordeel /waeh , :affgemD ende door ons beeomen werden. Want meoiehHiael ley t . bet Vier bedoYen onder de assche, waervan eyndelyck een gehee- len bnnt ontsteebkeo cao. Het is een licht te beginnen ende ooeostelydc werck» miaechien de Comp. daer soo teel proffyt ais njt Jofon temogen haelen ; twee cleyne ofte handige stercke zee- jaditen nyl Japan derwaerts gesonden, sonde ter aenyangh genoQch syn, omme, ofle 't eene te missen gnamp, het andere mocht te recht geraecken : was, pOrseleyn, stoffen enz. sokke ende diergelycke waeren sonde tot leen monster oftepreuveeep veynieh connen medegenomen worden \ die traliën tyde ende schoon onTrochtelyck keerende,.haer geit daer weder wel haelen sollen, 't Is een groot hooch lant, dan niet weetende watter van sy, oversnlci d ondervindingh de beste leermeester syn sal; het leyt als gesecht maer 380 i 90 mylen ofte op het hoodiste 400 mylen van Japan^ op de hoochte qoaiyck van ZVj^ graden, is oock meermaelen gesien van d^andere vaer- toygen, uit Nava-Hispania naer de Manilha ofte wel Ma- nUka naer NovchHüpania willende ; dan scbynt, al even in 't gesicht crygende, haer ordre, als daertoe geen last hebbende, niet te bojten gaen mc^en, en solcz ende diei^elyck vast d'oorsaeeke van onbekentheyt is blyvende. Gemelte Sr. Vincent Romeyn, soo CEd. daarvan een preave sints te doen syt, beeft gepresehteert selfs persoonlyck, op de goede boope die door eygen cnntsehap van alle H gene is heU>eade, mede te willen lacten gaen. De jachten sonden mede connen geemployeert worden omme een te doene tocht, ter opspeuringe wat vorder om de Noort in 't ryck 40 nn CMno ofte wd Carea Ie doen «oude mofen wesen, ge- oierckl Tan d*inlanderen aelb een grooten handel derwaerts nyt, oier ende weder gedaen worde; Jae 's Keysen panen 800 wel naer Timgayn en Coehtm-China, ab over H lantadup China en CareQf plegen lerleent te worden. Dit dan dos oortelyck geatelt ende by den anderen Ttr- aaemelt wesende, gelieven UEd. als nyt een tnygende geae- gentheyt» Yolgens als voormelt van de Conp. ende Yadeiiab wehaeren te geschieden, aen te nemen lan DEdlens onderdaenigen, altjd yerplichtenden dienaer (get.) Willem Vwstegeo. Actom in H schip Amsierdam^ voor de straete Balimboan^ desen 7 December, anno 1635. OEDRE TOT DE ZEYLABGIE voor den Schipper-Cammandeur Maerten Gerritsen Vries en de verdere overigheyd van de fluyt Casirieum ende U jaehi Breskens, waer nae hun in V vaeren van hier langs d^Oosteuste van Cete^ bes tot. het eyland Tomaten^ voor het Gasteel Mateye sullen hebben te regtUeren. Om wat redenen ende motiyen wy in Rade van goed gevonden hebben» UE. tot begin ende aenvangh van de geordonneerde voyagie nae de Noord, over de Mohtecos te bten naYigeren, sollen hier niet verhaelen, maer gedraegen tot OQse aen ÜE. verleende generaele Instructie, op die geiegent* hejd wyd ende breed geitendeert, ende in desen niet ver* der gaen, ak tot vertoogh van d*ordinarie conrswjsing langhs Celebes Oostcost tot in Temalen, gelyck daertoe gerefereerd iverd. Haerdat dan morgen vroegh gemonsterd ende nweanckers aen boord hebt, sollen UE. in Godes naeme van dese rheede sdieydendoy haren coors doen om Pulo Rakü ende Boonh- kens Eyland by Noorden te laeten en de Javaense cost in 't gesieht honden, mits omtrent twee mylen daer boyten bly* Tende, op de diepte van 10 i 12 vadeem, alsoo den Vlacken ende Sehaedelycken hoeck (seylende van hier Oosteiyck) wel te loden syn, voorts oytsiende nae den steen, die in H Noor- den van Kandanghauwer leyd, omtrent drie mylen in zee. Het rechte vaerwater van Batavia naer de Enghte tos*- scheo Celebes ende Saloyer is te hooden op de ses graden Zojderbreedte, om in 't gesichte van 't hooge Javase land ^2 by Zayden Cariman^ava en Lumboeq te sejleoy naer de Bredo-Banck, raym derthien mylen by Westen* den hoeek van Tanakeka gelegen, daer die passeren moet op 8, 10 i 1 4 vaedem, wanneer wel diend nyt te sien naer de Twee- Stenesi daer anno 163S een onser barger»jonekea op ge- blefen» ende den Gonvernenr-Generael anno 1638 (Taerende M%jémboy§w) met de vloote omtrent geweest is; niet alleen naer dese» maer nae allos andere dippen^ rudsen en droogh- ten; suU doorgaens naersligh uytkyckeni ende een man aea de stenge honden» om alle pogemack mo yeA mogeljek Voor te -€omeo« De gemelte .banck gepasseert wesende» snit in der yl deo hoeck van Tanakeka ▼oomoemd, aen boord maecken te cry- gen, ende die soo nae ioopen, als sonder peryckel ende tyd- tersnym. gesdiieden can, opdat yan *t land gesien mocht ivordMi ; «eyhmde dan voorts digt langs de CMeèete Zoyd- east>' naer en .door yoorschreven enghte,; item wyders tot de strante tan Bouton^ die op het nlderspoedighste snit traeh- ten te passeren, ende is H doenlyck, sonder .ten anoker te «omen. Doch 't selve genootsaeekt wordende, ende iemant yan de BofUOfèéhrs. aen boord verscbynende^ voonichtelyok faoorea wat te sciggen hebben; ende hun voorts aendieften, om met haer te handelen, geen last hebt, maer dat cito voort moet, doeh eerstdaeghs daer noch eenige sckepen, met soldaten nae Ambayna gedestineerd, staen ie. passeren, die hun beter te ■spraeck -soUen eonnen staen. Ondevtuascben moeten UE. niemand aen. land vertatmwen, tfigen £e . moordadige ditiachtige' natie wel op hoede^ ende in posture van, detentie, mjkecken te wesen, ten eynde de veordesen gepleeghde gruwelycke actiën niet mede subject ^erd ; buyten . dat snli hun in *t passerea der aengetogcn jinieté ttiet' beschaedigen. De gemelte straet doorgeseyld ende van waeter-wel versieu gynde, mit dan by: Oosten de cnste van Celebn trachten op t8! stoppen, tot de boogbte van omtrent een geaed by Noor- 4S (kn de linie, wd Tentaeiidê, soó.CE. de vfiod daerioe wil dienen, seo niet, meogbt wd om-d'Oost oversteecken, wan* neer de Uaie gènadert sjt ;; akoo dan ongelwyffelt Macquion wd beseylen snit, te meer de stormen omtrent de Gutiehei — dat 8jn dippen eade cieyne eytanden in 't Znjfden van Jtegmoü :geiegeD -^ stibtant nemen^ aoo d'ervarendheyd ge- leerd beeft* Op de gemelte 4)o8t*entite yUÈ'^Oriebes bevint men veele droogten, moet derhalven Toorsiebtigh seylen, ende des nachts htten ab bei doneker is^' maer het ^^mitep rolt er soo slecht eodr dè icwtwinden* syn daer soo dienstigh) dattet een goed Taermler sy, ende tot meerdor ekerhejd behandigen n ne« VQD9 deseni elek een caer^en van de gel^ntheyd derselver Oost-cQste, streckende van CeUhn^-Vaan^hea den boeek daer *t Ejland Waéroway bylefdi tot omtrent Vj^ graed by Hoerden de Linie» in 't velcke, met de aenteeckening der diepten, werd aengewesen den coars die men heeft te ne- men, dat meest Celebes naest geschieden moet, alsoe men daer ?ind de meeste openingh) mitsgaders de minste droogh- ten ende bancken, die t'zeewaerts soo menighyuidigh syn, datter geen doorcomen gesien werd. Wy bonden 'tsoogeraeden» dat van Celebes oversteeckt om Maeqinan te beseylen 9is TenuUe^ aeogesien van JUacquian binnen door, laag» de West-cast van Batachina ofte Ifala Maehera, mede goed opoomen is. Omtrent de Moluccos verschynende, solt u wei slaghvaer- digh bonden, insonderbeyd verdacht wesen op bet aencomen der Spaense galeyen by stilte ofte andersints, oock sorge draegen dat by den anderen blyft, ende gelyckelyck voor 't Gasteel Maleyen verschynd, om te minder peryckel van d*aengetogen galeyen subject te sjn; wyders '/ volck onderwege met de waepenen oeffenenj opdat daerin fervaerener werden^ tegen alle voorvalligheden van offentie en defentie. Behalven de Partugesen, met wien onse Souveraine in Nederland voor tbien jaeren trefüea gemaeckt ende hierover 44 doen publieeren hdkbai, soOea DE. gMaemeDlIyck vyandeljek lentasten alle die by Ooetan den Bauqmeron sonder onse passen comt te gemoeteut niemant nytgeaonderd als dk nn Bouion^ tvanneer n niel seUs eerst ofleoeeren; doende alle mogelyck debtoir om desoieke Toorsiehtelyck te vermeeste- ren ende in u gewelt te becomen, nemende haer personen in goede versekeringh, ende bon goederen onder inienlaris ofer, om die naer Molueeo te brengen» ende daerofer ge- disponeert te worden als naer behoren. Met lieff op Tamalem g'arri? eerd wesende* snit de nerens gaende briefen aen den Vice-Gonvemenr Wonter Seroyea overleToren, ende n voorts rcfnieren naer onse hier toor geciteerde generale Instructie, aen dewdcke wy ons, ab ge- seyd vyders blyven gedraegen. Wenschende UE. tot het Yoltrecken yan d'een ende d'ander ▼oyagie, den Heyligen wgdn ende protextie des Alderhoogsten. In *t Gasteel Baiavia, den 2 February» anno 1643. (Get.) Anthonio van Diemen. Comelis van der Lyn. Joan Haetsaycker. Justus Schouten. Salomon Sweers. JOÜRNAEL t>fle Dachregisier, geanoteert ende beschreven door den Oppeniierman CJomelis Jans%. Coen^ wie' rende op U fluytschip Coêiricum, beneffèns ons het jaehi Breskens; synde geordonneerd van den E. Heere Gfouvemeur-Geuerael Antonio van Die- men ende de Raden van India^ tot ondeckingh van Tartariaj V Coninekryck van Caihaya ende West-eusie van Ameryca ende de Gout" ende SU* verrycke Ejlanden^ die soude gelegen wesen by Oosten Japanj op omtrent de Woorderbreeten van 37 7t graden^ onder het Commando^ van de Ed. Commandeur Maerten GerrÜst. Vries. Beginnende van Tomaten alwaer van doen wy op den 4 April anno 1643 fseyl syn gegaen. Godt verleen ons gebick ende voorspeel^ dal onse reys mach gedien tot welstant onser Ed* Heeren Mees- ters ende voortplanting synder gemeynte, Amen. April. e 4. *s Middachts heeft den E. Heer Gommandear met syn byhebbende raetspereoonen, eea eerlyck afscheyt geno- men van den E. Heer Goaferneur Seroyen, ende syn 'savonto met een Soydelyck coeltie, in den naem Godts t*seyl gegaen van Tarnalens ree ; de goede ge- nadige Godt verleen ons goet sncces ende behouden reys, Amen. 's Nachts hadden wy moy weder, deden ons best om de cust van Gillola aen boort ie crygen. 46 April. d 5. 's Morgens hadden vy moj iveder, de wint Yariabel, alsdoen lach het eylant Hiery W.S.W. 2 mylcn vaii ons, doe passeerden ons eenige corra-corras ende gala- lys, die van Gillola qaamen en wilde naer Temaien toe. De wint loopende in *t Noorden, deden ons best met laveren om Noort te winnen. *s Middachfs waerea wy omtrent 17i Jiiyl boy ten de cast van GiUola, Naer de middach liep de wint Noordwest, *8 nachts variabel Oost ende dan weder Noorden, somtyts met slappe koelte. e 6. *s Morgens was het regenachtich doncker weder, waerea omtrent 4 mylen bnyten de cast van GiUola^ de wint variabel, 's Middachts waeren wy op de Noorder breeten van 1 graed 22 minuten, alsdoen lach de banck van Ternalen S. omtrent 7 mylen van ons, waeren 2 mylen boyten de cast van Gillola^ deden alle devoir om Noort te winnen, maer bevonden hier harde stroom om de S. te gaen. 's Avonts sae- gen wy de eylanden van Tofigy-Songy in *t N. vyf mylen van ons, waeren l'/t ^1^ bnyten de cust van Gillola^ saegen de berch van Ternaten in H S. van ons, de wjnt alsdoen N.N.W. 's nachts Oostelyck met veel stilte. f 7. *8 Morgens met den dach cregen wy een styve r^en met een variable coelte, doch meest Noordelyck. *sMiddachls lach de berch van Terfiaien S. ten 0. 7, O. ende de eylanden Tangy-Songy in het N.0. t.N. 6 mylen, synde bnyten de cast van Gillola, de wint alsdoen N.N.W. Wenden het alsdoen om de N.0»9 alsdoen is door den ordinaris seyn van den E. Gommandear den raet beroepen; van beyde scheepen is geresolveert om soo veel als mogelyck was ons devoir te doen, om de N. hoeck van Maratof/ aen boort te crjgen ende van daer alsdan onse coers om 47 April. de N.0. aeD te stellen, soo veel weder en wint soa* de mogen toélaeten. 'sAvonts in 't opsetten van de wacht sehoot de wint in 't 0.t.N., maar cort weder Noordelyck, Tariabel. g 8. 's Morgens moy weder, het lacbien Oosteljek. 'sMid- dachts hadden wy de N. breete van 1 gr. 44 min., aisdoen laeh de berch van Ternaien S. '/§ 0-» ^^ eylanden Tongf^Stmgy O. '/i ^- ^ mylen van ons, de wint doen Noordelyck. 's Ayonts door een peyling bevonden 4 gr. 7 min. N.0. tering. *s Nachts moy weder met veel stilte. a 9. 's Morgens moy weder, met een variabel lochien oyt een N.0. ende N.N.W. met veel stilte. ^sMiddachts lach bet eylant van Ternaien S. '/é O- ^^^ ^^ ^1' linden van Tongy-Songy. O '/é N. 4 mylen van ons, badden aisdoen de N. breete van 1 gr. 48 min. Cr^en doen een cleyn Noordelyck luchien, maer corts weder stil, in 't ondergaen van de son cregen wy een deyn coeltie nyt een Noorden, betwelck nae het O.N.0. trock, wenden bet doen om de Noort. Omtrent de middernacht cregen wy weder de wint variad>el Noordelyck. b 10. 's Morgens moy weder, met een variabel lacbien met veel stilte. 'sMiddachts waeren wy op de gegiste breete van 1 gr. 60 min., doen lagen de eylanden van TongySangy O.t.S. 3 mylen van ons, de West- hoeck van d*. eylanden ende boeck van Gamma .... liggen S. 7i ^* ^^ ^- Vt O' ^^^^ malcanderen in strecking; wenden bet N.waert over. 'sAvonts lach het eylant Satangary N:N.O. 7t ^* ^ mylen, en het eylant Tongy-Songy S. ^t ^* ^^° ^^* ^^ Nachts in de eerste wacht hadden wy regen met een varia* bel coeltie, in 't 4^* glas van de wacht cregen wy de wint O.N.O., wenden het N.waert over, de wint 48 April. corts met stilte naer het N.0. treckende, cregea een moy coeltie, lieten het N^N.W.vaert overstaen. c 11. *8 Morgens moy vfedevy cregen omtrent 2 ure naer sons opganck een cleyn reegen caeckien 1} met een N.N.O.coelte, \?enden het om de O., corts daemaer dreven wy in stilte^ wat voor de middach cregen vy een moy lochien uyt een N.O., wenden het om do N.N.W. *s Middachts waeren wy op de bevonden breete van 2 gr. 7 min. ende op de lengte beoosten de meridiaen van Teneriffa 145 gr. 427t min., de wint alsdoen N.N.O., conden alsdoen de berch van Temaien noch pas sien in het S. 7t ^* ^^° ^^* Het eylaut Doy, bet N. eynt N.0. Vt I^-9 het mid- den van 't eylant Tuancara N.O.t.0., het S. eynt van 't eylant Pou 0.t.N. ^t N* ^^^ ^^ ^ mylen; naer de middach cregen wy een moye coelte uyt een N.W,, wenden het N.N.0. waert over, dreven *s nachts in stilte. d 12. 's Morgens moy weder, di*even in stilte tot 2 ure voor de middach, waeren met de stroom wel 1 '/§ myl om de S.S.W. gedreven, cregen doen een moy coelUe uyt een N.0. ende trocknaer het O.N. O. Seylden met d"" coelte soo veer om de N.» tot *s middachts op de breete van 2 gr. 7 min.ycndehadden debovengemelte ejlanden op een peyling van ons als boven. Naer de middach dreven wy in stilte, somlyts een cleyn va- riabel coeltie N.N.0. N.0. en N.W., dreven 's nachts in stilte. e 13. *s Morgens moy weder, dreven meest in stilte, 's Mid- dachts bevonden wy de N. breete te hebben van 2 gr. 12 miD., op de lengte te syo van 146 gr. 33 min.; alsdoen lach het eylant Day N.O.t.0. 6 mylen 1) Opkomende liarde wiud. Witsea. 49 April. ▼aa ODB, te weten het Roorteynt^ dreven die nae- middach in stilte, 's Avonts eenden wy de bereh lan Tomaten noch pas sien in H S. van ons. 's Nachts een deyn Inchien uit den Soyden. f 14. 's Morgens moy weder, dreven in stilte^ somtyts een deyn variabel lachien oyt een W. ende $.S*W. ende S. Waeren doen op de gegiste breete van 2 gr. 23 min., op de lengte van 145 gr. 60 min.» ende bevonden breete 2 gr. 22 min., ver tiert 5 mylen ; alsdoen lagen de eyi. van Doy^ het middenlant O.t.S.» ^j^S.Smjhn van ons, saegen oock het eylant Behoa O, 7t ^« yan ons. Naer de middach cregen wij een deyn va- riabel Inchien. *s Nachts een deyn coeltie nyt een Oosten, lieten het al N.waert over staen. g 16« *s Morgens was de wint N.0. met moy weder, lieten bet al N.N.W. over staen, peylden alsdoen het mid- denlant van Doy S.O.t«S., omtrent 6 i 7 mylen van ons ende Behoa 0.t.S. ; giste *s middachts geseyld te hebben, N.t.W. 7 mylen, waeren volgens dien, op de gegiste breete van 2 gr* 49 min., ende op de lengte van 146 gr. 44 min., ende bevonden breete van 2 gr. 49 min. Saegen doen bet hooge lant van Jf orotoy in 't Oosten van ons, leyden alsdoen onse compassen op 4 gr. N.Oostering. Cregen naer de middach de wint. II.O., in de eerste wacht 's nachts O.N.O., in de tweede wacht N.O.t.0., in de dachwacht N.O.t.N., al met een deyn topseyls coelte, lieten het al N.waert over slaen, de see begon styf nyt een N. aen te schie- ten met heel holle deyninge. a 16. ^s Morgens de wint N.0. met topseyls coelte, lieten bet ai N.N.W.waert over staen, saegen met sons reysen het eylant Talao in *t W., omtrent 8 mylen van ons, ende is gemeen hooeh lant ende gelyckt daer benoorden van, vol cle}ne eylanties ende dippen te 4 60 April. liggen. T^^en den middaeh crq^ea wy de vint R. N.W.^ mmim het N.O.waert over, aomtTts r^en ; giste 's middaehts bebeaden cours gesejlt te hebben, N.W.t*N. 14 mylen, waerea volgens dien, op deg&- ^iste breete van 3 gr» 36 min., op de lengte van 145 gr. 13 min. eiide op de bevonden breete van 4 gr. 6 min. ; alsdoen lach het Sajdelycxste lant van TalaOy W.S.W. Vt S. 8 mjleh van ons, ende het Noordelyczste lant N.W. 10 m}len« lek bevont dat ons de stroom hier wel 7 mylen veerdor otn de Noort geset had, als onse gissing nyt vees. Naer de middaeh liep de v^int in *t N.N.O», lieten het Oost- waert over staen. 'sAvonts met sons-ondei^gang, lach het Noordelycxste van de ejlanden Talao W. 10 mylen van ons, naer dat ick met goede opmerckiog sien can, viraeren wy in de tyt van 6 neren 4 streeeken recht in de wint opgedreven, om de N.N.O. 's Nachts 3 glasen in de eerste wacht, liq» de wint in 't N.O., wenden het N.N.W. waert over, in H nytgaen van A\ wacht, cregen wy de wint Noorden, met caeckich weder ende regen, wenden het om de Oost. b 17. *s Morgens hadden wy doncker weder, de see groff uyt een N.0. aensehietende, de wint N.N.O., N.O.tN. ende N»0., N.O.t.0., saegen veel raveling van stroom. Naer gissing geseylt in dit etmad N.N.0. '/a O. 10 mylen, waeren volgens dien, op de gegiste breete van 4 gr. 41 min., ende op de lengte van 1 45 gr. 31 '/i min., ende op de bevonden br. van 6 gr. 13 min.; bevonden als vooren dat ons de stroom, 8 mylen Teer- der om de Noort gcleyt had, als onse gissing was. Dese stroomen tegen de vrint oploopende, veroorsaecken alhier het hol water ende de hoochrysendesees. Naer de middaeh de wint variabel, tosschenhetN.N.O. ende S.O., als oock 's nachts met travadich 1} weder^somtyts regen. 1) stormachtig. Witsen. 51 April. e 18. *sMorgeii8 was de wint variabeli tmBchen hel S.0. ende N.R.O., ^aochtens cregen wy een 8t]Fve regen caeek, ende 'amiddachls de wint Jf.0., metmoy hei- der weder; gkte geseyltte hebben. Noorden 12 my- len, waeren volgene dien, op de breete ▼«! 6 gr. 1 min., ende op de lengte als vooren ; ivaeren doen met ons besteek op de cnst van Aroffa, maer saegen geen lant, soodat iok vast vertron, ons de stroom om de N.0. geset hadde. Op dato hebben wy een swaer andcer ende 6 stuohen in 't roym geset, tot Terlichting van 't schip; hebben oock getalyt mde gestaecht. s Nachts moy weder. d 19. *sMorgens de wint meest N.O«t«N., somtyts O.N.O., met topseyls eoelte j giste 's middachts geseylt te heb- ben, Oost 16 mylen, waeren volgena dien, op de breete van 6 gr. 30 min., ende op de lengte van 146 gr. 357t ii^in* ; soodat wy in dese 2 etmaelen, omtrent? mylen voerder om de Noort gedreven waeren, als het gegiste pant. Het weder met een swarte donckere Indit, naemen onse marsseyls in, om niet van *t jacht Breskent te versteecken;. seylden met sohoverseylen N.waertoveride wint O.N.0. met styve topseyls eoelte. e 20. *s Morgens noch al ongestadigh weder^ * met styve topseyk eoelte, somtyts regen, hadden al hol water met veel raveling van stroom,, de wint meest O.R.0. ende N.0. ; giste 's middachts geseylt te hebben N.t.0. Vt O. 14 mylen, waeren volgens dien, op de gegiste breete van 7 gr. 23^/, min., ende op de lengte van 146 gr. 51 Vt min., ende op de bevonden breete van 7 gr. 40 min. Bevonden dat de stroom ons omtrent 4 mylen veerder om de Noort geset hadde, als het gegiste pant, dan bevondt deselve al langsaem te ver- slappen, 's Nachts hadden wy caeckich weder van re- gen, ende de wint nyt een O.N.0. en Oosten. 4» 52 April. f 21. % Morgens OBgesUdich veder van regett', ende de wint als Tooren, giste ^smiddachts geseyk te hebben. Noorden 15 mylen, waeren rolgens dien» op de breele ▼an 8 gr. 40 min.» lengte ab voorai; hebben wat naer de nuddach de boot ingeset, saegca Teel meeawea vliegen. *s Nachts al ongestadieh weder, met r^en ende met styre O. ende O.N.0. winden. g 22. *s Mofgens weder ende wint als rooren» sM^gen eenige steencroos dryven^ ende een snip rontom het sehip vliegen. Myn besteck stondt alsdoen 10 mjlen bny- ten het eylant Si. Jam^ maer saifen geen lant. Tegen den middaeh werdt het heol moy weder» met een opcberende lucht» de wint O.t.N. ; giste *s middaehls geseylt te hebben» N.t.W. 16 mylen» waeren volgens dien» ap de breete van 9 gr. 48 min.» ende op de lengte van 146 gr. 387t mhiM onde op de bevonden breete van 9 gr. 40 min. Bevonden alsnn seer wey- oich of geen stroom, met slecht water. *s Nachts moy weder* a 23. 's Morgens moy weder» met een graawe Incht, de wint O. en O.N.O., met topseyls codte ; giste *s mid- dachts geseylt te heUien, Noorden 1 8 mylen, waeren volgens dien» op de N. breete van 10 gr. 52 min.; bevonden door een peyling 4 gr. 20 min. N.Oostering. b 24. 's Morgens moy helder weder, met een O.t.N. wint met topseyls coelte; giste 'smiddacbts geseylt te heb- ben, N. 18 mylen» waeren volgens dien, op de If. breete van 12 gr. 4 min.» ende op de lengte ak vooren» op de bevonden breete van 12 gr. 8 min. c 25. s Morgens hadden wy moy weder» met een daere son* neschyn, de wint als vooren, met topseyls coelte ; giste *s middachts geseylt te hebben» N. 17 mylen» waeren volgens dien» op de N. breete van 18 gr. 16 min., hadden *8 nachts moy stil weder. 53 April. d 26. *8 Morgens b^on de wint naer het N.0. te treckeiTt ende voorts naer het N.N.0. Twee aeren naer soos reysei» wenden het om de Oost» de wint N.t.0. met top- seyls coelte; gbte ^smiddachts geseylt te hebben, N. 7t 0. 12*/, mylen, waeren volgens dien, op de breete yan 14 gr. 6 min», ende op de lengte van 146 gr. 437b min., ende op de boTonden breete van 14 gr. 12 min., alsdoen giste ick caep SpirUus Santa 38 è 40 myien, S.W.tW. van ons. Naer den middach ten 4 neren, qoamdevrint S.O., wenden het ende lie* ten het om de N.0. aengaen. *s Nachts continueerde de S.0. coelte, met moy weder. e 27. *s Morgens weder ende wint als vooren, met topsey!s« coelte. *s Middachts de wint S.O.t.S. ; giste geseylt te hebben^ N.O.t.0. 22 mylen, waeren volgens dien, op de gegiste breete van 16 gr. &mln. *8 Avonts be- vonden 4 gr. 43 min. N.Oostering des naelts. f 28. 's Morgens moy weder, met een heldere lucht, de wint als vooren, met topseyls coelte ; giste *s middachts geseylt te hebben, N.0» 22 mylen, waeren volgens dien, op de breete van 16 gr. 11 min., ende op de lengte van 149 gr. 37i min., ende op de bevonden breete van 16 gr. 16 min. *s Nachts cr^en-wy de wint variabel, S.S.W. ende W.S.W., somtyts met stilte. g 29. 's Morgens moy weder, de wint variabel S.S.W. , S.W.t.S., S.W., W.S.W. somtyts stilledcens. Als- doen heefk de E. Commandeur door de gemeene seyn den raet beroepen van 't fluytschip Casiricum ende 't jacht Breskens ; ende is geresolveert om onse cours N.0. te vervolgen, soo veel weder ende wint soa mogen toelaeten, tot op de N. breete van 24 gr., ende op de lengte van de Oostcust van Japan. Het scive bevonden hebbende, alsdan onse coers N. aen te stel- len, tot op de N. breete van 377» gr.» ende aldaer 54 April.' de cQst aen te doen ; giste *8 middadits geseylt te hebben, N.0. 12 mylen, waeren Tolgens dien, op de gegiste breete van 16 gr. 50 min.» dide op de lengte ▼an 149 gr. 38 Vt min.» op de bevdnden breete van 16 gr. 50 niin. Naer den middach cregen viry een moye coelte, doch variilbel N.W., HJf .W.» N«> N.N.O., saegen een swalnw i^ontom het schip ' vliegen, vongen 4 dien tvont 2 groote bonyten. *s Nachts de wint meest O.N.O.y met dooi^ens topseyiè^ Morgfips de wmt $«S.W, wnerea 8 mj\m nn lant, (9 de diepte van 40 niem^ (watgront, DeflEras hoocb b^rchacbtich Jjut; ^sooideq om de Sojt vaa de steng . jmt^ de laege boe<^ siesi wa^ beMordea dil hooge bpt begiots epde |ap de dieple van 30 vAdeoi, langsMH opcIrogeDde (Tpot; «yiide fd sant. Saegfto eeoateyjea boeefcy gelycken* de ee« eyl^iDt, alweer wy oyt de Noorl after van daeo safigeD comen» Teraabeyden Tuaebersberckeoy foaemea ie sefi «tm te yisacbea; wat diobter by d*. boeck oo- «}^Qd9 tot AP 24 iradem, «it.san^only de gront te Toflrea awart santgroat geweest bebbeode. Waeren eeo myl Wi d^ boeck, saegem doen d^t daer een rivier alter in «Ireckte Noort op; bier ia beel bMch binnen lant o]p ^mnpuge pUetaen 2, 3, 4 dobbelt, etuto op yeel . pl9ie.t3eii coinpt bet bqoge laot steyl op *t valer neer. JEIier eregen wy meniebte visidiera aen boori» daervan wy ^ofif ryst onitreflit- in de 90 groele rocben myl* den ende 2 cabbeliauwen, met veel groote eoharren, waerender ^nige weeren 2 Toet lapclc eode 1 voet breet epde 4rie vipgers diek, eregen ooek yeel roode seebaep ende. eenige apdei e ymt v«a baerw Sy- noemden 4if^|iyier9 dien after de genoeoide sjteylea boeck om 4e Ttoort opstreektes fünitWt eade preaeÉteerden ons daerïn \e brengen; wfS^n dat daer in H ineemen 9 Il 10 vadem wate^re was» ende weaep: dat bel om de IVoort piet en docbt. Op de eteylea hoeek fa» (Unima, ataet m% 19 H lant een draioel beoiaea gely ek of 't eep {órt was, waervan em boom beien da andere nytsteeckt in boocbte^ hebbende een redde croon. 'ftViddaebta giate geaeytt te bebben, lf«t.W« Vt I^* 167i myl» waeren volgens dien, op de gegiste breete van 37 gv. 6 min., ende op, ^ lengte iran lfi9 gr. 71 Mayns. SS iniD*, ende op it havondea- breete vaa 37 gr. S mtii. Dóea lach de Bteylen» hoeok rai &iiima W« 7t S. ffli' om omtrait. 3 mjlen, ende een hoede daer benoofden^Iiggende» die seer cartelieh Tan cleyne beieSies w«, dewdèke vy noemden de Geoartelie hoede; dese hoede lach II. Vr^« 8 Q^'lont Tan o&Sr ende een hoedt die benoorden de Tiadoe hoede leyti.lachS.W. Tan ona. Omtrent 6 mylen Tan d®. hoedr» . begint het hooddanl té tftreAen om> de Noort^ hadden doèfl de diepte Tan 40, 36 Tadem^ swarte aantgront^ stelden doen onsen eonrs N.tnO. aen;' met eea Soydelydee i»pÊefis eodte, ora op de N. .brèete te eomen Tan '^Vt 9^*V ^^^ ^^^ medemaM. aldaer té: Terwachten, Tolgena de getrockeni resolnlie. Naer de middach qnae* men* ons noch 2 Tiasdiers aton beort^ Traemin wj een moye soo Tisch o^egen,^ waeren doen boyten/ de Ge* haekeUe hoede ofte anders genaempt Caep de Kennis. 'S ATonta lach C. de Eennis SxW. Tan ooa ; waeren omtrent 2 mylen Tan laat, ende doen lach noch een heeak' benoorden ons dat hoocb laat wai, maer laech op *t water neerUep, die bch S«W. 7t W. Tan ons. Het Noordelycxste lant seo Teer wj sien^ eoiiden, lach N'.t. W. i/, W% Tan • ons» en- waa^ al faoech lant, saegen op eett hoogan Tlacken berch Teeli hnyaen staen, waer aiUr hed hoech lanl( vy* hadden* dei diepte gehadt in H sejlen Tan^ 37, 36; 32, 30, 28, 26 Tadem, wa- dge^ 9warte santgtont; Met hel) vallen^ Tan den don- deer qnam' ona een* Jepomr bereb vevbysatflan, ende riep 7oy^ Töy; ende wece omide Noert; indien wy Trilden, by von ons in- een bacven brengen om de Ifoert, Gontrary, dè andere JapMders, die altyt ge- Tmem hadden^ dat bet oas) dë Noort^ nietuen docht. Sy siendê d^t' wfr onsei mavsseyleDi ianaemen, ende ODse segfl ende fock opgeyden, enitotet met de besaen 72 fliayiis. ' om de Oost lieten stevenen ende dryren, sette syn seyl schrap ende riep dat om de Oost ofte t*seewaeit in, niet goet en was, by sette syn cours om de Noort ; in dese beixk waeren 4 Japantkrs» *s Nachts de wint S.S.W., 8. en S.O., diepte temet af, 26, 28, 30, SS, 36, 40, 45, 50, 65, 60, 65, 70 vadem, wasige gront, conden geen gront aen *t loot opcrygen, *8 Nachts regen. e 25. *s Morgens metten dach b^on 't styf ayt een S«S.O. te iiraeyen, vaerdoor de see hem oort seer vreeslyck hol hem Terhefte, door oorsaeck, dat de stroom t^en de wint liep, ende de see tegen de gronden qnam opschieten; ende viel oock een swaeró mist, dien dnerde tot omtrent 2 neren voor de middach, claerde doen op ende wert 't haestich stil, maer bleef heel hol water. Hebben nienwe onderseylen aengeslagen. Giste 'smiddachts soo geseylt ak gedreven, behooden te hebben, N.N.0, 9 mylen, waeren volgens dien, op de gegiste breete van 37 gr. 39 min., ende op de lengte van 160 gr. 12 min., waeren 4 mylen van lant. Doen lach de Gecartelde hoeck S.W.t.S. ende het Noor- ddyczste lant dat wy sien conden N»W.t.N. van ons, ende was diq> 72 vadem, conden geen gront aen U . loot opcrygen ; het b hier al hooch lant, gelyck vol- gens uytteyckening te sien is. Wat naer de middach was het heel daer weder, saegen gaa uyt naer onse maet, maer vernaemen hem niet. Omtrent 3 neren naer den middach, cregen wy een topseyls coelte uyt een W.N.W. maer allenskens naer het N.W. ende seyl- den met deyn seyl wat om de S. tot 's avonts, lieten het doen met een seyl byl^en Noortwaert over, de wint naer het West treckende ; peylden doen de Gih eoriMd hoeck in 't S.W. '/• W. van ons, ende het Noordelyciste lant in H N.W. '/• ^m v^r^n Mayos» 6 myien tm bnf Aèp 96 ftdem, doch cmideD geen gront eperjfeü^ *8 Nachts moy stil weder, de wint Westelyck, hadden met denckere maen gestadich 2 Toerea op, ende flchooten somtyts een schoot, of onse medemaoker omtrent mocht wesen, dat hy het mocht hoeren ende soo op het sdiieten naer ons toecomen. f 26. 's Morgens was 't moy helder sonnescfayn veder, dreren in stilte met opgegeyde seylen ende riecht water. 'sHiddachts lach de C. de Kennis^ anders de Ge- cartelde hoeck genaempt, W. i/g S« omtrent 7 mylen yan ons, giste Terttert te hebben, S.O.t.S. 67t mjl» waeren volgens dien^ op de gegiste breete van 37 gr. 20 min«, ende op de lengte van 160 gr. 2 min., ende op de be?onden breete van 37 gr. 20 min.; conden geen gront aen bet loot opcrygen ; doen wy het Snydelycxste lant S.W., ende het Noordelycxste lant N.W. van ons hadden, waeren wy gront af, synde omtrent 7 i 8 mylen yan lant. Omtrent 4 neren naer middach, cregen wy een moy coeltie u;t een S.O., ende trock al trediende naer het S* ende S.W. ende yoorta naer het W. toe; wenden het met cleyn seyl om de N.W., om het lant weder wat te naederen. *8 Nachts diep 70, 65 yadem, gront als Yooren. g 27. 's Morgens was H moy weder, met een heldere claere Incht, waeren 4 mylen bnyten de wal, de wint va- riabel, Westelyck met slecht water, hadden doen de diepte van 60 vadem, wasige gront; alsdoen qnaemen ons 2 vissdiersbarcken aen boort, brachten ons een lustige soo visch aen boort, die wy omrystvan haer mylden, ende eick tisscher creech een dronck arack, waemaer sy seer begeerich waeren ; syn weder van boort gevaeren ende gingen liggen visschen. Gorts daemaer is ons een leege cnstberck verby geseylt, qoam nyt de Noort ende seylde om de Snyt, sy Z4 Maynsa Uspen (^ sjn- Japas^, jSik Mlnirtr goél; «oï was om "d^r IffoortV dat daer ZVqfr lach, end» iM voorts ge- sq^t. Giste Soft teiüeit te wesen NIWXIC 9 mylen, vaereft volgont dieoi Oj^ dr bresle na 89'gr; 50 m.» 'ende- op de lengte vav 160' gr. 3 flini.r ^odt op de beveoden- breelo- vim 37 gr. 50 müu Waemnhier by wie gepleckt lant BMt e^igo saBtbeacUeB, ooÉtreDt 2. myieft Tan lant badden de diepte fan 19 ü 20 ya- dem, singel ende gro?e santgrant, hier. was de gront bnjfeijèke die[^. copt op^ ende af.. Bat Toerlant is :MAiynieb lant, «aer andere hooeh lantv op: sommige plaetsen dobbelt,» gelyek per oytweifMet (afteekening) l)ly«kt, bet lant om de NQOrt' sobeen; éen bocbt be- finnen té maeoken^ het Nnordeljozsie lant laobff .N. W., / ende- het' Soydélyexste: S«S«W« ?an ens, de eest stree&te hier S. ende If« Wy^ TemBétnem dat de stmonii bier been end» wieer lugs- dè wal liep. Op dato« ie ons- nodi een- gelaedenr. 4;i]stbarck bejegent, eomende oyt delleort, syn^ lading was rystt in balen, is dicht aen ons setaip; geei^men. Wy fraediden hem waer by van «hen qoam, he^elck> by niet wilde seggen^ maep een van baer q>rack wat Porteyfei ; sey op d*. spraeck, dat sy naer* Jfewee iriMë, ende by sey daV benoorden ons een groole bocht lach,, ende dat daop eefr eylaot veor lach-, dat'^ Toy hiele, ende dat; men- mev het schip wisl tttsapben db castende Tay doOP moeUm of oonde seylèn, ende dat benoorden Japan- Sso lach^ maer dat bet daer niet. en docbt ende seer ooot was, ende dat bet oock in de bocht after Toy mot en dodiU ' Sbuden. aparent^ necb wat meer van hos Terstaen hebben, badden wy iemant gehadt' die Jvfpans bad connea spreecken ende ver- stalen; hem is 2 realen voor een baelryst geboden, maer by sey, dat by geen ryst dorst vercoopen» ende dat 75 gyn cooplnyden die tem bemeht luddéDy io Meaeo wMideiu Wy leydea bel Cm^ ende lieteii bet dry- fiHiy ende d*. berek Toerderde syiie reye om de S. *aNaobts de wiÈt iwriabel, dre?e& in de diepte van 24, 26^ 2a, 32, Zi, 40, 90, 50, 70, 72 yadem. a 28. 'sJioifcÉis vas bet doneker mistieb weder, eenden beyen een seheepdengt* niet van» bem 0ien, aomtyta een verhbel hiebien, dan meeit alitte, Ifeten bet al dry?en in de dv^te fa& .60 4 70 Tadem; *smid- daebls giile.meeit op een ptaete te veaett, ais op den 27 d\ ia breeCe, maer wel 7 myten man lant, bidden does de diepte Tan emtfent70 ?adem, een- den geen gront epcrygen* Tegen den iTont aaegen wy een aeyl in *t N»W. tan ons, met een weynich op* elaeren van de Tveealyche dendcere mial, nuiecklen seyl, dadon omo beai om daerby te aeian, alw>o verhoopte dal hetaeMde bet Jacht Btesimis was, maer bem vat naeckende, taegen dat bet een grooite laipmse cnst- bardc met een groot liereant aeyl was, code van ons afliep om de Snyt* Wy Uelen bét weder dryven. 'sNaebts diep 40, SS, 83, ,28 vadem epde was motrieh weder. h 29k 'sHevgens badéen wy apIchcB vreeaelyeke • dondcere mist als neek nooyt bovenden badden, ende het was doot stil, dreven met de stroom om d» West, ge- raeekten sehielyelL wa de diepte van 28 vadem op 20 ende 19, singel groot, heten ene werpanoker vallen, verbeydende de lyt dat bet mochte opdaeren ofte eoeM» eomen, env weder wat Vsee te toopen. Tegen den middacb eregen wy een styve S«yd»lyoke coelte, Kcbte ons ancker, maer eeroDsancberop was, waeren op de diepte van 15 vadem, singet- gront, wy leyden het mei scheveraeylen t'seewaert io^ dese slyve eoelte dee éè mist teo deele wat verdwynco. 'slüddacbts 76 Mayiis. vaeven iiter gbnng op da breete Tan 88 gr., omtrent 4 mylen yan Imt Door do styre vint Torbefte hem de see» wet afgryselydc ende hol tegen de gronden, ende qnaemen de swaerste aeea nyt een S.S.O« ende S.O., doch de wint liep in *t SJS.Yf. met heel stjfte wint, naemen onso bonets tf, ende lieten het 8.0. ende 0,S.O,waert over ataen te aeewaert in, wy cregstt •00 yeel worp aees over, ala wy Tan boTen, onse pro- aenniog oTor de loycken gespyckert synde, oonde loo- atn. *s Middemachta wert het stil, maer de aee noch heel Teribolgen, mei motrieh weder. c 80. *s Morgens hadden wy moy sonneschyn weder, ende de aee alechte al langsaem, de wint meest N.W.t.N. met moye topseyls eoelte, . sette onse beyde marsseyls by, deden ons best onï de cast weder aen boort te crygen, conden in 't N«N. W. een ront berchien sien, dmtrent 9 i 10 mylen Tan' ons, ende geleeck een eylant» Tormoeden dat Toy te wesen, daer de Ja- panderi ons Terscheyden reysen van geseyt hadden. Gisten sedert den 27 d\ door mdcanderen Tortiert te syn, O.N.0. 6i/| myl, waeren Tolgens dien, op de ge- giste breete Tan 38 gr. ende op de lengte Tan 160 gr. 34 min., ende op de boTonden breete Tan 37 gr. 40 min. ; soodat ons de stroom om de Soyt geset hadde 20 min* meer als onse gissing was, waeren 7 k 8 mylen Tan lant, ende het was oTer de: 100 Ta- dem diep, singelgroüt. Ifaer'de middach liep de wint Westelyck, leyden het om de Noort 'sATonts wert het daer weder, naemen onse marsseyls in, eode geyden onse seylen op, ende lieten het soo N.waert oTor leggen dryTen. *sAT00ts conden wy het lant pas sien in H S.W., ende in 't N.N.W. lach een ront berchien, synde naer myn Termoeden Toy; soo iok can bemercken, hadden wy harde stroom om de Snyt, saegen Teel raTeling Tan stroom. 77 Mayofl. d iU *s Morgens w» het heel moy weder met sUlte, de dejninfe oyt een Saydelyckea hant, gisle >middach(8 Terüert te wesen N. 5«/, myl, vaeren tolgens dien» op de griste breele van 38 gr. 2 min*, endé op de lengte van 160 gr. 34 min., ende op de beronden breete van 38 gr. Doen lach Tay N.N.W. 7 ii 8 mylen van ona, ende de lacfe aantpnnt beanyden Tay laeh in 't W. 7 il 8 mylen van ons, ende het waa 70 il 75 vadem diep, conden in do bocht in 't N. W. geen lant sien, Termoedende dat de groote bocht te syn, daer dtJapanders ons af geseyt hadden. Desen oytsteeckende boeck van Tay is heel kenbaer, als men nyt de Soyt compt vertoont hem tis een hooch eylant, ende een weynich daer bewesten, met een rey van gdiackelt geberchte, met een corte spaetsy laech lant, eondt voorts by het nytteyckenen desselis ver- der beoogen. Gregen naer de middach een moy lachie oyt een S.O., stelden onse coors N. aen, om by O. het eylant Tay om te loopen, want het eylant 7oy leyt boven een myl niet van do aytsteeckende hoeck ; benoorden de oytsteeckende hoeck liggen «onder de cost veel deyne gebroocken eylanües. Des aftermid- dachts is by den E. Gommandeor, den raet beroepen ende geresolveert, alsoo volgens onse laetsigetrocken resolotie, onse tyt geexpireert was, ende onse mede- maet niet vemaemen, onse reys soecken te vervorde- ren, volgens onse instroctie, van den E« Heer Generael ende Raden van India, medegegeven. Doek dat wy noch 2 stocken oyt onse boech, tot ontlichting van het schip, in 't mym soaden leggen; ende dat met regenich weder, tot onderhonding 4es scheepsvoicks gesontheyt, sonde 's ocbtents bier en broot gecoockt worden. Tegen den avont bemerckten wy dat H lant^. biervoor van ons voor een hoeck aengesien, al ge- 78 Mayns. faroookeo eyfcoidAa wMira, eode soo tmt wy o^i da N. Bleu coodeii^ gApbAm^JiLMiilmtAm eybmden te weMn; badden met.ioitt ondergandc een eytant, dat de cleyne Taefbl in de Piscèiores wel geleeck, omtrent W. 3 myleo nn ons. Het hooge eylant, by ons eerst Toor een hoedk aengesien^ keh N.W» i/, W. vm ons» dit Termöede ick Toy te syn, het was 80 Tsdem diep, stegen in 't N. wel soo Oostelydi, een heel hoogen TóefiUmreh^ waerran om de O. laeger lant afrtreeloe, met des sons^onderganck cregen wy een groot onweer tan regen ende blizemi met swaere dondenlaegen over het geberchte, de wint mei een styye coeUe Snydelyck, naemen onse seylen in, lieten het TOor do fock N.t«0. aengaen. *s Nachts de wint met bnyen» Tariabel N.N.0. ende O., met groote stortr^en, hielden dien heelen nacht met schoTer- seylen af ende aen« Jmiyos, e 1. 's Morgens was 't moy weder, de wintN.N,0. Setten onse beyde marsseyls by, leyden het om de N.W. naer het eyhnt 7oy, maer alsoo wy hetselfde niet conden beseyleni seylden soo diep tassehen het Taefel eylamt ende Toy in, dat de Oostelyozste hoeck van het eyhnt 7oy, N. van ons was, ende waeren omtrent 1 myl van de wal, wenden *t doen, t'see gewent synde, mochten 0.t.N. seylen, conden geen gront crygen, maer was hier heel steyl, de wint N.t.0* *s Middachts lach de spitsbereh van 7oy, N.W. 7. W. 2 k S mylen ▼an ons, ende was diep 80 vadem ; hadden naer gis- ring behonden Noorden 6 mylen, waeren volgens dien, op de gegiste breete van 38 gr. 24 min., ende op de lengte van 160 gr. 34 min. Hielden het naer middach raedt ende daeck met laveren; de stroom om de Suyt ioopende, msieckte mef Noordelycke wint 79 Jaoyos* water. 'sAtonto pe^dcB wf Toy WJI.W. i/, N, 4 fnfkn tan tms, ende wmrem groot at 'sNaehU (de eente vadit uyt ajude, wort hel heel süK f 2. *allai^geiis cregen wy een mo^ hichieD nyt een Soy- 4el]fdcer iModt, Jeen lach T19 N.W« 3 mylen van imSf atddeo oMeii «eom PU^. 'a MiddadHa lach het eylant Toy, la weten het SajlBjvX^ 344 m^en West van MS, eiide fach aiet het Soyteynt van het TaefBl eylant •ver een; redht Noerden rmt het Sayteynt van Tay 14 2 mylen, liRen eenige gebroodLeo eyknden ende dippen onder de waK Wat landetycker leyt noch een eylantie, wat langer ende faooger. Di^ onder de cost, een half myl daer benoprden, leyt noeh een ront eykntie, gelyek een Toppenhoeiienj daer aen heyde ejndcD al scherpe dippen, die hoven water leggen, af stfedten ende verteiien haer als naeiden. Tnsschen het Tsrige eylant ende het Toppenhoelien, geleedc een ri- vier in *t lant Ie loepen, de cast streekte hem hier d Noortwaert heen, met veel inbochten ende was al heoch lant. Giste 's middachlsgeseylt te hebben, N.t.W. Vt ^-^ Vt ^y'f waeven volgens dien, op de gegbte breete van BB gr. 30 min., ende op de lengte van 160 gr* 81 min., ende op de bevonden breete van 88 gr. 29 min. 'sAvonts Uch de Oosthoek van Toff S.W.t.$. 5 4 6 mylen van ons, saegen in *t N.t.0. een heel hoogen vkdcen berch, dien wy den naem gaven van den TëefeUereh^ stdden onse conrs metten dondier N.OXN. aen, de wint S«0. met een moy ceeltie. *s Nachts stilte* g 8. 'sHorgois hadden wy moy weder, met een Siqrdelydte topaeyk codte, hadden doen de Taefelbereh N.W. 5 mylen va» ons, deden onse conrs N. langs de wal, bewesten deso hoogen Taefilbereh niaeckt hetlant een groote tnhocht, ende alsdan streekt de cast S. naer 80 JoDyiu, Tay toe; tuaschen Toy ende de TaefeHerd^ lejl een ronde berch, alwaer een looren opstael ende seer ken- baar ia. Van de Taefelberch tot aen een ateylen hoogen gehackelde hoeck, dien wj de Gaep de Goeree noem- den, omdat tnsBChen beyden, schenra yeel havens ende eylanden te liggen, daer Goederee aoo het leeck after waere; de cast streckt bier N.t.0* ende S.t.W. Wy eregen hier veel Japanse yisschers aen boort, die ons 30 roode steenbraesems ende 3 cabbeliaawen over- ga?en, daenroor ivy haer wat ryst gaven ende eens arack scboncken. Daer qoaemen 2 i 3 Japanders o?er, die presenteerden ons in een haven te brengen, ende noemden de plaets Nabój ende een ander phets Schay; dan sy siende dat vy hier in geen haven be- geerden te wesen, syn met vrientschap gescheyden. Tegen den middach wert het deysich vreder, conden geen hoochte crygen. ^sMiddacbts lach de G. Goeree N.t.W. van ons 4 mylen, giste geseylt te hebben, N.N.0, 16 mylen, waeren volgens dien, op de breete van 39 gr. 28 min., ende op de lengte van 161 gr. 2 min., stelden doen onse coors NxW. aen, om de Gaep terdegen te besichtigen. Het was hier 2, 3, 4 myl van lant, al over de 100 vadem diep, al wasige gront, die men aen 't loot niet con opcrygen, sae- gen noch verscheyden visschers, maer alsoo de Say- delycke wint begon styf door te blasea ende hol wa- ter maeckte, dorsten niet aen boort comen, vreesden voor het stoeten van haer bareken. Raer de middach eregen wy regen, van *smiddachts naer gissing ge- seylt 4 mylen N.t.W. aen, hadden doen de Gaep Goeree W.N.W. 1 myl van ons, ende was 80 vadem diep, gront als vooren, stelden doen onse coors N. tot het vallen van den doncker l'/t myU doen lach Gaep de Goeree S,S.W. 2 mylen, ende de hoeck be- 81 Jaoyos, sayden de caep S.t. W. V, W. 3 mylen ran ons ; tos* sehen die hoeck ende caep scbynt een groote voert 1) in te loopen, streckende S.S.W. heel diep in *t lant, sooden naer wy sien conden daer heel nyt der see seylen connen; gaeven die voert den naem van Goeree, Het veerste lant dat wy sien conden, lach N.t.W. 8 mylen van ons, ende vras een vlacke hoogen berch; ende een laege vlacke afgaende' boeck lach N.N.W. 4 4 5 mylen van ons. Deden met bet opsetten van de viracbt onse conrs N.t.0. aen^ met een Snydelycke vnnt ende regen; in de eerste viracbt badden wj de diepte van 78, 84 vadem, gront als vooren; de eerste viracbt nytsynde, lach de laege af- gaende hoeck in *t N.W.t.W. van ons, ende betrock stracx door een dicke natte mist, in de tweede wacht diep 90, 100 vadem, in de dachwacht gront af^ doen stelden wy onse conrs weer N. aen» a 4. *8 Morgens mistich doncker motrich weder, de wint Snydeiyck, stelden onse cours N.W. ende corts daer naer N.W.t*N. aen^ om de cast van Japan weder «en in H gesicht te crygen, 't welck wy met een blinck eens saegen, ende was een hoogen berch^ die lach W.S.W* van ons^ ende was stracx weder door de mist betrocken, wy vermoeden dat die berch bet N.eynt van Japan was. Saegen menichte seerobben. *sMiddachts naer gissing geseylt N.t.W. 14 mylen, ende was 72 vadem diep, granwe santgront, waeren op de gegiste breete van 40 gr. 23 min», ende op de lengte van 160 gr. 48 min. ^dreven in stilte. Twee glaesen naer den middach, cregen een O.S.0. styve topseyls coelte, seylden N.N.W. 27, myl^ cregen doen de diepte van 72 vadem, gront als vooren; naemen doen onse marsseylen in, lieten het by de 1) Inham of Zeeboesem. Witsen. 6 82 Jaojos. wint ovOT staeDf mocbtoii N. seylea, de wini O.N.0. met r^en ende een heel donckere misti deweicke continueerde tot de tweede wacht oyt, de wint tree- kende temet nier het N. Hadden de diepte van 50 vadem tot 2 glaesen in de eente wacht, doen diep 40 Tadem, al gront ak fooren, wenden het O.waert orer, gewent aynde, diep weer 50 vadem, in de tweede wacht diep 54, 56 vademt >n de dach wacht diep als voeren, de wint van 'smiddachts variabel, S., 05.0., 0.N,0., N.N.O., N. ende N.W. b 5. *$ Morgens was 't al roistich motrich weder, de wint N.Pi«W. de see al hol aenscbietende nyt een N.O., selten onse marsseylen by^ lieten het hy de wint N.0. over staen, maer maeckten weynich aenganck, het was 65 vadem diep, grau santgront, het diepte langsaem op ais volcht, 70, 76, 80, 85, 90, 100 vadem, gront ak vooren. 's Middachts gront af, giste geseylt te hebben N.N.0. S'/s myl, waeren volgens dien, op de N. breete van 40 gr. 36 min., ende op de lengte van 160 gr. 55 min. Saegen veel seerobben ende veel drift, te weeten groene tacken van boomen, ende steencroos ende groene blaederen dryven. 6. *s Morgens was de wint N.N. O. met topseyls coelte, wenden het om de N.W. met mistich motrich weder, de wint uyt- ende inschietende tasschen het N.N.0. ende N.N.W., leyden over ende weer om soo veel N. te winnen als mogelyck was om niet in de bocht tasschen Japon ende Eio te vervallen, saegen veel seerobben ende drift ak vooren. Giste *s middachts geseylt te hebben, O.t.N. Vt ^- ^ mylen, waeren volgens dien, op de breete van 40 gr. 45 min. ende op de lengte van 161 gr. 84 min., wenden het doen om de N.0. *s Avonts trock de wint naer 't N.N.W. ende voorts naer 't W., ende het begon op te claeren. *j» Nachts somtyts coelte, somtyts stilte. 83 JODJUS. d 7. 'sMorgem was *t claer helder weder, de wiat Wes- telyek met topseyls coelte, onse conre bj de wint over om de N. *8 Ochtents omtrent te 10 neren saegen wy hoodi lant in ^t N.t.W. van ons, vermoede *t selve het lant van Eso te wesen. 'sMiddachts giste geseylt te hebben N.N.0. 11 mylmiy waeren volgens dien^ op de breete van 41 gr. 26 min., ende op de lengte van 162 gr. 1 min.^ ende op de bevonden breete van 41 gr. 24 min.; alsdoen lach de S.0. hoeck van E$o n. omtrent 9 k 10 mylen van ons, ende was. een hoogen steylen hoeck, gelyck per nyt- teyckening blyckt. Vervolgende onse conrs recht N. aen naer d"*. steylen hoeck toe. Omtrent naer de middach te 3 neren cregen wy gront op 50 vadem, santgroot, waeren doen omtrent 4 mylen van d"*. hoeck. *s Avonts wat voor sons onderganck sa^en wy hooch lant van 't W. tot het N.W.t.W., helwelck naer myn gissing wel 20 mylen van ons lach, wat naer sons onderganck lach d"*. steylen hoeck N. 3 my- len van 008, ende was doen diep 24 vadem, schilpige saotgront, geydeo onse seylen op ende lieten het dry- ven, met de steven om de S. 's Nachts in de eerste wacht diep 25, 30, 50, 56 vadem, d®. wacht oyt synde, leyden het om de N., in de tweede wacht diep 56. 60, 65 vadem, santgront. e 8. 's Morgens was - \ moy weder, de wiot Westelyck, maeckten seyl, deden onse cours vooreerst om de N. naer de wal toe, liepen tot een 7« ™7' ^^^ onder de hoogen hoeck, ende stelde doen onse conrs langs de wal in de diepte van 20 è 24 vadem. Van d". hoeck streckt het lant N. ende is hier hooch dubbelt lant, ende lach op de toppen bedeckt van sneeuw. Van den hoogen hoeck langs het lant sey lende om de Noort, */, myl buyten de wal, is de diepte 18, 19, 20 ?a- 6* 84 Jonyos. dem» de cours N. 6 myl, soo streckt de cast met laech lant om de N.O., ende yertoont hem opsoni* mige plaetsea met vhcke taefelbergen, daa niet seer hooch. 's Middachts lach de hoogea hoeck te weten de S.0. hoeck van Eso^ S.W. ^i S. 5 mylen yan ons, doen hadden wy een groote bay ofte inbocht in 't N.W.t.N. van ons, waeren doen op de gegiste breete van 42 gr. 197t min., ende op de lengte van 162 gr. 18 min. Wy sa^en veel roock optrecken op verscheyden plaetsen in *t hooge lant, vras diep 58 vadem, wasige gront^ waeren 3 mylen van lant ; deden onse cours N.Q. aen langs de wal» de wint S.S.W. met slecht water, was heel mistich weder, soodat wy naer de middach weynich bescheyt van het laot sien conden. Tegen den avont diep 36 vadem, nae- men onse seylen in ende lieten het dryven , vingen met den doncker 4 cabbelliauwen. 's Avonts in 't op- setten van de wacht, cregen wy de diepte van 26 vadem, ende alsoo de gront hart opdroochde ende de see ons styf om de N. smeet, quaemen hier met stilte ten ancker op grove santgront; voor ons werp- ancker geset liggende vernaemen geen stroom, vingen 's nachts noch twee cabbelliauwen* Het bleef 's nachts stil maer mistich. f 9. 's Morgens was *t noch stil, somtyts een variabel coeltie, lichte ons ancker om wat op dieper water te seylen, want het heel mistich bleef, conden oock de lant-see licht hooren ruyssen, onder seyl synde het coeltie slaepende ende de Suydelycke deyninge oos styf om de N. settende, droochde op tot op 15 va- dem singelgront, hoorde de lant-see noch veel meer als vooren, quaemen dan weder ten ancker. Bevonden op dese cast als op de Japante cust, dat als men binnen de 20 vadem onder de wal compt, de gront 85 Janyus. meest singel is. Tc^en den middach begon de son claer door te schynen, maer was oocb al even mis- tich op den horisont, conden noch het lant niet sien ; , wat naer de middadi begon de mist op te claeren, saegen doen dat wy in een groote inbocht geseylt waeren, ende maer */, myl van lant geanckert laegen, ende was hooch steyl lant met veel valeyen vol ge« boomte. Peylden de S.0. hoeck van Eso S.W.t.S. 12 mylen van ons. Waeren op de gegiste breete van 42 gr. 44 m.^ ende op de lengte van 1 62 gr. 30 m., hadden een laege hoeck 6 mylen S.W.t.W. van ons; hadden noch een hoeck in 't N.0. ^j^ O. 6 of 7 mylen van ons, alwaer wel een rivier geleeck by in te strecken soo wy sien conden ; saegen noch lant in 't O.t.N. maer conden geen seeckerheyt sien. Voorts heeft de cust veel bochten, maer can niet geanckert worden daer men voor de see beschot licht. Omtrent 3 A 4 neren naer den middach qnam ons een vaertoych aen boort» waerin twee mans met een jonge waeren, hadden 2 elantshoyden met wat ge- droocbde salm by haer, voorts pylen ende elck een booch met een houwer, qoaemen gewillich over in ons schip ende vraechden naer taback, seggende tom- backOy conden haer niet verstaen; sy schoncken aen de E. Commandeur de geroockte salm, doch was niet gesonten, ende een elantshuyt; sy syn getracteert met een arackien ende toebackien, waeren wel in haer schick. Dit was cort gedrongen voick, broyn van vel, hebbende royge swarte baerden, syn op haer lyf seer ' ruych van swart haer, syn voor op het hooft ge- schooren, maer voorts lanck haer, van de helft haers hoofts neerhangende, als sy drincken lichten haer knevels op met een vinger. Sy hadden grove rocken van hennippe linnen aen, daerover rocken van vellen 86 JoDjrus. gemaeckt, ty badden gaeiies ia haer ooren waer touties ia hiogen» dea eene had eea riag io sya oor, het wekk was vaa spocj als eoper eade half gout, had- den messen op haer boyck, de heften ingeleyl met silf er ; aen de plaeten aea haer hoawera, die waeren op syn JafmnSf tras oodc sUver aen ; sy conden wel goal ende silver, presen dat haer pylen waeren aeer soptyl gemaecktt sommige met fenya bestreecken. Sy wesen in 't W.t.N. dat sy daer woonden, ende dat die plaets TaeapHe genaempt was» ende de hoogen sleyien hoeck van E$o noemden sy Groen, ende de bocht met de rifier Goutnaer, ende in 't N.0. een plaets genaempt Cyrarca^ noemden oock een plaets genaempt Gauisiote. Naer dat sy wel met een ta- backien ende arackien getracteert waeren, syn vrolyck naer lant gevaeren ; haer praow was voor ende achter plat, roeyden met smalle riemen. Sy wat van boort geweest hebbende» cregen een S.W* coeltie, lichte ons ancker, gingen onder seyl, lieten het by de wint over staen om uyt dese bocht te geraecken; lieten het om de S.S.0. voortstaen, tot dat de eerste wacht nyt was, geyden doen onse fock op met het grootseyl, haelden onse inarsseyls neer, lieten het soo dryveo, verwachtende den dach; waeren gront af. g 10. 's Morgens hadden wy ciaer weder, de wint W.S.W. saegen anders geen lant, dan daer vry van daen ge- seylt waeren, deden onse cours O. aen, giste geseylt te hebben *smiddacbts van onse anckerplaets, O.S.0. 10 mylen, ende was doen 100 vadem diep, wasige gront. Waeren op de gegiste breete van 42 gr. 29 m., ende op de lengte van 163 gr. 19 min., ende op de bevonden breete van 42 gr. 37 min. Sa<^en geen lant, deden onse conrs N.0. aen, omtrent 3 neren naer de middach stelden wy onse cours N. aen, om het 87 JUDJIIS. knt seedcer in H geuoht te crjgen. Het was beel dejsieh op de kimmen, eenden geen gront 4nrygen^ de wint liep Tariabel met veel stilte, saegen Teel drift, 800 't scheen qaam ayt een rivier, 's Nachts de wint Yariabel met veel stilte, hadden geen gront. a 11. 's Morgens was H al stil weder, somtyts een cleyn Incfaien nyt een N.O., allengs omloopende naar het O. ende voorts naer het S.S.0. Cort naerdat de cock vroeg cost geschaft had, cregen wy front op 60 vadem, wasige gront, saegen corts daernaer het lant in 't N. ende N.N.0. tot in 't W., was effen vlack lant met geen geberchte, de cast streckende O.N.0. ende W.S.W. soo veer wy sien conden. De wint N.N.0. lieten het by de wint om de M.W. over* staen, om het lant terdegen te besichtigeo, want het heel deijsich betrocken lach; het droochde temet op als volcht, 60, 43, 36, 30, 28 vadem, swart saot- gront. ^s Middachts giste geseyit te hebben, N. 9 my- len, waeren volgens dien, op de gegiste brcete van 43 gr. 13 min., ende op de lengte van 163 gr. 19 min., ende op de bevonden breete van 43 gr 10, min., waeren 27i myl van lant, op de diepte van 27 vadem, gront als vooren. Doen lach het Weste- lycxsle lant dat wy sien conden, W.t.S. 6 mylen van ons, ende daer scheen wei een eylant te liggen, het Oostelycxste lant dat wy sien conden, lach N.0. van ons, i k S mylen. Wy hadden een rivier in 't W.t.N. Yi ^* ^^A ^^^9 saegen hier eenige clipies onder de wal liggen boven water, saegen hier veel drift, de wint trock temet nyt het N.N. O. naer het S.S.0. , seylden al by de wint Oostwaert over, inde diepte van 22, 21, 20, 19 vadem ; naer de middach cregen wy een Saydelyck coeltie, stelden onse conrs O.N.0. langs de wal. 'sAvonts lach de hoeck die 88 JoDjns. vfj 'smiddachis in het N.0. gepeylt hadden^ in het N.W.t.N. 2 myien Tan ons, ende was diep 25 ^a- dem, gaeven dien hoeck den naem Tan Gaep de Manshoofif omdat hy hem Tertoont ab een hoofl. Hier is al slecht lant, niet hooch, sonder gebercbte, saegen doen in 't N.W.t.W. Tan ons een rif, daer het seer op barnde, ende lach omtrent een myl Tan lant, ende om de N.0. Tan de Gaep de JUanshoofl lach een Tlack laech eylantien met 3 cleyne bercbies, het N. eynt Tan d®. eylantie lach N.N.0. 3 myien Tan ons, waeren van 'smiddacbts geseylt O. N.0. 5 myien; saegen in *t N.O.t.N. soo ons docht hooch lant, maer werden soo Teel bedrogeh Tan de mist, dat men somtyst mist Toor lant ende lant Toor mist aensaegen. *s Nachts was *t soo misticb, conden in H minst niet Tan ons sien, onse cours O.N.0. tot de eerste wacht nyt, deden doen onse coars N.0. aen, sejlden die heele wacht in de diepte Tan 25, 30, 32, 34, 36, 38 Tadem, tegen den dach diep 30 vadem, al santgront met schilpen Ter mengt, de wint *s nachts variabel met Teel stilte. 'sATonts had- de wy onse compassen geleyt op 9 gr. N.OosteriDg. b 12. *s Morgens was 't heel mistich motrich weder, de wint O.S.O. ende S.0. met stilte, somtyts een cleyn coeltie, lieten het N.O.waert OTorstaen, het droochde allengskens op tot op 23 22 Tadem, ende het water wert heel slecht sonder deyninge^ wisten niet waer wy drcTen of seylden door de mist ; qnaemen ten ancker. Ten ancker liggende bevonden hier harde stroom om de N.W. ende naer de middach om de W., saegen Teel drift TerbydryTon, insonderheyt Teel Teeren Tan TOgels, gelyck wy da^elycx Teel sien dryren, giste geseylt te bebben N.O.t.0. Yt O. 9 myien, waeren Toigens dien, op de gegiste breete Tan 43 gr. 28 m., 89 Jonyos. ende op de lengte van 164 gr. O min. 'sAyonts ende 's nachts continneerde de mist ende de mot- regen, eonden de lant-see booren. c 13. *s Morgens continneerde de mist^ eonden niet boren een sdieepsiengte k twee van ons sien, vy hoorden de hnt-see seer storten, alhoewel het stil ende slecht water was. Omtrent te 9 ueren *8 ochtents elaerde de mist wat op, sa<^en doen de Gaep de Manshoofl W.t.N. 3 mylen Tan ons, eonden de streckende cnst tot in H W.t.S. sien, saegen bet eylant met 3 berchies in 't N.W. 7i ^' ^ niylen van ons» de hoeck tosschen Caep Manshooft ende bet 3 geberchte eylant gelegen, lach 4 mylen W.N.W. van ons; sae- gen oock in 't N.t.W. */, W. 1 myl van ons een groot recif branden, in *t N.O.t.N. ^4 O. lach noch een vlack eylant omtrent 1 myl van ons, hetwelck wy den naem gaven van 't Barbaren eylant. In *t 0.t.N. 1 myl, lach noch een party dippen boven ende een deel onder water, alwaer de see seer styf op storte ; after dese eylanden schoenen fraeye inboch- ten te wesen, dit leecken wel naer Ae. Piseadores eylanden, waeren allegaeder slecht ende plat boven ende niet hooch, scheenen heel dor te syn. Dit vorige op het corts beooght ende afgepeylt, wert stracx weder heel mistich met regen, waeren tot 3 reysen onder seyl met een cleyn Inchie maer mosten stracx door stilte weder ten ancker comen, alsoo met de stroom om de N. dreef, qoaemen eenige reysen ten ancker op 2279 vadem, schilpige santgront, hier nu geset liggende, vemaemen weynich stroom. Tegen den middach cr^en wy een moy coeltie nyt een Suydelycker bant, gingen onder seyl, deden ons best om bnyten dese gebroocken eyl. te comen, seylden omtrent ^4 myl boven het Ooster recif, vonden de diepte 90 Janjos. in H yaerwater aU yolcht 20, 21, 2S, 27, 28 va- dem , santgront. Doen wy bet Ooster recif een qoart myl van ons hadden in 't N.N.W. ran ons, ende lach met het Barbaren ejlant oyereen, bevonden doen de diepte van 18 ?adem, schilpige eraelgront. Doen lach bet Barbaren eylant l^i myl van ons, ende de mist claerde heel op, saegen noch een ylack eylant doen in 't N.0. */, O. van ons liggen. Dese voorschreFen eylanden syn 1, l^i ^ 2 mylen lang, hebbende veel eleyne eylandekens ende dippen by haer liggen, ader dese eylanden op het vaste lant leyt een kenndycke berch, boven met een keep ende leyt alleen. Daar is op het vaste lant hoocb binnenlant, het welck wy met een blinck eens saegen, ende vras meest boven bededct met sneenw, de berch met de keep lach *s mid- dachts N.W.t.N. van ons, waeren doen */i ^yl boy* ten het Ooster rif. Saegen doen 3 vaertaygies naer ons toecomen, hebben dien ingewacht, qaaemen aen boort, in ider was 5, 6, 8 man, ende het vaertnych ende volck was van gedaente als vooren, sy wisten die plaetsen oock te noemen die de voorige inwoonders ons genoempt hadden, qaaemen in U schip ende vraechden stracx naer taback, hadden eenige fyne vel- len ; naer wy sien conden waeren het ottersvellen die sy wilden verruylen, maer hielden dien heel daer, vernijlden eenige robbevellen met een beerehuyt voor taback, sy droncken scheepsarack voor sackie 1), ende waeren heel vriendelyck ende vrolyck volck, sy wilden ons afler de eylanden te ree hebben, noemden een plaets Tamary^ seggende Pierke Tamary, dat is te seggen, compt te Tamary* Sonmiige van haer hadden groote silvere ringen in haer ooren, conden 1) Een zekere drank in Japan. 9J Joojus. goal ende silver heel wel, veraobte coper. Hadden haer ynerslaegen by baer 'om vner te slaen, dat waeren ▼iercante planckies daer een boUetien in is, was YOosaebticb boot, daertoe hebben sj rieten daer een Gort stockien in steeckt; als sy voer hebben willen, 900 stoten sy dat stockien in dat hoUetie ende vryven dat tasseben baer handen, dat bet omdraeyt been en weer, soo gedoopt in gesmolten swavel honden dat daeraen, hebben straci brandent ?aer. Dese habytanten noemden een plaets, die sy wesen in 't N.O.t.N. te liggen» Takot^kan, ende in *t N.0. een plaets ge- Doempt Raekokan, brachten oock traen in leeren sa^cken om te yerrnylen aen boort. Sy siende dat wy voorsloegen om wat bet te laeten loopen, voeren van boort ende riepen al in 't wechvaeren Pierke Tamary ende wesen naer lant ende toonden baer heel rro- lyck. Sy yan boort synde liepen wat bet t*see tot op 40 vadem, ende alsoo bet cort weer heel mistich wert, geyden onse seylen op ende leyden het met de steven t'see met de besaen, ende lieten het 's nachts dryven, de wint meest S.W. met goet weder ende slecht water, maer heel mistich ; het diepte af tot op 50 vadem, santgront, saegen naer de middach een boogen berch met een pieck in H N. */, O. van ons. d 14. *s Morgens was H noch heel mistich, de wint Wes- telyck met cleyu topseyls coelte ende slecht water, maeckten seyl, stelden onse coars O. aen, ti^en den middach begon 't op te claeren, cregen heider sonne- sehyn weder. 'sHiddachts giste geseylt te hebben, O.t.S. 4 mylen, waeren volgens dien, op de breete van 43 gr. 25 min., alsdoen lach het Barbaren eyl. N.W.t.W. 4 mylen van ons, saegen in 't lant een boogen berch met een pieck, die wel 20 mylen van ons lach, in 't N.W.t.N. van ons. Dat Noordelycxste 92 Jonyos. van de Barbaren eyl. lach N. 3 mylen van ons, benoorden dese eylanden ontfalt hem het lant met een groote inbocht ende is al laech slecht lant^ maer diep in H lant booch geberchte, 't weick bedeckt lach Tan sneenw^ saegen cort naer de middach noch een ylack eylantie, het weIck recht in de bocht lejt, ende heeft verscheyde dippen om de N.0. van hem liggen, vernaemen hier veel walvisschen, gaven 't den naem van 't Walvisch eylant. Onse cours was O. N.0. langs de wal, conden geen vooriant in de bocht sien als bet booch binnenlant, saegen oock in 't N.0. booch lanty was ^smiddachts 50 vadem diep geweest. Onse cours tot *savontsO.N.Ö.» de wint variabel van 't N.N.W, tot 't S.S.W., diep naer de middach 55, 60, 65 vadem, santgront. *sAvonts lach tiet hooge lant dat op de Noortsy van de groote bocht leyt, in 't N.t.W. «/, W. van ons, waeren omtrent 3 14 mylen van lant. Het veerste lant daeraen streckende was dnynich lant, ende lach in U N.t.0. van ons, 5 A 6 mylen, ende was diep 65 vadem, stelden doen onse conrs N.O.t.N. aen. 's Nachts was de wint W.N.W. ende W., doorgaende coelte, diep 65, 70 vadem, santgront, in de tweede wacht ver- toonde hem de see soo brandicb, conde niet beier sien ofte saegen een droochte in H O.N.0. van ons, leyden het met de steven om de S.W. ende lieten het met een seyl byleggen, verwachtende den dach. e 15. *s Morgens was 't taemelyck weder, de wint met een styve doorgaende coelte N.W., maeckten seyl, deden onse cours by de wint over om de N.N.0. ; den dach wat doorgebroocken synde, peylden de N. hoeck van de groote bocht W.t.S. van ons, ende de N.hoeck van de dnynen W.N.W. 2 i 3 mylen van ons. Dese streeck dnynen vertoonen haer als een eylant, door 93 Janyos. oorsaeck bet lant aen beyde eynden hem ontblt^ seer cort om de West. Wy gaven de 71. hoeck yan de daynen de naem van Caep de Canael^ omdat wy anders niet sien conden of daer benoorden in *t N.W. Tan ons was een doorganck ofte canael, maer de wint naer *t W. treckende, soo styf doorblaesende alsof hy door een trechter qaam, naemen onse mars- seyls in, lieten het TOorts om de N. roort staen, maer corts daemaa besadichde de. wint, soodat wy onse marsseyls daer weder bysetten. Wat o?er de middach saegcn wy een heel hoogen berch in 't N. Tan ons, ende corts daemae oock in 't N.N.W. welck lant seer claer blonck van sneeuw, 's Middachts giste ick geseylt te hebben N.0. Yt O. 157t myl, waeren volgens dien, op de breete van 44 gr. 4 min., ende op de lengte van 165 gr. 27 min., ende op de bevonden breete van 44 gr. 3 min. Hadden doen een hoogen nyt muntende berch recht N. van ons, ende was heel claer helder maer seer cout weder, continueerden onse cours N. tot 'savonts, ende was doen 115 vadem diep, singelgront. Raer gissing van *s middachts behouden cours N.N.0. 4 mylen, peylden doen het geberchte als volcht, in *t W.t.N. lach de pieckberch, dien wy op den ISdo^oockgesien hadden by Tatnarij\ in 't N. i/, O. van ons; in 't N.W. i/^ W. lach een heel hooge berch, die boven op seer hackelich was ende geleeck een eylant, ende daerby noch een hoogen berch, die hem aen tween met een cloof vertoonde ; daer beoosten quam een hoogen ronden berch hem vertoonen met syn top door een dys, saegen in 't N. i/, W. een hoogen vlacke gecartelden berch, daer op het W. eynt een berch op staet, gelyckende een boeren schuer van fatsoen, ende is oock het hoochke van dien berch. Van d*. berch streckte 94 Jaojus. wat laq[er lanl tot ia >t N.O.t.N. ende was het yeerste lant dat wy sien conden ; de boeren schner berch lach ons het naest ende was omtrent 10 mylen Tan ons. Het geberchte leeck al aen malcanderen vast te wesen tot den gehackelden berch, soo ick con bemercken liep een canael tosschen den gehackelden berch ende den pieckberch door om de W«, geijck per nyt- worpsel can beoocht worden. Dreven de eerste wacht in stilte, de eerste wacht nyt synde was *t 100 va- dem diepy cregen een coeltie ayt een S.W., de wint te vooren W.N.W. geweest synde, stelden onse conrs N.O.t.0. aen, tegen den dach wert het heel mistich ende waeren gront af. f 16. *s Morgens was 't heel mistich, de wint S.W. tree- kende naer het S. met cleyne coelties ende slecht water, 's Middachts gisten wy soo geseylt als gedreven te hebben N.0. 7i 0. 11 mylen^ waeren volgens dien, op de breete van 44 gr. 30 min. ende op de lengte van 166 gr. 14 min., hadden geen gront^ hadden dae- gelycx veel steencroos ende strommels, gelyck men by de G. de Bonne Esperanee Aei, die hol syn; ende veel veeren ende andere groente ende wier dry- ven, ende het bleef heel mistich. *s Avonts geyden wy de fock op ende lieten de marsseyls neer loopen, lieten het soo met een seyl liggen dryven om de N.0. *s Nachts liep de vnnt O.S.0. dreven doen om de N., het was slecht water. Tegen den dach een moye topseyls coelte nyt een O.N.0. g 17. 's Morgens was het noch heel mistich motrich weder, de wint O.N.0. met cleyn topseyls coelte, maeckteu seyl, onse conrs by de wint N.waert over, wat naer de vroeg cost saegen wy lant in 'tN. ende N.N.W. van onsy lieten het voort staen tot omtrent een uer voor de middach, waeren doen omtrent 1^4 myl van 95 Jonyns» lant ende hadden de diepte fan 44 vadem, singelgroot, sac^eo in 't W. het reerste lant Tan ons, ende om de O. of 't vcerst W.O.t.O. */, O. 2*/, myl ?an ons, ende was een steylen hoeck. Van.d*. hoeck tot een ander hoeck streckte het lant Tan hoeck tot hoeck N.0. ende S.W. Gisten Tan den Terleeden middach behouden te hebben N.N.0. 19 mylen, waeren doen by een steylep hoeck, daer beoosten een rivier scheen in te strecken, doch niet groot, waer- Tan in 4len mont een steyle clip bch, gelyck een pyramida. Het lant iras hier heel slecht ende steyl, in 't lant lach een hoogen berch bedeckt met sneeuw, doch de laleye Tan het laech lant lach bedeckt met sneenw tot op strant toe, Saegen hier by menichte seerobben, scholvers ende lammen swemmen, het lant was seer groen, dan saegen geen geboomte, het was op dato seer coat, wy wenden het weder t' see, ge- went synde, mochten S.O.t.0. seylen, de wint trock temet naer het N. soodat wy O. endeO.N.0. seylen mochten. Giste *s middachts geseylt te hebben N.N.0. '/t O* 12'/t mylen, waeren doen omtrent 1 myl Tan lant, hadden geen gront, hadden een- hoogen hoeck N«0.t.O. Tan ons 6 il 7 mylen, saegen noch heel hooch lant in *t W. H welck al bedeckt bch met sneeuw, maer doordien de mist continueerde, conden geen degelyck beseheyt sien als altemet met een blinck. Naer de middach liep de wint N.0. seylden O.S.O.waert over, maer wert somtijts heel stil, de eerste wacht droTon wy in stilte, cregen in H begin Tan de tweede wacht een coeltie uyt een S.W., stel- den alsdoen onse cours om de N.0. met motrich mis- tich weder. a 18. 's Morgens was *t heel mistich, een cleyn lucbien uyt een S.W., saegen met een blinck een heel hoogen 96 Jiinyiu. berch bedeckt met sneeaw in 't N. '/• ^* ^^° ^°^' maer was stracz veder met de mist bedeckt, Tenrolch- den onse cours om de II:0«, hadden holle deyninge . nyt een S.0. Tegen den middach was de wint Say- delyck, begon weder wat op te claeren, sa^en om- trent de middach weder een hoogen berch in *t N.N.0. Tan ons, dewelcke seer van sneeaw blonck, maer was strad weder betrocken van de mist, conden geen voorder beseheyt sien. Gisten *smiddachts gesejit te hebben O.N.0. 1 1 mylen, waeren volgens dien, op de breete van 45 gr. 3174 min., ende op de lengte van 167 gr. 45 min. Gregen naer de middach de wint S.0. 'treckende naer het O. ende voorts naer het N. ; onse cours om de O.N.0. maer het wert stil, ende hadden een seer coade natte mist* Wy geyden *savontsonse seylen op ende lieten hét dry ven, in *t voorste van de tweede wacht cregen wy een coeltie njt een W., lieten het O. aengaen met cleyn seyl. b 19. 's Morgens was het mistich weder, de wint S.W. met shppe coelte, onse cours N.0. aen. ^sMiddachts gisten geseylt te hebben O.N.0. 6iift dat de boot noch aiet aen boort en was, wiate niet vfut dencken aonde; syn mei de pranw naer lant gesmrm, aan lant comeade, ▼onden de boot op het atrant «tten^ was van 4e drag afgeworpen: hebben straez een. dreg aoo ?Qer in aee laten bren- gjBA ak conden» om met jMHMdi. water de boot weder É eeeciker in *t vlot te crjg<»; heb de praaw weder .ae;i boorjL gestiert. lek ferpaem no ab 4at de io- wponders mat ons seer beeommert wieren ende alle . ibulp juresenteerd^n dien sj. /oonden» leeadMi ons een bjl om branthout Ie oioven ende geeven ons ge- : irooekle heylbol om Ie eelen; presenteerden^ wy soa- den in b«er hoties eomiHif isDiaer wy hle?en op 't sirant by een groot vner ons wmnendov Terwach- tende beft hooch water» 't veick wy dwn nacht niet hebben ?iemomen, maer wel eea styYe.S.&0.iWiDt, mei dooranydende etende. . ^ 6. 's Morgens. cffegen wy een ihnnge tC|iloe|mndd eee, cre- gen met cracht fon t^lfen 4e boot in 't vlot, ende hebben noeb de watetvetM met wtler. lingecregen. Terwyl ons. volok de walenraten met wnter innaemen, qnaem de outste ?an de : inwoonders ,1^ myO) ende inceeenleerden mjn .qen ^. ottersvel^ waervoor ick hem, een onde eeheepebgrl gaf,; daweleke iok in onse boot vonti ende was daer heel blyde med^f heb bet selye In- handen van den Commendenr ov^eleverti als wümeer wy mei de bootaeKb«>Mq«aemen. Aen boori comeiide, wagons aehtpr drlftieb^jgeHFoest, heb- ben derhalren ons tayancker tnys gewommn tegen dan jaüönti alseto bet doen stillekotts weri ende eer jUMl. bedden oonnen oylreehlnn» f '7. .'ettfefgens was ï mof weder, «Nutytsolifol misticb, een moy coeltie Hyt oen S/6wO.| «yor^Moen met Jolios. llfi de pnaw eade onse Seiüpper met de beot om de O. gettiert, om bet canael terdesen soeeken te ont- decifiefi, 800 veer het mogelyck was; sjn sMonen van boort gCTaerea, Tan hoort wesedde, cregen doen OMt diflke mist. Wy ipet het praotie syn kngs de wal gesehept, de boot syn best doende met op te bivtfen, ' iek sya aen het eylant gecomen dat aen het W. Tan htt eanaal kyt, alwaer het canael bj door aebynt te loopeoi ayn daer boTon opgedommen» ende heb met een blinck het caoaël een» beoocht, Torwachteade onse boot. Op dit eylantie, bet weick eleyn waa ende met een rif dippen aen het vaste knt Tast was gehecht, conde men- met laech water QTer aisn het Taste lant Tan Esö loepen ; saegen met een bVandk onse boot dicht aencomen» sijn naer het scbnytie geloc^n, maer eer .by ons scfanyde qaae- HM») Terloom onse boot nyt hel gesicbt door de mist ende snbyta harde stroom. Wy saegen Ter- scheyde roade voMen op d°. eylant loepen» gaeven U den naem van Vqum eylant. Van dit Vanm eylant eUredct een ricif Tan cliH^en om de N.N.0. in see» 't weiek d*. eanad heel peryokeloos maeckt, ende stredkt wei een myl Tan de wal* Door snbyt Torlies Tan de boot» preale ons.besl om: de boet weder in 't gesieht te crygen, Treesende de . beet eenich on- gielnek mochte bcgegenen, schqAen ons best; by het riC nyt om de NJV.0.» .comende met de prauw Toor een doortredient gadt in 't rif» werden daer door de stroom ingemdct boTon op een blinde dip» cre- gen straciL 'de prauw meest toI water. Crogen met 4er haest de prauw slaeobto ende schepten wat afler de dippen, ende cregen het water daersyt» schepten aMtfKNn :T(9drto langs het riff) saegen* met een blinck de b9ot ^i^t Kggen aen bet eynt^aa d^ recif» al 8* 116 Jalios. vier irj naer toe syn geschept. Daer aeo boort co^ mende, Terclaerde onse Schipper, dat de stroom haer daer gefoert badde eer het selve wisteoi de bran- ding siende de dreg hadden laten Tallen, lagen geset op 5 Tadem, cralige gront. Dit rif was gebroocken, op sommige plaetsen de dippen bofen water lig- gende, daer ginck snlcken stroom bj de boot, soo Teel wy met de praow conden doot sdieppen, ende dat om de O», ende Tortrock soo Teer wy met de pranw bnyten om bet rif gecomen hadden, dat het self niet wederom sonde opgeschept hebben. Hebben roet malcanderen OTcrleyt of bet geraeden was, om met de Taertoygen ons in soo dangerense canael te bqp^Ton, ende dat met soodaenige mist ende harde stroom, 't weick niet wel conde gesdiieden, sonder blyckelycke peryckel Tan Taertoych ende Tokk. Wert roet gemeene stemmen geoordeelt, met boeter fonda- ment om qoaeder Toor 4e comen, weder om te kee^ ren ; de lucht een weynich opclaerende, ende een cleyn coeltie hem Tcrheffende, ginck de boot onder seyl, ende dede syn best om onder *t lant Tan E$o te comen. Syn ondertnsschen weder naer het Vossen «ylant geschept, om met die claere blinck Tan d*. eylant te beoogen des canaels gelegentheyt, soo Teel ab wy conden ] conden in dit canael geen rile (Tnilen] sien als Tan het Vos$en eylant abtreckte. lek boTCD op de hoochte Tan het Vossen eylant sittende, sae- gen de Caep de Canael m 't S.S.0. Tan ons ende lach in een mist, ende wert stracx weder mistich. Het Vossen eylant leyt omtrent 3'/i myl W. Tan de gehackelde berch Tan het Staten- lant, soo dat dit canael omtrent 8 myien wyt is* Voorts niet sonders meer connende beoogen, syn by onse boot goTaeren ende heb de seegen Tan haer oTergenomen, ende syn aen 117 Jolii». het visfldiea gepaert, vingen soo veel tisch als wy met het scheepsvoick conden opeeten; qoaemen 's nachts de eerste wacht uyt synde aen boort, het was 's nachts schrickelyck mistich. g 8. *s Morgens quaem onse boot aen boort, syn doen daermede beneffens den Gommandeor naar lant ge- Taeren» de praaw is terwyl om groenten gevaeren. Wy aen lant comende heeft de Commandeur de ba- bytantoi eenige cleenicheden gegeveni ende aen den ontste een cleyn Prince vlaggetie vereert, al-waer- mede hy bly scheen te weseni sette het op syn hays ende liet het waeyen. Terwyl hebben wy een moye soo visch gevangen, ende die aen lant gecoockt eode gegeten, al waerop den ontste den Commandeurs gast was, toonden haer seer vriendelyck ende beleeft als ▼ooren* Een van ons volck vont een houten eruys staen, bracht dat op strant, toonde he( aen de ha- bytanten, maer het selve siende waeren daer ver- vaert voor, ende wesen men soudt in 't water goyen, ja die dat houten cruys aengeraeckt hadde, mocht haer niet aen haer lyff comen maer most syn han- den eerst wasschen, dan was *t wel; lachten ende toonden haer bly, doen men het houten cruys in 't water smeet, noch een soodaenige cruys stont voor- aen in 't bosch ; voeren tegen den avont aen boort, scheyende met vrientschap. a 9. 's Morgens was de wint Suydelyck, syn met de prauw beneffens de boot weder naer lant gevaeren, om te visschen ende eenich timmerhout van lant te haelen dat by ons ?olck omgehackt was, synde al greenhout ende berckenhout, 't welck hier in abondantie stont, oock bequaeme boomen van vuerenhont, groot ge- nouch tot mast ende stengen. Een weynich aen lant geweest synde liep de wint naer het N.N.W., ende 118 JttUiii. Irook Toorb nier hel N.W», wtanip de ^te soo styf t^gen bel stnftl aen begea Ie sckieleii, dal onae priQW iii de gromi veri geworpen, hebben bent Toorto op *t slnnt gebaellt «iide moilea ée boot met 2^8 man iteten liggen ryeo^ effeo boyten de stor- tiog Tan de see» want cooden negens been; leyden een greot fier ten ende droeebden onae pinnie, Terwaebtea ditan nacht met palienlae beier weder ende wint. 'sNaebta woej 't alyf nyt een If.W. met motregen, den ouden inweonder gaf ons Terse heylboty die wy eooelLten ende aden, hy sebeen met ons groot meddyden te faeUwn. Dien daeh was noch een ander gerayeht earel by ons geoemea, ende bleef oeelc by den enden Esoer, die bad pylen ende booch by hem ende een houwer ; leende hem tegeo ons oock rriendeiyck, bradit syn geweer in hayi ende qoaem by ons. b 10. 's Morgens was bel weder wal bedaart ende het water wat gesleoht» syn md de pranw ende boot aan boort getaeren. Aen l>oert comendef is by den Commandeur ende ayi riet geresolveert om onse reys Ie ▼enrorderen naer Tarlaria, aboo ons yoldc allesaemen noch redeiydc gesont waeren, gelyck voorder by resololie blyckt. Wal naer middach syn ick met de prauw beneffens de bóol naer lant ge- committeert, om een lurief aan lant te brengen by den oalslen van het dorp; ende terwyl souden ons volck met de boot bet hout van lant faaelen ende aen boort brengt, U weick geschiel ia. Tervryl ick by den ouden heer was, saegen den yoorgeschreven gecomen inwoonder met een prauw aencoinen roeyen ende qnam alhier aen straut, hebben hem syn prauw op 't lant belpeu haelen. Uyquaem van de West ende brochl noch een Jongman mede met 2 vrouwen, een tlt Jolios. wfsMr «Ddr 4 deyae kindereD, na«BMa* haér v6oil« • plaeto in oei» bwr^ iraereii alle eender gedeet mei roeken vm ^ièihv lék myn. boodteiiq» Terricbt * kcUMnd#5 naem n]fn>alMieyt van haer loyden, s; ' geliBiydeii\ myi inet :die man naer de. pramar, wesen lok nioat mreder naer lant ^men ende bj haer co- üeir ivant wj ihriendeii Uterto^ «nde afn hnya was vdiM^ ny len! béslen ; ajn so"T^ waeren vol- gen» dien^ op ie breete van 44 gr. 47 iMn.^ ende ep de lengte Van 169 gr. .54 mm., eaié op de be- vonden breete van- 44 gr. 48 niin. Alsdoen lach de gehadcoMe berch 0.t.S< 7i ^' ^^ Myfeü, ende de hoeek van Ad, daer het fenat^ eylant af leyt, lach S.0. V« O. 6 mylen viin on», ende de ^. hoeck olie arende hoede van ie Tepelber^h lach S.t.W. Vi W. 2 mylen van ons. 'elfadits een moy coeltie oyt een S.O., onse cours W.N.W*, vemaemen groote raveHng van stroom, met hoHe deyninge iiyt een S.0. comendc bet canael iioorröllen. Ito p Jolios* 4 12, 'sHoivoiis de wbl ab fooMO, wat mof cker weder» waerea door de sty? e feheoMite (itroovi) aoo tidgea^ gehouden, eoodat wy wejnieh fortiert waere». *sMid- daehts waeres omtrent een myl N. Tertiertt abdoea lach de hooge l^pettmA Tan Eio SJO.tS. V, S. Tan ons, waeren omtrent S k 87i nqfl van laat. Deden onae cours N.W. aen om Trat bet t' aee te erygen, deeh de stroom styf om de O.S.0. loopoide, hielt ons Teel tegen, want als de eoelte wat stilde droTon over stier, ende met ooelte soo Uden wy wat meer als raeck ea daeck; de deyninge ab Tooreii styf nyt een S.0. Cregen een doorgaende eoelte oyt een S.O., TerTolchden ^Mise eonrs tot 's.sTonts, soa iek oon bemeroken minderde de Toorige stroom. 'sATODts laeh de TepeUmeh op E$o S.t.0. V, O. Tan ons, 9 mylen, stelden alsdoen onse conrs W.N.W. aen, eenden geen raTeling Tan stroom meer hemer- r eken; de ^rste wacht nyt synde, begon de eoelte ende de S.Ooste deyninge wat af te noemen, cregen in de tweede wacht een weynich rc^en. /B 13. *a Morgens was *t een deysige Incht met een dichte mist, de wint S.O.t.0. met een deyn coeltie, stelden *s ochtenis oose conrs W. aen. 's Middackts giste ge- seylt te hebben W.N.W. */« N. 20 mylen, Traeren Tolgens dien, op de gegiste breete Tan 45 gr. 26 min., ende op de lengte Tsn 162 gr. 17 min. ; deden als- doen onse conrs W,S.W. aen, om te Temenen ofte by d*. cours weder geen lant souden opseylen, ende by daech mochten in 't gesicht crygen. Naer de mid- dach de Trint O.S.0. ende saegen Toel drift dryTen, als wier, Tceren ende steencroos. 'sATonts cr^en een groote walleTisch rontom het schip swemmen, waerdoor Tcrmoeden, gdyck Teel bcTonden hadden» niet Teer Tan gront te syn. *s AtouU noch geen lanl 121 lidios. jiende» aoeh geen groot erygende, gejden onse seyleo «p ende nMmeo de Mint io, lieteo hel met beyde ■laneeyb ende foek Yoorts staeo, deden <»ise coars W. aen, cregen gront op 80 jidtm, sleckgront. Doen der 8 glaeeen in de^ eerste waicht nyt ^raeren, UeCen de manneyls neerloopen ende geyden de foek op, Ueten het eoo liggen dryren met de stoTen N. wMrt over, de vint doen O. ende O.N.0.» droTen om de N.W. ende N.W.tW., drooehde te met bnghsaem op, hadden een doorgaende coelte ende slecht water; yermeenden omtrent eenieh lant te syn. ( 14. 's Oehlents was het een donekere mistighe Incbt, had- den alsdoen de diepte van 65 Tadem, fyn leyachtige santgront; de wint O.N.O. met een doorgaende coelte, selten onse seylen weder by, stelden onse conrs W. aen, omtrent 2 mylen, was doen opgedroocht tot 60 ndem, snarte santgront. Lieten het doen N.W. aen gaen 2 mylen, was alsdoen diep fiO Tsdem, grauwe fyne santgront met eenige schelpen Termengt ; deden doen onse conr^ N. aen 2 mylen» tot 'smiddachts, hadden doen de diepte als Tooren, 50 vadem, schei- pige gront met deyne crael Termengt, saegen som* tyts >eenige see-honden, oock veel drift als ^e steen- croos, biesen ende veel veeren dryven. Giste alsdoen geseylt te hebben W.UN. I674 myl, waeren volgens dien, op de breete van 45 gr. 39 nün., ende op de lengte van 160 gr. 44 min., saegen eenige raveling van stroom. Is alsdoen geresolveert om het lant aen te doen, alwaer door het opdroegen txa den gront mntrent mosten wesen ; vervolgende onse N. conrs 17t myl, was diep 46 vadem, fyn grauwe santgront. Het scheen dat hier stroom liep, dan conden door de harde coelte weynich bemercken hoe die liep; onse cours als noch N. vervolcbt V/^ myl, bcYonden 122 Julius. de 4lièill» ^■^'^ ^ TaAMi,. fpie. suügroilt. Silegen als- ' doen odtttttbt te 4 nerett n*er de middHeh^liooch hut te H W.t.8;5 ^1^ fttréckte ^mi N.l!f.O; m in bel R.N.W, tadi'oos^ wsb^ op sonnmge piMBtsen tosschen het b0och Hat' mét ilbech taal üen malcanderen ge- ' hedht; bèl naMe tet Ui[b 4 15 mjlMfr van ons, w» dsdoeii di^ U faédn/fyne wnnge «intgront. • • • SaegeH'CWtB daemae 2 booge berghen enie lach ge- lyek een* eyfant in 't OAMi omtrent lO^t myl yan > 'ons. Bidden va» *femtélachts geseyH^K. Ö7i myl, was doen di(^-89' vnden», gingen doen N.N.0. 1*/, myl aea, tnn doen diep 44 vadem, fyne sanl- grent, de wint doen O.S;iO. s Avento baelden vy ense nnrsMyls neer, geyden ons aeyl eiHie fock op, lieten het nM d^ steven oni.de K. liggètt dryTeii; drefren W.R.W. ara 2 mjïe£, étt^ doen de diepte al opdroogent 42!, 36, 99, 33: vademv sOMftyts wa- sige gront somtyts sleokgrodt; De wtet somtyts Is nachts * OvS,0. ende O.t JN; meC een eieyn lochie ènde slecht ^ater^ noch !'/« n^I N«W. aengedreven was OK^diWMSht ali vetiM, 32, ÈO, 26^ 27, 24, 28, 23 ndem, gront als vooreif. g 15. *s Morgens* wa^ 't misCiA doneker weder met wat regen, de . wint 0.t.S., maeokten seyl, lieten bet N.N.O.waePt Miei slaeb, bekiéldoÈ al de diepte 22, 23; 24, 23 vadem steckgrottt. Saegen omtrent 2 neren voormiddacb roet een bfinck éeüs bet lant 'm H W.S.W. tot in het N.W., saegen Ider veel witte plecken tegen het lant aan, maer akoe het corts weder betrock, conden geen vaste kennia crygen, hadden de Aepte ende gront als vooren ;. Onse coors N.0. aenstellende, om alsoo by bet lant om te sey- len. Giste 'smiddachts geseylt te hebben N. 12*/4 myl, wacren volgens dien, o^ de gegiste breete van ISS Jolios. 46 gr. SO iMD.t endiB op de lenfgi» vim 160 gr. 44 ttln«) merett doen 4 myleo van hM. Yenrolch* den lome eoiirs N*0. aën 2Vi ti^yii ^» deen diep 83 Tademi steekgrOnl, sa^ett alsdoen het hnt in 't N.N.O., O.N.Om o ende O.iS.0. De wint S. met deyne ooMle -ende eleeht water » Men het veort staeoi drei^chd^ te mtü op, 26, 19, 19^ 18, 18, 17. 16 nHtèkn^ alèekgroiit, dwaer wy ken amiker iqoaemen. Ten aneker liggeAde Terwaêbten eens gesidit te cry- gen atfloo weder lieel misCieh was, teddèn veel bie- MÉ, greente ende hont sien dryyen, wiftkete niet ofte wy in een doorganck lagen ofte m een bocht geset liQiende. De wint met een deyil coettle 's nachts doolrwiiyMdè nyt 1 S.S.W., hadden *8 nachts een deyn regenbnytie, sae^en in *t N. Veel tneren onder de wal, ventaoeden betselte visschers te wiesen. I 16. *s Morgens was *t noch misrfidi weder maei* claerde een weynich op, saegen dat in een groote inbocbt géset Ijq^en; hebben onse praow uytgeset ende syn If.O.wsert heen naer lant geschept om te diepen, of de gront al gestadich opdroochde met goede gront ofte niet; betont 'de gront óp te droegen tot 10 va- dem, steckgront. Waereü doen 7t ™yl ^^^ ^^^^ dw ' droocbde voorts op, maer wert doen steeaige ende cKppige gtottl tot een rif dat didit by de wal langs ttreckte. Deden teycken aen ons schip, H weick is onder seyl gegaen ende quaem naer de wal toe, wy hem met de prauW te gemoet scheppende, saegen dat ons S vaertoygén nae qoaemen roeyen, maer wy roeyden voort éen boort. Wy wat aen boort geweest hebbende, qnaemen met die 3 praowen by boort, waer in eicx waeren 5, 6, 8 man; was al eender bande volck als voor desen by geweest waeren, rie- pen Asorka Jankarate^ ende vreeven haer beyde ban- Julius. 124 éea tegen mdcanderen» met heen ende veder drae- jende armen, ende wesen of sy aen boort mochten comen, waerop den Commandeor wees sy sonden aen boort comen, waerop sy aen boort qnaemen, ende clommen eenige stracx over. Dese Esoers waeren gecleet meestal met grove rocken Tan henneplinnen, ongebleeckt, ende waeren op sommige plaetsen wat vemaeyt met root ende blauw catoene gaeren, had- den altegaeder schrooties armosyn Tan alderhande co- lenren in haer ooren; sommige hadden rocken van veilen aen. Dese habytanten over synde, toonden haer vriendelyck ende vrolyck, ende wesen men soa dicht aencomen met bet schip, wesen naer lant| al- waer wy een dorp saqen staen in een valey, het welck sy noemden Tamary, maer alsoo wy niet sonders by dese inwoonden vemaemen, als een deyn sootie visch ende maer een man met silvére ringen in syn oor, syn weder van lant a%ewent, alsoo op 9 vadem waeren, steenige gront, ende uree 11 van haer vaertnygen met voick aen boort veeren. De wint S.O., lieten het S.S.W.waert over staen, de habytanten dat siende, syn van boort gevaeren naer lant toe. Onder dese habytanten was een heel ondt man die mede in 't schip over geweest hadde, van ouderdom meest blint ende gaende heel erom, leu- nende op een stockie, wiens haer ende syn lange baert was soo wit als vlas. De wint treckende naer het S. met stilte, synde omtrent 7i ^1^ ^^ l^n^ qnaemen eens noch 3 vaertnygen naer roeyen, ende qnaemen aen boort, brochten veel versche ende ge- droochde salm ende gedroochde haerinck aen boort, doch was al ongesouten. Onder dese habytanten wae- ren verscheyden persoonen met groote silvere ringen in haer ooren, saegen oock een vrouw in de eene 125 Jolios. prauw sitten, blaock synde tnet swart lanek hangent haer op haer hooft, hadde in eicke oor een groote ailvere rinck, om haer hals hebbende een groote blaowe gecraelde ketting^ waeronder eenige andere craelen geregen waeren, maer sy wilde niet OTer- eomen. Dese inwoonders hadden sommige houwers op haer sj, daer de plaeten rontom met silTer wae- ren beslaegen ende oock de scheen (scheden) aen de eynden seer nerlyck^ haer heften ?an haer hoa« wers oock sierlyck met rilver ingeleyt ende gewrocht. Haer Tisch mylden wy haer af, om ryst ende stuckies Yan ysere hoepen» By den Commandeur bemerekt synde de abnndantie Tan het siWer, is geresolveert om weder naer dat dorp Tatnary te seylen ende te vernemen waer dat sy aen dat silver gaaemen, want sy haer goet verrnylt hebbende, riepen ende wesen al dat wy weder omkeeren souden, ende sy seyden Pierkü Tamary^ het welck te seggen is, oompt fe Tamary, Qoaemen daer ten ancker tegen den aront, op 6 yadem, steenige gront, maer alsoo ons ancker hier niet wel wilde honden ende de wint aflandich was, syn op O'/i vadem, steckgront geseylt ende daer geset; het dorp Tamary N.0. Vt ™7' ^^^ ^^* Waeren nn op de gegiste breete fan 46 gr. 40 min., ende op de lengte van 180 gr. 58 min.; alsdoen lach de anckerplaets onder Companys lani 6 gr. 32 min. besnyden het O. van ons, nagenoech 72 mylen, ende de anckerplaets onder het N.0. eynt van Eso lach alsdomi 45 gr. 42 min. beoosten het S. 4674 myl van ons, volgens waere coors ende veerheyt. De habytanten syn Trolyck naer lant gevaeren, die voor- Bchreven stockonden man quaem alsdoen weder aen boort, ende had een blinw catoenen rock aen, al- waer Japansehe caracters met gont op gedmckt ston* 126 Jttliiis. den, i|i een groote Tiercante perck op syii rog. Dese rock iii;as mei atdertMd^ coltoreii fan catocne gaeren gwaeyt ende vef^i^rt; ky toonde syn rag, se^ende of dede bimj» men aqu *t iMn, loiaer wy badden ;nif|mAiit dien 't ad^ve eoodo vontaeB* Wy onlhaelden 4i«ii; OQdoo I3MI mfit ay« bybebbflnt vdhdc met een 9ilmp^ araekMUs *t ir/elfk sy Inatich mochten^ riepen «iMfoirt T^M^ M»U0 Iii0y«rtf4 't «elek b te seggen, $Qpkie druKcken, wunt Byg^u togon jdrinefcen meyere ; riepen. la^t^OMt met een vrolyck gomoet To^oy pièria T'affMYy, H welok iai vraent loampt te Tomaty. Syn met deo QV^oat wi laat gevaecea vrolyck ende al siogende. 'a Nachts regenaobtiob weder, met een aware miat. b 17. 'sMorgena was H beel miatich regeoaehtich weder, ap . gecoB^ittp^t ipet bet prantie beooffens myn de 2 . Aasiatenteii AmofU Broawor eadé Oayit Gassa a^er lai^t te vaer^i endo op allea gpede i^mercking (te nemeUf eod^ ba^r aoeciceo te onderrraegen waer 8y:.af;n het ajlver ,qiiaemeii« Bevonden het als yolcbt, vpqri^^t wy met de praow door de mist hembree- , ckende, qnaemen onder de w^l tegen een deyn rif- ken TauiclippeDi alweer wy ni^t oyqr mochten maer ; ipoatei^L ^dfKtr by omsch^n^en* Een ioyroonder van ons :bpc)Ct €qai^n4§, qnaem ons iarDey^vhadde.iroeyers cjipde eep^ vrww ia sya vaertayobi, ende riep tegen , . myn TVifoy pierka, ,ende wees w,y .aonden hem nae scheppen, hj soo ons roorroeyen ; . hy banüer roeyen- \t . 4e s^ls ;wy coQiden, wacbte on9.daB weder 'uu brocht ons }n firn kU die naer de baysen toe Hap,, roeyde doen .#y,fi betf ende was vpor ona aea laat, liep ecrstj in ,^n bWA WiJd qpam .rtlïW» iwsed^r- Terwyl , quaenjeiiMwy.ip^el,. d^ .pr?MW 9W l«rt, . n»W iMoo het wat feer .v|?^ w^» b^ e^a^p^Mw «f Jlfürtea yoe- 127 Jaiids. I >'" r^n» die . yM bj oqm pca«»w. gebiioMsl^ v^> ende ri(9 Xokufy^ , epd^ ve^s, iirijr Atod^a • ia die prauw ov^ffMVpea oi^.droocbToeU aeo limV te comep* Toor Wfwr tyade (sea groote l^Meeittieyt vam degeo inwoon- ,itor, ' sjA daerin ie.tredeii, brochte ons drooch op . I^t, de ve^ van de inw^ioiiderp ^piea doen onse pr^vw joet eeo grooten yrer loock op *t lapt. Op «trapt atonden veel iawiMHddere, i|oo auamea als vroo- ^ wdia: ^ndf ) lmdc(V!09« quaein^n oyt alle hoecken voor , vijdfip d#cb. «ide riep^al Tacof, 'i vféUk ia vrient, • •• . ]..fv9e» vaa .de yroi^wea qi[i» yer^elcoineiide ipet een , taveot stmmetie» Een bedae^t maoi c^mende van . , .iw^n ufU een van de bny^Qi epde giiam by myn epde gr9i$fmysk; by de baat, .ende aey Taeay jan- . ji;0?ypie boven op, gaeven die de uaem van Tepelbereh^ ende lach 10 è 11 140 Jolius. mylen Tan ons. Condeo noch in 't N.W i.N. hnt dea, 't welck noch al R.waert beensireckte. Uaddeo alsdoen de diepte van 55 vadenif steckgront; op de middach vert het stil, het was hier al laeeh lant, op sommige plaetsen met geberchten met veel boch- ten ende inwycken; in H W.t.N* saegen wy eeoige berghen daer spitdes op stonden als stompe torens. Naer de middach eregen vfj de wint W., deden onse conrs N. 1 myU was doen diep 57 ndem, eregen doen een Inchien nyt den S., deden onse conrs N.N.W., cr^en holle deyninge nyt een O.S.0, Geseylt hebbende 27i myl op d*. conrs, was 't hng- saem opgedroocht tot 4 glaesen in de eersto wacht, was alsdoen diep 47 vadem , stockgront, deden doen onse cours N. aen, de wint doen W.N.W. ende W., tot dat 2 mylen geseylt hadden, was doen 40 vadem; deden doen onse conrs N.N.0. aen l^i myl, was doen 42 vadem, gront als voeren; lieten het met neerliggende marsseyls ende opgegeyde seylen voort staen N.O.t.N. aen 27s mylen» was alsdoen diep 44 vadem, steckgront. o 25. 's Morgens was \ moy stil weder, de wint N.W.tW. met een betogen lucht, doch taemelyck gesicht, saegen op verscheyde plaetsen lant soo veer wy sien con* den, van het W.S.W. tot het N.N.0. Saegen na op noves (nieuw) als dat wy weder in een groote bocht yan Eso waeren geseylt. Voor de middach de wint variabel met stilto ende met bolle deyninge nyt een O.S.0. Tot 's middachU noch geseylt N.N. O. VtO. 3 mylen, was doen diep S9 vadem, steckgront. Giste in dit etmael door malcanderen geseylt te hebben N.t.0. ll^t myl, waeren volgens dien, op debreete van 48 gr. 25 min., ende op de lengte van 162 gr. 27 min»; hadden doen in 't N.0. lant 10 m;len 141 JdGos. nu ons, saegen oock lant in *t W.S.W. soo veer 'yrj «en conden; conden voorts in de bocht in 't N.If.W. op sommige plaetsen hooch lant sien. Het naeste lant lach W.t.N. 7, N. 8 ii 9 mylen van ODSy ende was een hooge hoeck, geleeck vel eén eylant, ende was geheel gehackelt boTen op gelyck of het een saech was. De mist ginck soo dobbelt over het lant, dat men geen degelyck bescheyt sien conde. 'sMiddachts een slap coeltie uyt een N.N.0. wenden het N.W.waert orer, de wint liep temet om naer het N.0. ende Toorts tot het O.t.N.» dat wy N.t.0. seylen mochten ; saegen wat naer de mid- dach een doode cabeiiaa yerby het schip dry ven , de weicke scheen niet lanck doot geweest te' hebben. Naer de middach geseylt N.t.W. 37, myl^ diep 38, 36, 35 vadem, steckgront, sa^en doen *s avonts noch al lant in H N.O.t.0.', ende om de O.S.0. strecken- de met een groote bocht aen malcanderen. 's Nachts dreven in stilte, hadden de diepte van 35 vadem, steckgront. d 26. 'sBforgens doncker weder, de wint S.S.O., deden onse cours om de N.O., een weynich op den dach synde saegen het lant tot in het O.S.O., scheen een hoeck of eylant te wesen, 'dan was aen malcanderen vast met een groote bocht om de N.W., stelden onse cours om de O. tot 's middachts, diep 34 ii 35 vadem, al steckgront. Giste 's middachts geseylt te hebben N.N.0. 67i myl» waeren volgens dien, op de breete van 48 gr. 49 min., ende op de lengte van 162 gr» 42 min., ende op de bevonden breete van 48 gr. 56 min. Saegen doen lant in 't W, 67i myl, N.W. 7 myl, S.N.W. 7 myl, in 't N. 5 myl, N.N.0. 37, myl, in 't O. 5 mylen, in 't S.0. 6 mylen van ons, ende quaem al met bochten ende 142 Jalios, laech lant aen makaadereD^ Van- 's mddadilB geseylt O.I.9. 3Yi nyl, de wiat fariabal ; qntmeD hierom- trent Mer de niiddaoh ten 6 oeren ten ancker op 18 Tadem, atcekgronC met cleyne steeaties Termengt. WaereD op de gegiste breete Taa 48 gr. SS'/i min., endp op de leogte ran 163 gr. 1 min., maer be- Tondeo op den 27 d*. de breete Tan 48 gr. 54 min. A4s na lach de reo onder het Cêmpom/s kmi 6 gr. 4 min. Oostelycker als S.0. van ons ,.... myl, ende de ree ofte anckerplaetsottder.de N.0. hoeck Tan Eso lach akdoen 9 gr. 45 min. beoosten het S. 66V4 mylen Tan ons; lagen omtrent l'/i myl Tan lant. Hadden een hoeck alwaer wy geen lant bnyten sien conden, als een deyn eylantie S.O.t.0. 5 mylen Tan ons, ende d®. eylantie lach S.S.0. 4 mylen Tan ons. Het lant Tan d*'. hoeck strookt om de N.W. soo Teer wy oonden beoogen. Op dato is geresol- Teert om de boot nyt te setten ende dit lant te Tisiteeren, of men noch geen Torandering Tan Toick Ternam; syn *8 nachts met de boot ende praulien naer lant gecommitteert^ ick met den Assistent DaTït Cassa in 't prantie, ende Stierman Roelof SieTersz. met den Assistent Brouwer synde in de boot. Was soo mistich; conden geen half scbeepslengto sien. e 27. 's Morgens quaemen tegen den dach onder den wal, bloTcn liggen tot dat wy de boot Temaemen» de boot in H gesicht hebbende syn beneflens den Assktent DaTÏt Gassu aen lant gesprongen , ende liet de pranw op de riemen wel claer liggeni- syn met ons beyden op een hoochte geclommen, ende alsoo do mist wat opclaerde, saegen dat dit een schoone lantsdou was synde toI Toetpaeden Tan menseben, saegen oock een groot laek (meer) Tan Tersch water» ende was al schoon Tiack lant, syn weder neder op het strant Jolios. 148 gadommeD, tenden id 't sant veel ?oetpa«den van meiMehen eade honden. Heb ons volck belast met hek sebnytien langs het strant om de O. te scheppen^ eiide vy syn met ons tween te voet langs' bet strant gegaen, Tonden op het strant een groote plas sneenw omtrent een seheepslengte, ende was boven op wat bestofen van sant, met hooeb water qoaem de see daer op een vadem nae aen ; soodat wy op dato mal- canderen met sneeuwballen tot een gedachtenis heb- ben gegooyt; boven op was dit sneeuw soo hardt als ys«^ Syn voorts gegaen^ qiiaemen op een vlack velt soo plasierich ab eenieh lant wesen mocht, sonder geboomte synde vol voetpaeden, vonden 10 graeven, daerii^ sommige doeden noch in laegen. Dese graeven waeren heel raer gemaeckt van vuereplanckeni omtrent een voet verheven van de aerde, staende op 4 fltnties ende was onder een viercante kist, onder de boom (boden) synde boute boute tralys, doorlucb- ticb, alwaer de doode op heb met een crans van spaenderties fyn gesneden synde om syn hooft ge- vlochten ;^ hadde een oude blauwe catoene rock aen gehadt, maer die was al vergaen, vonden by hem in de kist schuetelties ende eetensbackies, ende eenige andere snuystering met pyl ende boochy had eeten oodc in een doos gehadt soo het scheen, lach oock een cleyn block om ryst te stampen, met een ryst- stamper daerby in syn kist. De kist was boven met een cap wel dicht toe, gelyck een cap van een huys, daer boven op he,t scherp van de cap een fraey ge- sneden houten Gop lach. Langs de kist aen elcken endt fraey met een leeuw ofte draecken cop uyt ge- sneeden, met houten ringen van het selfde hout in haer mont, (ende) liep soodanich gesneden hout aen alle vier boecken oock neerwaert aen^ al uytgesneden als Juiiitt. 144 gaseyt is. Dese grieten met Terwondering aengesieB hebbende, stegen daerby veel stoeldes staen met fyae gesneden eniUeties ende spaenderties da«* aenhsngen- de, synde noch met de egnden «en de stock tast. Voorts gaende qoseoien by een hnys, slwaer wy in gingen maer geen volck in ronden, ende scheen wel dat daer in een jaer geen Toick noch in gewoont had; dit bnp was Tan meredeeien gemaeckt, synde met groeten in malcanderen getoeeht, aeer dicht, ende bet dack was met een scherpe cap, dat boten op de tneredeelen beleyt was met basten tan boo- men ende honten oteral gespyckert; de spyckers waeren tan fatsoen als de Japansche ofte de Synee- sche syn. Het haijs had een opslaende deur meteen eleyn toorbnys met een groote tiercanto binnencae- mer, alwaer de baertstee in H midden was, daer recht boten 2 talteynsters om de roock te loosen ; haer hoq^ei was noch aen een stnck ton tast ende hing noch oter d\ baertstee ende was een erom qoastich hontie, maer dese binnencaemer sloot het incomen met een schoyf op syn Japansch. In dit hnjs hingen teel tan die stockies met byhangende spaenderties, by dit hnys stont een groot gemaeckt bock alwaer eertyts scheen eenich gedierte in ge- staen te hebben, met teel cleyne hockies daer noch eetens ende drinckensbackies aen tast waeren. Hier stonden oock teel opgerichte stocken om goet op te droegen, met teel houten stellingen oock om eenich goet op te droegen. Wy met ons tween wat toor- der om de O. gaende, qnaemen noch by 2 graeten geiyck als toeren, gingen toorts teerder om de O., qnaemen weder by een hnys ak toeren, daer by synde hoorden de see seer tegen het lant aen stor- ten, aen de andere sy tan U lant in 't N.0. ende Julios, 145 wdOTOver ick verwondert was, dat men hier de see 800 f^emackelyck conde hoeren. Vonden oock in dit hoys niet als een honten hogel orer de ynerplaets hangen, ende eonden niet bemercken dat daer in «en jaer Toick in hadt gewoont. Sjn naer het strant gegaen ende heb het praatie naer de boot to^estiert 4Mn daer noch 2 soldaeten uyt te haeien, om benef- fens ons tween hel lant met beeter yerseeckerheyt te ontdecken ende eenich Tolck op te soecken. AIsoo (MQse boot noch aen qnaem seylen, stonden wat op strant ende wachten. Dns staende, saegen om de W. ▼an ons een man op de hooge vlackte gaen, daer wy *sochtents op geweest waeren^ qoaem naer het ^een neerwaert aen, maer ons siende is met een votte loop om de W. geloopen. Onse boot ende pranw weder aen het strant comende, heb noch 2 soMaeten ende een matroos, die een witte doeck aen een haire pieck Tastgemaeckt droeg in de plaets Tan een witte vlag, nyt de boot gehaelt, ende belaste TOorts den Stierman Hdelof ons met de boot ende pranw te volgen om de W. Syn doen voortgegaen, vonden noch een hoys tegen de hoochte aen staen dat vervallen was, maer wert weder opgemaeckt. Daer stont oock een cleyn hntie by, gedeckt met basten van boomen, by dit hoys lach een stuck van een ys-slee, synde van een vreempt fatsoen. Gingen 4oen by een fraey padt boven op de hooge vlacKte, daerop synde eonden de see over het lant in *t N.0. sieo, saegen oock dat de cnst daer bayten om de N.W. streckte tot een hoogen steylen hoeck, die ons het voerder gesicht benam, ende saegen oock dat dit staende lack (meer) in see om de N.0. nytliep, eaegen oock *dat het lant hier maer een myl breet was, synde maer een uytsteeckende hoeck lants daer 10 • Jolios. 146 ons sebip onder geset hch. Sjn doen ofer die hooge ▼lackte lieengegaen naer hel flCrani. Ofen nyl om de N.W. gegaen synde, passeerden veel hoysen ende afloopende versche wa- terties, oock een hntie, alwaer een stodconde vrouw nytquaem, leunende op een stoelden, scheen yeel hebben te s^en, maer myn leytsman myn al vast Jalios. 149 by myn bant boadende, wees dat by meesier over die boysen was, ende. dat wy soaden voortgaen. Sae- gmi eorts daemaer dat bet raertoycb aen bet strant aenley voor een groot boys, 't weick myn leytsman wees, syn te syn, sacb van veer de bonden weder nytspannen, baelden doen bet vaertaycb weder op strant. Wy by dit buys comende, Tonden een ander oQt man met een lange witte baert op een matien sitten op syn Japans, daer ick van myn leytstnan by wert gebroebt, daer bycomende groeten bem ende sey ab yooren Jankarate Taeoy, ende bewees bem teedcen Tan ?rientscbap, H welck by myn oock be- toonde ; ginèk by bem sitten op een stock bout, terwyl stont myn leytsman met 15 è 16 menseben rontom myn met reel kinderen, docb sacb niemant met ge- weer. Ondertasscben qoaem ons ander voick met den ander inwoonder by myn, ende corts daemaer de boot ende onse prauw oock by ons aen *t strant; doen qoaem myn leytsman by myn, ende wees ick soa met den onden man in boys gaen, by sou Toor oytgaen, bet welck gesebiet is. Dit boys stont dicbt by bet strant, ende was als de Yoorige boysen yan maecksei ende fatsoen, maer ran binnen rontom met een yerbeven diggedig, ende was overal beleyt met matten; in 't incomen van bet boys synde, spreyden bet TroowYolck matten voor ' ons om over te gaen, met groote beleeflbeyt. In boys synde gingen met den ooden man op de veriieven diggedig sitten, al- waer de twee aensienlycke babytanten by myn qoae- men met beyde Assistenten ende den Stierman Roelof. Hier wam^n drie yroowen in boys, ende eick badde een kint. Droncken saemen in 't ront eens om een araekie ende toebackie, waernaer sy aliegaeder be- geericb waeren. Saegen bier in buys 6 yiercante kis- Jolios. 150 l6D mei roo leer overlr«ckMi, ende eoB groote ronde dooB oeck orcrtrecken met leer, ende veeren met beste toawen wel styf toegeiort; weeë mt daerin Wit, vesen fyne yelleo eade dat die in 't lant ge- Jbroebt mest wesen; wUden geen Temylen aen ons, mser wel robbeo-eode beerea tellen. Dos eittende discooreren, sdiafte ons een Tieroant Terlackt backie met lanterabbea paoten op» die wy met smaeek aeten, maer wilden niet hdiben, dat men eenige Tnylicheyt op de vloer smeet, maer mosten het al ep *t bortie efte backte leggen. Terwyl wy hier in hays saeCen, hebben de bdkytanten een ?an haer yaertnygen afge- voert, ende hebben daer 3 honden vooife^Mumen, ende daer syn drie manspersoonen in gaen sitten» ende de honden trocken de pranw met haer langs het strant om de N.W. lek heb het velde hior in boys eick ia *t ront met wat groene tabaek ende eenige eleynieheden vereert, vereerde de vroawen ende kinderea eenige eraekn ende belletiea, alwaer seer bly mede waerea. Boven ep dit hnys stont een groote levenden arent, die heeft myn leytsman aen myn gesehoneken, waervoor ick hem weder 3^4 manocke (7) tabaek schondc ende was weltevreden, heb den arent in de boot laeten brengen. Saqjen hier anders geen silver ab aen haer hoswers, een van de vronwen had een toutie om haer lyf, bet weick vol coopere ende ysere ringen hinck, elcke rinek wel glat synde ende omtrent soo groot in *t ront als een binnenste van een bant, ende omtrent soo dick ab een schaft; een kint waeren drie groote doorlachtige plaeten van tabago 1) op syn rug geaaeyt, van boy- ten op syn bonte roek tot versiersel ; sy waeren 1) Mog^Qk tambüga, koper. 15t Jolias. sdver begserkk aaer silver, soo ick god beinercken. Bj dit groc^ hap qoaem eea vers afloopeat waterde Tecby ia see ioopeup alwaar op de oaat noch veel ctafoe faajsies stonden, vertrou dat daer bet slechte volck ia wooade ; hier stdnt oock een jroot viercant hoek, alwaer een groote swarte beer in sat. Aen ekke boeck ?ao *t hook was een lange spar met eea mey .by (^gericht, daeraen hangende veel spaaoderties ; ick vermoede dat het tot triomf was over den gevangen beer ofte eenige afgodendienst. lek Biyn afiwheyt met die vrtendeiyokheyt nemende» wert aaer strant gwonvoyt; op strant eomende liet al 4>ns vtlck ia de boot ende prauw faen, ende alles sladivBerdich maecken laeten om weoh te vaeren. Hya leytaman dit aieDde, sey Taeof/j ende wees sao iek met hcan in syn praow wüde ^eo, dat wy daonmede aeemea naer boort souden vaeren ; ick wees jae; hy fiei stracx een mat in syn praaw brengen, waerop ick mast gaen sitten, ende hy giack after myn ritka« werde soo in see gevoert, by ons quae- aaon aadi 4 raey«rs ende een die stnenk; syn soo naer boort gevaeren, onse boot ende prauw ons vol- fwée, maer waerea wel '/« ^*w ^^^ 1^^^ ^^^ boort. Overcooaeade heeft den kabytant met ons by den Gonunaadeur wat gegeten ende gedroncken, is haestiob opgestaen ende van boort gevaeren, niet we- leade te hedenekoi syn baestioh vertreek; ick hielt bem een gestreept cleet ide» hy soa wedepom comen, maer giaak door naer iaat. Dit sokeen een treftich man te sya in sya ommegaaek. Dien dag is onse groote ateog versiea ende ons want geUabt, ende al- 800 hier niet sonders te vernemen was, syn tegen den doncker t'seyl gegaen, stelden onse cours S. aen buyten het eylant om. 's Nachts de wint O., doen 152 Jntius. wy S.S.W. 7'/, myl geseylt hadden, was *t aTgediepl als Tolcht, 18, 20, 24, 27, 28, SO, 32, 38, 38, 38 vadem^ steckgront, stelden doen onse conrs S.S,0. 27, myl, diep 45, 50, 48, 47, 46, 43, 42, 40 yadem, al steckgront, deden doen onse cours N.0. t.N. 37t luyU ^^ d<^^ 3^ vadem, gront alsToren,. dat vras Toor den middach tot op den 28 d^ 'sKid- dachts door malcander geseylt S. 7 myloi. f 28. 's Morgens was H mistich weder, de wint O., giste van 's middachts geseylt te hebben tot dat daer 8 glaesen naer den middach nyt waeren, ende de mist opciaerde, behouden conrs N.O.t.N. 27t myl- Ak- doen saegen wy het eylant dat in 't S.S.0. van ons gelegen had, daer wy geset gelegen hebben, in *i N.0. 1 myl van ons, ende was opgedroocht van 37 vadem, als volcht, 35, 30, 25, 20, 16, 16 va- dem, doen schelp ende singelgront, voorts al steck- gront. Alsdoen heeft den Commandeur den StuermaD Roelof Sievertsz. met de boot naer d% eylant gestiert om dat te visiteeren, daer aencomende vonden d*. eylant rontom met onder water liggende cl^p^ be- set, siende die wel by een myl ende op sommige plaetsen voerder in see strecken. Dit rif streckt N. van 't eylant naer het vaste lant, ende oock op sjo langst S. in see, maer heeft veel uytsteeckende rif- f(^n. Daer streckt oock een pnnt van een rif N.N.0. af, alwaer noch een groote clip of cleyn eylantie op leyt; dese reven lycken schier aen de hoeck van 't vaste lant vast te loopen, dan scheen oock wel een nauwe deurganck te hebben. De boot is met den doncker aen boort gecomen, hadde oock by dnysende robben op de dippen ende het water vernomeo, hadde oock twee cleyne huties met vnerplaeaes op 't eylantie gevonden. Wy gaven het eylant . den naem 153 Jolios.' ' van Robben ejlant. Wy ?eniaeincii dal de stroom hier om de S.0. ginck, vy hebben onse eompassen op 9 gr. If.Oosteriiig geleyt, ende liepen by de wint over S. aen, meteen O.S.0. eoeltie. De eerste wacht nyt synde cregen de diepte van 1 6 vadem ende cort 10, met stilte ende styve stroom om de S.0. ; qua- men op 97i vadem ten ancker, synde singelgront. g 29. *8 Morgens is de Stierman Roelof ayt diepen gestiert ende Vf9s mistich weder, maer alsoo wy hem...» qnaem naer ons toe, wy gingen onder seyl, de wint O.S.0. ende S.O.t.0. met stilte, gaende de stroom om de S.O., lieten het S.waert over staen. De mist wat optreckende, saegen het Robben eylant in het N.t.W. Vt ^* ^^ ^^^ liggen 2 mylen, was 10 vadem diep', schilpige gront, de stroom nam syn keer ende liep om de N.W.; dreven N.W.waert heen tot een weynich naer de middach, doen lach het Robben eylant O.N.0. l^i myl van ons. ende was diep 25 vadem, santgront, quaemen daer ten ancker. Vingen hier veel cabbeliaaw, schar ende leng; in de tweede wacht begon de stroom om de S. te loopen, ende Gorts daemaer om de S.W., soodat dit hier een dwaelende stroom b ende ongestaedich syn loop hou- dende, 's Nachts een cleyn Inchien nyt den S., maer stracx weder stil. a 30. ^s Morgens was *t heel mistich weder met stilte, de stroom styf om de S.W. loopende, vingen*noch eenige cabbeliaawen. Omtrait te 8 neren cregen wy een luchien nyt den O., lichten ons ancker ende gingen onder seyl; deden onse cours S.S^O.waert over by de wint, corts hiemaer liep de wint O.S.O., lieten het al om de S. voort staen. Giste geseylt te hebben behouden cours iVi myl S.W.t.W., was afgediept als volcht, 26, 27, 28, 29, 30 vadem, wenden hel 154 Julius. doen om de O., de vrinl S.O.t.S.» 7t *7' O.UN. behoodeo, dMp 29, 28, 27 Tadem, al fjn witte saDtgroDti de stroom noch om de S.W. kopende, Alidoen laok het Rotbm ejfaot N.0. Vt <>• ^V, myl ntr gining tm om. Weaden hei detn weder om de S., diep 25 vadem, de wint TariabfA» moch- ten flomlyu &S.W., mntyto S.W.uS. «Mie S.t.W. seylen, de wint om eode by het O. oft- ende in echietende. Naer de middach helMnden connS.S.W. 2 mylen, diep 86 yaden, santgront; wenden het, behooden co«ra N.O.t.ri. Vi ™7^ ^kdoen diep 32 vadem, fyn witte wasige santgront, de stroom, geset ngffende, liep om de N.O., de wint S«0. ende S.0. t.0., ende was een sehrickelycke mist met motregen. *s Nachts 4 gbesen in de eerste waeht teilerde de stroom ende liep om de S,W. b 31 . *s Morgens was *t al mistach weder, de wint O.S.0. ende S.O., de stroom weder om de N.0. gaende, seylden behouden eoors S.W. 1 myi? ^mnden het, de wint doen S.O.t.&, behoodoi 01.N. V/^ myl» todden al de diepte vm 27, 26, 26, SO^ 32, 34, 36 tot 37 vadem, somtyts sant- eomtyts eteckgront. 's Middachts door malcanderen naer gisnag behouden O.S.0. V. S. 27, myl ; doen lach het Raèben eyl. 2'/4 DQyl N.t.W. naer gissing van ons; naer de mid- dach behonden S.S.W. Vi ■"7*' ^P ^^^ *^i ** vadem, steckgrent, doen gewent om de O.N.O., be- hielen naer gissmg N.0. 2'/. myl, diep 42, 35, 30 vadem, saot^^ont ende singelgront. Cn^gen doen de wint OJS«0., wenden het deen weder om de S., behouden eenrs 8.S.W. i'/, myl, S.t.O. V, mjl, diep 32, 35, 40, 42 Kadem^ steekgront; vemaemen des nachts groote raveliog van stroom. *s Nachts de wint N.O., behouden S.O. 1 myl, diep 44 tot 48 155 Jttlias. ▼adem» steckgronti doen dfi vint N.N, O.» behouden */^ mjl O., diep 49, 50 TadenOi steckgroDt, noch behoudt O.S.0. 2 mjlen, was na legen den dach, ende diep 60 vadem, steckgront ; soo ick con bemer- ekeo werden vrj met de fltroom ooi de S. geroert, het begon styf te regenen. Aognatiis. G 1. 's Morgens was 't heel mbtich met regen, de wint Éjt doorwaeyeade nyt een N.t.0., de see hol aen- sebietende nyt den O., leyden over ende weer om N. te winnen, maer verlooren in plaets van avance. Giste 'smiddachts behonden te hebben 8 mylen O.S.O., hadden doen de diepte van 72 vadem, steck- gront. Alsdoea lach het Robben eylant omtrent N.W. 9 mylen van ons naer gissing, de wint N. Omtrent 2 neren naer de middach hebben wy de boot inge- aet> alsoo de see hoe langer hoe harder aenschoot, giste van ^smiddachts geseylt te hebben 0.t.S. 2'/, mylen, was doen diep 75 vadem, steckgront, doen O. behouden 27t inyl> waeren doen gront af, de wint N.N.O. ende N.O., oock N., wenden bet verscheyden reysen de beste boech voor om N. te vrinnen, in de dachwacht begon de see styf uyt een N.N.W. aen te schieten, de wint alsdoen N. d 2. *s Morgens al heel mistidi weder, treckende naer 't N. met topseyb coelte, ende hadden holle deyninge uyt een N.N.W., wenden het O.waert over, naemen CMise voorroarsseyl in, alsoo hem de N. wint styf begon te verheffen, giste 'smiddachts behouden te hebben door malcanderen 67t myl 0.t.S. aen. Cre- gen doen de wint uyt een O.N.O., ende trock stracx weder naer het N.O., wenden het N.waert over, naer gissing geseylt van 'smiddachts behonden cours N.W. Vj^ myl; cregen alsdoen weder gront op 75 156 Augustus. Tadeniy wasige gront, wenden het doen O.waert over, met een N. coelte» de see hoi aenschietende oytdeQ N., de wint hem somtyts «tyf verheffende. e 3. 'sMoi^ns al doncker ende mistich weder, de wint treckende naer het N.0. met styve coelte met holle deyninge njt een N.N.O., wenden het N.W.waeit over. Alsdoen is per resolutie geresol veert , alsoo onse bestemde tyt volgens Instructie van den E. Heer Generael ende Raeden van India geexpireert is, dat men onse best soude doen om weder soecken te co- men in de Suyisee^ derhalve onse cours naer het Ganael de Vries toe te stellen. De wint met een styve door- gaende wint alsdoen N.N.0. synde, deden onse cours S.0. aen, giste alsdoen het Robben eylant omtrent N.W.t.W. 7« ^- ^'^ mylen van ons te liggen, hadden geen gront, saegen by menichte groote ende cleyne grauwe meeuwen vliegen. 'sAvonts begon hem de wint te verheffen met een storm uyt een N.N.O., ende viel een schrickelycke mist neer, de see met heel hol water hem verheffende uyt een N.N.O., naemen . al onse seylen in, ende lieten het liggen dryven met de steven O.waert over. f 4. 's Morgens de wint al uyt een N.N.0. met door- gaende coelte, met hol water, met heele donckere mist ende regen, saegen menichte gevogelt, saegen veel lange steencroos, blaeden ende stucken hout dry ven. Alsoo de wint wat ginck liggen omtrent. 2 ueren voor de middach, maeckten weder seyl, deden onse cours weder S.0. aen. Criste 'smiddachts ge- seylt te hebben als gedreven S.0. 22 mylen, waeren volgens dien, op de gegiste breete van 47 gr. 67i min., ende op de lengte van 166 gr. 15 min., maer bevonden ons op de breete te syn van 46 gr. 40 min., soo dat de stroom ons wel 6 a 7 mylen 157 Aqgustus. veerder om de S. geleyt hadde ab wy gi^ist had- den. Saegen daegelycx veel raveling van stroom, de- den 'smiddacbts onse cours S.O.t.0. met een door- gaende N.N.0. wint ende hol water tot dat do eer- ste wacht ayt was, wenden bet doen by de wint N.W. over tot de tweede wacht nyt, lieten het doen weder S»0.t.O. aengaen» g 5. 'sHoittens hadden wy al styve N.N.0. wint met holle deyninge uyt een N.N.O., saegen met den dach Gaep de Trou in 't S.W. van ons, ende lach in een dys; saegen noch een steylen hoeck van het Staienlant in U S«0.t.O. van ons, deden onse coors O.tN. aen, de wint doen N., seijlden O.waert over, om het Ganael de Vries terdegen open te seylen. Giste 'smiddachts door malcanderen geseylt te heb* ben S.O.t.0. 21 mylen, waeren volgens dien, op de breete van 45 gr. 53 min., ende op de lengte van 167 gr. 57 min., maer bevonden ons te wesen op de breete van 45 gr. 43 min. Alsdoen lach Gaep de Vries van bet Siaienhnt S.W. 4 mylen van ons, ende de ree van CompanyskuU lach in het N.0. 7^ O. 7 k 8 mylen van ons, deden als- doen onse Gonrs S. aen, het canael door, met een doorgaende N. wint, de deyninge seer hol de straet de Vries doorrollende uyt een N.N.0. Saegen by menichte gevogelte ende veel drift, al groote bossen van die lange croosblaeden voor verhaelt, dryven, de stroom liep met groote raveling om de S.; omtrent naer middach te vier ueren geseylt van 'smiddachts 5 mylen S.t.W. aen. Saegen doen de mineraelberch op het Campanyshm in *t N.O.t.N. 10 è 11 mylen van ons, saegen oock met een blinck in 't S.0. lant, ende scheen wel 22 k 23 mylen van ons te liggen, vertrou hetselve van *t Companyslani aen 't 1(8 Augustus. lant Tan Amêtyea vattgehecht is, dan conde wel wesen eeuige deurgangra noch daer benoMdea wae- ren. De slraet de friet gepasaeert syndft» deden onse eours S.W. ' langs de wal tui het Siaiemkmi om, oomende daerby langs; in de vooraacht haddeo wy een moy eoeltie oyt een N.N.W., maer in de nanacht stillekens met holle deymnge nyt een O.N.O. Wy hadden 'safonts Gaep de Trau orer iMSkUen- lant heengesien, in *t W.N.W. van ons, door een lage yaley lants. a 6. *s Morgens was U stilleties met holle deyninge nyt een O.N.O. Somtyts een cleyn oeeltie oyt een S.W. Met sons*reysen lach de Caep de F'ries 12 k 13 mj- len N.t.0. 7t O* ^^^ 01^ ff^ *^ middaohts geseyit te hebben S.W, */• S* ^^ mylen, waeren Tolgens dien, op de gegiste breete van 44 gr. 50*/, min., ende op de lengte van 166 gr, 56 min., ende op de bevonden breete van 44 gr. 43 min. Abdoen saegen wy de Caep de Tr&u in *t N.N.W. van ons, ende een hoogen bereh op de watercant van het Siatenlani staende, synde boven op met een witte roo aerdige pieck, lach N.W.t.N. 4 mylen van ons, ende geleeck wel mynerael van veere, wtnt als de 9on daerop scheen, blonck dese pleck geweldich. De Caep de Vries lach N.O.t.N. 13 è 14 mylen van ons ; het veerste van het S.Westelycxste lant dat wy sien conden, lach 16 è 16 mylen van one tot in 't W.S.W., ende was de Gehackelde berch op het S.W. eynt van U Statentani^ can voorts ten de op- doening hier after uytgeteyckent alles beoogen. De strecking van de cost langs het SUUenlani is S.W.t.W. Wenden het W.waert over. *sAvonts lach de berch met de wit roo aerdige pleck in *t N.t.0. */, O. van ons. 'sPCaeiits een cleyn eoeltie oyt den S., lieten het W.waert over staeo. 169 Aogoslas. J^ 7. *sll«ifeitt w«s 'I noj cUer lyieder, de wint S. ende S'.S'.W. met een «loye coelti^. «Ochtentd lach de Gêhaduid» berck W. Vt S* "^^ ^ Boeren-^ sckuer N.t.W. */, W. 4 è 5 mjhsn Tan ons» oonden de pieck Anêony in *t W.I.S. sien ende de Croon^ bMeh iB 't N.W. '/, N. mi em. Seylden al W. waert mer^ oregen groot op 120 vadem» 't welck temet opdrooehde als voicbl, 100, 90, 80^ 70 60, SO, 40 vadem, waeren omtrent 2 mylen van lant, ende bleef lang de diepte van 40» 35 vadem, al eleyne aingiKigrmit. fitste geseylt te hebben tot 's mid- dacUs W. 13 mjien^ waeren volgen» dien, op de gegisie breete ab voeren» ende op de lengte van 165 gr« 43 mm«^ drooehde eert op tot 30 vadera, ende voorts tot 15 vadem, cleyige gront. Waeren doen üAi onder de Gehat^eeUe berch Vt ^1^ ^^ ^^^If lubben het doen weder afgewent, a^eweni synde, al- 800 wy hier geen goede anokergront vonden, smeten 1} het met het schip by» syn met de praaw naer lant gestiert, om van wegen de E. Ueeren Staten ende den Prins van Orange ende de Vereenigde Geoctro* yeerde Oost-Indische Gomp., onse E. Hoeren Mees- tets, het lant in possessy te nemen, ende daer een pael te stellen met de Staten ende Gon^. merck. Haer iek, onder de wal comende, conde door de hrile aeascbietende see nergens aen lant comen, soehten soo langs de wal naer eenige gelegentheyt om aen te comen, tot dat het schip meest nyt het gesichl was, eenden de marsseylen p9s sien boven de kimmen, keerden weder naer boort; qoaemen *savonts soo veer dat wy het hol van 't schip sae- gen; doneker synde wert uyt het schip somtyts een canon gelost, qnaemen soo op *i schieten onterrich- ter saecke aen boort. Doen wy ^smiddachts soo 1) B'jdraaijen. 160 Augustus. dicht onder de wal waeren, lach de Croanbereh N. 7, O. van ons, ende conden die over hdi SfyUenhnt heensien, de afgaeode steyle hoeck van de Gehaekel- de berch lacli S.W. 7i S* 1 myl van ons, Uweick is de S.W. hoeck van *t Siaienlani. Ten^ylvyvan boort geweest waerén, was het schip wel 2 mylea om de S.S.W. gedreven, door de stroom die door het canael Antany quaem vallen. Met den doncker saegen wy den Gehackelde berch van 't Siatenkml recht W. over de Tepelberch ende de Croanbereh N. */, O. ende de pieck Anümy W.US. van ons. Saegen het lant in 't N.O.tN. soo veer als conden beoogen, de Gaep Canael lach S.t.W. van oos, wae- ren 2 & 3 mylen bnyten H hint, te weten van de Gehackelde herch f hadden de diepte van SS, 40» 45 vadem, al fyne swarte singel- somtyts grauwe swarte santgront. 'sAvonts de wint S.W., wenden bet S.O.waert over, de wint temet scherpende, 1) coodeD corts daemaer niet hooger seyien als O.t.S. De eerste wacht uyt synde, quaem de wint S.S.0. ende S.O.t.S., wenden het S.W.waert over met een moye coelle* c 8. *s Morgens hadden wy redelyck gesicht, alsdoen lach de Gehackelde berch W.N.W. van ons, ende was 90 vadem diep, gront als vooren; maer wert straci soo mistich, dat wy geen twee scheepslengten conden - van 0Q3 sien, met motregen. Giste tot 'smiddachts geseylt te hebben S.t.W. 6 mylen, waeren volgens dien, op de breete van 44 gr. 19 min., ende op de lengte van 165 gr. 36 min. Wy hoorden alsdoeo een groote aenstortende see ergens tegen het lant ofte recif aen ; de wint S.S.0. synde, wenden het om de O. daervan af. 's Nachts daerde de mist op, ende was claer weder, soodat wy de nacht wel voor 1) Scbmlen. Witsen. 161 Aogusiits. den dach mochten vergeljcken, de wint S«t.O. ende S.S.O«. met topseyls coelte. d 9. 's Morgens was U al soo mistich als daechts te voo- ren, wenden het 'sochtents om de S.W., de wint S.S.O., giste *s middachts geseytt te hebben 12 my- len O. aeni waeren volgens dien, op de breete van 44 gr. 19 min., ende op de lengte van 166 gr. 43 min. *sAvonts claerde de mist een weynich op,. 900 ons docht saegen lant in H N.N.W., maer was geen seeckerheyt, de wint doen S.0. ende S.O.t.S., seyldffli S.W«waert over. e 10. *B Morgens was 't mistich weder, de wint S.O., sae- gen veel raveling van stroom, 's middachts giste door malcander geseylt te hebben S.W.t.W. 197i niyl, alsdoen lach Gaep de Canael N. 5 mylen van ons, hadden doen de diepte van 66 vadem, swarte sant* gront, somtyts singelgront. Saegen wat naer de mid- dach met een blinck het WdMsch eylant in het N.Mr.t.N. 2 è 3 mylen van ons, maer was weder subyt betrocken, ende viel stracx seer dicke natte mist dat wy weer heel geen gesicht hadden, stae- cken by om de S«W. ; diep naer de middach 56, 55 vadem, swart fyne santgront. Omtrent een ner voor de sons onderganck de wint S., wenden het alsdoen O.waert over, *s nachts drie glaesen in de eerste wacht was 't diep 68 vadem, ende waeren in 't vyflTde glas gront af. De eerste wacht nyt synde, naemen de fock in de gejr, ende lieten het soo liggen dryven^ met heel mistich regenachtich weder. ( 11. 's Morgens de wint. als Tooren met mistich motrich weder^ wat op den dach wert het drooch weder, maer bleef even mistich, cregen een subyte stilte tot 's middachts. Giste tot ^s middachts geseylt te heb- ben O. behonden door malcander 1 myl, hadden 11 162 Aogastus. doen 4e diepte rm 58 vaden, ^st hjtdden roet den dach \ireder sejl getnaeckt, ende hadden over ende weder geseylt in de diepte van 120> tOO, 95, 90, 80» 70« 60v 58 Tadem. Ifaer de middach be- gon de fllisil wat op te claeiren> cregea een deyn coehie oyt den N., deden onse erars W. aen, naer de middach te 8 ne^ diep 84 Vadem, dfaigelgront, saegen soiHtyts met een btinek lieC daynich lant yan Caep Cktnael in ^t N.W. tan öna, het was *s nachts weder heel mistioh. g 12. *s Morgens hadden wy tamelyck gesicht^ Mngen om- trent 2 neren voor de middach het Watmseh éytant in t N*W* 7» ^- IV4 W' ^^ ^**> ®**® ^^ 8^" bt^ocken eylétaden tan TaMary in X W.S«W. van ons, de Caep OtifM«2 in^dfiy ladi 5 myleÉ N.N.0. 7fl O. Tan onsv was aisdoen 50 Tadem diep, swarte santgroit met schelpen Termengt. Wy hadden het bygehouden op de diepte Tan 85, 90, 80 vadem, siogeigront, Temaemen harde raveling van stroom. Is Middadits laeh het W. eynt van H WeMsch eyl. nxW. 7t N. 2 è S mylen van ons, qtraenen 's a- vonts (en ancker in de O^brOÊekem eyiakiden .Tan 7\im«try. Giste van *« middachts geseylt Ie hebben W.t.S. 5 mylen> waeren volgens dien van den mid- dach af gefeeekent» op de brèete van 43 gr. 42 min., ende op ét lengte van 164 gr. 44 min., diep 21 vordetn» swarte santgroni. Aladoen lach het Barbaren «yhnl W.S^W% IVi ^ ^ myleli van tfa^ ende bei Gebwatbên cytant 1 myl N.O.t.0. ende noch een lang vlack eylant N.W. 1^, myl van ona, de see styf de tieert inrollende nyt een Ji^O,^ ende 's nachts de wint N.N.0. met styre coelte ende hirde regen, Ttsrwachtehde den dach met patienlie. a 13. 's Morgens Was de wint N. met passetyck ciaer we- 163 Augustus. der, iaddeo hoUe dejniiige ayt den O. Alsdoen baeft de €»mina]ideiir den StiermaB Roelof met de < bed em de M. gestiert^ om te sieo ofte daer geen gelegèntln;ft was om boat te crygen, emde bet schip coide yerseeckert liggen; ende aboo bet hier geen tpelegeDlfaeyt vas sonder groot peryckel te li^en, beeft dea Gonmmidear een canonsdioot bieten doen, i^raerop de Jioot tegen den middach weder aen boort feeomeii is. Aen boort comende, rapfiorteerde wel foede fel^ndieyt f ^^^® ^ ^® N.W. hoeck Tan de bocht, alwaer op een hoochte een gemaeckt fort stont, ende in de iaetste 8 ii 10 hnysen, dan was nergens geen Tolck in ende scheen in geen jaer volck in gewoont te hd>ben. Van d"". dorp S*W.t.W. waeren aen de andere sy Tan de iiTier, die alhier omtrent 7i ^1^ ^^ ^f ^^^ ^^^^ pen, alwaer by elcx op een berch oock soo een ge> maeckt fort stont. Dese forten waeren gemaeckt als Tolcht: op den berbh, daer die op gesteit waeren, was maer een smal opcomende wech, het welck steyl was om op te dimmen, ende waeren palissae* den in 't Tiercant gesteit, Tan de lengte ende de h9ochte l^t mans. lengte, daer stonden 2^3 hay- sen in, waeren groote Tneren deuren in de palissae- 169 Angostus. d6D met groote clampeD, als die toe waeren werden dan met twee dicke hooten gesloot^, synde door de clampen heengestoocken. Op twee hoecken van dese viercante gestelde pali^saedën» is *t met verheven stellagie gemaeckt van vneren planoken, omdaeropajtte kydcen, voorts syn de palissaeden wel met dwarshon- ten aen malcander geslooten. Dese rivier is versch water, vonden nergens geen volck, syn weder naer boort gevaeren ; aen boort gecomen sjnde, verstonden dat de Scbipper met de boot geseylt was om de W.S.W., mede hebbende den inwoonder Pfoiasack met 2 van syn soons; hy hadde belooft, om eensy- den Japansche rock, de .onse te wysen alwaer het silver gegraoTen wert. De wint spde S.S.W. lave- rende met de boot om de S.W., dien dach hadden de habytanten veel oesters ende appelties aen boort gebrocht, dien haer voor ryst afgemyit werden. g 19. 's Morgens is een ander oudt man met een myge baert gecomen, ende dede bewys soo hem denCom- mandenr een cleetie 4 2 wilde geven, hy wilde ons oock een myn wysen; 't welck hem gegeven is, ende onse pranw wel gemant synde, is den Ondercoopman Pittavyn met hem mede gestiert, om het selve met hem te ondersoecken ; syn van boort gevaeren met den habytant, by hem hebbende oock 2 jongens, voeren om de S. by de steyle hoeck S.W. van Aekys om. Wat naer de middach qoaem onse Schipper met de boot weder aen boort, hadde niet aytgericht, den habytant had hem (zich) sieck gemaeckt ende wilde met niemant in 't lant gaen* Sy hadden geen volck vernomen, maer veel honden gesien. Corts hiemaer qaaem onse schnyt oock weerom, die hadde omtrent by het ^ cleyne eylant Mayamorier geweest in de bocht, daer had haer den ouden habytant gewesen ■170 Aagostus. « op *t stnai by een loopenl vendi watertie te grae- ?eD» naer daer graevende Tondea niet ais suit, soo- danich ab hel strant was» aoo dat het (door) dese iayden was geda» om wat to hebben. Naiasaek presenteerde de rock weder te gefen^ maer htbitn hem de rock ende den ander de cleelies laeten honden, om reeden dien airont nyt Tiascken geweekt ende soo yeel Tisch gevangen, ab in twee dagenconden opeeten. a 20* 's Morgens syn ick met de oleyne se^en de groote rivier opgevaeren tot omtrent 1 myl van 't schip; voeren in een ander dwars rivier, die W.S.W. in*t lant streekende, mee heel versch water is, vischte daer; terwyl ia de Commandeur te voet by oos ge- comen, ende hebboi met malcandoren ecm sooüen op de cant van de rivier gageetenu Aboo viry niet veel in dese ririer conden vangen, is den Gominan- dear met syn byhebbent gevaloh wed^ te voet tot by het sdiip gegaen, ende wy syn naer boort toe gevaeren. Dien dach is den Corporael van de soldae- ten, met den Assistent Davit Gassn met Ssoldaeten, met eea pranw om de S.W. gestiort, om eenich wilt soecken te schieten ende het lant aldner te oa- deeken. Waeren voorts daegelyci doende om brant- hout te honwen ende de masten, stengen ende ons want wat te versien. b 21. *8 Morgens syn ick ende Stierman Roelof wat voor daech eMc met een van de inwoonders prauties, die daertoe van haer geraylt waeren, de groote rivier opgevaeren, om te ondersoedken hoe booch die in *t lant opliep, bevonden die 3 k 4 mylen op te loopen om de O. met veel cromme omloopende rac- ken, doch is overal ondiep. Veeren de rivier soo veer op als conden, niet veerdor connende gingen noch een stuck wechts opperdan 1), vonden veel vlacke 1) Opwaarts aan? 171 Aogustos. landen met tang gras, sm lang dat als men daerin stont niet Tan hem sien conden, de eanten van de rrfier nieest met riet bewassen. In 't lant ende op sommige casten van de rivier hoodi geberchte, be- wassen met alderhande groet geboomte, als eycken, voeren, bereken, willige ende lindenboomen ende ¥ilde appelboomen, oock groote noótenboomen ende eenige by ons onbekende boomen. Vemaemen geen vokk noch hnysen, als een jaechhutien, opgeset synde van taeken van boomen, voeren doen de rivier we- der af; in het afaemen sa^en wy een seer groote yselyck swarte beer voor ons overswemmen, ende was aen lant ende in *t bosch eer wy daerby een- den oomen. Syn aen boort gevaeren. Aen boort co- mende hadden' de inwoonders veel oesters ende ap- pelties van roosen aen boort gebroebt, dese appelties, de pitties daernyt gedaen ende gestooft, smaeckt heel wel ende ververst trefticb. De wint S. met een styve coelte. c 22. 's Morgens was 't mistich weder, de wint S. met een styve coelte, hebben een vlot gemaeckt om te ' harpoysen, ende heeft ons volcq nyt visschen geweest, vingen soo veel visch als begeerden ; d*". is de timmer* man aen lant gegaen om twee wangen (schalen) daer te maecken tot de besaens mast ende groote mast. 'sMid- dachts was 't daer weder. Hebben verstaen van de inwoondersy ab dat het silver was te crygen in Ci- rarea, ende gont in Tacapsy^ maer dat het hare vyanden waeren, dat daerom Nüiasaek niet hadden dnrven met ons voick daer naertoe gaen. Seyden oodc als dat de menschen uyt al de andere dorpen ende hnysen door honger ende coude gestonen wae- ren. CanUiaer 1) was oock een dorp ofte plaeCse by Tacapsy^ dat waeren wel haer vrienden, maer daer 1) Op bl. 86 Goutsiaer. 172 Augustus. en was geen minerael naer haer seggen. *s Nachts hadden wj stpe wint n;t een S. d 23.' *s Morgens moy weder met een S. coelte; hebben het schip gecrengt, schoongemaeckt ende de eene sy geharpnyst, mosten de andere sy staen laeten door- dien het begon te regenen; cregen*s nachts een storm met harde regeui de wint S. e 24. 's Morgens de storm noch aenhoudende, hebben eea worpancker nytgeset om de S.W., des noots synde om ons daegelycx ancker daerby uyt te haelen. 'sAyonts de wint continueerende, hebben ons daege- lycx ancker uytgehaelt tot een borch. f 25. 's Morgens begon de harde S. wint wat af te nemen ende het weer wat te beteren, hebben omtrent de middach het schip voorts geharpuyst, hebben ons worpancker tuys gehaelt daer wy sus lange mede vertnyt gelegen hadden. Naer de middach cregen weder een harde S. wint. Syn *s ayonts met een deyn prautien de rivier opgevaeren, ende syn de dwars rivier opgeschept, die om de W.S. W. streckt ; voeren d*". rivier 's nachts 2 mylen op, cregen doen styven regen ende een harde wint, schnylden onder het lange riet tot tegen den dach, schepten alsdoen de rivier weder op. g 26. 's Morgens syn wy de rivier yoorts opgevaeren, soo veer als wy op conden comen, ende vonden die bo^ ven heel ondiep ende smal, alwaer een groote essen- boom dwars over lach, die door de groote afwate- ring de wortel uyt der aerde was geruckt; vonden op desa rivier schoone boomen staen van alderhande hout, of men in Noorwegen was. Hier wassen tegen de voetings van het geberchte op de rivierscant witte ende roode braemb^en, die ryp waeren, ende veel witte ende roo aelbessen met heel swarte imbere bei> 173 Augostas. yen (Himbeeren) ; vonden oock sehoone vlacke valeyen yan ylack lant, maer conden daer niet oploopen door de langte yan het gras. Naer ick boyen in de tiyier €on bemercken, soo had het lyater wel een yaeni *s winters hooger geweest als na met hooch water qoaem. Hier niet sonders meer connende yememen, sya de riyier weder afgevaeren, badden de riyier omtrent 4 è 5 mylen op geweest, ende loopt soo erom ak een slang, op het hoochst gelyck een gecmlde slang die byt (het oogenblik afwacht) om te springen. Vonden in *t afcomen, omtrent 2 mylen de riyier op, 6 hoysies op een ylacke hoeck staen, waerby langs een cleyn afloopent watertie qoaem afloopen, by een steyle hooge hoeck yan wit albastert steen; yonden daer geen yolck in, noch scheen in geen jaer yoick geweest te hebben, yonden. daer eenige vischkoryen in, gelyck de cnbbe in 't yaderlant; yoeren yeerder af, yonden akdoen noch 2 huysies op een ylackte staen, als de yorige, syn yoorts afgeyaeren. Voor in den montyan de riyier laegen eenige groote yaerenboomen, oock eenige ^4 ^y' ^^ riyier op, die 's winters met de groote cracht yan het smeltende sneeuwwater met wortel ende al afgestroompt worden, ende door de groote cracht des waters uyt de aerde gernckt wer- * den. Tegen den ayont by ons schip comende, saegen een Japansche lastberck by ons schip liggen, waer- oyer ick seer verwondert was; aen boort comeode yerstont als yolcht, dat d^. berck alhier omtrent de ' middach gearriyeert was, ende dat een Japander, synde een jongh flocx man, synde als oppefhoofl van d"". berck, aen ons boort bad geweest met 6 man yan syn yolck, ende hadde geseyt dat hy hier qoaem om te handelen, gelyck de Hollanders in Japan co. men handelen, ende dat hy yan een plaets qaaem 174 AugQSiOS. gcDMOipt Mmitmmfy Kneode beweüsn Ciq» Erogn •p EsB^ ende is ahher eoi Ja|NMclw re|Mt op d*. plaeu, 800 dü dit plaots onder de iipnder sorteert, naer dese laydaa eomen hier om to handelen tcI- wereky traen ende wahtschspeek» Heeft Tencheydea diseooraen met den Commandeur gehadt, ende is aen iNNHt ge? aeren, ende liet syn bo^waiock ende hoawer in de eajnyt Kggen, seggende ky sonde die morgen eomen haelen. Uaer lading m» ryst, gemaeckte roc- ken, sackie» toeback ; hadden oock loode rii^ties, die sy aen de Esoers sefaoncben, om fai haer ooren te hangen. Hy haddo ooek geseyt; ditt hy Tan een Japanschen vader, maer syn moeder oyl E$o was. Hy spraek do fisosdhe spraeck sbo pront ils syn Ja- pans ; hy seyde oock als dat in 'nicapsytmét Cirarea veel gent sonde vallen, heeft van eicke plaets een eleyn stnekien herchgoot aen. den Commandenr ge- schoncken ; hy seyde oook dat Sso^ aynde dit hot, een eylant was, ende haélde het fatsoen nyt sjn hooft met potloodt op een tri pompier met Japan, drea als in 't hantteyckenboeck is Ie beoogen. Seyde oock èst de JteMMdonMi syn kof hielt ia ËÊüttimay^ «nde dat daer een fraeye haeven bylach, genacanpt Camanda ; eeyde oock ab dat 4e Maisma- ifiMNiit jaerlycx naer den Keyser trock ende broeht schenekagie van Tellen lot tribnyt aen liem, syn reys nemende te waier tol iV«fo, wat verby de CtepGoe ree om de S», ende reyst dan naer 4ien Keyser over lanl naer Jedb. By affimeert het «eggen van deo Esoer, als ^i CoiOeiaer sonder mineraeienu ende dat Gkarea rilver ende goot heeft, ende dal Taeapsy goot geeft, hy noemde nech2 plaelsen f rMr, P0rf>olns{^) Op d**. Miben begonnen water ende heat te haelen. 3 27. '^Morgens is de Japander weder aen boori gecofoen. 175 Aflgostos. ende heidft iMI flchip bekeeckett ende daernae weder itatjBMl den OofiunttiABar gediscoureert ; eMi geschil- dM tallft eteetie hangeiide voor éb CooMnandèars coy» «yste dfter «co veel tf »k tot eea bewrse tan doea hidéo^ dMÉ fe hem Mft bodden wH 4at hy met syn berck dichter by ons comen wil- de. Oen Japanders naem was Ory(?) Ons yolek doende synde met water haeietti alwa«r den Japnuder oock met 2 il S aan van syn volek «om water is geco- men, elok een leege sackiebaly 1) hd>bende; dewelcke iBs voick baer gevnlt hebben^ ende syn mer haer boert gevaeren* Wy haelden dien ddèk veel èranthont aen boort met oose eleyne prBQW> syn h avonts nyt viflschen gevaeren^ qvaemen in den voernacht aen biMrt, brocfaten een Inüige soo vi»sh mede» In het aen boort c iek van de Koka gecrcgen; \ weick is de Japander, by haer soo genaempt. Mc heb in myn af- seheyt noemen de vroawen ende kinderen met cleyne enoyateringe vereert, ende syn sou met vrientschap van haer gesebeyden ende naer boort gevaeren. Ons water ende boot baelen gindc gestaedich veert; heb- ben op dien daeh honi tot een besaens mast gehackt ende nock twee greene epierea. d M. 's Morgens heeft den Gonmandeur een tent aen lant laeten opreehten, ende syn net alle mau in de wae- pmen geweest. Syn aeo door ende \erby het dorp van Aek^ gemarscheert, om de inwoonders eens te beteoaeni indien ons imant qnaet dedOi dat wy oock op onse defenlie «tonden. Schoenen seer vervaart ende bevreeet Ie syn, maer alsoo sy saegen dat wy haer geen qnaet en deden, gindc de vrees haest over. Syn weder by de tent gemarseheert, alwaerdeCranc- besoecker een predicatie gelesen 'heeft oyt den 16'** psalm, hel 4^ vaers. Hebben alsdoen r saemen wat ge- geten ende hebben dese baey genaempt de Goede Boap ; syn tegen den avont aen boort gevaeren. *»Naetits hadden wy liarde regen ende wint uyt den N. e 31. 's Morgens syn met het meeste scheepsvolck naer lant fevaeren, om het omgeliaekte ronthoot nyt het bosch 12* 180 AllgDStllS. op *l stnnt te bnogeiif eode tiNirfs lea iNMNrt sieo te oygeD; qoacflMi *s middachts weder aea boort, broeliten fed tackea met groole nooleo aea boort, die meeit lyp waerea. Uaddfis d*. hooi op de water- cant gebrocht, om het met het teeeonwiide hooch water aea boort te breogea; hebben oock boot tot wiotboomen eode hant^iaeckeii gehackt, synde ber- ckenhoot. Ons ronthvot 'aatonts aea boort gecregen hebbende, haelden ons daegelyos ancker i'hojs, om *a aoderdaegB t'aeyl te gaen. Soo hmg aia wj hier in de bay la^eo, hebben wy geen gedierte by haer yemomenab honden, ende ▼ier arenden, die wy Tan haer geraylt hebben Toor twee handen vol Javaenache taback. Voorts bet vei- werck dat ay hadden, vertroa ick, dat sy *8 winters ^^t^^9 ^v^^t bet wilt aomers hier niet ia te beco- men, door de dichticheyt ?an het bosch ende het lange gras. Dese bay sonde weigel<9en syn, om te overwinteren, des noots synde. Dese luyden syn niych van baert, bet halve hooft geschooren, voorts achter op H hooft lanck haer j de vrouwen haer hooft is met een crans geschooren. Het vronvolck schynt seer eerbaer te syn, alsoo wy conden bemercken aea haer ; als sy haer kinders de borst gaeven, bedeckten die seer nauw. Als hier een vrouw in de craem leyt, wort in een huysie alleen geleyt, tot dat de bestemde tyt verstreecken is; wert by de mans soo l^ng on- soyver gehouden^ Als sy eenige straffe doen des doots scliuldich ofte eenige van haer vyanden gevangen cry- gen, slaen die doot met een swaeren kneppel in de lenden. Voorts de streckingvandebayendehet iocomen van dien met de diepte, is akby de caertcan beoogen. September. f 1. *8 Morgens was 't heel stil moy weder, hebben met het criecken van den dach wat bot ingecort, ende 181 September. ▼erwaehten voorts het hooch water, lichtcD aladoen bet aneker ende boechseerden het gadt ayt; vonden in de kil 16 voet water. Terwyl wy met een voor- ebbe bet schip met de boot lieten nyt boechseeren, is den Assistent Amoot Bronwer ende Davit Gasso, naer Ackys gestiert met een cleyn prantie, om aen tfaiasack een Prince vlaggetie te vereeren. Wy qoaemen tegen den middach by den eersten hoeck ten aneker op 3 vadem, steckgront; want de ebbe verloopen was ende de wint ons nyt de see tegen- qnaero. Gorts daemae qoaemen de twee Assistenten weder aen boort, ende werden nytgeley gedaen van Ifakuackt ende met noch twee pravwen met haby- tanten, deweicke voor een adien medebrochten me« nichte oesters ende appeities van roosen. Gaeven oock een van baer hoowers aen den Gommandear, waer* tegen baer eick een cleetien is gaeven, ende syn soo met vrientschap gescheyden. Saegcn noch een praaw comen van Gaep Sanianel\ het scheen dat dese ha- bytanten de andere niet wilden verwachten, maer syn met der haest wechgevaeren naer Ackys. Dese praaw aen boort synde, was vol velwerck ; ais robbenvellen, elants, otters ende beeren, ende eenige by ons on- bdcende vellen; hadden oock een doode craenvogel ende eenige gedroochde visch ; presenteerden het alles te verraylen voor Japansche rocken. Depranw qoaem van QnUsiaer^ de habytanten waeren met baer vie« ren ; drie waeren gecleet met rocken van vellen, den anderen had een geschilderde Japansche rock aen, ende was een oodt man, met een myge lange witte baert. Qoaemen in H schip over, ende presenteerden baer waeren, maer daer en is niets van baer gemylt. Syn 's nachts van boort gevaeren ende roeyden naer van der Lyns eylant, om daer te vernachten. Ons 182 September. Yokk waeren 'savonU uyt Tisaohen gfifaere». Aboo wy in de Toornajabt een N. coeltie cregen, tchooten eeo aohoot^ dal sy aen boort sooden comra ; quaemen aen boort eode brochten een schoone soo f iaeh mede^ alwaer een groote steur onder va^. Wy syn wat dichter onder mn» der Lyn$ eylant geaeylt* ende heb- beo het aldaer geanckert op 8 yadem, steckgront; Torwachieiide den daoh, om bet rif met voorsich- tichéyt te paaaeeran, dat van Caep SmUamel afetreckt ; meest O.S.0* i*/^ myl in aee. g 2. *s Moif ons omtrent twee neren toor daech cregen wy een moy coeltie nyt een O.» deden onse eoors S., lichten ons ancker» het diepte al gaende af 8, 9, 10, 11, 12, 14, 15, 16 tot 18 yadem. Hielden het eylant het naest, liepen by de steyle W. hoeck uyt in see, om het rif terdegen te sohoawen ; dach synde saegen wy die Toorige aen boort geweest synde habytanten ons naer eomen roeyen, dan wy te hart ?oortgaende, keerden wederom naer de Caep SanUsnel toe. Een myl W. 7t ^* 'oy^ ^ O* boeck van de bay yan Tacapsy Tan de Caep Sanianel af. Wy bnyten in see wesende, setten onse vaertuygen in. 's Middachts giste Caep Sanianel N.t.W. 4 mylen ran ons, waerea vol- gens dien, op de breete van 42 gr. 52 min., ende 163 gr. 30 min. in de lengte, ende op de bevonden breete van 42 gr. 12 min. j diep 60 vadem, grauwe wasige santgroat. Wat naer.de middacb cr^en wy de wint O.S.O., lieten het ten naestenby N.waert over staen ; 3 uerea naer de middack was 't noch 90 vadem diep ende doen oorta gront af. 's Avonb schoen bet eylant Mosiirca N.O.t.Pf. 7 mylen van ons, ende Caep Canael ÜXO. 7i O. van ons. Sae- gen menichte van gevogelte, s Nachts 'was 't motrich ende regenacbtich weder met slyve t<^8eyle coelte. September. a 3. 's Morgens bqson de winl «1 treekeade naer het S. eode S,W. te toopen, 'ende Toorder oaer het W,» d* see hol aenschieteude ayt een S.0. ; wwden het abdoea ende lieten hel om do 8.0. staen. *aMid^ daohts giste geseylt te hebben S«t.W. It myl, wae- ren volgens dien, op de breete van 42 gr. 9 min., ende op de lengte Tan 163 gr. 18 min» ; deden als- dk»en onae conrs S.S.0. aen. Vier glaesen daernae saegen vj de Gaofi Eroen in *t W.t.N. 10 mylen van ons, vier neren naer de middac h deden vfj onse cours S. aen. *sAvonts saegen ivy bet hooge lant fan Gaep Eroen in 't W.N.W. van ons; saegen veel neeovren vliegen. *s Nachts de wint W. b 4. *8 Morgens was de wint W.S.W. met goet weder. Giste 'smiddaehts geseylt te hebben S. V, O. 16 mylen, waeren volgens dien, op de breete van 41 gr. 3 min.; hebben dien dach getalyt ende gestaecht. Naer den middach de vrint S.S.0. ende S.O., wen- den het om de S.W. met een labber coeltie. *s Nachts de wmt 8.0. ende S.O.t.8. c 5. ^s Morgens hadden wj een betogen lucht, de wint 8.0.t.8. Giste 's middachts geseylt te hebben S.W. '/, W. 15 mylen, waeren volgens dien, op de breete van 40 gr. 24 min., ende op de lengte van 162 gr. 27 min., ende bevonden breete van 40 gr. 24 min. ; lieten bet al S.W.v^ert overstaen tot ^savonts, wen- den het doen om de O. ; de wint aladoen S.S.W. In H njtgaen van de eerste wacht 'cregen wy de wint S.W. met regen ende styve coelte, naemen onse raarsseyls in, ende in 't inneemen der marsseyls is de sohenckel van de loef bras ende het ly*geytouw aen stnoken gebrooeken; waerover ons groot marsseyl oyt de lyck geraeckt is ; geyden voorts ons grootseyl op, lieten het met de fock ende besaen voort stacn. 184 September. Deee styre wiat hieil aen tol in *t ?yfie glas de tweede waeht, abdoen wert hel goei weder, ere^ gen een N. wint» deden oase eonn S. aen. d 6. *8 Morgens goei weder, de wint N. mei een labber- eoeltie. Giste 'smiddachts geseyll te hebben S. 8 mjlen, waeren Tolgens dien, op de N. breete nn 39 gr. 52 min.y de lengte als Tooren, «ide op de betonden breete van 39 gr. 54 min. Hadden ran 's ochtents in stilte gedreven tot 's middaehts. Cregoi naer de middach een Tariabel labber coeltie nyl eeo S. ende S.W. e 7. ^8 Morgens was 't moj weder met een deyne eodle ojt een S.W,, met een donckere betogen Inchl mei stilte, somtyts een tariabel ladiien. Giste 'smiddachls geseylt te hebben S.O.t.S. 5 mylen, waeren Tolgois dien, op de breete nn 39 gr. 37 min., ende op de lengte van 162 gr. 42 min. Wat naer de middach saegen wy eenige walrisschen. Met sons onderganck cregen wy de wint S.S.O., deden onse cours S.W. t.S. ; doen er 4 glaesen in de eerste wacht nyl wae- ren, cregen de wint S.W. met molr^en, wendm 'I S.O.waert over. Hadden *s ochtents de compassen op 8 gr. N.Oostering des naelts geleyt. f 8. 's Morgens moy weder met deyne coelte, de wint uyt een S.W., ende wat op den dach yariabdL Giste 'smiddachls geseylt te hebben S.t.0. '/i O. 8 mylen, waeren volgens dien, op de gegiste breete van 39 gr. 6 min., ende op de lengte van 162 gr. 54 min., ende op de bevonden breete van 89 gr. 29 min., bevonden styven stroom om de N. te gaen ; saegen eenicdi wier dryven. Naer de middach crcgea wy een cleyn coeltie nyl een N. ende trock naer 't O., deden onse cours W.S.W. *sAvonts de wint lf.0., stelden onse conrs S.W. aen. ^ 185 September. g 9. 's Morgens was 't een betogen loeht, de wint N.O., deden onsen conrs W.S.W. ; sa^en omtrent 2 neren naer sonnen opganck het lant in *t W. yan ons liggen omtrent 11 i 12 mylen. Bleten by de W.S.W. conrs, tot dat wy het lant ten deele verkennen een- den» *t welck was de hooge Taefelbereh ran de 0. enst vtfn Jaipan^ deden alsdoen onse conrs S.W. aen ; saegen ooek N.waert ?an ons het hooge lant Tan Nabo. Giste 'smiddachts geseylt te hebben S.W. */, W, 15 mylen» waeren volgens dien, op de breete Tan 38 gr» 53 min., ende op de lengte Tan 162 gr, 2 min., Alsdoen lach de Taefelbereh wel soo N. als W.t.N. 8 k 9 mylen Tan ons; deden doen onse conrs S.S.W. tot half naer middach, cregen doen de wint W.S.Wm lieten het ten naestenby S.waert OTor staen ; saegen groote raTeling Tan stroom. Met sons- onderganck lach de Taefelbereh N.W.tW. 7, W. 10 mylen Tan ons, 's Nachts de wint nyt een W.N.W. ende N.W., deden onse conrs al by de wint otot om de S.S.W. ende S.W. a 10. *s Morgens de wint N.N.W. met topseyls coelte, onse conrs om de S.W. ende daemaer W.S.W. Omtrent 2 neren Toor middach cregen wy de 0. cnst Tan Japan in H gesicht» ende lach in U W. ende W.S.W. Tan ons. Giste *s middachts geseylt te hebben S.S.W. '/, W. 19 mylen, waeren Tolgens dien, op de breete Tan 37 gr. 46 min., ende op de lengte Tan 161 gr. 6 min., ende op de boTonden breete Tan 37 gr. 38 min.; waeren 10 & 11 mylen bnyten de wal. Is alsdoen geresolTeert om onse conrs om de O. te stellen, tot ontdeeking Tan de Gont ende SiWer rycke eylanden; waertoe de goede genaedige Godt gelieft syn segen te goTon. Amen. Naer de middach ende 's nachts het Inchien Tariabel met Teel stilte. 186 Soptember. b 11. 'sMoffev awy veer ab ▼•oren mei rtihe, naer gb* 'stof gesejit O.t.N. 8 mylen^ heiMeo de breele Tan S7 gr. 51 min. Naer de middaeh een labber codtie uyt dea 8., Tariabel, als oeck 'smichts. € 12. *8Moifeiu ttoy weder, de wiot S.O., oaia eoors tea aaealeBby O.waeri eter ; wat op den dack cr^en wy de wint S.S.0,, de aee styf aemcUetende nyt een S.0. Gifto *smiddacbts geseylt te bebben O.N.0. 12 mylen, waeren TolgenB dien, op de gegbtebreete tan 38 gr. 9 min., ende ep de lengte van 162 gr. 39 min., ende op de bevonden breele Tan 38 gr. 29 min. Vemaemen bier de stroom om de W. te loepen ; waeren nu 28 mylen boylen de O. cost tan Japan. Saegen wat naer de middaeh een atnck bont dryren ende by menicbte gevogelte vliegen. Tegen den avont begon H styf te motri^enen, ende in de eerste wacht eregen wy een barde sbebregen, ende in *t laatste deel van d*. wacht wert bet stil tot 7 glaceen in de tweede wacbt, eregen doen een coellie nyt een W.S.W. met topseyls eoelte; deden onse cours S.0. aen. d 13. 's Morgens was 't een grauwe betogen luebt, giste 'smiddachts geseylt te iiebben O.t.S. 12 mylen, wae- ren volgens dien, of de breete van 38 gr. 20 min. ; maer bevonden te syn op de bevonden breete Tan 38 gr. 40 min., soo dat op noves bevonden de stroom styf om de N. te gaen; deden onsen cours S.O., de wint W. met bolle deyninge nyt een S. ; saegen veel meeowen vliegen. e 14. *s Morgens was 't moy weder, de wint N.W. ende N.N.W. met topseyls eoelte, cours als voeren. Giste 's middachts geseylt te syn S.S.0. 20 mylen, waeren -volgens dien, op de breete van 37 gr. 26 min., ende op de lengte van 164 gr. 16 min., ende op de be* September. Tonden breete Tatt 37 gr. 16 mmM befondeo jaiê do de sirown gekenlert te weseo, waerea na 48* mylea bayteo de O. cngt Tan Japan, ViDgen 2 eleyne lant- vogelties gelyck; rietvmekiea. *s NtehU cregea wy een N. eoelte. f ]9« ^s Morgens moy weder» da wint ab voeren nyt een N.N.W. met bolle deynioge nyt een N* Giste *sinid- daobts geseylt te hebben O.t.N. 17 mylen, vraeren Tolgens dien» op de gebate breete van 87 gr. 29 m.» ende op de lengte -van 165 gr. 88 min., ende op de bevonden breete van 37 gr. 24 min. ; waeren doen 64 mylen bayten de O. eost van Japan. Sae- gen veel steencroos ende een stade bont dryven ; de- den onse coars N.O.t.0. aen; aaegen naer de mid- dach een stook van een viereante balck dryven, syn* de viercant gehackt» lanck omtrent 1'/^ vadem ende 2 voet breet» ende scheen al lanck gedreven te heb- ben. De wint trock temet naer het N.N.O., ende continaeerde die heele nacht. g 16. 's Morgens moy weder met een slappe N.N.0. coeite, met holle see nyt een N. Saegen voor de middach een grooie schilpadt dryven, saegen veel cleyne clip- ' meeawties ende andere groote meeawen vliegen. Giste 's middachts geseylt te hebben O.t.S. 16 mylen» wae- ren volgois dien» op de breete van 37 gr. 12 min., ende op de lengte van 166 gr. 54 min., ende op de bevonden breete van 37 gr. 17 min.. Vingen weder een eleyn lantvogeltie corts naer de middacb, gelyck een pattertie. De wint variabel met stilte ; waeren na omtrent 80 mylen bayten de O. cust van Japan ; met sons ondergandt cregen wy de wint uyt een S.S.O., deden onse coors eerst N.O., ende daemaer O.N.0. ; in de eerste wacht motregen» in *t voorste van de tweede wacht cregen wy een styve wint nyt een S. ; naemen beyde onse marsseyls in. 188 September. a 17. 's Morgens was *l al ongesUedich weder, meC stjYe boyen oyt een S.S.O., met regen ende hol water, naemen onse bonets af ende reefden de besaen, de wint allengskens naer het S., S.S.W. tot het &¥. omloopende. Leyden 's ocbtents onse compassen op 10 gr. N.Oostering des naeits. Giste *smiddaehts geseyit te hebben N.O.t.0. 16 mylen, waeren toI* gens dien, op de breete van 37 gr. 53 min., ende op de lengte ?an 168 gr. 2 min. Bevonden alsdoeo dat wy groote leccagie door onse laetpoort gecr^oi hadden, maeckten het van binnen soo veel dicht als Gonden. Wat naer de middach wert 't moy weder, brochten onse bonets weer aen ende setten alle de seylen doen weder by, ende deden onse conrs 0. aen, de wint temet met een stjf topseyls coeltie naer het W. omkringende ; de holle deyninge draeyde al met de wint om. 'sAronts hadden wy veel blixem in *t S.0. ende in 't S.S.0. b 18. 's Morgens was de wint W.N.W. met styre coelte; saegen een stnck hont dryren, ende veel meeowea vliegen. Giste *smiddachts geseyit te hebben 0. 38 mylen, waeren volgens dien, op de breete van 37 gr. 53 min., ende op de bevonden breete van 38 gr. Stelden doen onse conrs O.t.S. aen; waeren alsdoen 130 mylen biiyten de O. cust van Japan\ de wint naem langsaem af ende liep in 't N.W. 's Nachts N. met stilte ende slecht water. c 19. 's Morgens was *t heel mistich weder ; setten voor de middach ons want aen. Giste 's middachts geseyit te hebben O.t.S. 17 mylen, waeren volgens dien, op de breete van 37 gr. 47 min., ende op de lengte van 172 gr. 38 min. De wint naer de middach naer het S.W. ende voorts naer het S. treckende, deden onse conrs O.t.N. aen, ende corts dacmae 0. 189 September. 's Nachts stjve coelte» 's avonts hebbeo wy oose com- passèn op een streeck N.Oostering geleyt. d 20. 's Morgens liadden wj moy weder» met een 8ty?e dooigaende wint met slecht water; saegenyeelmeen- wen vliegen; rervolgden onse cours om de O. Ffaer de middach ten 4 neren cregen wy een styye coelte nyt een S.t.W., soo dat wy onse marsseyk innaemen. Tegen den aront de wint naer het W. trecLendé, maeckten de marsseyb weder by, met styve topseyls coelte ; doen er drie glaesen in de eerste wacht uyt waeren, rerhefte hem de see soo snbyt met een W. styte wint, dat wy weder de marsseyls innaemen. e 21. *8 Morgens was *t helder ende claer weder^ de wint W., hebben onse marsseyls weder bygemaeckt, ver- Tolgende onse conrs om de O.; cr^en naer de middach de wint WJT.W. tot in de eerste wacht, doen N.W. ende de coelte loopende temet naer het Ff. ende toorts N.0. ende voorts naer het O. f 22. 's Morgens hadden wy moy helder weder, de wint tegen den middach S.O., 'smiddachts S.O.t.S. met slappe topseyls coelte, met holle deyniage nyt een W.IIf .W. ; maer cregen 's nachts slecht water, 's Nachts de wint S., treckende temet naer 't S.S.W. met gemeen topseyls coelte. g 23. 's Morgens hadden wy moy weder, omtrent 2 neren voormiddach saegen wy eenige pnystebyters rontom het schip vliegen, met menichte grauwe ende witte meeuwen ende eenige swaluwen ; stelden onse cours S.O.t.S. by de wint over. *sMiddachts giste geseylt te heU>en 0.t.S. 20 mylen, waeren volgens dien, op de breete van 37 gr. 32 min., ende op de lengte van 181 gr. 12 min., ende op de bevonden breete van 37 gr. 31 min.; waeren alsdoen omtrent 240 mylen buyten de O. cust van Japan. Ende alsoo wy 190 September» vemoedMi dal deio poyiMiyten uyt de S.0. Tan daen Ie eonomi, is geresolftert oase ceon S.O.tO. ieD te sleliea Dmtmt SO mylea, om te ondenoe* dcea of wy bet eybat Jltee de Pkit$ ddecr moch- lea bijegeiieii» De wint S.W.t.S., 'sivoBts vemae- men wy geen meer poyslebyters ; io % ondergaen fan de BOB seheeoen \ry luit te siea io H W,t.S. van OQs, alwaer wy naer toe gewent syn, W.waert o?er ; de wint 8.S.W. 'met slappe topseyb coelte. 'e Nachts badden wy belder weder met claer gesicbU a 24. 's Morgens badden wy elaer beider weder^ *8 nachts geseylt W.t.N» 7 mylen, maer ▼ernaemen geenhnt; syo wat neer sons^rysen gewent S.O.waert oTer^Biet een topeeyls coelte endeeeneiaeresonnescbyii. 'sMid- dachts bebben wy ense conq^assea op 14 gr* N.Oos- terhig geteyt ; de see styf nyt een S.W«. aènachieten- de. *s Nachts moy weder, de wint 8.8. W. b 25. 's Morgens was 't moy weder, de wint S.S.W. met slecht water met een topseyls eodte. 'sNacbts weder ende wint als voeren. e 26. 's Morgens hadden wy moy weder, de wial als goo- ren ; saegen eenige witte meenwea. Wat toot de mid- dach eregen wy een weynich regeo. *s Hiddachts is geresolveert onse cours 0.8.0. aea te steUea tot 'sa- Yonts, ende als dan geen lant tememende, onse coan om de O.N.0. aen te stellen, 's Avonte niet verne- mende, deden ome coors O.N.0* aea met eea S.t.W. coelte ende belder weder. d 27 . ^s Morgens weder ende wint ais vooras, omtrent 2 neren toer de middaeb eregen wy de wint nyt een N.0. tot 'sttiddaehts, alsdoen O.N.0. met een top- sejls coeltOi wenden bet risdoen H.waert over. Giste geseylt te hebben O */• N. il myien, waeren vol- gens dien, op de breete vnn 3S gr. 13 lOta., ende lil September. op éB Imfid ynm 186 gr. 59 mnu» «Mie op de breete vaa 86 gr. 10 miiu ; negen gröote graowe cockmeeowen eiide een witte pyktaert De eerste macht trock de wint naer het O. cade voorts naer het 8. 0., ende liep ia de dachwaefat naer ket S. e 26. sHoi|;efi8 was 't kelder weder met claer gesicht, de wint S.W. met moye coelte^ onse cours O.N.0. aan. Saeg^ naer de raiddach eenige Iroppen meeu- wen ; hadden 'e nachts belder gesicht. [ 29. "isHorfens was *t moy heider weder^ de wint S.W. mét een doorgaende styve coelle, deden ^middachts onse cenrs O. aen, de wint alsdocn W. met styve dooi^aende coelte ende heel hot water« 's Nachts helder gericht. g 30. *È Moi^ns was 't moy weder met een atynie W. wint, treckende ailengskens naer het W.N.W. met heel hol water. 'sAvonts liep de wint naer het N«W. net helder ende daer weder *8 nacht». Oeiebcr. a 1. 's Morgens was 't moy belder weder met een styve N.W. wint ende bol water uyt een N.W. ; saegen Teel f;em>gelte. 'sMiddachts naer gissing geseylt O. */s 8* 48 myien, waeren folgeas dteo, op de breete van 37 gr. 2 mm., ende op de lengte tan IM gr. 17 min. 9 ende op de bevonden breeté Km 36 gr. 56 min. b alsdoen geresirffeert om weder te keeren ▼an de O.» ende onse eonrs crayseode em de W. te doen. iSaer de middaeh noeli O. geseylt 4 mylen, wa^en velgens dien^ op de breete van 36 gr. 56 min, ende op de lengte Tan 196 gr. 37 min., waeren doen 460 mylen boyten de O. hadden doen de diepte van 46 vadem, steckgront, lieten het doen dryven, dreven W.t.N. heen, omtrent iVt loyl) vyas doen weder 50 vadem diep, steckgront. 216 NoTember. e 16. '8 Morgens de wtiit O.N.0. met styve N. mouson» eoelte ende dejsich weder, doen noch W. 8 mylen geseyit, was alsdoea diep 40 vadem , steckgront; nae het schaften Tan de vroe cost gesejlt W. 7 mylen, was doen diqp 38 Yddemi steckgront. Giste 'smid- daehts door maloander gesèylt te hebben W.t.S. 31 mylen y waeren volgens dien» op de breete van 26 gr. 82 min.y ende op de lengte van 138 gr. 6 min. ; deden doen onse coors S. aen, met een N.0. wint. Giste tot 's ayonts geseylt te hebben S. 1 1 mylen, was doen diep 40 vadera» stedcgront, noch S. onse coors vervolcht 4 mylen, was noch 40 vadem; sae- gen doen een groot vner op Formosa in 't O.S.0. Van ons, *t welde wel 6 i 7 mylen van ons was. Smeten het by mei een seyl, met de steven om do N.W., dreven W4.S. 1 myl, bleef een diepte ; voorts in de taondewacht gedreven W.t.S. 27, myl, was doen diep 45 vadeni, steckgront, in de dach- wadit noch W.t.S. gedreven 1 myl» was doen diep 40 vadem, santgront. f 17. 's Morgens was 't een heel styve N. moosons wint, jDet heel deysich weder ende hol waler, de wini Pi.0%, dreven noch S.W. l^t myl, diep 40 vadem, wasige ' santgront. Saegen 's movig^i de berch van Tamrioy op Formosa in 't 0< ioin ons, raaeekten stsyl* stelden onse cours S. aen, 1^^ myt; Ende al- soo wy saegen, dat het jacht Breskens niet volchde, hébben het bygesmeten ende hem ingewacht, doch nisoo wy hera saegen aencomeft seylen, slegenr weder .voor. Van cocx schaften tot ^smiddiichts geseylt, nae gissing S.UO. 3. mylen, alsdoen hadden wy naer gissing door malcander behouden S.UW. ^4 ^- ^^ myleb, waeren volgens dien, op de b?eete van 25 gr^ 216 November. 14 mia.y ende op de lengte vaa 137 gr. 43 min., alsdoen lach de Leguaens hoeck S«0.t.O. 4 mylen van ons, soo dat ons de stroom styf om de S.S.W. ges^t had. Doen het jacht by ons was, dedea wy onse coars S.W.t.S. aen» ende voorts langs de wal op de diepte van 20, 16, 18, 15, 14, 10, 13, 8, .7, 9, 10, 11, 12 vadem. 'sAvonts passeerden vfj de . hoeck van Bisselyo^ ende in de eerste wacht passeerden wy het Ftssehers riff, liepen al trecken- de langs de wal; ende soo wy vernaemen dat de vloet ginck ende ons op de wal sette, gierden wat van de wal af, tot dat wy in de diepe knyl van WanckMg qoaemen, ende de diepte van 50 vadem bequaemen, wasige gront. Lieten het doen dryven, met de steven om de W., dreven S.W. heen, diep- te temet af tot tegen den dach dat 65 vadem, wa-» sige gront, diep was, ende worpen weder, cregenop d®. diepte grof sant, singel ende craelties aen het loot op, waerdoor vermoeden omtrent de Peseod/ores ej\. te syn; hielen voor wint om, ende leyden liet met de steven om de O. g 18. *8 Morgens metten dach, sa^n wy de ^iMirl^ clippen in *t W. van ons 2 mylen, bleven soo lang liggen , tot dat heit jacht con sien, dat wy seyl maeckten, al- soo het heel deysig weder was, ende was doen diep 70 vadepi, grof santgront met crael vermengt. Doea wy het jacht terd^e sien eenden, stelden onse cours 8.0. 7t 'S* ^^^» ™^^ ^^^ ^^V^ doorgaende N.0. wint, saegen omtrent 3 neren voor de middach de rondayt (redoute) van Wanekang in *t O. van ons. Deden onse cours S. aen naer het Noorder rif van Tayauan, alwaer omtrent de middach qoaemen, daarbij omloopende, op de dieptensvan 8, 10, 7, 6, 5, 217 NoYember. 4^4 vadem, comende vrat naer de middaeh op de Noorder- ree ; cregen de loots aen boort, ende sya benefiens het schip de fFaterhont^ die op de \1^ d^. uyt Japan hier te ree gecommen was, naer binnen geseylt. Qoae- men binnen ten ancker op 10 vadem, waervoor wy niet genoech de goede Almachtige Godt connen loeven ende dancken, dat Hy ons van dese gedaene peryckelense reys soo genaedelyck bewaert ende hier binnen Ta- yauan behouden heeft gebracht; Hem sy alleen eer, Amen. Wy vonden binnen liggen de fluyten de Oranten- beom ende Meerman ende het jacht Lülo. Boy- ten op de Noorder-ree lach het schip de Swaen. 218 JOUfiNAEL VAN DE MAENT APRIL, IN "I (X 80 MIN. BEOOSTEN DE MEBIDIAEN VAN TENEEII LINIA EQUINOGTIAEL, DOOB COANELIS JAN8Z. oq DA&EV. OXQI8TB LES91 DATUM. COüBSKir. MTLSH. BRBBT£. ICAKBH. 0E« MIK. OR. iJPl UL, C 4 » m 145 d 5 N. Vi 0. 4V« 1 12 145 e 6 N.t. W. 2Vi 1 22 145 f 7 N.W. 4 1 83 145 g 8 N.0. 3 1 42 145 a 9 N.N.W. 1 1 48 145 b 10 0.t.N. iv« l 49Vi 145 c 11 NJN.0. ö 2 8V, 145 d 12 0.t.N, 2 2 9 145 e 18 W.t J^. Vt N. N.O.t.0. 4 2 llVj 145 f U 5 2 23 145 8 15 N.t.W. 7 2 49 145 a 16 N.W.t.N. 14 hS 36 145 b 17 N.N.0. % 0. 10 4 41 145 c 18 Koorden. 12 6 1 145 d 10 Oost. 16 ^ 1 146 e 20 N.t.0. «/i 0. 14 7 28*/, 146 f 21 Noorden. 15 8 40" 146 g 22 N.t.W. 16 9 43 146 a 23 Noorden. 18 10 52 146 b 24 Noorden. 18 12 4 146 c 25 Noorden. 17 18 16 146 d 26 N. Vi 0. 12t/, 14 6 146 e 27 N.O.t.0. 22 15 1 147 f 28 N.0. 22 16 11 149 g 29 N.0. 12 16 50 149 a 80 N.0. 7 17 10 149 MAT. * b 1 N.t,W. Vt W. N.N.O. 18 18 81 149 c 2 9 19 4 149 d 3 N. Vi 0. 5 19 17 149 e 4 N. Vi W. 20 20 37 149 f 5 N. Vi W. 20 21 59 149 g 6 N.t.0. % 0. 18 28 10 149 a 7 N.0. 19 24 4 150 b 8 O.N.0, 15 24 29 151 e 9 0.t.S. 131/, 24 «2V,'I52 d 10 O.S.0. Vi s. 15 24 8 153 e 11 Noorden. 14 25 l 153 f 12 N.0, 12 . 25 35 154 219 BEEECKENT VOLGENS ONSE SETLAGfIE, BEGINNENDE 145 GE. PE VAN DE BEEETB VAN O GIL 54 MEN. BENOORDEN DE •EBSTIEEMAN, ANNO 1648. BBGJBTB. i ms. MQBWTBurO. AS. N.OoBtering. 54 O 22 34 44 46 O 7 O O o 4 4 4 O 4 12 4 22 4 22 49 6 18 O 80 40 O 40 O 8 O 12 9 16 50 28 Oj 57 17 89 O 10 6 43 36 5 O 4 O O 4 O 4 O 4 4 4 O 4 4 O O O o 5 O 5 5 5 4 5 O 5 5 O O WDIDUf. XEMioB BBTnnonoEir. O Sordelyck. O Variabel. N.W.t.W. OjNoordelyck. Variabel. Variabel. O^oordelyck. olKoordelyck. O O O O O 14 N.O.t.0. 13 5 Variabel. Westelyck. O.t.N. Variabel. Oostelyck. Oostelyck. OINoQrdelyck. O Oostelrck. è 0.t.N. 40 0.t.N. 20 O.C.N. 39 0.t.N. O 0.t.N. 15 Variabel. 48 Variabel. O S.O.t.S. Variabel. 01 Variabel* Oostelyck. 16| Variabel. Oostelyck. 27 Oostelyck. 15 0.t.N. 15 0.t.S. 50 S.O.t.0. O Saydelyck. O IT.0. 30 N.0.t.N. 45 0.t.N. 58 S.0.t.S. Gaen 'savonts t*seyl yaa yoor Mahye, TemaUn 4 li 5 mylen S. V4 W. van ons. TtmaJUn 7 mylen S. raa ons. Tematen S.t.0. '/• O. 10 mylen Tan ons, waeren 5 mylen bnyten t lant. De eyl. T^mgy-Songy O. Vi N. 4 mylen ran ons. De eyl. Tongy-Songy O. */« N. 4 mylen van ons. De evl. TongySonMf O.t S. 8 mylen van ons. Het N. eyndt van bet eyl. Doy rï.0. Va N. 5 myl ▼an ons. Het eyl. Doy 8 mylen van ons, op de streeck ala vooren. Het eyl. Tuaneara O.N.0. S 'k 7 mylen van ons. Het eyl. Tuaneara 0.t.S. V4 S. 3 mylen van ons. Hebben onse compassen op 4 gr. N. Oostering geleyt. Het eyJant Taiao W.tJff* 9 mylen van ons. Bevonden styve stroom om de Noort. Doen getalyt ende gestaecht. De stroom styf om de Noort loopende. De stroom styf om de Koort loopende. Doen ODse boodt ingeset. Saegen croos ende een lant vogeL Topseyls coelte met een grauwe Incbt. Bevonden de stroom gedaen te bebben. Qemeen topseyls coelte. De eyl. ^iniua 6anta 88 k 40 mylen S.W.t.W. van ons. Met styff topseyls coelte ende moy weder. Met gemeen topseyls coelte ende een beldere Incbt. Veel stilte. Met styve doorgaende coelte. Met topseyls eoelte ende veel regen, saegen meenwen. Met stUte ende veel regen, saegen een swalnw vliegen,. Met motregen, saegen meenwen vliegen. Met topseyls coelte met bolle deyninge nyt een N.0. en O. Met topseyls coelte en bol water nyt een N.0. Saegen een lantvogeltie ende veel meenwen vliegen. Saegen veel troppen meenwen vliegen, ende croos ende qnallen o^ven. Breskêtu eylant W. 6 mylen van «ns. Saegen swarte meenwen met scberpe staerten. Saegen veel meenwen vliegen. Deyninge bol nyt een K.0. Saegen veel meeuwen. De deyninge nyt een O.S.0. Saegen veel meenwen. 220 DAOBN. MAXBN. DATUM. C017B8BV. XTLBN. OBGI8TB BBBBTB. OE. XDf. LXXOTI. OB. m g a b c d e f g b c d e f b c 18 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 80 31 JUHTÜS* e 1 f g b c 8 4 6 6 O.N.0. O.t.N. Noorden. N.W. V« W. N.N.W. NJT.0. N.N.0. N.0. N.O.t.0. N. Vi O. N.t.0. S.W. Vi s. N.0. West. N.tW. % N, N.N.0. S.O.t.S, N.W.t.N. Oost. N.W. Oost. Noorden. Noorden. N.t.W. «/, W. N.N.0. N.t.W. N.N.0. 0.t.N. Vt N. N.N.0. Noorden. 80 15 20 14 16 28 80 18 6 20 9Vs 5 10 4 16V, 9 9 5 8»/4 4 6Vi 16 14 8Vi 8 11 10 25 26 27 28 29 80 82 88 83 84 35 85 85 36 87 87 37 37 37 88 33 38 38 88 89 40 40 40 41 42 59 10 80 5Vi 1 46 45 22 85 53 80 14*/, 58 O 5 38 19V, 50 50 1 1 24 80 28 28 36 45 156 157 157 156 156 157 158 158 159 159 159 159 160 159 159 160 160 160 160 160 160 160 160 160 161 160 160 51 161 » 26 162 4 16S 221 viTosDur BUETB. 1. Hm. 58 o o s 3 54 K.Oostering. 6 31 1II8WT8INO. o o o o 34 O O 30 Q O O 5 38 ao 50 o o 40 O 6 6 6 6 7 7 7 O O O 7 O o o 7 O o 29 O O O o 24 O O O O O 8 Snjdelyck. O Variabel. O Variabel. 45 N.O.tN. 41 N.O.tO. 28| O.S.0. Variabel. S.S.W. Weatélyck. S.W. en 54 W.S.W. O Variabel. O Stülekeos. 49lS.t.O. S.0. O.S.0. S.0. Sayddyck. O O O O O O O o WIXDXR, BEinQB vEYmaxQsa, So^delyck. Variabel. Sajdelyck. Variabel. Variabel. Variabel. 0S.We8tel7ck. ONoordelyck. Sajdelyck. Ol Soydelyek. ol Soydeljck. Variabel. JNoordelyck. 0| Westelyck. Met regeOf hebben een swalnw om het schip eien Tüegen. Saegen Teel meeuwen ende een cleyn lantTogeltie. Saegen veel meeuwen vliegen en veel steencroos dryven. Slap topseyls coelte, holle deyninge uvt een O.N.0. Saegen veel meenwen ende een witte peylstaert vliegen. Met topseyls coelte, saegen een groot bos croos dryven. Een styve doorgaende coelte met regen, quaemen ten ancker onder bet Ongduckich eylant. Doen lach het Ongeiuckich eylant S.W.t.W. vUf mylen van ons. Saegen de S^O. hoéck van Japan, Doen lach de S»0. hoeds van Japmi^ anders ge- naemt BomHo S.W. % S. 5 mylen van ons* De SandttU^fnige hoeck doen W. 4 mylen van ons. Doen lach de t^eyie tntte hotch van Giêtima W» /Jie4 1 8V|IW 58 167 50Vtl« 43 19 19 86 86 46 49 f 9 165 165 166 165 165 165 164 164 5Vi 1« 19«/tW 1 ▼m de» l#deB AmmUw <•* ^ Sayden. 8.t.W. 8. Vi O. S,W. Vs W. 8aTdeii. S.Ö.t.S. S.t.0. % O. S.W. «/, W. S.S.W. % w. 4 . 42 U 42 16 41 15 40 8 89 5 89 8 39 15 38 19 37 59 9 5V, 24 52 37 6 53 46 163 163 163 161 162 ]6i 16S 162 161 227 BBTOVDEV BBBBTB. I. loirj xnwTSiiro. WniDBX. XBKIOS BBTIRDIVOBN* N. Oostering. 0.8.0. en 8.0. O O O 40 43 43 8 8 8 O Noordeijck* Variabel. Noordelyck. Variabel. Noordelyck. 15 Variabel. 15 N.N.0. 15 N.N.0. S N.W.t.N. O O 010 o o o o o o o o 8 o 9 o o 8.t.W. Variabel. S.S.0. S.0. S.0. OlNoordelyck. N.N.0. Noordeljck. Variabel. OJNoordelyck. Sojdelyek. Als doen lach het Robben eyl. meest in *t Noort yan ons. naer ^ssing omtrent S mylen, maer conden a*. eyl. niet sien, het was 37 vadem diep, steckgront. Als doen lach het Robben eyl. N.W. ende omtrent 9 mylen Tan ons, ende was doen diep 78 Tadem, steckgront* Met styff topecTl ende variabel weder. Met Btyve coelte ende heel mistich weder, saegen veel gevogelte. Met styve wint, saegen Teel drift, bevonden dat de stroom ons styf om de Snyt geset hadde. Als doen lach Caep de Vries S. w. 4 mylen vae ons. Als doen lach Caep de Vries N.O.t.N. 18 h 14 my- len, waeren 4 mylen boy ten het Staet^UanL Waeren dicht onder de Oehackelde bereh % myl van lant, op de diepte van 15 vadem, voyle gront. Met topsevls coelte ende een dichte mist. Met topeeylfl coelte ende heel mistich weder. Als doen lach Caep de Canael AnUn^ mede 5 my- len van ons, ende was dief» 66 Tadem, singelgront. Met topsevls coelte en mistich motrich weder. Ab doen lach het W. eynt van 't Waloiseh eylant N.t.W. Vs N. S h 3 mvlen van ons, qnaemen ten ancker in de Gebroocke eyl. van Tamary, op 21 Tadem. Met styve coelte, laegen ten ancker, gingen naer middach t*seyl. Als doen lach Caep de Manshooji N.t.W. S mylen van ons. Als doen lach de l^eyle W. hoeck van van der Ltfns eylant W. Vt &• 1 ^7^ ^ daer qoaemen negotieren, weick oock in de provintie van Matsmay^ besit schenen te hebben, doch boyten deselve niet. Ende dos vele ^7 S^segt van de voyagie naer Tartarien, reiererende den 254 corieitten leser, wegen rerdere partieoUritejleii na wiadca, eiroooien, grondea, oostett etc. tot de Jepmaeleii* by de re* specÜTe jeverhedea gehmideD, mitsgaeden de prenten deertan gemaeckt. ' Nmt gedteoe collatie, is deae metaja priocipael berondeD t'aeeordoreiu In 't CasUNsl hoÊoma^ deaen 2 Mey Av 1644. by my Pieter Meatdagh. (Bniten op staat) Eitract nyt Balaoia^s Daehregister, raeekende den gedaenen tocht om de Noort ende Oost van Japan. H\ 9. HAERTEN GERRITSZ. VRIES 1). • Haerten Gerritsi;». Vries T^n Harlmgenj hier te lande • gecomen A"". 1622, den 22 Jaly, met het schip 't Wapen • van Hoorn Yoor matroos, t^enwoordieh Schipper k 75 • gnldens ter maent; ^viens jongst verbant 9 September 1640 » verstreecken synde, genegen is hem op nienw weder te • verplichten^ werd ten dien aensien, als ten respecte van de • diensten, welcke denselven bnyten 't ampt van Schipper, • 800 in *t landmeten» afbeelden van landen en andere voor- • vallende occagien daer kennisse van heelt, aen de Comp. •sy doende, by desen toegevoecht, een belooniog van Hondert •guldens ter maent, onder- verbant van drie jaren, beyde •gagie en verbintenisse primo December passato ingaende.' '(13) Wanneer wij dit lezen, dan zal het wel geene verwonde- ring baren, dal het ons hoogst aangenaam is, de onzekerheid te kunnen wegnemen, die er bij den Hoogleeraar HoU heeft 1) Volgens eigenhandig geschreven brieven onderteekende hij sich Maricai Gerritn. Fries. 255 bestUD, als Z.H.G. in igoe Verhandeling (14) ?an de Vries idgi: »La Peroose brengt in Tersetdllende plaatsen van ziin •werk regtmatige hnide toe, aan de joistheid der vaame* •mingen van de Vries. Welligt wordt hem hierdoor eene •▼ennaardbeid gegeven, die hem niet geheel toekomt. Hij »was wel Gezaghebjl)^ op desen togtj doch geen Schipper ^ •en misêehien geen leeman; het is dos mogelijk, dat de •nakomelingMhap ondankbaar is Jegens de nagedachtenis van •den Schipper der Casirieum, Pieter Willemsz. Knechtjes, • aan wien het zeer mogelijk is, dat men alle die waame- • mingen, welke zoo zeer geprezen worden, verschuldigd is." Uit de op de voorgaande bladzijden voorkomende stakken, van den Goavemear*Generaal van Diemen en den Raad van Inüë^ blijkt bet onzes inziens ten daidelijkste, dat de Vries wel dej^lyk Schipper en ook %eeman was, en allezins be- voegd om aan het hoofd te staan van een ontdekkingstogt, en dat hij in alle opzigten heeft beantwoord, aan het ver- trouwen, dat men in hem had gesteld, zelis zoo, dat men bet voornemen had, hem weder voor denzelfden togt te ge- broiken, in welke eer ook zijn hoogst verdienstelijke Opper- stonnnan Gomelis Jansz. Goen zonde deelen (16). Dat men de verdiensten van de Vries reeds vroeger op prijs stelde, vinden wij vermeld in een schrijven van den Gonverneur-Generaal en de Raden van Indië, aan den Goa- verneor van Tayauan op Farmosa (16), waarbij zij schrij- ven «Den Schipper Maerten Gerritsz. Vried, hebben met • dese schepen gelargeert, akoo verstaen op Tayauan diens- • tich is en UEd. snlcz versoeckt/* Dat hij aldaar met ijver en vrncht werkzaam was» schrijft de Gooverneor Trande- nins (17): nlnsgelycz gaet hiernevens, in handen van den Op- • percoopman Sr. Jan Dircxz. Galen, een primuere caerte van • 't gantsche ejlant Formosa, soo 't selve van tyt by expe- •rientie is ondersocht, ende principalyck na jongst met onse •joncqnen bevonden, op welcke caerte men seeckerlyck mach «gaen^ ende sal tot een groot licht, soo voor deselve die hier 2S6 • taa d«m naer Japan^ ab iosoiideriieyt die fan daer ia 't •Noorder moasoo herwaerU tenderende syn, eonnen dieneD. «Schipper Maerten Gerrita. Vries hebben dese eaeite doen •by eenstellen, vaerin seer naerstich heeft geqoeten; gdyck •ooek is doende in H nyt ende inbrengen der sehqien, item »de fortificatien ooncernerende. ab andere diensten meer." Wij vermeenen, dat bet voor deze diensten is^ dat Goafer- nenr-Generaai en Raden van /mfie, in bonnen generalea brief ▼an 1642 aan de Bewinthebberen verzochten: •om aen de • hnysvroaw van den Gommandenr de Vries te betalen /600 • vooi extra goede bewesen diensten/* In de Instmctie door genoemden Gourernear gegeven aan den Veldoverste Jobannes Lamotins (18), » vertredcende mn • des vyants vestingen op het Noorteynde van Farmasa gele- gen te bemachtigen/* komt hij voor onder de personen die den Raad zullen uitmaken, als Schipper en Ingeniear. Dat hij zijne gedachten over de wijze, langs welken weg het Zuidland te ontdekken ware, heeft laten gaan, zien wij, dat onder de «Paropieren den Schipper Commandear Abel • Jansz. Tasman, gedestineert tot ontdeckingh van 't Sayt- »lant, ter hant gestelt/' die onder N"". 2 aldaar voorkomen, van zijne hand zijn (19}. Dat door hem verschillende stukken over eene te doene reize om de Noord waren zamengesteld, zagen wij reeds nit zijne hem medegegeven Instructie (20). Hogen wij derhalve uit al hetgene wij hebben aangevoerd, om te bewijzen, dat de Vries bij zgne tijdgenooten reeds voor een kondig z^man gehouden werd, niet met eenigen grond veronderstellen, dat hij te regt verdiende, aan het hoofd van een ontdekkiogslogt Ie staan, en dat den lof, hem door La Peroose voor zijne naauwkeurige waarnemingen toegevoegd, wel verdiend is. Aan de Vries, benevens zijne officieren, werd bij zijne te- rugkomst, eene belooning toegekend van twee maanden gagie in contant, terwijl aan zijn volk eene maand werd verstrekt (21). Maar eene bijzondere onderscheiding viel aan de Vries te 257 bearti toen hij bij resolutie van 6 Febniarij van het volgend Jaar tot Eiaininator der scheepsjonmaien van de Schippers ea Stuarlieden werd aangesteld. »Aboo wy eenigen tyt her- waerts» met groot misnoegen ende tot geen mindere schade als ondienst van de Gomp., aengemerckt hebben de sorg- looriieden» versnymen ende syi>iiy8en, welcke by de Schip- pers ende Stierlieden, op des Comp. costelycke schepen, hier te lande gepleecht werden; gelyck daervan met het schan- delyck verseylen der BolkMdia ende OUer^ als bysonder noch onlangs met de voyagie door de fluyt Sehagen^ van Siam na^ Maheea gedestineert ende herwaerts gecomen , gelyck mede van het schip Nieuw Delft, noch versche ende droevige exempelen hebben ; soo is, om salcx soo veel mo- gelyck voor te comen» goetgevonden te gelasten ende te committeren den Schipper-Commandeur Maerten Gerritsz. Vries, jongst van de gedaene ontdeckingh nyt *t Noorden gekeert^ om alle de aencomende scheepsjournaelen van de Schippers eode Stierlieden t'baerer aencompste te vorderen » die examineren ende ons de bevindingh te rapporteren, om de schuldigen off vcrsuymigen naer merite, door den Achtbaren Raet van {ustitie alhierj te doen corrigeren* Welcken Raet hy de Vries, in diergelyckesaeckeo,oockmet goede berichlinge ende advys sal coonen dienen, waervan hem dientengevolge behoorlycke acte suUea doen passeren, opdat alsoo iia^ecoraen v?erde." Deze betrekking bekleedde bij tot de maand October van hetzelfde jaar> toen het bevel over de schepen Sutphen, Schiedam en een jacht aan hem werd opgedragen, ten einde bij Manilha de Spanjaarden alle mogelijke af breuk te doen. In de resolutie, waarbij hij tot Bevelhebber over deze sche- pen was aangesteld, bezigden Gouverneur-Generaal en Raden van Indié. deze voor hem vereerende woorden: »Gebruy« »ckende tot desen tocht als Hooft, den Schipper-Coraman • •deur Maerten Gerritsz. Vries, jongst over Molueco tot onl- • dedcen der Noorder landen geemployeert,- van waer ons 17 SS8 • wegen synen gedaenen yrer en menlieheyt goet conle&t^- • ment beeft gegeven." (22) De Vries, die tot dos yerre sleehto den rang had bddeed ran Schipper-Commandenri Werd bQ resolnfie Tan S Maart 1646 benoemd tot CSommandeor ; terwgl hem tevens reeds eene maand te Toren andennaal het bevel over aeven sche- pen, op eene expedifie tegen de Spanjaarden in Mmiüha Was opgedragen (23). Naauwelijks van deze togt terog, of er werd besloten, om eene lioogstaanzienlijke magt wederom derwaarts to zenden. Dezt bestond uit negen schepen en Jachten. Ook nn werd het beleid van dien togt aan de Vries toevertrouwd. «Tot • noch in bedencken gd>leven synde, wien het (commando • over de geordonneerde vlooto van offende, by onsen Raede • van 24 December 1646» naer de costo van MamUha^ tot • afbreuck van den Tyant gedestineert, sollen bevelen, ende •hoewel het wel meriteerde een persoon van eene aenslene- • lycke qualiteyt ende ontsach uyt onsen Raede, is editer, • dat niet willende contrarieren, d'ordre van onse Heeren ■Meesters, te meer den Baet tegenwoordich syn oompleet • getal van Raeden noch niet en heeft, daerin niet en dorveo • treden. Soo is nae rype deliberatie ende overtegh vin perso- •nen, die haer (hier) present by der bant hd>ben, geresoiveert, • voorschreven Commando weder te defereren, aen den Gom- • mandenr Iherton Gerritsz. de Vries, deweldce wagens de > situatie van de Manühoiehe coste, door lange ervaerentheyt, • grondige kennisse becomen, ende ons tot noch toe, wegens • de voorleden Jarige expeditie ende andere gedaene togten •altyt goet contentement gedaen heeft.'* (24) Deze togt werd echter met geen gunstig gevolg bekroond. De aanslag op Mamiha misiukto. Wel werd er een klooster ingenomen, maar daarentegen gingen er vier schepen vertoreo. De vloot verloor ruim 600 man aan zieken, waaronder ook de Bevelhebber Maerten Gerritsz. de Vries, zoodat men ge- noodzaakt was terug to trekken. Meo was te Bntmia over den oBgekikkigen afloop AêWc eipeditie zeer etttevredeD, die meo toeschreef aan de oih- aehtzaambeid van den Commandear, Men nam eehter ge^- noegen met liet jverdeden van -den buit, door genoemden Gommandear in het klooster St. l^oMtfi^o bekomen* i»Van •gelyeken, dat by den o^er dese vloote gewesen Gommandear •Maerten €erritsz. de Vries, voor syn overlyden, in 't man- » haftig bestormen ende veroveren van *t Gastiliaensch elooster •St. Domingo f m H selve becomen syn, veertien daysent » realen van aebten, ende daervan de Comp. geattriboeert • 6M0» onder ''t Tolek verdeelt M60, ende hem seiven toef- ^S^JSCBl hadde 2400 gelycke realen. By irelgemeke flaer •Ed. om verscheyden conaideratien, oocJk dat den bnyt^als •ineermaelen yerhaelt, by landtoebten prlncipaiyekett vercre- '8^9 gebeel vrygegeven sy, geapprobeert eade ?oor welgé- •daen genomen wordt.'* (25) Aldas eindigde de Vries zifn werkzaam leven. Als matroos in Indié gekomen, klom hij van rang tot rang tot dien yan Beyelhebber. Vele en belangrijke diensten heeft bij in zijne verschillende betrekkingen der Comp. bewezen; maar door zijne ontdekkingen in bet Noord»Oosterdeel van Azia^ waar- door de kennis der Aardrijkskunde van dat gedeelte des Aardbols grootelijks vermeerderd werd, beeft bij zich als een der nitstekendste zeelieden van zijnen tijd doen kennen, en daardoor zijnen naam voor de vergetelheid bewaard. N*. 10. CORNELIS JANSZ. COEN. • Comelis Jansz. Goen van Hoorn^ in 't lant gecomen, • den 18 Maert A^ 1639, met U sdiip Breda, voor Opper- «stierman è 56 guldens ter maent; wordt op syn versoeck 280 »ende beqnaemhejt, mits rajme lyts opiratie, ^Foor twee •Jaeren io gemelte qoalité gecoDtiaueert» onder eene beloo* BjiiDg yao 66 goldens ter maent; daermede alle desselfi •preteoüea op de Comp. comen te cesserea; verbant eodo »gagie primo December passato ingaende/* (26) Ziedaar alles wat nij tot dus verre weten van bem, aan vrien vrij bet te danken bebben, dat de reis van de Castri' eum is opgeteekend gevrorden. Wy sullen in bem den ge- tronvren opmerker vrel niet miskennen, en er bijvoegen, dat de goede resnitaten, die de reis van de Vries beeil opgele- verd, ook wel mogen toegescbreven worden aan bem, wieni joomaal de onderscbeiding te beurt viel, met dat van de Vries, naar het vaderland werd opgezond^ te worden. (27) Zoo bet ons geoorloofd zij gissingen te maken, dan loude bet ons niet vreemd voorkomen te veronderstellen, tht ooze Coen vermaagschapt was aan den Gouverneur-Generaal Jan Pietersz. Coen, die mede te ffooni geboren was, en den 20 September 1629 te BaUma overleed. 261 AANTEBKBNINGEN. (1) Deze reis was echter geenszins onvrncbtbaar, voor d« kennis der Aardrijkskande. Onder anderen verden eenige eilanden ontdekt, die door den Heer von Siebold voor dezelf- de erkend zgn, die later door de Engdschen de Bonin eilan- den werden genoemd. Deze eilanden lig{en op 26 gr. 38 min. en 27 gr. 4 min. N.Br., en 142 gr. 28 min. en 142 gr. 20 min. O.L. van Greenwich. Zie zijne Geschiehle der Enideekungen im See-gebieie von Japan ^ nebst ErUdg- rung des Atlas van Land- und See-karten van Japanisehen Rekhe nnd dessen Neben-- und Sehuti-Lündern. Legden^ 1852. bl. 7. (2) Verklaring der cijfers en letters in dezen brief voor- komende r T.a.r.t.a.r.i.e.n. Gond en Zilver E.y.l.a.n.d. e. n.. Oo.s. t.e.n. J.a.p.a.n. J.a. p. a. n. D. o. o. r. t. T. a. r. t. a. r. i. e. n. (3) Deel II, bh 52. (4) Considérations snr les nonvelles découvertes au Nord de Ia grande mer do Sad. Paris. 1753, pag. 90. (5) Jonmael van de reyse gedaen beooslen straet Le Maire naer de cnsten van Chily^ door den Admirael Uendrick Bronwer, in 1643. Amsterdam. 1646. (6) Toyage de La Peroase aatoar da Monde. Paris* 1785—1787. Tom. III, pag. 117—157. (7) Verhandeling over eenige vroegere zeetogten der Neder- landers. Amsterdam. 1825. bl. 202—214. 262 (8) 1848—1849. Tom. lU. pag. 400. (9) Idem, pag. 401. (10) Vod Siebold, bl. 12. (11) Zie Bijlage N% 10, bL 259. (12) La Perouse, Tom. m, pag. 153. (13) Resobiiie Gouverneor-Geiieraal ea Raden van InM^ Tan 31 December 1642. (14) t. a. pi. bl. 205. (15) Zie Bijlage N^ 6, bl. 247. (16) Missive Goovernenr-Generaal en Raden van /luiï^, aan den Goavemear Panlas Traudenins op ForfMsa^ van 13 Janij 1640. (17) Idem, van laatstgenoemde, aan den GoavenuGeae- raal enz., van 10 Jannarij 1641. (18) Den 7 September 1642. (1 9) Terhandelingen en Berigten betrekkelijk het Zeewezcn enz., 1854, N\ 2, bU 96. (20) Hier voren, bU 32 en 33. (21) Resolutie Gonvemear-Generaal en Raden van van 21 December 1643. (22) Idem, van 17 October 1644. (23) Idem, van 17 Febmarij 1646. (24) Idem, van 21 Jannarij 1647, (25) Idem, van 20 idem 1648. (26) Idem, van 23 idem 1643. (27) Zie Bijlage N'. 6. bl. 243. UKDaUKS- m TOlKINIONDIfil TOBIIGHTINGKN TOT DB 0STDBKX2HGBN TiJI MAERTEN 6ERRITSZ. VRIES, MET HET PLlirrSCHIP CAJSTBICUM Af. 1648, ni 't 008TE1Ï SN 't NOOBBBN van JAPAN, DIBNBNBB T#T ZBEMAN86ID8 LANGS BB OOSTKUST VAN JAPAN NAAR DB BILANDBN JBZO^ KBAFTO BN BB KXTBILBN. BOOB Jhr. Fh. V. ▼on 8IBBOLD. Door het Bestuur van het Koninklijk Instituut voor de Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederlandsch-Indië werd aan mij de eyen yereerende als aangename taak opgedragen, bet ^Joum(wV\ gehouden op de ontdekkingsreize van Maerten Gerritsz. Vries, in bet Oosten en het Noorden van Japan» dat door de wetenschappelijke pogingen van Le- den van het Instituut opgespoord en door hunne letter- kundige medewerking door den druk bekend gemaakt is, met ter zake dienstige aardrijkst en volkenkundige aanmer- kingen toe te lichten. Is het mij reeds gelukt, de onduide- lijke voetstappen van onzen vermaarden Nederlandschen zee- vaarder in het ver aitgebreide gebied van den Groeten Oceaan op te sporen en in mijne » Geschiedenis der ontdekkingen in hei zeegebied van Japan"^ aan te wijzen, thans, waar zijn •JournaeV^ voor mij open ligt, hoop ik die met meer ze- kerheid te knnnen vervolgen, en, na verloop van twee volle eeuwen, zijne ontdekkingen te bevestigen en in de geschie- denis van den ouden Nederlandschen zeeroem te boeken. In de Inleiding en uit de Instructie, die bet Journael vooroitgaan, is deze zeetogt, een van de meest bebngrijke in de 17'* eeuw, genoegzaam geschiedkundig toegelicht; mijne aanteekeningen zullen zich dus bepalen tot eene naanw- keurige aanwijzing van den koers door Vries van bet eiland Breskens af aan, in de Japansche wateren, langs de Oostkust van Nippen en naar en langs het door hem ontdekte land van Je%o genomen; tot eene vergelijkende beoordeeling en bevestiging der waarnemingen en ontdekkingen van dezen zeevaarder, beschouwd uit het oogpunt der bedendaagsche 266 kennis van dat zeegebied, en tot een ovenigt der oitkomsten, die deze zeetogt voor de hydr(>graphie, voor de Datanrkiiode der zee en voor de volkenkonde opgeleverd heeft. Om echter aan dat aanhangsel bij het Jonmael eene meer algemeen nnttige en aanwendbare strekking te geven, althans, daar ook in het Noorden van het Rijk BUppan^ UHakolade, eene haven voor de zeevaart geopend is, aan eene dringeade behoefte voor de scheepvaart te voorzien, zoo heb ik mijne toelichtingen zoodanig gewijzigd, dat zij ook tot eeaeo Zeemansgids voor de vaart langs de Oostkust van Japaa, en naar Jexo, Kraflo en de Eurüen dienen kunnen* Aan den staatkundigen invloed van Nederland in Japan heeft men veelal eene meer algemeene vrijheid van scheep- vaart naar dat land op den weg des vredes te danken; zoo moge dan ook door de waarnemingen en ontdekkingen ?an onze oude Nederlandsche zeevaarders de grondslag tot eenen wegwijzer langs zijne nog weinig bekende kusten gel^d worden. VON SiBBOUO. I. DE ONTDEKKING VAN HET EILAND BRESKENS EN VAN DE QUAST'S EILANDEN. De Commandear Vries had den 29 April, op IG*" 50' N.Br. en 149^ 387/ O. v. Tcncriffe (128» 18' 6" O. ▼. Gr.) den raad van 't flaitschip Castrieum en van 't jagt Breskens beroepen^ en besloten den koers N.0, te vervolgen, zoo voeder en \vind het zouden toelaten, tot op de breedte yan 24^ N. en op de lengte van de Oostkust van Japan (toenmaals volgens de waarnemingen van Mathijs Quast en Abel Tasman, 4^ den 24 Aug. 1630, op SI"" 40' O. van Pula Timoan (ISS"" 5&' O. v. Gr.) bepaald. Den T Mei bevond men zich op 24<> 4' N.Br. en 150* 66' 30" O. V. Ten. Kleine klipmeenwen, schuim, drijvend zeekroos en een stuk hout lieten zich als teeken van land herkennen, hetwelk men echter met zien kon. Den volgenden morgen (8 Mei), na zonsopgang, zag men in 't W.t.N. */, N. binnen een* afrtand van 4 Duitsche m^len, een klein, omtrent Vj^ mijl lang, niet hoog eiland. Dit eilandje lag, volgens^ de op den middag gedane waarneming, op 24<* 43' N.Br. en ISl^Sl^t' O. V. Toi. (180* 11' 6" V. Gr.j. Daar ztdi op de Com- pagnie*ê-kaarlen (1) op deze breedte, behalve het eiland ilfa- tabrigo, geen ander bevond, en dat eiland, volgens gissing, 21 mijlen in H W. lag, zoo hield men het geziene voor onbekend, en omdat het van het jagt Breskens het eerst gezien was, gaf men het den naam van Breskens-eihïïd. (1) iWM Caêrtén m« gsiaew Comnen êes Comm, QMOêi, tot oni- dêêkingh 9an V Goudrijcke eyiand, verg. p. 88. 268 Op de leekaartea vaa deo toeoouligea tyd berindea ad tOMcben 25* en 27* N.Br» en binnen een' lengtenfsUnd n omtrent 70 Dnitscbe mijlen, slechts drie eilaDdei, waarvan het inidelijkate en westelgkste den naam no Amsierdamt het noordelijkste en oostelijkste (eigenUgk eese groep van vijf kleine eilanden) dien van Ihtas das Berma- fiof, en het derde, op 26* N.Br. 17 mijlen in 't Z.W. m Ihlas dos Hernumos^ dien van Mdlabrigo diMgt. De beide laatstgenoemde eilanden, welke zich reeds op 4b in 1670 in *t licht verschenen kaart van Abraham Orte* lins* ^Theatrum orbis ierrarutn*\ bevindeni ea waarvan Malabrigo in 1543 door Bernardo de Torres is geuea geworden, zijn onbetwistbaar het Hooge Meeuwen eüaiid, het Engels en Graehls eiland, door Qoast en Tasman in 1639 ontdekt (1), en op de voornoemde ^Caerüm ras gedaetie C&ursen^^ de Quasfs eilanden genoemd (2). Hel (1) Journael ofte daehregUter van den Ed. Comwutndeur Matkijt Quait M.6. 1639. Yon Siebold's GetehiehU dtr EnideckMttgn im Seegthiete ton Jt^an* Leydea 1853. (S) Dese keten van eilanden, die üoh van 86* 38' tot 2r 45' N. Br. en van 142* tot 142* 14' O.L. v. Gr. uitbreiden, is later meer- malen teraggevonden geworden, en vindt aich onder de namen ran UIm del Anohitpo (1734), MargareU eilanden (1773), Jfenduasal, Deêconaridaf Onadelupe, e.s.v., en onder teer verre uiieenloopeDde lengtebepalingen op de kaarten van de 18de eeuvr aangeteekend, mur nergens aardrijkskundig beschreven. Ook aijn sij door de Japsnaen reeds in 1675 bij toeval ontdekt en Munin-sima, d. i. dianden zonder mensehen, en later naar den ontdekker O^ofovtf-Maui genoemd, en in 17B5 door eenen iapanschen aasd^lrakundige Pajaei Siveiia zgn boekwerk » San^hob'UU'-rim-dm-^'f d. i. Beschrijving van diie rij- ken, beschreven en in kaart gebragt geworden. Dat boekwerk eneeae Ifederdaitscbe vertaling daarvan werd door den geleerden Isaak Tit- singh, in de jaren 1780—1785 Opperhoofd van den Nederlandscbeo handel in Japan, naar 't vaderland overgebragt, is echter na zQn'dood (te Parys in 1812) in handen van Abel Eemusat, en later in ^ van Julius Klaproth gekomen. Door deze onwettige er^geoMBea van Titsingh*8 letterkundige nalatenschap is dan ook de boschrgvii^ van de zoogenoemde #//«# ^Bonin ou inhabitUi;* in 1818 uitg^^ 269 « eerslgenoemde» onmUkenbaar ook door Nederlanders ontdekt, en aUeng3kens \i^ederom op de kaarten verdwenen, is in *t jaar 1820 door een' Rossischen zeeoflBcier L'. Ponafidin op 25'' 50' N.Br. en 13P 12' O.L. ternggevonden, en naar zijn schip en omdat het twee eilanden zijn, Porodinó*s eilanden genoemd. Zonder twijfel zijn het dezelfde die Kapt. Forbes aan boord van de brik Nile in Aug. 1625 ▼oorbijgezeild, én het znidelijkste op 25'' 42' N.Br., 13P 13' O.L., en het noordelgkste op 25'' 53' N.Br., 131* 17' O.L. gevonden heeft. Onlangs werden deze eilanden door Commodore Perry opgezocht en de Uiting yan het grootste en noordelijkste op 25^* 47' N.Br. en 131* 19' O.L. bepaald. geworden, die op nleaw de aaodacht van seevaaiders tot uch getrok- ken en de aanleidiDg tot de opzoeking, als het ware tot de wede^ ontdekking, door den Engelsclien Kapt. Beechey (in de maand Jonij 18S7) en door den BnsBisehen Kapt. Lntke (in Hei 1828) gegeven heeft. Thans, sedert den S9 Aog. 1853, bestaat op het grootste der Bomn eilanden, het ^Feel lêkaut", waarvan Beeohey m der t\jd voor Engeland besit genomen had, eene gemeente van meestal Ame- rikanen, die zich 0ihe Cohny of Peel lêland'* noemt. De zaidelijke groep dezer mlanden, door Beechy iBaUf Oronf* genoemd, werd in Ootober 1853' door den Amerik. Kapt Kelly onderzocht voor de Vereenigde Staten van Noord- Amerika in bezit genomen, en naar den gezagroerder van eenen Amerikaanschen walvischvanger »TraniiV\ die in 1893 bij toeval daar ten anker gekomen is, » Coffins hlandê'* genoemd. Commodore Perry, die de Bonin eilanden in 1853 bezocht heeft, begreep zeer goed, dat, zoowei voor walvischvangers als voor de maüstoomvaart van CaU/omië naar China en later naar Japan, deze ^IftndOTi weldra een van de meest belangrijke stations in het noordelijk gedeelte van den Ghrooten Oceaan zullen worden. In 't bezit der » Quoit eilanden" heeft dos Engeland met Amerika ge- deeld, terwyi de eer der ontdekking aan onze onde zeevaarders en de verdienste van de eerste aardr^kakundige kennis daarvan aan de letterkundige nasporingen van onze Nederlandsche geleerden toekomt. De sohrgver dezes heeft reeds in 1 824 de aandacht van de Nederlandsch- Indische regering op deze belangxyke groep van eiUnden gevestigd, waar toch de Japansche regering, want ze worden tot het Japansche rijk geteld, liever de Nederlandsche als eene andere vlag zag waaijen l S70 Hel regt mogt bet Brêtkem «land tb eene niemre rat- dekking h mdbo n m d wordflD. Daar «ehter bei » J pw r i w r van Vries verloreii geraakt wis, vindt men het nergen gebodct Evenwel werd in H begin deier eeaw zija besüa bij berinUng bevestigd. Door bet Fransohe fregat • fa Camê- mirer werd in 1807 eeo eiland op 24* SO' N.Br. o ISO* 18' 30" O.Lm en in 1815 door bet Spanncbe fiffH » Magekm^^ insgelijks een klein laag eiland niet stnaken b^ wassen op 24* 26' 40" en 181' 03' 46" ontdekt eo Wik Ram ** genoemd, Deie beide eilanden rijn bnitea twijfel ea en betieirde(l), waarvan de gemiddelde breedte 24* 28' 20" iY. en de gemiddelde lengte 130* 4r 8" O. aijmooden. Ifecail men daarbg in unmwkiog de sterke oostelijke atroomiag der zee in dat zeegebied, die in 24 nren 35' tot 40' en meer bedragen kan» de onvolkomene middelen ter vinding eo be- rekening van lengto ia de 17 eenw, en de opmerkiif, dat de deer Vries bevondene breedte doorgaans eenige mimUcn te boog is; zoo mpgen wij gemst bet Bmfkeng tibni A eene Nederlandsche ontdekking op de kaart van den Grooteo Oceaan aantcekenen en zolks met te meer r^i dur men op de nitawste zedcaarten bet eilaod üom, a«f maar als Iwijfebiclitig (pointe debieose) en het Jf«mMrf ' eiland .geheel niet meer geplaatst vindt. 11. DE ONTDEKKING VAN DE TASMAN^S EILA!n>EIf. Op de teragreis van den in 1639 door Mathijs Qo^s^ en Abel Tasman ondernomen seetogt tot bet opioeken van de •Coiil» m Sitverryeke eyiandsn" gelegen ten OoM van Japan, werd op den 2 December de kust van Jap^" (1) Ckk koodt vou Krasenstern oen ongeveer 4 cagel. viji^ hMg eiland, door den Engeladiea ki^iiein Kond rik op 84* 35' N-Br. en 184* gezien en onder de naam van Kendtii liUud in de kaart van Arrov-Smitii opgenomen, voor Ba$a* 271 op 84* 64' N. Br. ontdekt. INt land, hetwelk sg voor de eilanden hielden» £e op de onde Portngeesehe katften in 't W. vm den Z.0. hoek tan Nippon geplaatst lijn, is iseel de- gelgk de Z.0. hoek van dat groote eiland van Japan, Kaap Sirofaima en op de oude Portngeesche kaarten Capo de Bosho genoemd. Van hier namen zij een' Z.Z.W. koers, langs ivelken weg' zij verscheidene kleine eilanden ontdekten, bnnne ligging, zbo goed zij konden, bepaalden en voortrefie- lijke afkeekeningen ten behoe?e van H land vervaardigden. Aan deze keten van eilanden heb ik den naam van de Tas- ffionV eüMdên gegeven (1). Een van deze eilanden, dat zich als vAeel hweh hni^^ vertoonde, werd den 19 Mei 1648 Tan boord van hetflnit- schip (kuMeum op korten a&tand gezien, vrelk schip zich kort daarna, door vrind en strooming der zee, genoopt zag aan den N.W« hoek van hetzelve iea anker te komen. Dit eiland, vraaraan T r i es , den naam » het Ongehdtieh eyhint " gegeven heeft, wordt bi^ de Japanners Faisi tjó genoemd en ligt volgens de waarnemingen van den Hof-astronomist Saknsajemon te Jedo, op SS"" 6' 30" N. en 8» 50' 80" O. van Miioko (189* 80' 30" O. v.Gr.). Kapt. Bronghton, die in 1796 deze eilanden bezocht heeft, bepaalde de ligging van FalH mjö op 83'' 6' N. en IW O. Op de originele kaart van zQnen togt ligt het op 33'' 4' N. en 140« 7' O. De If.W. hoek daarvan, waar Vr i es isten anker gekomen was, is, volgens zijne gissing, op de breedte van 33'' 22' en op de lengte van 158* 61*// O. v. ten. (I37» 30' 6^ O. v. 6r.) i Aier iussehen de stroom met een styve cprenl om de N.W* %onder stille doorliepf^' eene hoogst belangrijke is voor de kennis van den Japanschen stroom /("uro siwo of Euro gawüi d. i. zwarten zeestroom. Van dezen stroom, dien ik volgens eene Japansche originele kaart op mijne kaart van Japan (2) (1) Carie de fAsie, par J. de i'lsie, a Amsterdam» cbes Covens ft Mortier. (2) Von Siebold, Aila$ voh Land- und Seekarien vom Japmicki^ Beiehe. N. 1. 273 overgeoomen heb, wordt gezegd, dat bij tasseben Faisi sjö en Mikura {Prinee-eylfint yan Y r i es) ongeyeer 3 engelsche mijlen breed en in 't voorjaar en den winter gevaarlijk te bevaren is. Door de Amerikaanscbe expeditie is deze stroom nader onderzocht, in kaart gebragt en beschreven worden (1). De opmerking van Vries: ^saegen veel steencroos drijven ^^ bevestigt ook de waarneming, dat zich de Japansche stroom, gelijk de golistroom in de Atlantische Zee, door banken van eene bijzondere soort van zeek roos onderscheid. Hel boog eiland op den 20 Mei *s morgens in 't Zuiden van bet ongelukkig eiland gezien en bij Vries nSuyder eylani" en bij de Japanezen Awo rima, d. i. Groen eiland genoemd, is ook reeds door Qnast en Tasman (den 3 Nov. 1639) ontdekt en zijne ligging op 6è7 mijlen Z.tW. van het Ongelukkig eiland, op 32"" 33' N.Br., bepaald en eene landverkenning daai*van yervaardigd geworden. 's Avonds van den 20 Mei voor anker gekomen op 33*" 52' griste breedte en 169® 22' lengte O. van Ten. (volgens onze verbetering met + 2% op 140® O' 36" O. v. Gr.) werden van boord aan Casiricum W.t.W. op een* afstand van 11 i 12 Dnitsche mijlen nog twee andere eilanden ge- zien. Deze zijn het eiland Mikura door Vries »Prinee eylandt" en AVijake^ door hem, volgens het Journael, »Bar^ nevelts" en op zijne kaart » Brandend eilandt*' genoemd, omdat er een steeds rookende berg op gezien werd. Deze twee eilanden zouden op de gegiste breedte liggen van 34° 1' en op de lengte \an ISS"" 28' (volgens onze verbetering 139'* 7' 36" O. v. Gr.), eene bepaling, die met de waarnemingen van den Hof-astronomist en met Brough- ton*s kaart tamelijk goed overeenkomt. Van hier vervolgde (1) Narraiive of ike expediiion of an Jmeriean Squadron in ihe China Seas and Japan per/ormed in ihe yearê 1852—54! under ihe Command, of Commodore, M. C. Ferry» by Trancis L. Hawks. New-Yorky 1856. The Kuro eiioo, or Japan siream. pag. 601. -18 274 V r i e 9 , zoo als ik later zal aantoonen, zijnen koers langs de N.0. en O. kust van Japan, waarvan wij de eerste hy- drograpbische kennis hem te danken hebben. Op de terngreis werden door Vries de Tasmans-eil^a- den wederom opgezocht en hunne geographische li^g nog naauwkeuriger bepaald. Den 28 October bevond hij zich op 33« 58' N.Br. en 160«» 25' O. v. Ten. (138* 34' 36" O. V. Gr.), waar het Prince-eiland W. 6 mijlen en het Bamevelts^ihnd W.N.W. 6 mijlen gepeild werd. Volgens deze waarnemingen zonde het eerste op 33^ 58' en het tweede op 33'' 6' N.Br. liggen^ hetwelk slechts een ver- schil van eenige minnten tusschen de waarnemingen van den HoF-astronomist en Broughton oplevert, terwijl zich de lengte van Mikura (het Prtnc^eiiand), volgens de op de reede van Faisi sjó op den 29 Ooiober bevondene laagte (159<> 56' O. v. Ten. of 138° 34' 36" O, v. Gr.), die 55' 54" minder dan die van den Hof-astronomist bedcaagt, met eene verbetering van + 55' 54" zich op ISO"" 36' 30" O. V. Gr. laat bepalen, die zoomede met de aardrijkskun- dige ligging, welke het op het kaartje van Commodore Fer- ry's zeetogt heeft, nagenoeg overeenkomt (1). Op den namiddag van den 28 October nam Vries zijnen koers naar het j^am^t^^fó^-eiland en zeilde tusschen dit eiland en het Pmc^-eiland door, en bevestigde door herhaalde peilin- gen de onderlinge ligging van de ra^mafts-^ilanden. Op mijne verbeterde kaart van Japan (Atlas N*'. 1) heb ik de- zen weg, het eerst door een Europiscb schip genomeOt de 1^ Straat Castrieum'\ en de in 't W. «/, N. 1 mijl (van BameveltS'eihnd) » veel hooge scherpe cUppen boven water, die haer opdoen als toorenSj^* naar den verdienstelijken staurman (1) Map of the Japan Islands eopied Jrom von Siebold's vith êlighi additions and eorreeiions èy the U» S, Japan eapediiion and &ther authoritie» compüed by order of Commodore M« G. Ferry, by Li^iU$. W. L. Maury and Öilaa. Bent. 1855, 275 van het schip, Coeh*s klippen genoemd. Deze klippen heeft ook Broughton, die in 1796 denzelfden veg ala Vries ge- nomen had, gezien en beschreven: • Off the West pomt of Yoleano hle are some detached black reeks at two or three miles distanee" (1). en op zijne kaart aangeteekend. Op de kaart van Japan N*". 2347, door de Admiraliteit te Lon- den in 1855/56 uitgegeven, ii}n óezeUif pen» Black Rocks'^* genoemd. Deze zeevaarder heeft insgelijks cene andere, meer zuidelijk en iets westelijker dan de C^o^n's klippen gelegen, groep van rotsen ontdekt, die door de Japanners Inanitea en door von Krusenstern Broughton's klippen ge- noemd zijn. Ik hond de CoerCs klippen voor dezelfde ak de Redfield-Rocks, die op het kaartje van Commodore Perry en op de kaart der Admiraliteit op ongeveer 33* 55' N.Br. en 138"^ 50' O. L., als eene nieuwe ontdekking ver- meld zijn. Wanneer, behalve de Coen's klippen (Brough- tofi's Blaek Rocks)^ op deze hoogte nog andere klippen voorhanden waren, zouden die door Broughton, die daar kruistte, gezien zijn. Mogten evenwel de ReüfteUTs Rocks bestaan, dan liggen zij meer noordelijk en zijn dan ook dezelfde, die op Janssen 's kaart op 34® 35' N.Br« en op den meridiaan van kaap Idsu opgegeven en dus ook door Vries gezien zijn. Ook zijn nog op dezen togt van Vries de, in 't N.W.t.W. 5 mijlen en in 't N.N.W. 6 mijlen van het BameveÜS'eihndy liggende eilanden waargenomen en on- der den naam van Gebroken Eilanden in kaart gebragt. Aan deze eilanden en niet aan de geheele keten komt de naam Gebroken JEilanden toe. Aan de geheele keten — eene reeks van nog werkzame en uitgedoofde vnurbergen van Ohosima tot Fatsi sjé sima — hebben wij den naam van Tasman^s eilanden gegeven. Ik meende in deze geschiedkundige by- 1) ^ voyage of diseoDery to the North Pacific Ocean per/ormed in H. Mé Sloop Pf09idence and her tender in the years 1795^98, bp W. R. Broughton. London. 1804. p. 140. 18* 276 drogeographische bijzonderbeden te moeten treden, om niet alleop de voor meer dan twee eeawen gedane ontdekking yan deze gebeele keten van eilanden door Quast, Tasmanen Vries onbetwistbaar te bevestigen, maar ook om de jnistbeid bnnner waarnemingen door vergelijking met die van vermaarde zeevaarders van onze eeaw aan te toonen en te doen waar- deren. III. DE ONTDEKKING VAN DE OOSTKUST VAN JAPAN VAN DE KAAP SIROFAMA VAN PflPPON (HOEK BOSHO) TOT DEN NOORDHOEK. De Oosthoek van het eiland Nippon was, met nitzonde- ring van twee ponten, die Qnast en Tasman in 1639 gezien en in kaart gebragt hadden, toenmaals onbekend. Deze zeevaarders verkenden op den 24 Angustas de kost van Japan op ZV 30' N.Br., en den 1 en 2 November op 34*^ 54' N.Br. Het eerste was een gedeelte d^ kost iQsscben de kaap de Kennis en de Rookhoeek (van Vries); het andere de Capo de Bosho (der Portugezen), de Zuid- hoek van het landschap Atva, aan welks Westzijde zich de ingang tot de baai van Jedo bevindt. Aan Vries heeft men de ontdekking en de oppemingder gebeele kust van den hoek Bosho tot aan den Noordhoek van Japan (van 34'' 58' tot 41'' 25' N.Br.) te danken; eene kuststreek, die tot de opening der havens van Simoda en van Eakotade (op Je%o) door geen* zeevaarder, dan ia 1739 door Kapt. Spangberg en Walton (1), in 1779 door Kapt. King (2), en in 1796 en 1797 door Kapt. (1) Fojfogeê et découvertes faites par les Ruêses Ie long des cótes de la Mer glaciale et sur VOcéan Oriental, iant vers Ie Japon, qwe ters PAmérique, par Mr. G. P. Muller. Amsterdam 1766. Vol. I. p. 210. , (2) Troisième voyage de Cook. Tom. FV. p. 372. 277 Broughton (1), is bezocht geworden. De beide laatst- genoemde hydrographen konden echter alleen met behulp van het gebrekkige kaartje van den zeetogt van Vries, dat omstreeks het jaar 1650 door Johannes Janssonius is uitgegeven (2), den koers Tan onzen zeevaarder opsporen en zijne ontdekkingen bevestigen. Ook voor den schrijver dezes waren bij de zamenstelling van dit gedeelte der kost van Nippanf behalve oorspronkelijke Japansche, geene andere kaarten beschikbaar dan Broagh- ton 's kaart (3). Het is dus van een wezenlijk belang om thans uit het (eruggevonden Journaal van Vries zijne ontdekkingen toe te lichten. Daar echter de kennis der configuratie van het oostelijke gedeelte der kust van het groot 'eiland Pfippon tot nu toe op oorspronkelijk Japansche kaarten berust, volgens welke do meest beduidende uithoeken, bogten en baaijen, door Vries, King en Broughton ontdekt, aardrijkskundig bepaald, benoemd en in kaart gebragt zijn, zoo dienen wij ook bij onze herziening der ontdekkingen van Vries eene Japansche kaart tot grondslag te nemen, en zullen daartoe onze kaart van het Japansche rijk bezigen, die wij naar oorspronkelijke kaarten en de waarnemingen der Hof- astronomisten te Jedo zamengesteld hebben (4). En om ook uit de waarnemingen van onzen vermaarden zeevaarder zoo veel mogelijk nut Ie trekken, zullen wij die in vergelij- king met anderen tot eenen Zeemansgids langs deze (1) A voyage of dueooery io the North Padfie Ocean performed i% H. M* sloop Promdenee and her tender in the years 1796—98 by W* R. Broughton. (2) Nova et aeeurata Jopamae, terrae esonis ae insularum adfneentium ex noviseima deteetione deseriptio apud Joannem Janssoniam. (3) A general Chart of the Japanne Islande, and N. E, CoaH of Aiia, in Broughton 's Foyage, (4) Korte torn Japanischen Seiche naeh Originaikarten und Beobaeh' tungen der Jqpaner, in v. Sieboid'8 Atlas von Land- und Seeiarten torn Japanischen Reiche, n*. 1. 278 weinig bekende kuststreek trachten te bewerken. Op deze wijze zullen wij aan de scheepyaart langs de Oostkust yao Japan eene dienst bewijzen (1). De lioek Botho. De Z.Oosthoek ran Japan, door ees foorgebergle van het landschap Awa o^ het eiland Nippon gevormd, is door de Portugezen Cabo de BoshOy Daar de niet ver daarvan argelegene haven van de stad Fósjo genoemd. Op de oorspronkelijk Japansche kaarten draagt het oostelijke uileinde van deze kaap den naam van Piralatsi^ on liet westelijke dien van Susakt^ en het tusschen beide liggende strand Stro famOf d. i. witte strand. Eaap Susaki li^t, volgens de waarnemingen van den Hof-astronomtst Sakusa- jemon op 34» 58' 30" N.Br. en 139' 38' O.L. v. Gr., en kaap Firatatsi (door von Krusenstern Cap JTtn^ ge- noemd] op 34<' 55' N.Br. en 139' 57' O.L. Het zuidelijk- ste uiteinde van Stro fama op 34'' 54' N.Br. en 139* 44' O.L. Op de originele kaart van Bronghton (2) ligt de Z.Oosthoek van Nippon op 34* 55' N.Br. en 140» 12' O.L. Vries bepaalde de breedte van kaap Bosho op 35* 14' 30" N. en nam daar 7* oostelijke miswijzing van bet kompas waar. Door de Amerikaansche expeditie onder Commodore (1) In het ovenigt der reis van den Kapitein-Lmtenaiit ter lee Fabias tot het bezoeken van de havens van Hakotade en Smoda met de Nederlandsche schroef korvet Medusa, in September enOctober 1856, wordt gezegd: «Den 17 Sept. werd Haiodaierer\êteaeadeTai langs Nippon'8 Oostkast voortgezet, doch deze togt was hoogst moeij^ lijk. Eene nagenoeg onbekende hut, sterke stroomen^ hevige gtermes, twee orkanen, slechte kaarten, waarvan de landkaart vanv. Siebold nog verreweg de beste is, maakten dien togt lang en zoi^ol." Sic! (2) Deze kaart, welke de schrijver dezes van den Admiraal Sir Franois Beaufort, Chef van het hydrographiseh boreaa der Admi- raliteit te Londen» ter leen gekregen heeft, is daar onder lAt. B. e.1 480 geboekt. Aan het einde van dit Hoofdstuk zullen wij een verge- lijkend overzigt van de namen en de aardqjksknndige ligging der meest belangrijke punten op de Oostkust van Nippon, zoo als die door Tries, King, Bronghton en von Krusenstern benoemd en bepaaii' sqn» mededeeleu. 279 Peirry werd de aardrijkskondige ligging van kaap Firolaisi op 34» 53' 15" N.Br. en 140*> 18' 15" O.L. v. Gr. be- paald, hetgeen nageuo^ met de door von Krasenstern volgens Broughton^s waarnemingen berekende breedte en lengte (34* 54' N. en 140"* 19' O.) overeenkomt (1). nHei lant is hier op f>eet plaetsen 2, 3 dubbelt (de bergen Kjo%umiy Takasukajama, Tenin^ laatste de berg' King en Katsijama) maer steyl op '/ water neer, met veel witte pleeken {Siro fama); het lant om de Suytf van de hoeck Bosho, is hooger als om de Noort; men kan de wal bequaemelyck' aen- looden van 36 ioilOvademy somtyds eraelgront, sotntyds singel, somtyds sant/' De stroom loopt hier om de N.0. en N.N.0. Kapt. King berekent desnel- beid van den stroom, die 45 Eng. mijlen O. van dezen nithoek N.0. 7i ^* ^'^P' ^P ^ ^°8* mijlen per unr. Het is hier de N. Westelijke grens van den Japanschen stroom (f «- rosiwo, d. i. zwarte zeestroom), die een graad zuidelijker, volgens de waarnemingen der Amerikaansche expeditie, nog met eene snelheid van 72' tot 80' per dag loopt. Vries zag hier steenkroos drijven, hetwelk ook in ongewone menigte op de hoogte lan Iso mura door de Amerik. expeditie waargenomen werdi en met den fueus natans van den At- lantischcn Golfstroom te vergelijken is. In de bogt van Iso mura merkte men ook eene verklea- ring van het water op, die waarschijnlijk aan de drijvende banken van zeewier toe te schrijven is. Hier werd 74 tot 80 vadem fijne zwarte zandgrond gelood (2). 1) Reeueil de mémoireê hydrographiques paur servir d'analyse et <^«r* pücation a l' Alias de POcéan padfique par Ie Contre-Amiral de Kra- senstern. St. Fetersboarg 1827, pag. 178. {^2) Troistème voyage (^ Cook. Tom. IV. pag. 384. (2) Narrative of the expedUion of an American squadron io the China seas a» Japan, performed in Ihe year 1852—54, %nder the command of Commodore M. C. Ferry, by Francis ït. Hanks. New* York 1856. pag. 497. 280 De witte HoA. T»Yan de S. O. hoeek vanJapanj genaemt Bosho, streckt de eust N.N.O. ioi de ttHte gepleckie hoeekj dan heeft men ee^ laechlandige inbochi, streekende om deNoort^ omtrent 4 mylen^ ende de hooge santduyn.** De wüle Boeek, op de Japansche kaarten Dai do saki of Oho figasi sakiy d. i. de groote Oosthoek genaamd, ligt, Tolgeos Vries {Janssons kaart) op 35"^ 25' N.Br. Iets zaidelijker yan dien hoek steekt nog een ander yoorgdbergte in zeeait, hetwelk van eene digtbij geldene kleine stad den naam yan Faisura saki heeft. De baai in het Zuiden van dien hoek, die Vries voor •het leege voorlant alwaer eene rivier scheen in te toopen,^* hield, is de bogt ran Uisi ura met de hayen yan Kominalo (d. i. kleine harea), waarbij yerscheidcne rivieren, waarvan de Ilsumigawa ende Amanogawa de grootste zijn, uitwateren. Deze haven is 32 Ri (1) van kaap Sagami (ook Nagahuru en Monomi saki genoemd), waar zich de ingang van de baai .van Jedo be- vindt, verwijderd, en de eerste, die men, van daar komende, op de Z.0. kost ontmoet. Digt bij den witten ffoek liggen verscheidene rotsen en kleine eilanden, waarvan het grootste Dwarasima heet; deze schijnen zich onder water in zee voort te zetten en in een rif uit te loopen. De Amerik. expeditie nam hier eene gebroken en anders gekleurde zee in eene diepte van 30 vadem koraalgrond waar» die nog iets oostelijker op 21 vadem verminderde. E ing en Brough* ton zagen op deze hoogte vele visschers en bewonderden de vlijt, waarmede het land beboawd was. Oe lage Inbo^. Van den wüten Hoek tot den Zand- duinigen \Hoek trekt zich de kost in eene ongeveer negen mijlen wijde bogt terug, die den naam van Siro sato fatna, (1) Volgens de berekening van den Hof-astronomist Sakusaj^' mon komen 28 Vs Bi op eenen breedtegraad vaa 15 Duitsche mijlen* Overal waar wij van mijlen spreken, zijn Duitsche of geographischa bedoeld; zijn het Engelsche, dan is znlks telkens bijgeyoegd. 281 d* i. witte dorp strand, heeft. Het is eene lage landstreek, door verscheidene rivieren en meeren bewaterd. De grootste riner is de Kuri jama gawa^ die aan de grens tnsschen de landschappen Kadsusa en Simosa in zee loopt. Langs deze bogt, 9waer %e veel seekroos dryven en lam- men of duikers swemmen sagen^^^ zeilde Vries met een' N.O.t.N. koers tot op eenen afstand van 4 of 5 mijlen van den Zanddutnigen Hoek, peilende 10 tot 20 vademen zwarten zandgrond, en verder tot op 4 mijlen O. van dien hoek 22 tot 42 vademen. De stroom loopt langs den lagen wal N.0. en N.N.O. De Zanddaliil^ Hoek; Doi do saki genaamd, ligt van den wiUen Boek N.O.t.N. omtrent 9 mijlen af, volgens Vries op 36^ If.Br. en volgens de originele kaart van den Hof-astrottomist Takahasi Saka Sajemon op 35** 43' N.Br. en 140** 46' O.L. *Van de santduynige hoeek leyi een cleyn eylandeken Oost daer af^ om- trent een myl, ge.lyekhet Menscheterseilandin de straet Sun da. Omtrent een myl benoor den d^. eylant, leyt nog een cleyn eylant, maer wat vlaeker gelyek het eylant Haerlem^ maer leyt dicht onder de wal. Van de Santduynige hoeck ontfalt hem het lant om de N.N.W.^ ende maeckt weder een diepe bocht, synde al een- parieh laech lant^ Deze is de Wahischbogt. Aan den Zandduinigen hoek stort zich eene groote rivier, '^de Nasaka, in zee, die diep in het land bevaarbaar is; aan den mond van deze rivier is ook eene goede haven, Tosi minato, vanwaar men 38 Ri naar de voornoemde haven Kominaio rekent. Binnen eenen afstand van omtrent 5 Eng. mijlen van dezen uithoek nam E ing een' zeer sterken stroom van 5 Eng. mijlen per uur waar (1). De WalTischbofft, door Vries zoo genoemd, omdat men daar eene menigte bruin visschen, dolfijnen en vele (1) Troitième toyage de Cook, 1. c. 282 walvisschen zag ; ook nam men daar veel wier waar, hetwelk, zoo als bekend u, de walvisschen gewoonlijk opzoeken. Op de Japansche kaarten is deze bogt Füaisi hara no genoemd, d. u vlak veld van het landschap FUalsi. Met eenen N.W. koers naar den wal loopende, vindt men 40 tot 26 vademen wasigen grond. Het Und is laag, vlak en moerassig door de wateren, die van het hooge binnenland afzakken, en zich 'm poelen en meeren verzamelen (zoo ak de meeren van Takeda en Finumd), In U N.W. nop hei laege lani in het diepste van de boehit'* steekt ^een hooge gehak- kelde bercV* nit (de bergketting door den Ait/b, Majf^- mi', Ohonó en andere bergtoppen gekenmerkt). De N. hoek van deze bogt is een lage vhkke hoek, de la^ee Hoek door Vries genoemd en op de Japaosche kaarten «Jfinn/o laJrt, d. i. havenhoek, omdat zich daar aan den mond van de rivier Nakagawa éene aanzienlijke ha?eD bevindt, die 3 Ri van de stad Mito en 20 Ri van den ha- ven van TóH ligt. Deze afstand komt met de wdarnemingen van Vries goed overeen »(f^ N.hoek (JUinalo saki) lach doen S.l. W. 3 mijlen van ons^ ende de Santduy- nige hoek (Tósi minaio) lach doen S.t.W. wel 6 mijlen van ons; de N.hoek is een laege vlade hoek."' Men heeft hier en meer noordelijk 40 tot 50 va- demen zandgrond, die naarmate men den wal nadert, op- droogt. Hier begint het land hooger te worden tot den Boomidedloek. uEen steylen hoek gelyekende een eylant, alwaer wy (Vries) uyt de Noort afler van daen saegen comen, verscheyden visschersbereken, quaemen te see om te vis- schen; wat dichter bij d^. hoek eomende iot op 2 4 v^adem ^ wit santgront^ de gront ie vooren swart santgront geweest hebbende. Waeren een myl van de hoeck^ saegen doen dat daer een rivier after in streckte Noort op; hier is heel hooch binnenlant op som- 283 mige plaetsen 2, 3, 4 dubbelt^ ende op veel plaatsen compt het hooge lant steyl op "t wa- ter neer. Sy noemden (de risschcrs) die rivier dien after de genoemde steylen hoeck om de Noort opstreckte, Gissimaf ende presenteerden ons daerin te brengen; wesen dat daer in 'I ineomen 9 a 10 vadem waters was^ ende dat het om de Noort niet en docht. Op de steylen hoeek van Gissima staet wal in U lant een dramei *boomen gelyck of '/ een fort waSt waervan een boom boven de andere uytsteekt in hooehtOf hebbende een ronde eronJ** De boompjeshoek is het voorgebergte, Siwqja saki genoemd, de rivier de Same gawa of Salm rivier. Eene plaats Gissima bestaat bier nieti mogelijk was daarmede de stad Idsumi^ die eene mijl van den mond van de rivier ligt» of wel de hooge berg van Irttsima bedoeld; digt bij den mond der rivier is eene haven, waarvan de afstand van JUinato saki op 24 Bi aangegeven wordt. Het hooge land wordt door eene bergketen gevormd, waarvan zich de Jonowoko^ Akai- nowoka en Irusima kenmerken, achter welke de toppen van den Jakojama en van andere hoogere gebergten uitsteken. Den Boompjeshoek W. '/, S. 3 mijlen en eenen hoek, y^daer benoorden liggende^ die seer cartelich van cleyne berchies was N. Vt ^^« 3 mijlen py-* lende ^ bevond zich Vries op ZV 5' N«Br., •hadden doen de diepte van 40, 36 vadem swarte sant- gront.*'' Volgens deze waamemiog zonde de boompjeshoek q) 37<' 1' N.Br. liggen. Op onze kaart ligt die op 66'' hT dos 9' zuidelijker. •Omtrent 6 mijlen van cT. hoeek begint het hooeh land te streeken om de Woorty Daar is De Oecartelde Hoek, ook Caep de Eennis genoemd» omdat Vries op deze hoogte zes dagen kruistte, ten einde het jagt Breskens in te waeblen. Deze kaap op den 25 Mei 284 biDnen eenen abUod fan 4 mijlen Tan *l land Z.W.I.Z. ra het noordeliiksie land dat men zieo kon {Earasu saki op dt Japansche kaarten) N.W.tN. peilende, bevond zich Vries op de gipste breedte van 37 ^ 39' N. Volgens onze kaart xoude zij zich op &7* 32' N.Br. bevonden hebben, hetwelk slechts. een Terschil van 7' voor de breedtebepaling van des kaap oplevert. Volgens Vries ligt dos de Kaap de Eenms op 37* 11' en volgens onze kurt op 37"* 4', op de kaart van Janssen echter op 37* 22' N.Br. Op den middag van Aea 26 Mei, de Kaap de Eennis in eenen afstand van omtrent 7 mijlen W. '/t Z* van zich, bevond zich Vries op de bevonden breedte van 37* 20' N. Volgens deze vraar- neming zoude echter de meergenoemde kaap op 37* 16' N.Br. komen te liggen, hetwelk merkwaardig overeenkomt met de later door Kapt. E ing waargenomene breedte van 37* 15' N. De door Bronghton op zijne originele kaart opgegevene breedte komt met die op onze kaart jnist ofer- een. De gedurende de kruistogt op de hoogte van Eaapde Eennis waargenonvcne diepten leveren de volgende oitkomst op: op eenen abtand van 2 tot 3 mijlen, 25 tot 40 vademeo wasige zwarte zandgrond, op 4 tot 5 mijlen afstand van 45 tot 95 vadem wasige grond, konden echter geen grond op- krijgen. Op de kaart van Janssen en op de kaart van ^gedosM ontdeckinghe onder den Commandeur Marten Gerritsen Vries, A*. 1643 (1), vindt men eenen hoeck ^i^Rood hoeck^^ genaamd, die eehter in 't Joornael niet vermeid wordt. De Kookboek is buiten twijfel het noordelijkste land op den 25 Mei in \ N.W.t.W. gezien en op de Japansche kaar- ten Earas*no saki, d. i. : Ravenkaap genoemd. •S^^ hoeck benoorden ons dat hooch lant was, maer laech op U water neerliepy De kust strelct (1) Vou Siebold, AÜoi vo% Land- ttnd SeeJkarien, N*. IL 285 zich Z* en N. uit. Den 27 Mei 's namiddags dezen hoek Z.W. en het noordelijkste land N.N.W. peilende, bevond zich Vries op de bevonden breedte van 37^ 50' N., zoodat de breedte van den Rookhoek 37"* 42' zoude zijn, hetwelk ook met de kaart van Jansson juist overeenkomt en met onz^ kaart slechts een verschil van — 3' oplevert. » Waeren hier bij u>ii gepleekt lant met eenige santboschies^ omtrent 2 mijlen van lant hadden de diepte van 19, 20 v-ademj singel ende grove sant^ gront, hier was de gront ongelyeke diepte cort op cnde af. Het voorlant is duynieh lant^ maar anders hooeh lant, op sommige plaetsen dubbelt; het lant om de Noort scheen- een bocht beginnen te maecken. Wij vernoemen dat de stroom Jiier heen ende weer langs de wal liep,^^ De verandering van den grond, die vroeger wasig en zwart zand was, en hier singel en grof zandgrond, bevestigt, dat zioh Vries op den 27 Mei 's middags op omtrent 3 mijlen afstand van den Rookhoek bevondt, waar zich eene groote rivier, de Tamano gawa^ in zee stort en zwaren kegelzand met zich sleept. Ook wordt in *t Jour- naal maar eens van den lagen Santhoek gewaagd, te welen op den 31 Mei, 's middags, waar zich Vries op 38° N.Br. binnen een' afetand van 7^8 mijlen, W. daarvan op 70 — 75 vademen bevond. Op de kaart van Vries en Jansson is die uithoek op ongeveer 38° 10' N.Br. aangeteekend. De plaats echter, waar Vries op den 29 Mei het werpanker op 29 vademen singelgrond vallen liet, en waar hij zich op den mid- dag naar gissing bp 38° en 4 mijlen van den ival bevond, is door een anker/je aangemerkt ; deze bevindt zich in 't Z.0. van Den Lagren Zandhoeki die op de Japansche kaarten Ara fama, d. i. : woeste strand, genoemd is. Daar loopt eene van de grootste rivieren van de oostkust van Nippon in zee, de Ara Kuma gawa, aan welke ook de ongelijke diepte, de banken en de singelgrond te wijten is. De groote 286 bogt, die zioh van hier allengs tot de Kaap Einlnvasan^ in *t Journaal Eylani Tay genaamd^ ia de baai van Sendai^ -waar zich de baven van Sibo kama bevindt, waarvan men 42 Ri naar de kaap de Eennis rekent. Op onze kaart ligt de mond van den Ara kuma gawa op 38° 5' en de havea van Siho kama op SS"" 22' N.Br. Kaap Kinkwasan. Een eiland Tay bestaat niet; daar- mede is echter buiten twijfel het eiland Kinkwasan verstaan, hetwelk ongeveer 1 mijl van het voorgebergte afligt, dat bet oostelijk uiteinde van de baai van Sendaï vormt. «Dexen uitsieeckende hoeck van Tay i$ heel kenbaer; als men uyt de Suyt komi^ vertoont hem als een hooeh eylantj ende een weynich daer be- ivesten met een rey van gehackelt geberehtef met een corte spaetsy laech lant'^ INt eiland is Vries den I Jnnij op een* afstand van eene mijl genaderd, en tusschen dit en een ander, dat hij Tafeleiland (op onze kaart Nagafama) noemde, iugezeild; •waeren om treilt 1 myl van de wal^ wenden V doen, fsee gewent synde.^ Volgens zijne waarneming op den middag van den 1 Jnnij waar bij, den spitsberg van Toy N.W. */, W. op 2 è 3 mijlen aistands peilende, zich op 38'' 24' gegiste breedte bevond, ligt dit eiland op 38"* 32' N.Br., hetwelk slechts een verschil van + 7' met de bepaling van den Japanscben Hof-astroDomist Sakusajemon oplevert. Deze waarneming werd op den 2 Jnlij bevestigd, waar hel zuideinde van Toy op 38* 29' bevonden werd, overeenleggende met het zoid- einde van het Tafeleiland. •Reeht Noorden van het Suyteynt van Toy 1 d 2 mylen 'liggen eenige gebroocken eylanden ende dippen onder de wal; wat landelyeker leyt noch een eylantie, wat langer ende hooger {Deiima); dtcht onder de cnst een half myl daer benoorden leyt noch een ront eylantie gelyek een Toppershoetien (Jesima)f daer aen beyde eynden al scherpe 287 dippen, die b^ven water leggen^ afstreeken ende v erionen haer als naelden. Tussehen hei vorige eylani ende het Toppershoetien geleek een rivier in */ lant te loopen^\ Dit is echter eene diepe bogt Sjugo fama genoemd. »De eusi streckte hun hier al noortwaarts, maar met veel intochten ende was al hooch lant.** Deze eilandjes zijn op de originele kaart van Vrie5 •Schild-^ pads eylantjes'* genoemd. Overigens is de beschrijving daarvan en van dit voor de vaart langs de Ooslknst van Nippen gewigtig pont van verkenning voortreffelijk; vrij willen echter nog aanmerken, dat tussehen het zoogenoemde eiland Toy {Kinkwasan) en den vasten wal een voor Japan- sche groote schepen bevaarbaar kanaal bestaat, dat Jama tori no seio^ d. i. bet fazanten kanaal, genoemd vrordt, en dat aan de Noordzijde van de bogt van /S^'ii^o/ama zich een tak van de groote rivier Figami gawa in zee stort, die te-> vens bevaarbaar is voor groote schepen en door een kanaal bij Miaio^ eene haven in de baai van Sendai uitwatert. Door deze 9 Ri lange vaart, die voor gewone niet al te groote schepen geschikt is, wordt de omzeiling van kaap Kinkwasan vermeden, die anders 22 Ri bedraagt. Mogelijk is die ook voor kleine stoomschepen bevaarbaar. Langs het grootste gededte van de Oostkust Tan Nippen droogt het water langzaam tot op 10 vademen en minder op; rondom de kaap Kinkwasan echter vindt men reeds op korten af- stand eene diepte van 80 vademen, en eenige mijlen verder in zee geen grond meer* In het Z.0. van Kinkwasan, 2 en 3 mijlen van daar, nam Vries eene om de Zuid loopende strooming waar. Ook Broughton heeft (7 en 8 Septem- ber 1797) langs de Oostkust van Nippen op 39* 55' tot 40*" 44' N.Br. eene sterke Z. en Z.Westelijke strooming waargenomen. Deze heeft Vries reeds zuidelijker op 37^ 39' op een' afstand van 4 mijlen van de kust ontmoet^ en ais oorzaak van de korte vreeselijk holle zee verklaard, *om- 288 dai de stroomiug tegen de wind {uii S.S.O. liep/" De Japansche stroom, de reeds Tro^er genoerodr Euro siwo of zwarte zeestroom, schijnt aao den grooten oosthoek van Nippon^ kaap Daikd saki, zijoe kracht te bre- ken, en vervolgens langs de kaap de kennis meer N.Oost^ lijk te worden afgeleid. Behalve zijne snelheid en zijne fit- ting, die aan den zeeman niet ontgaan kunnen, kenmerkt zich de loop van dezen stroom gedorende de koudere jaar- getijden en in hoogere breedte door den digten mist, die '«morgens en *s avonds zijn stroomgebied bedekt. Vries klaagt dikwijb tot op de hoogte van bijna 38^ N.Br. over nvreeselyeke donekere misV\ terwijl hij noordekjk door heel mooi begunstigd werd. Men kan dus als eeoe wet van dezen warmen stroom aannemen, dat zijn gebied zich langs de Oostkust van Nippen niet verder dan op 38* N.Br. uitstrekt, en dat zich tusschen hem en langs de kust een koude stroom indringt, die van de Zuidkust van jM en mogeiyk van de straat van Tsungar, waar, door dit tot op 12 Eng. mijlen verengd kanaal, de doorstrooming van al dat water belet wordt, aCeakt en naar het Zuiden loopt. Dat deze aan den invloed der afwisselende winden min of meer blootgesteld is, is natuurlijk, en zijne kracht schijot zich ais het ware aan die van den warmen stroom allengskens te breken, alhoewel beide stroomen duidelijk onderscheidbaar voorbij stroomen. Want nog op de hoogte van de Tasmans eilanden wordt door de Japanners sedert eeuwen de grensiiJD van den £uro sitto waargenomen en bepaald. Ook is de warmte van het zeewater in het Noorden van de Oostkust van Nippen aanmerkelijk lager als van dat van den K^i^ sitto, zijnde het maximum der temperatuur van dien stroom op 86* Fabr. en die der zee bij kaap Kurosaki (39' 56 ) slechts op 55"" Fahr. De Tafelberg, %'s Avonts lach de Oosthoeektan Toy S. W.t.S. 5 d 6 mylen van ons , saegen »» ^ N.t.0. een heet hoogen vlaeken bereh, die^^^l 289 den naem gaven tan den Tafelberch.^* Deze Ui volgens deze peiUngea op den 2 Janij gedaan, waarschijnlijk kaap Wosaki op de Japansche kaarten ; hetwelk ook met de kaart Tan Janssen en met de waarnemingen yan King en Bron gh ton overeenkomt. Daarna zon de hoek vanden Tafelberg op ongeveer 89* tot 39'' 15' N.Br. moeten liggen. De beslissing daarvan laten wij aan het onderzoek van Ne- derlandsche zeevaarders — zoo hopen wij — over ; betren- ren echter zeer, dat Commodore Perrj de Oostkust van Nipponj van de Witte hoek af aan tot kaap Sirijasaki een afstand van vier en een vierde graad van breedte, of 255 Eng. mijlen voorbygestoomd is, zonder de aardrijkskundige ligging van deze zoo weinig bekende kuststreek nader onder- zocht te hebben. Gaap de Ooeree of Goede ree* ^Ben steylen hoo- gén gehaekelde hoeck^ dien loy Caep de Goeree noetndent omdat tussehen beyden schenen teel havens ende eylanden te liggen, daer (eene) Goede ree soo het leeek after v>aere; de cust streckt hier N.t.0. ende S.t.W.^^ Volgens zijn bestek van 's middags den 3 Janij, waar Vries op 39^ 28' N.Br. caep de Goeree N.t.W. 4 mijlen van zich had, zoude deze kaap op 39** 45' N.Br. liggen. Op Janssons kaart is de- zelve op 39^ 40' geplaatst. Het is de oostelijkste uithoek van Nifppon, Kuro saki^ d. i. de zwarte kaap genoemd, die volgens Sakusajemon op 39<' 56' N.Br- en 142<* 10' O.L., volgens Broughton's originele kaart 20' oostelijker, en volgens v. Krusen stern 's berekening 10' oostelijker ligt. Wij zgn van meening aan de breedlebepaling fan Vries thans, waar wij zyn Joumael kennen, de voorkeor te moeten geven, en vooronderstellen, dat de kaap KurO' saki op de Japansche kaarten te ver van Tako fama, waar zich de zoogenoemde haven van Ufabo of Nambu bevindt, geplaatst is. De haven van Nabo, waarheen de Japansche. visschers aanboden Vries te zullen brengen, is die van 19 290 Mij^Ufo; ea die ?an Sehay is dia vaa Eu%i (ook Ewiwka genoemd). De eerste is 38 Ri Tan de haven ¥an Deümo bij kaap tCinkwasoM gelegen, en de laatsie Ugt 20 Ri noor- delijk van die van Myako af. Deze beide havens en nog eene 20 Ri noordelyker bg dan Noordoosthoek gelqjen, z^n de drie voornaamste havens van het noordnlijksie gedeelte der Oostknsl van Ifippon, dat onder heft district van Ifan^ behoort: daarvan Naba of Nambu (1). »Sem grooie voert, streekende S.S. fP. heel diep in 't land^ souden naer u>y sien eenden daer heel uyt der see ieylen eonnen^'*^ werd de Voert van Goeroe ge- noemd. Het is de roime ingang van de haven vaq MiJakOj dpor Bronghton en Eing op hnone (al te kleine) kaarten met den naam van Port en Cape Nambu beteekend. De bescbryving, die King van den ingang madct, kmnt met de Japansche kaart daarvan overeen; dezelve wontt door twee bndpnnten gevnemd, waarvan de noordelijke lage (une pointe basse de terre) Toko fama^ d« i. Inktvisch strand, beeti de zaideK^ke hooger is, en met een* kegelberg eindigt (une eoUine en fortne de cone) en deswege den naam vao TiüfU fama^ d. i. kooge strand, heeft (2). De diepte der aee is bier, 2 tot 4 mijlen aCstands van den wal, meer dao 100 vademen wasigen grond* De kaap Eurosaki k^meikt ^icb door eenige hooge naar binnen li^ende kegribeigen (de Ko^aki en KabuUgama)^ die tot het einde Tan Mei neg met aaeeow bedekt zijn. De Koordlioèk. ^Het verste lant dut loy sien oonden^ lach N^LW, 8 mylenvan ons (ende (1) Wg hebben reeds in onze ^GêtcUekte der BnideekungeM** aan- getoond, dat digt bij deze haven, en waanehj|al4k in de begt vin Komoio, het jacht Breskenê vemülen en Kapt. Schaep loevaftgea genomen is. Vezg, pag. 100, aanmerking 20. (2) Vergelijk: Troinème voyage de Cook. Tom. IV. p, 372. pL79. OesckMie der Bntdeekungen im Gehieie von Japan, von y. Siebold, pag. 10 en 92. Anmerk. 2a 291 Caep de doeree S.S.W. 2 mylen) ende was een vtaeke heoge bereh (de CroonberÜh ?) ] en&e een Inege ttaeke afgaende h&eek iaeh If.If.W. 4 d 5 tnyt^n van óns.^ Dé tei'ondeirstetde Nooi^faoek van Japan is. zöo als uil de Japanscbe kaarten te zien i^ èn oit de opneibing 'van ftrougtton bigkt, slechts é^n gedeelte van de kast, die zieh tan Iret oostelijkste tiiieinde vftn Wip- ptm (kaap dè üiDeree of KnrosókS) rn eene noordwestelgke rigUng Qitstrekt tot op 41'' 34' If.Br. t)eze door Triès geziene Noordhoek is de kadp Tnne Üsi en de ^iaege vlaeke afgaende hoeekf'' de kaap ISisèkS op de Ja- pansche kaarten, de eerste volgens Janssons kaart op 40* 10% échter door Saknsajemon, Eing en Bronghton 15' tot 16' meer noordelijk geplaatst. Déar \vij, alvörcüs wij van Vries Jonrnael kennis namen, vooronderstelden, dat de door hem benoemde Ifoardhoek kaap Misaki t^as» omdat de op Janssons kaart daarvoor opgegevéne btéedte jeist mede overeenkwam, zoo hebben wg op onze kaart aan kaap Müéki den naam van kadp dd Vries gegeven, tenzij! wij aan kaap Tane isti den van von Krnsénsterü gege- ven naam Pointe Ifordy King, bijbehielden. Langs deze kost tot op ongeveer 40"* 23' N.ttr. heeft men op eeti af- stand van 4^5 mijlen 72 i 100 vadem graande zandgrond. Kaap flirUaaaU, of de Noord-Oosthoek (P. NaM-Ést, Krnsenstern.) Aan onzen Nederlahdsehen zeevaarder Vri e^ en aan den Engelschen Kiüg bleef deze kaap onbekend. Op de, volgens oorspronkelijk Japanscbe, ontworpen kaarten Van de 17* eenw vindt men bet noordelijk gedeelte van iVipp()n door omtrdcken begrensd, die deze kaap duidelijk laten heirkenneü. 2ijne aardriiksknmHge Inging echter hebben wij aan fi r o n g H- tOB te dankeu, die dit Voorgebergte den 9 Angodtns 1797 omzeilde^ en hetzelte den 25 d. m. nader bepaalde en Cape tfambu noemde. Op deszeli^ originele kaart is kaap Ifamlm op 41'' 15' N.Br. en 141'' 30' O.L. geplaatst. Von Krusen stern berekende de Kggiog van deze kaap op 41* 19* 292 22' 45" N.Br. eD 141* 30' O.L,, en Sakasajemon op 41* 25' N.Br. en 141* 46' O.L. Op de kaart tui ^the Kurü liUmdi fram r. Krasenstern, ▼. Siebold Md Broaghton** oitgegeYea ia 1856, door het hydrographisch bnreaa vao de Admiraliteit te Londen, b Yon Eraseo- stern'a berekening bijbehouden. Digtbij liggen rotsen « een eilandje Rdkoiima^ d. i. Robben eiland genoemd. Op den 5 Jonij ^ras Vries op deze hoogte en zag meeel see- robben ende veel drift.'' Het diepte hier hngtm van 70 tot 100 vadem graaawe zandgrond. De Kaap Toriwlflnld (The North PoiiU of Nifm, BroQght.). Ook van deze kaap hebben wij de aardrijb- kondige ligging aan Broughton te danken: ma lowpl^ point sUmaled in the latitude iV 31' N. and 140' 50' £. of Greenw.^* Volgens S a k u s a j e m o n ligt deze ecbler 3 ' noordelijker en 20' oostelijker, en op de kaart der Adminüteii op de breedte volgens Broughton, maar 8' oostelijker. Ook deze kaap eindigt met een eilandje. Benten geDoeind, dat aan de Godin Ben zai ten, eene beschermster tegen zeemonsters, toegewijd is en met eene groep rofseo; die zich gelijk naalden boven water vertoonen. Tosschen kaap Sir^asaki en Toriwisaki vormt de tot eene diepe bogt, waar zich de haven van Ohobata be?iodl, die 20 Ri van de aan de Oostkost gelden haven van IW afligt. Verder westelijk van daar bij Ohoai is nog eene kleioe havenplaats voor schepen, die naar de baai en haven vis Awomori varen, waarheen 23 Ri gerekend wordt. Bij bap Toriwisaki neemt de kost eeiie Z.Westelijke en vervoipo^ nog meer zuidelijke rigting aan, en loopt alsdan bij ^ Kusó domari naar O.N.0. om ; en dit noordelijkste xA\^ van Ntppon krijgt als het ware de gedaante van een U<^o schiereiland, waar zich de Jakejama^ een uitgedoofde voor- berg in het midden van kleinere kegelbergen, 3200 voet hoog verheft. Met het tegenoverliggend N. Westelijk aiteiflde, waarvan de noordelijkste hoeken Tatiupisaki en TakoMsalf^l^ 293 noemd worden, Yormtditsehiereiland den ongeveer 2 mijlen wij* den ingang der baai yan Awomari^ die eene mimte Tan 5 tot 6 D mijlen beslaat^ en met den tijd voor de zeevaart belangrijk worden kan. Eaap Tatsupisaki of kaap Tsugar^ die Tol(j;ens von Ernsenstern op iV 16' 20" NBr. en 140^ 30' O.L. ligt, vormt met de tegenoverliggende kaap Tadeisi of r. Matsmai op Jezo, die op 41* SO'NBr. en 189" 57'O.L. ligt den westelijken ingang in de straat Tsugar^ terwijl kaap Sirijasaki en de tegenover op Je%o liggende kaap Jesan volgens Bronghton op iV 49' 20" N.Br. en 141* 20' O.L. den oostelijken ingang tot deze straat, die op Japan Kiikinose(o genoemd wordt, bebeerscht. Wij hebben deze aardrijkskundige uitweiding gemaakt, om den door Vries langs de Oostkust tot naar den Noordhoek van Nippon bet eerst gebaanden weg verder nog aan te wij- zen, en wel tot de baven Tan Hakotade op Je%o^ die sedert den 31 Maart 1854 aan alle de zeemogendheden, die met Japan een tractaat Tan scheepTaart gesloten hebben, geopend is. En zoo Tinden wij het ook doelmatig, dezen Zeemans- gids met eene zeildirectie Toor het inloopen in de straat van Tsugar en de baai Tan Hakotade te sluiten. De Baai Tan Hakotade ligt N.W. ^t ^« op eenen afstand Tan omtrent 45 Eng. mijlen Tan kaap Sirijasaki op Nippon Terwijderd. Op deze hoogte gekomen en de rotsen, die aan de Oost- en Noordzijde Van deze kaap uitsteken, Tooruit- geloopen, bekomt men de kapen Je%an en Siwokubi met h^t hooge land Tan Jezo en de Noordkaap Tan Nippon {Toriwi- saki) in het gezigt. Men boude aanvankelijk op kaap Jezan, en Tervolgens, kaap Toriwi West peilende, op kaap Siwo- kubi aan. Deze ligt. op 41* 49' 22" N.Br. en 140» 47' 45" O.L. De stroom, die de straat in 't Westen met eene snelheid van 5' in het uur inzet, is in het midden der straat het sterkst, namelijk tusschen kaap Siu>okubi en Toriwisaki^ waar de straat het naanwst, 10 tot 12 Eng. mijlen breed is. Ja- pansche vaartuigenj die naar de baven yan Ohobaia zeilen, 294 gMtt derbalve digi l>g Ipmp Sir^asaki Toorbq ea lioodMi licb bnfli de kuit» waar de slreom mi^r beq)eiird motÜ ; ook loopl hij, volgeDt de mededeeUpgeo im ^pann^i, bjj Xoriwifoki digt bij de kaal Yan Pfippan W.l.Z* om eo Z.Vm belwelk sicb ab eeae leragstrooming taa de walermawa be- floboawea laai, die de oaaawte Uuachen Smookmoi en. Tkri^ wisaH ofaH: doonlrooflaeD kaïL De Noordknst ?ao N^fpom 15 ecbler klippig, ea ia bel N.N.VV. i^aa hel BetUeu eUmdlB zga gevaarlijke ravelingeo. By aiiaUg weder ea bij ucbi i$ i^ oiel raadzaiMn de alraal ia te loopea. Sloomaebepei^ kno- aea zich mei bel hoofd ia lee ggeoiakkelijk aaa deo iiq;am hoadOD, loldal zij gelq^eabeid hebbea biooea te loopeo. Vaa dea Noordboek vaa Japan oaar de kaap Jerimo op J0§o oventekeade» werd aaa boord vaa Catiritmm 72 tot 100 vadipea gewoae zandgroo^d gelood ; mea wa& i^enroigeos grood af, eo vood op eeaea abtaad Yaa 4 mijleo Dk vao dezea aitboek weder 50 Yadom zaadgrood. Deze wtaaine* miageo kuooea lol maatstaf dpr diepte. ?aa dea Ooatemken ingang der straat Tsuyar dieoeo. Ia bet oiiddea der straat ▼iadi mea 50 tol 130 vademea. Wanaeer mea dea hoA ▼aa Siwokubi, die 12' O.Z.0.7,0. vaa de tM Bakfida^ ligt» gepasseerd is, kaa mea de maslea der io de ba?eo.voor aoker liggeade schepeo, boven eeae lage laodpogte oitslekeo- de, zieo. Daaraaar neemt mea nu zijnea coors. By het ia- zeilea ia de haven dient, bij belder weder, de 3169 voet booge KomagakJce of Zadelberg lol gids. Nadat mea op eeaeii a^taod vaa 1 Eog. mijl (tea eiade de stilte onder de lagea wal te mijden) bet 1136 voel booge, door. eeae ly landengte met het Oostelijk gedeelte der baai verboadea.voo^ gebei^, aaa welke N.0. zijde de stad Hakatade ligt, om- zeild beeft, boude mea op den scherpeu piek vaa dea £b- magaiaki, die Noord strekt, aan» totdal de Oosipiek van den Zadel, die N«0. bij N. strekt, zich Westelyk vao dm rondea knop op de kant van het Zadelgebergte be- 295 ▼indt (1), alsAtü Inie men vm N. oaar O. oTer, lot dat maD h«t midden fan den zandiieaYel op de landengte Z,0.t.O. '/4O. Yan zich heeft. Zoo doende yerniödt mea eene droi(»g« ie, die aan het Westeinde der stad in eene N.N«WesteKjke rigling '/s ^^ï^ nitslrekt. Alsdan brengt men dé» iHindheittel op de bakboordzijde, en loopt door, tot dal men den West- hoek der stad Z.W,*/,W. yan zich heeft, waar men den besten ankérgrond op 5^, tol 6 Tadem diepto vindt. Minder groote schepen kunnen tol op 7* ^^^ ^^^ ^^^ ^^ Tsuki digi bij de stad naderen* In ge?al men bij mist of betrA- kejii (nchl den Piek of den Zadel niet onderkennen kan^ store men^ nadat men, j^oo als gezegd, bel voergebergte om- zeild heeft, N.O.^tO., totdat men den sandheavel i^ db epgegetene rigting voor zich heeft. Bij onganstigen wfaid vindt men op de buitenree op 25 — 12 vadem goeden anker- grond. De dieple aan den mond der baai is omtrent 30 vadem en droogt allengs tol 6 en minder op. Hakotaie (de mond der rivier Eameta) ligt op 41 <" 49' 22'' N.Br. e» 140* 47' 45" O.L. De misvrijzing van het koÉipas is 4« 80' W. Beeg waler bij nieowe en voUe maan 5 unr. De grootste r|iiqg en daling van hel water bedraagt 8 voet. I?. DE ONTDEKKING TAN HET LAND TAN JEZO. Van den vermeenden n Wo&rdélijcke hoebk van /dpon'' had Vries den koers N.N.0. genomen eti bevotid zich 's middags den 7 Jonij op 162^ 1' O. v. Tenerifife (volgens onze verbetering op US*" 39' 36" O. v. Gr. en op iV 24' 0> ^Bter lor the sliaifp peak of Kamagataki, hearing aboafe aortii, «iÖl tke easf peUk of tiic Saddle, bearing afoont N.E. by K. opena to tke westwaids of the rooad koop on the skic of the moantain.'* Sailing diteotians Ibr Hakotadi»by Lieot. Win.)L. M aury» in Hawks Narrative, pag. 691. 296 befondm N.Br.) (1). Vaii dm tol op 40* 86' N.Br. hoeft men 70 tol 100 fademea graaawen andgrond, langraam opdiqieiido totdat men grond af b. Z^ haddon *s ochtends omtrent 10 nar hoog land geaen. Dit was de Kanp Jerlmoy de Z.O.hoek van Jmo {Eroen of Groen, \ riet) •een hoogmiieylen hoeek^^* en ligt volgens Broogh- ton's orig. kaart op 4P S3' N.Br. en 142<'55' OX. Vol- gens Saknsajemon's kaart echter op 41*" 56' N.Br. ea 143* 39' 10" O.L. Omtrent 4 mgien van deien hoek loodt men 50 vademen landgrond en 3 mijlen daarvan 24 vad. schnipige zandgrond. Men kan den hoogen hoek tot op '/• mgl naderen en vervolgens langs den wal op de diepte van 20 — 24 Tad. sturen. • Yam d^. hoeek sireeki hei land J¥. ende is hier hooeh dubbeli lani ende op de toppen bedeckt mei eneenwJ** Den Z.O.hoek Z.W. 7^ Z. 5 mijlen afstand peilende, heeft men in het N.W.t.N. »€en groole boy ofie inboehi. Dit is de baai van Firoro. Vries nam een* N.0. koers langs den wal ; het was mistig weer, de zee liep om de N., hem naar den wal zettende, waar hij op 26 vademen ^ove aandgrond ankerde; zij konden de landzee hooren mischen. De hoek van deze ankerplaats wordt (1) Laogs de oostkust van Nigpon bebbea wg op de lengtobepilm- gen vsn Vries niet gelet, omdat in het Joomaal gedarende deften togt de afstand ran de Japansche koat telkens naanwkeorig opgegeten is. Wy hebben echter opgemerkt dat de in bet Jonmaal opgegereoe gegiste lengte van het eiland PaUUjo met ongeveer + 8* moest to^ beterd worden. Die ran den boek Boiho levert reeds een Tersohilm -f» 2* 23' O. en die ran Kaap JTwAb' en Kaap Tamiki ruim + 3' O. op. Volgens deze Terbetering zoude zich Vries op den middng van den 7 Junij op 14S* 89^ S6" O. L. ▼. Greenw. bevonden hebbes, en den MS.O.hoeck vm Sto*" Kaap Jerim, 9 è 10 mjlen in het N. peilende, op 41* 24' N.Br. Beide iraamemingen qjn, voor soo veoe wij tot heden de aardrQkskundige ligging van den Z.O.boek Tan /^ kennen, zeer goed ; de lengte ▼etschilt byna niets met die van ds kaart van den Bof-sterreknndige en de breedte + 9" met die op ougbton's originele kaart. 297 Ciahhaljam lioeok genaamd en is waaneb^nlijk de lage mthoek digt bij Tobui in de rivier ManbetSf waar het booge land afvalt. Tobui ligt 35' noordelijker en 18' oostelijker als de plaats Saruru^ wiens breedte door de Hof-astrono* misten op 42"* 7' N. en de lengte op 148* 56' O. bepaald is. I>it laatstgenoemde oord is eene Japansche wachtplaats, en mogelgk zon men aan den mond van de rivier kunnen ankeren. Van Japansche schepen wordt die plaats sedert eene eeow beiochi. Ik merk znlks op, omdat in het Journaal ge- zegd is : » Voaris heeft de eusi veel bochienj moer ean niei geanekert warden daer men voor de see besehui liehtJ** Den 9 Jonij op 15 vadem singdgrond ten anker gekomen^ wordt 's middags de breedte van 42^* 44' N. berekend en de Z.O.hoek van JeiQ 12 mijlen Z.W.t,Z, en een lagen hoek (Cabbeljaus hoede) 6 mijlen Z.W.t.W. gepeild, • hadden noch een hoecky in U N.0. 7f ^- 6 o f 7 mijlen van ons (Gouisioer*) f akoaer wel een revier geleeek bij in te stree- leen soo wy sien eonden; saegen noch lant in V OJ.NJ*'' Vries bevondt zich zoo mede in een aistand van 7t i^Ü' van het aanzienlijke dorp Tokatsi^ {Toeaptie^ Vries), waar de rivier üsibets^ eene van de grootste op de Oostkust van Je%o oitwatert, en de kust zich in eene lage bogt terugtrekt. Op de originele kaart van Vries (1) staan de woorden: m Alhier {Tocaptie) komt haar ^t eerste vaartuyg van dü Land aan boori^ daarin syn twee mannen en een jongen^ veel sHver om haar hebbende en wijsen na U gebergte, dai daer silver in overvloet SV II.B. en 144" 22'O.L. ligt. De kust is laag en in het zuiden van TokaUi moeras* «ig ; daar bevinden zieh verscheidene meeren, waarvan die Tan Jenté het grootste is. De RMer en de hoek ras Kutiirl» ongeveer W ia het N.0. van Tokatsi^ loopt de KuêUfi (CtmMoer, Vries) in zee en bet lage stroomgebied van dezelve vertoont zich als eene opening van het land, die ook door Breng hton gezien en op zgne kaart aangetekend is. Deze rivier is de grootste van de Oostknst van Jexê en bestaat nit de ver- eeniging van twee armen, waarvnn de oostel^ke nit een bin- nenmeer aan den voet van den berg Olosja (het heeft deo naam van Etuwri) en de westefijke ook nit een bimiMaBieer aan den voet van den berg Akairi ontspringt en Aarvaa Akanibeis (bets is rivier, beek) genoemd is. Deze beide hooge pieken behooren tot de bergk^ten", waarvan het Z.W. gedeelte, volgens Jansson's kaart, »dd Blamate berg'' en het lf.0. nitetniie •Batatrias hergh'* door Vries ge- Deei 11, pag 57. .»BmM ioegenê hêt rijk Jesso, wtgem S0ierai èritf van den vader Hieronymas de Angelis, geschreven in'ijarel^^ (1) Beechrijvinge van het ByUmdé Beo eoo alst eerü in ï eekigeja» door M SeUp CoMtrienm hesegll iê. Tot Amsteidam. 16é6. Yeigêlvk dunnede ook N. Witsen, Deel II, psg. 50. 29» üiïmA i«. Ook Br o «gb ton ^erneMt den eers^enoemdea onder den naam Tan Peaked HiU, en peiMe ej^ 42"" 47' N.Br. dien piek N. 9® O. en. de epening van hel land (deft mtnd yan de Kusuri} N. 21*" O., op eenen abtand van 12 tot 16 Eng^ mgien. Het stroomgebied van den Kuiuri b van de Ainoê^ bewoottd^ die^ bmga de beUe armen eenen vftf naar de binnenHaeesea van Emuri en Tan Akani, en van daar langs do Fiviecen SjariMs tn Ikuisinatots naar de Noord* kost nm J^êo gebaand hebben^ Eenige Engw mijlen ooslo- lijkor TOA do iiilwatering ea van de Kmuri steekt een hoek nit, aa» weHto wij den naam van Kaap KumkH gegeven heb- ben*. Be: roeeigemeldo' opening van bet kai vormt met.deao kaap oone baai^ waan» zonder twijfdl, scbepen eene goedo tegen d^ N.Q. eni Oostelijke winden? beschermende anker* plaate vAkia vieden» Dexe vam geen europeschen zeevaarder tot na toe bezocbtio knatenstreek bevelen: vrij aan hunne big^ umdere aandadit ea hebben, derhalve dbzelve meer breeds roerig» virigens de Japanscfae. kaarten en> berigten, be* schrevettk Tant aijne ankerplaa^ bij Tbiolit nam Vrio« zijnet» koen» Oost tot op eenen afstand mn ongeveer 60 Engi mijle» vaat de kast; d)iar geen land ontdekkende* stelde hij doa koers- N.O. en vervolgens N;, om bet land in het gezigt te lo^ij^ gen. Den 11 Janij *s middags bevond ziofa Vriee op ^S^" 10' N.Br., 27» mijli van het land, op do diepte van* 27 vademt zwarten: zandgrond^ Van deze^ hoogte zijn* drie voor de zeevaart belangrijke punten van de Oostkust bepaald gewor*- den; m het W.t*Z* 6 mijlen abtand de kaap Seniba (Sbiih tasèel Vüiee), die de Zniddijke uithoek van* den ingang in* de Baai de Goede Hoop is, dan in het N%0. 4r i 5 mijlen a&tand de Kaap de Manshooft^ en in bet W.t^N. Vt^* ^^^^ rivier, de Uokirarubets bij BitMse. Ook zijn de digt aan den mond dezer rivier gelegene eilandjes Fujular en Kitafu en een eiland aan den ingang der baai de Goede Hoop ge- legen, door de Japanners Daikoksima^ door de iitno's Ho- 300 romosiri en door Vries m» der Lyns ej/lami genoemd; Mraaifenomen geworden. De Knap Seiilin (Sanianel Vries) vormt den Zoide- lijken wad en kaap Harasan {Caep Maetsm/ker) den Noor- delijken wal fan den ingang der baai de Goede Hoap^ waar ¥oor een eilandje ligt, door de Japanners Daikoksima (d.i. het eiland van den god van den rijkdom) en door Vries, na zijne Xena^omsi in deze baai, van der Lyns eiland ge- noemd. Dit eilandje is door eene reeks klippen met deo Noordelijken wal yerbonden, en van den Znldelgken val steekt een rif met rotsen boven water 17t n^l O.Z.0. 'm zee nit. Kaap Seriba ligt 8' Zuidelijker en 5' Westelgker ab Atkesi of Akkes, de voornaamste plaats in de baai, die door den Hofstem^nndige op 43» 2' N.Br. en 145* 34' 27" O.L. geplaatst is. Op Bronghtons originefo kaart is de ingang met het voorliggend eilandje en eenige rotsen onder 43* O' N.Br. en 144« 36' O.L. aangestipt. Volgens Vries zonde dezelve op ongeveer 43"* 5' N.Br. te leggen komen. De Baal de Goede Hoop verdient dezen naam, aan haar door onzen vermaarden zeevaarder gegeven^ die daar van 16 Augustus tot 1 September zich ververscht en djo schip hersteld heeft. Dezelve b naast die van Uakoêade de beste van JeiOf en op de Z.0. kust de eenige veilige hare» voor grootere vaartuigen. Van de baai de Goede Hoop heeft Nicolaes Wit- sen (1) eene schets volgens oorspronkelijke handteekeniogeo medegedeeld, die in vergelijking met het plan van Atkis, in 1793 door den Russ. Lt. Laxmann opgenomen (2), en met de beide kaarlen van Je%o van Sakusajemon eo van Hogami Toknai (3), voor zoo verre de buitenbaat (1) Noords e» Oad-TaHarye^ Deel I. AA. pag. ^6. (2) von Krnsensiern, Beiêe mi die JFeU, Atlas n. lOi. (3) von Siebold, JÜas vou Land- und Seekerien, n.%. Dklasd JegQ und die Japaniachen Kbrilen nadi einer Origïnalkarte von 1. Sa- usajemon. Bai von Aiien nach M. ToknaL 301 betreft, goed overeenkoml. Volgens deze schets is de bniten- baai raim 3 mijleo diep en 2^/, mijlen vnjdj met hoog iand omgeven; het vaarwater in het midden is ruim, zniver en 15 tot 6 vademen diep kleigrond; alleen langs de Oost- kant in het Zniden van eenen steilen nithoek, die • Caep Swers"* genaamd is, liften eenige rotsen en klippen, insge* iijks aan de in eene bogt zich oitbreidende Westzijde. De ingang is in het Zuiden, zoo als gezegd, door het van der Lyns eilaiul en een ander eilandje, Bonmosiri^ waarvan zich eene reeks rotsen naar kaap Maeisuyeker uitbreidt, en door een van kaap Seriba O.Z.0. vooruitstekend rif beperkt en ongeveer eene mijl wijd. In het N.0. ligt de binnenbaai. Volgens de beschiijving van den verdienstelijjken stuurman Go en en de plans van Laxmann en de Japansche aardrijkskundigen vormt die eene kom, die ongeveer 2 mijlen wijd is, echter ondiep en vol oesterbanken, en in het midden laag, vlak, verdronken land — vier i vijf eilandjes — heeft ; zij is met bergachtig land omgeven en door groote valleijen doormeden, waar volgens Sakusajemon en Toknai twee rivieren en verscheidt kleine boeken uitwateren. De Noordelijke rivier noemt Tokisijarubets^ de Westelgke ük(h rubeis, beide alhoewel ondiep zijn met kleine booten 2 4 3 mijlen opwaarts bevaarbaar. Langs de eerste en eene andere verder naar het Oosten loopende rivier, Kokopebett^ ver- keeren de ItnoV met de in het O» gelegene Baai van Lawmann^ de stapelplaats van den handel met de Kurilen, en langs de tweede met hunne landgenooten langs de Kmuri rivier. Deze met den tijd meer en meer toenemende han- delsverbinding met het binnenland van J0%o en met de En- rilische eilanden en de voor de zee- en kustvaart gunstige ligging der baai de Goede Hoop geeft aan deze zeeplaats een goed voomitzigt, en daartoe zal, daar de haven van St Peter en Paul ,op het schiereiland van Eamtschaüca' sedert de oprigting van die van Aian en eene in de baai de Cas^ iries zijne beteekenis verloren heeft, een der belangrijkste 802 poDlea fOor de hawMt- en oerlognlMpeii is bet HoonMp halAnond vaü dea Groeten Oeeun knnnen werden (1). Tei tijde van het beioek der bati door het floitsdiip Cmi» &um was slechte Atkü van eenige 4tiia4amiiien bewoond ; Ihani findt men reeds meer dan twintig gehncUen rondom de baai door ^oio^f en Japansche Tkschers bewoond. Tot aan het inkomen ran de baai loodt men 27 tot 18 Tademen Uddgrond. Alsdan loopt men bij Westen tod ém stellen hoek Tan ran der Lyn$ mUmd binnen, ialODde en ronden stellen hoek (kaap Seriba)^ waar een rif O.Z.O. nr nitstedctf aan bakboord liggen. Binnen den boek vnn het eiland gekomen^ neemt men den koers N.If.W. op 15 tol 6 vademen kleigrond naar eenen scherpen stellen hoek (door ?ries Coêp Swers genoemd) , dien men achteromloopt om ten anker te komen. Achter dien hoek is eene smalle bank, waarop bg laag water 10—11 voet, bij gewoon hoog water 15-— 16 voet, maar binnen dezelve 6 — 7 vadem water staat; en natoorlyk bij springvloed nog hooger (2). Men komt hier regt voor het dorp Atkis op 5 vademen kleigrond ten anker. Ook vindt men aditer het Min der Lyns eiland op 8 vndenicn kleigrond eene goede ankerplaatei waarvan men na het bin- nenkomen of voor men oitzeilt een voordeelig gdbmik ha maken. Om zich te ververschen en schepen te hersCeHeo, wel ook om des noods daar te overwinteren, biedt thns reeds deze haven de beste gelegenheid. Men kan tkb daar (1) De sobrgver deses heeft cUarom rscds in 1858, toen hij een ont- werp vaa een gesantsehap naar Japan ea van een tractaatmetdatzvk te sluiten, aan Z. £. den toenmaligen MiniBter van Koloniën aanboodp in { 4 gezegd: # worden twee stationa voor stoamsoheepraart, eene in hei Noorden Tan het rgk, ds Baai um de Qêede Boop op Jno enx. aangewezen." Yergeiyk hiermede het Bappori aa» 0, M, Sen Kmag over de Japaniehe aangelegenheden, nitgebmgt door Z. E, den MiniH ter van Koloniën, onder dagteekening van IS Febr. 1855. Art 4. L (2) tfffier in de boekt ende ree van Aekyt maeekt een 0.19,0, enM WAJf. maen hoochetUer,'* aos met mier, visdiv kabeljMuwen, sleureD» roggest tongeD, brand- en sckeepeboiiwlioiit roim foorzieo. Diglbg ia deboB- acbea groeijen iware eiken, voren, berken, wilgen, linden ea notri>o^ineo (1). Ook vindi men daar aalbeziën, frambo- zmn (2) en apfeUies tan roomi (3)» In den winter zal mea hier beeres, berten en v^els Tinden ; in den zomer is ket moeijelyk in de digtste bosscben en het hooge rietgras te jagen. Thans, waar deze baai Tan Japanache Tisschers en kooplieden bezocht ia en zich daar waaraehijnlyk ook eene Japannche Tolkplaniing nedergezet beeA, zullen ook andere veryerachingen ea levensbehoeften te verkrggen zijn. Kaï^ Haotniiycker. Zoo werd iow Vries de Ooste* Ujko oithoek fan den ingang der baai ie Goede Hoop ge^ aoenwl ea van daar tot zoo ver de kosi N.0. strekt door «ene TOortrefiel|ke afleekemng van bet laad kenbaar g^ maakt (4J. Qp^ Janasoa*$ kaart i» deze hoek ook zoodanig genMaad; in het Jonriaial vinden wij. echter niets van deze kaap gewaagd. Op de Japanscbe kaarten noemt mea het Bumman ea ligl ongeveer V k V N.N.0. van Atkesi. De reeks vaa rela^, die zich vatt daar naar van der Lyn^s eibadL nitbreiden en waar b|) laag water niet oaeer als 5 voet water staat, maakt zelfs aan booten de doorvaart naar de baai geiaarigki. Voor Japanscbe ea andere kleine vaarlaigen bevinden zich langs deae knat nog twee ankerplaatsen, als^ De hmven wn Blwaae ea.de reede b^ de Inêri eilandjes. De eerate ligt 50' oosldijk en eeoige aainuten noordelyk vaa Adkesij eene kleine' baai aan dea mond van de rivier ffO'^ (1). Vooc 8ch6q»boQW sijn bjionder geschikt de Fimujegoeuii (m de Aioo^aal Fnppo gmcaM, P. dmmjtora (Jr«> Aldei Ufida (JSwè), Q* dêtiiat» (Gmmm) ea eene aadeve eiksooit^ BironL Ook leveren ber- tea [TaitHk lindm (JTh^/m) ea ahorn {Ftuim ea Ibèêm] goed tlm- merhoQt* 9) Bmhuê paimaUt» (Jmên /lêfeppi)* {'S) Het njn de iFmchten vaa Masa rugoM en Ka m tê e hatia a {Mm^r ^^ vftQ de Aifu/» en Kamtachadalen algemeen gegeten worden. (4) Nicolaes Witsen, Deel II. A. pag. 6S. 304 kimrimts geicgeo en door twee eflan^ies Etiafm eo (volgens Laxmann Tti^ en Kikumfuhiri) en TendKh dene hooge rotsen (Tijf 7) in het Oost en Znidooet bescbermd. Het b de ri?ier, die den 1 1 Jumj *8 middags aan iMMMrd nn C» tficum W.tW. 7f W. gepeild is ; de eilandjes zijn voor bsd gdionden, maar •eeniqe cUpiê$ onder de wtU Uggendetcm watef^ geoMi worden. De laatste ligi^ts is <^ 1«^ scheidene Japansehe kaarten aangewezen, doeb de fisDi en de abtand van de Iruri eilandjes van de knst is ocf twijfelachtig. Volgens de kaart van Mogami TokDai(l; en de originele kaart van Broaghthon (2) enookvo||ee eene oude handschriftelijke kaart, ons door eenen Japanscka geneesheer Fokutsi Gensok (3), die lang op Jeso geweest is, medegedeeld, liggen dezelve digt bg Kaap üsuj hetwelk wij voor mCaep de MamhoofT ^Uk Vries hooden. Helzj|i twee grootere en een kieiner eilandje Iruriy Meinm eo Einatiiomari genoemd. Ook op het plan wan Laxo^oo liggen deze eilandjes (zij zijn Ereri genaamd) in het oosUs van een uithoek, waarop zich de plaatsnaam OHM (ftwiji die op alle kaarten digt bij kaap Usu geplaatst is, aaDg^ teekend bevindt. Op de Iandverkenn||W ^^^ Vries (4) zijn verscheidene eilandjes kenbaar en in het Joomad iBgeayd- Bier {Caep de Manshooft in hei N.W.t.W. 2 mijUi^^ ons ende wa$ diep 25 vademen swartsanigrond) iselslecki laniy niet hooeh, sonder geberehie^ saegen toen in UN. WX V^ wm ons een rif^ daer het seer op bamde^ ende lagom^^ een mijl van lani, ende om de JS.O. van de Caep de Ho^- (1) Yon Siebold*8 MIm von Lend- tmd Stekmisn. N*. S. A. (S) CataloffMê Ubromm m wummêmphnm Japomcorwm tf Fh. Pr* ^^ Sieboid coUedanm Irngd^td-Baiaeonm 1845. N*. 177. Jt»^^ Mogami Toknai g9ograpJd Jap. iütuMuimi mappas gtoftf^^ quinque. (S) CaiakguB librornm et mannmêcriptorum Japotdeonm. ^*' *' - MMaUnmaê Jetono dzu est yiro tabola geogr. exhibens iosnlaiB /<^ cuius oapat est Matnuuai," (4) N. WitBcn, Deel II. pag. 65. A. 305 hooft lach een vlack eylantien met 3 cleijne berchics, het N. eynt van d* eylantie lach N.N.0. 3 mijlen van ons. Het rif Tindt zich juist zoo op Laxmann's plan aangegeven en daardoor wordt ook bevestigd, dat de kaap Vsu de CSaep de Hanshoofl, Yriesy is. Op Sakusajemon^s kaart ligt dezelve op kV 11' N.B. en 146<' 14' O.L. en zoude volgens de peilingen aan boord van Castricum op den 14 Augustus gedaan, op 43*" 16' N.B. liggen, en is zeer kenbaar beschreven : ngaeven dien hoeck de naam van Caep de Manshoofl^ omdat hij hem vertoont als een hooft.'*'* Van deze kaap steekt de kust N.0. en loopt in eene smalle, lage» 50 minnlen lange landtong, kaap ilTo^^/am nit, die door von Krusenstern kaap Broughton genoemd en op 43^ 38' 30" N.B. en Ue^" 7' 30" O.L. gepIaaUt is. Noch Vries, noch Broaghton hebben ecbter deze landtong als het ooste* lijkste punt van Je%o herkend en geweten, dat om de W. van deze landtong een straat bestond, die het eiland Jeso van Kunasiri^ het zuidelijkste van de Eurilen, afscheidt. Wel bevindt zich reeds op do kaart van de Eeizerl. Akademia te St. Petersburg, in 1758 uitgegeven, het eiland • Kunaschir,*^ door eene straat van Jezo afgescheiden (1), en waarschijnlijk is zulks volgens de waarnemingen van Spangberg en. Walton geschiedt; de ontdekking echter dezer straat moe- ten wij aan Laxmann (1792) toekennen. Zijne kaart bleef echter tot het begin van deze eeuw in bet ilrchief te Kamtschaika liggen. Aan den vermaarden Admiraal Go- I o wnin en zijnen bevrijder uit de Japansche gevangenschap. Admiraal Ricord, heeft men eene nadere kennis van deze straat, waaraan von Krnsenstern den naam van straat Je%o gegeven heeft, te danken. Alvorens wij met Vries de oostkust van Je%o verlaten, moeten wij nog opmerken, dat von Krasenstern bij vergissing dé h^iA yza de Goede Hoop tweemalen op zijne kaart van Je%o geplaatst heeft, een- (I) Nimoeüe Carie des déoouvertes/miesj^r de vtti»s9aHX Rutriem ftc, in Maller's Déeouvertei etc. 20 306 maal onder dei naam ?as baai de Hoede Ho&p^ t< Janssens kaart, andermaal onder die van baai van Aikni volgens het plan van Laimana (1). Da Oécn • eiUaidea. In bet Noorden van kaap Bro9^ ton breidt zich het eiland Kunasiri in ceae vrgde bo|t nii, waarin verscbeideiie kleine eilanden liggen. Deze bogt beeft Vries en ook nog Brooghton voor een gedeelte vaoik knst van Je%o gebonden. De kleinere eilanden werdeo ecb^ jnist ondenebeiden, opgenomen en beschreven, en Barbom eiland, de Gebrooeke eilanden van Tamory en het WMA eiland benoemd; het grootste daarvan, in het N.0. gelegeo. vooronderstelde Vries een berg te zyn, die bij het •Lmi vim Eso^* behoorde* Dezen berg noemde hij den Sentbni en den vermeenden Oostelijksten uithoek van Je%o » Caep d- noel of Caep Diemen\ Op zijne heen- en terugvaart zien wij onzen stooieo m- vaarder tnsschen deze groep van eilanden dagen lang met tegenspoed van vrind en \veder worstelen, en vooral is hel de digte en lang aanboadende mist in deze gewesten, die zijnen loop deed staken, den gezigteinder beperken en zij&e waarnemingen verhinderen. De onderlinge ligging dezer eilanden is door de kompas- waarnemingen op den 12 Augustus, waar zich Vries op 43* 46' N.Br. bevond, als volgt bepaald geworden: (Joep Canael (N.0. hoek van het eiland Sikotan) 5 mijlen N.N.0. 7,0., bet WaMseh eylani (Taraku) N.W.'/jW. Vl^m\ en de Gebrooeken eilanden W.Z.W. ; en denzelfden M 's avonds op 43^" 42' N.Br. het Barbaren èibnd W.Z.W IV, è 2 mijlen, het Gebrooeken eiland N.O.t.0. 1 ibv'^ en nog een lang vlaek eykuU N.W. l'/i mijl- Daarbij voe- gen wij nog de peilingen van de op 43"* 26' N.Br. oomr' pen, door Nicolaes Witsen (2) medegedeelde kostver- (1) Ik had het genoegen den grooten xeevaarder, by mga veri te St Petersboig in 1834, van desen misslag te mogen overto^ (2) N, Witsen, Deel II. pag. 65. £. 307 kcnniöged: Batbat&n ellaitti (Weslpunl) N.W.*/,W, 2nMj- leo, Gebrooeken dianden N.W. */t N. 3 mijlen. Ook kim^ nen de op den 18 JiininM op 43** 28' N.Br. 1 mijl in het Z.W. Tan heC Bitr baren eiland voor anker gedane waarne- mingen iets (ot de bepaling tan de ligging dezer eilanden bijdragen. Caep de Manshoofl W.t.N. 3 mijlen, bet eylant met 8 berehies N.W. */•!'• 2 mijlen, ^^n jyroo^ r^/Tf.t.W, V, W. 1 mijl, N,W.7,R. 8 mijlen een laag eiland, W.N.W. 7, N. de Piek en N.O.t.N. V^ O. een vlack eilant 1 mijl^ het Barbaren eilani. Ook lag een partij dippen boven en een deel onder water O.t.N. 1 inijl. i»Des0 voorêehreven eylanden eyn 1, t^t &2mylenUMgt hebbende teH cleyne eyktndekens ende dippen bf hoer %- gethj after deie eylanden op het vaste lant (bet eiland JTt^- nasirf) legt een kennelyeke bereh boven met een keep (de Piek Antony) ende leyt alleen."^ ]>eze berg, dien wtj tater nadef znHed leereiji kennen, is^ omdat bij 20 mijlen ver uit zee kan gezien #o^den, bier eetf belangrijk pnnt van verkenning. De eilanden eiif rolden, wier met namen beteekend getal op Sakaséjemons kaafft (1) op tien aangegeven id, en zich op Tok na i's k^art (2) op 12 grootere en kleinere eilÉtidjc» en meer Aan ftO rotsen beloopen, en meestal met de iltno-namen voorzien zijn, ma* ken eene aanzienlijke groep nt(, die zieh van kaap Brough^ (1) Volgens Sakasajemon's kaart noemen deze eilandjes en rot, srn naar hare N.0. strekkiag : SUjo, Ütsuki, Akiroro, Jufu, Earukaru, Siboii, Immkusihe, faraku^ liasiM* en KaUof. (2) Yolgens Toknai'a kaart «ijn da eilandjes naar hare grootte: Si^é, SiApUi, Taraiu, JurUf Aldroro, Haruiarif, OneidMti, Tomari^ Mop- monri, Ütêuki, Moiirika, HoniinaH iamari en Monrika genoemd. De rotsen en klippen willen wij overslaan en nog bemerken, dat ondri in de AinO'\2A\ eiland en tomari verblijf of dorp beteekent, en dat bi) al deze naaien motiri (uuuehirt Rassisohe uitspraak) gevoegd is» Op de oude kaart van Jezo van den bovengenoemden geneesheer Kensok zijn ook reeds negen eilandjes lïiet namen opgegeven, en noemen naar hare grootte: &9Jo, Sirotg, KinasUotna, Jurv, Hamkam, AJtiroro, B^on- fika, Uritsi en Mofomotiri, 20* 308 ion N.0. tot den »Santberg'^ (het eiland Sikoian) wtbreidt ea ongefeer 45' in lengte beslaat. Wij hebben aan dezelre op onze yerbeterde kaart van Jeio (1) den naam ran den verdienstelijken staurman GornelisJansz.Goen g<^eTen, zijnde hij de man aan vien wij de eerste aardrijkskundige beschrijving daarvan in zijn Jonrnaal te danken hebben. Met dat al is het moeijelijk volgens deze door de Ja- panners, door Vries en Goen, en ook door Bronghton gedane waarnemingen, de juiste ligging van de vier aanzien- lijkste dezer eilanden juist te bepalen» en wij dienen ons vooreerst nog aan de ligging van dezelve op S a k u saj e m o n* s kaart te houden. Voor zoo ver de door Vries aan dezelve gegeven namen betreft, zoo houden wij het daarvoor, dat Juru het Barbaren eiland, Siboisi de Gebrooeken eilanden, Taraku het Walvisch eiland, en het lange eiland op den 13 Junius N.W.*/, N. 3 mijlen van de ankerplaats, Stsjö is. De diepte wordt van 25 tot 65 vademen zandgrond lang- zaam naar de eilanden toe opdroogende, en in hel Z.0. van het Walvisch eiland 70 tot 120 vademen singeigrond (2) bevonden en op de heenreis eene Noordelijke en op de te- rugreis eene N.Oostelijke strooming waargenomen. Het EOand Sikoian {TscMkokm, Rnss.). Het is de • Saniberg*^ van Vries en onb^jpelijk, dat deze zeevaar- der en zijn bekwame stuurman dit ver van bet vermeoide • Lani van Eso*^ afgescheiden eiland niet herkend, en voor eenen berg en den Oostelijken uithoek van dit land, die hij Caep Canael of INiemefi noemde, gehouden heeft, en wij meenen deze vergissing alleen aan de digte, aanhoudende mbt te moeien wijlen. Bronghton heeft Sikotan op den 6 en 7 October 1796 omzeild, zijne aardrijkskundige ligging be- paald, en aan hetzelve den naam g^even van den Rnssischen Kapitein Spangberg, die het in de maand Jnlij 1739 be* (1) von Siebold. AÜas um Lattd- umd Seekmten^ n. 9 en n.9A. (2) Singeigrond is langs de Oostkust van J^ptm en het knd van Jtf een keunerk, dat men niet ver van den mond ccner ririer is. 309 zocht had (1). Door Golownin werd In 1811 de aard* rgkskandige ligging nog juister bepaald, en in 1812 en 1813 de Oost- en Noordkast door Ricord en zijnen opvolger, aan boord van de DtatM omzeild. Spangberg bcpatfide de breedte reeds op 43* 50'; volgens de kaart van Jans- sen ligt Ceep Canael op 44* 7', doch volgens Vries waarnemingen van den 10 Augnstus ^s middags, op 43* 56' N.Br., hetwelk met die van Golownin en van de Hof- astronomisten van Jedo op eenige minuten na overeenkomt» te weten 43* 52' en 43* 58' N.Br. De lengte van Golow- nin, 146* 43' 30' O., verdient vooreerst nog de voorkeur, verschillende 9' van die op Broughton's originele kaart, waar het midden van het eiland op 146* 52' O.L. geplaatst is. Sikotan strekt 5 Eng. mijlen Z. en N. en O. en W., en is kennelijk door den 9Santberg^\ Men vindt daar water, brandhont en eenige vruchten. Kapitein Spangberg, die digtbij op 8 vadem zandgrond ten anker gekomen was, nam dennen, elzen en andere hoornen waar, ook ontmoette hij in- boorlingen, die zeer ruig waren en de taai der overige Ku* rilen (Aino^s) spraken. De door Vries op den 13 Jnnij ont- moette Ainó*s behoorden waarschijnlijk hier te huis, en de plaats, die » dese hcAytanten Takotekan en Rackokan noem- den, én die sy v>e$en in U If.O.t.Pf. te liggen, is de baai van Sjakotan of Maiakotan, op de N.W. kost gelegen. Volgens Toknai*s kaart vinden zich op Sikotan meer dan 20 gehuchten van de Aino^s, en verscheidene baaijen, waar rivierljes uitwateren en Japansche schepen ten anker komen. Rondom liggen vele eilandjes en rotsen, en in het Z.W.'/^W, van het eiland, op ecnen afstand van 9 & 10 Eng. mijlen eene groep van vijf lage eilandjes, volgens Sa- kosajemon Kabiof, en volgens T o k n a i Mosirika genaamd, en met rotsen en klippen omgeven. Golownin heeft er vier gezien en is digt daar})ij voorbijgezeild ; ook op de kaart van. Tï- (1) Voffogu ei découvêrieë J hoogen bereh mei een fiiek,^* is de vulkaaa TijaU^a noèuri^ waaiaaa die Vries de naam van ^PieekAi^ teu^^\vaM Anton j van Diemen, Goavemenr-Generaal van Sederlaadseh ladië, ia de jarea 1636—1645) gegeven, ea dien de stanrman G o e n den » Booge Tepelberck ** noemt» het- welk de woordelyke vertaling van den Atiu^^naam is, betee- kende TsjaUjü borst en Pfobari hooge berg, piek. Volgens Toknai is deze nog een brandende vanrhevg ea de hoogste ep het eiland. Na eene schets van dien vatkaan laat zich de Tepei ab eene zijdelingsohe uUbhrating, 'die zich allengs kegelvormig verhoogt heeft, herkennen, z^jade ook aan de zijde van den berg eene zalke zoogeaoemde laé^rale eruptie zi^tbaar (2). Daar deze piek zeer kennelyk is en op 20 tl> i^Qifeme» ten omAVf ab ^mk V% mf/l vaa imtQp%^9aêm êoei- ptml: Mjieée oeder M N.(k tjfet «aa A0 8 w^fim èeweêk» het CammU AjiiUme:' (S) Het schynt toch, ikt ds top of krater vaa üen vourbarg ia 312 mglea uit xee kao fmm worden, loo ia de aardrijfakiiBfige iiffiog van dezeWe voor de zeetaart zeer belangrijk. Yo^ de waarnemingen Tan Golownin en Rieord ligt die op 44* 31' N.Br. en 145* 46' O.L en op Broaghlon*s on- ginele kaart op 44* 20' N.Br. en 146* 10' O.L. Volgeis Vries, die den »fF. hoeek ofiê afgaende hoedt randê Tepelbereh'' 'a middags den 11 Jotij op 44* 43' N.B. Z.t.W. '/, W. 2 mijlen afsiands peilde, zonde die hoek op 44* 36' en de •TVpettercA/* die volgens Sak nsajemon's kaart 10' zuidelijker ligt, op 44* 26' liggen, wat op de ge- middelde waarneming van deze zeefaarders uitkomt. Bere- kenen wij de breedte Tan den Piek naar de waamemiiigeB van den Bolsterrdcundige bij &i$ibeU, in de baal van Ltt- mann, waar dit Japanseb fort op 43* 28' W. en de piek 1* 6' noordelijker geplaatst is, zoo vinden wij die van 44* 29' W. en derhalve eene uitkomst, die aan de aan booni van de Caitricum gedane waarnemingen bet grootste vertroavea inboezemt. In *t N.W.t.W., op ongeveer 8'afstands, ligteea boog gebergte, hetwelk een voorgebergte, den noordeKjkeo uithoek van ICunasiri, vormt, endoor \r\es •JUtfria iereK" genoemd wordt. Deze hoek, kaap Rewaust\ kenmerkt zich door een klein daarvoor liggend eilandje EawarsfOf en door witte plekken. De op middag den 11 Jnlij gemaakte pei- lingen zijn te belangrijk om bier niet te worden herhaald: »AU doen taeh de gehaekelde berch {het suidelijisie eo&r- geberchte van hei •Siaetenlani*' (Jetorep)) O t.S. 7, S. 10 mylenj ende de Itoeek van Eso^ daer hei Vossen eylaniaf leyi, lach S.0. 7t O. 6 mylen van ons^ ende de W. hoei ofte afgaende hoeek van den Tepelberch S.i.JV. Vi ^* ^ fnylen van ons.^ Ook de landverkenning op 44* 53' aan 1796 eene andere gedaimte aangenomen luul. #/« ikê hearing 9f^ peaked Ml the eooêt /ormed a bay^ ^Ü ^ fis^ Mndg beaeh; s^i ^ moutUoM^ whiek in thiê point of view /ormed a taddle UU, frertrid « very WMQwfioerd appearance from iie greai height tmd egtemiM ^^ Broughton, Fogage rf ditooverg^ pag. 116. 313 de westzijde vaa het Slaefenlani ontworpfen (1)> komt zeer te pas tot de bepaliog yan de vederzijdsche ligging van Kunoêiri en het Staetenlant en van den westelijken ingang in de straat, diie beide van elkander afscheidt, het Canael de Pieeo of Aniony van Diemen. De daarop betrekkelijke peiUogen zf{n : » de Vroanberch O.N.0. 6 mijl, de gehackelde bereh O.S.0. Vs O. 4 mijl (reede van bet Siatenlant}^ bet Vossen eylani 3 mijl (aan den oosthoek van Eunasiri) en de MüHa bergh W.t.S. '/t S- -4 è 5 mij! (westhoek van ITunasiri}. Van het- Vossen eylant^ dat Coen den 7 Jolg bezoeht heeft, b ge^^egd : %0p dU eylaniie^ hei loekk eleyn w(ss ende met een rif elippen aen het vaste lant vast gé^ keehi, eande men met laeeh water over aen het vaste lant van Eso hopen; iry saegen terscheyde roode vossen op d^ Eylant loopen^ gaeven *t den naem van Vossen Eylant. Van dit Vossen Eylant steekt een rif van elippen om de N.N. O. in see, */ welk d* Canael heel peryckeloos maeekt^ ende stteekt wel een myl van de wal. Dit rif was ge^ broocienf op sommige plaetsen de dippen boven water lig* gende, daer ginck een harde stroom om de O." Op de ho<^e van dit eiland heeft men getracht »des Canaels ge* legentheyf' te onderzoeken, nconden in dit Canael geenvüe (vutten) sien als van het Vossen Eylant afsteekie, saegen de Caep de Canael (de N.O.hoek van fiAro/an), in S,S,0. van ons ende laeh in mist. Het Vossen eylant leyt omtrent 3Vi fn^yl W. van de gehackelde bereh van het Staeten^ lant, soo dat dit Canael omtrent 3 mylen wyt is.** Volgens de waarnemingen van Golownin en Ricord is de Straat Antony van Diemen (dit i^ de ware naam, die wij aan deze straat zullen geven, maar t<^rens ook opmerken, dat nog eene Straat van Diemen in U zuiden van Japan (l) N. Witsen. pag. 65 N. . (1) De roode vos, door de A in o 's Furettup genaamd, is de vuur" w>9 der Kamtchadalen en de algemeen in deze gewesten verspreide vencheidenheid. 3U besUal) 16' cm voJgeii» Braoghtoii'8 ori^aele kaari 20" breed. Vries U met zija volk aan de val geweest est met inboortiagiKif Amo's, ia aanrakiag gekomen» Daar hij aan dexe groote baai» vaar bet scbip Custricum voor anker lag, en die Tan kaap Moimato tet R^wauri 15 Eng* mijlea vyd en 5 Eng. diep is, geenen naam gegeven beeft, zoa wUleo wij dezelve de Kruisbaoi noemen^ vaat boogst merkvaardig was hier de ontdekking van tvee bonten kroizen- •Een van ons wiek vonl een houten eruffs siaen, braehi 4lat op sirant, ioondei hei oen de habyianienj maer selve sienée waeren daer pervaert voor, ende wesen men $oudi in 7 water gfiyen; ja die dü houten cruifs aengeraeekt hadde^ mocht hoer met aen hoer (y/f eomen^ maer most sjfn han- den eerst wassehen, dan was 't wel ; noek een soadaem^ cruj/s stont voor aen in U bosch.'' Ongetvigfeld varen dit Christelijke gedenktekens en vaar* sehijnlijk grafzuilen van Christeoea. Reecb in 1622 verd het Chriatendom van het noorden van Japan naar Jew {Matsmaë) overgeluragt, en daar sedert 1639 bet Ghristel^k gelool bij straf des doods verboden verd, varen bet bekeerde Japanners of iuio>, die daarheen gevlagt en overleden zyo. Bij de Aino's vordt al vat met een' doeden of zyne goe- deren in aanraking komt, voor onrein gebonden» van vaar het a%rijzea der inboorlingen voor deze krnizen« Denkelijk vas bnn ook bij overlevering dat streng verbod en de Christen- vervolging bekend gevorden. Eenen anderen veg als over Japan bad zich toenmaals het Ghri^teiijk geleof uog wX naar dit einde der vereld gebaand^ vani eerst ia ^t jaar 1689 kvam de eerste tijding van het bestaiin vaa Kamr ischatka naar Rusland^ en in 1697 hebben bet eerst eeaige kosakken aan de Kamtsehatka-timr een Ostrecb^fort of^rigt. Het eiland Kunasiri is 70 Eng. mijlen lang, N.O.t.K. ea W.t.Z. strekkende, zeer smal, 10 tot 5 Eng. mijlen, en ongeveer in bet midden, bij kaap Onnenots, door een naan- velijks eenige Engelsche mijlen breede laodtong verbonden, 91» iraar M land \^^ is e» «i^h 4e OosUoiat als eeoe diepe iKlf( TertoÓDt, die dopr Vrie» de »f^dfe fam Dp jsef htieketkh was ende geleetk eem egImÉÊi, emde daertij Moeh een hoogen bereh^ die hem een h e eem mmi eem tieef vertoonde r •daer beooelem qmam een koofen renden berd hem fferioonen mei sijn top door een é§s,^ ea rm tam aoderfn nhoogen tiaeken gecarteiden herek, ener op hel W. eini een berek Op siaetf gekjjckende een boeren jcAmt von fatsoen, ende 4s ooek kei kooektsie tan dien bertk^ » Van &. berek stredOe wai laeger lani toi in U N.OjX ende was kei eerste land dei wg sien eenden ; de boem- seknur-'berek laek tms kei noest ende was owUreni 10 a^- ten ean ons. Bei geberekte leeek al oen malcenierfn tast te wesen tot den gekaekelden berck^ soo wêen umi te- merekenj liep een canael tnsseken den gekaekelden imk ende den piekberek door om de W.^ De piek Antomi bg W.t.N., de gekoAelde berck N.W. */, W. •daer beoostn"' de kooge ronde berek {Croonbergk) ; de Boerenseknerbenk N« '/a W. Alle do» febergten beriodcn zich op ooie Ji- pansche kaarten. Deil piek Antimij kennen nr^; de Gehac- kelde bereh Tormt bet zoidelijke Toorgebergte (kaap Ricord\ de koogen berek met een doof is eene bergketen, die bij kaap Moikesi op de W.kn8t nilkNipl en de Croonbereh eeo booge tracfaytdom, Bussanobori genaamd, die op de W-kast een ver oit stekend voorgebergte F. ItokirikaÊcoi vonnt; en de Boereschuerberek is ook een Kegelberg^ op de oost- kott toasthen Kusiara en Tosimoinots. De liflpng daer tot ▼eikenniog dienende bergen werd door de waamemiDgeD Tan den 30 Jnnij en 2 Jnlij bevestigd. Gedurende den 17 en 18 Jnnij zeilde Vrie& langs de tiosiknsl van dit eiland mei eenea N.N.0. en O.N.0. koers» ca zag somtijds loet eeaea Mik de toppen der met sneeuw bedekte bergen, die nn kaq» Noneisjó af aan zidi hoog verhieven. Deze zijD do 319 Befumirit H^tsirap e& Tokaruniê^ die boren allen nitste- ken. MegeKjk kon m^ ook van hier nit de toppen der te- genorerli^ende kalbergen op de Westkust, van den Heionth buri en fforoijunoburi, zien. De sleyle dip gelyek een py- ramida is waarschijnlijk het eilandje Obkarusibeiêjó^ hetwelk beiMorden van ^een sieylen hoeek'' (kainp Boraka) tegenover eene beek ligt. Het •hooch geberehte seer blinekende vnnde sneeuw^ *8 morgens 19 Junij in *tW., N.N. W. en daarna in het N. gezien,, zijn de hooge bergen, die het Noordeinde van het 5Aia(ei»-eilaBd omsingelen, en de naar het N.0. nitloopende kaap Seworoii {C, Yries) en in het Noorden de hoeken Ökkebeit en Tosifuri vormen. Derzelver namen zijn : Sjusmobori, IsomaUsenobari Fitetisenobori en Sjokkonobori. Van den laatsten hoek begint de W.knst diep in te bnigen en verfolgens eene hooge landtong N.W. uit te loepen. Van deze bogt hebben wij eerst door de meergemelde Japansche kaarten eene betere kennis gekregen ; op G o I o w n i n 's kaart is dezelve aangestipt en baai van Sana genoemd. Het fort Sjana of Sana ligt echter niet in de baai, maar in het Z. der landtong. Dezelve is 25 Eng. mijten wijd en 10 diep, en eindigt met een binnenmeer, Seppo genoemd, en met laag land, eene landengte van naanwelijks vier Eng. [mijlen breed. Zij biedt naar deW.zijde eene tegen wind bescherm- de ankerplaats. Wij hebben aan dezelve den naam van de Baai van Seppo gegeven, omdat die van Sana onjuist is. De landtong bestaat uit een gebergte, dat twee toppen heeft, waarvan de oostelijkste de hoogste is. Deze twee-geheuveklen beTch^ die men 25 i 26 mijlen ver kon zien^ was door den Commandeur Caep de Trou genoemd gjcworden ; het is kaap Ikabanois op Sakusajemon's kaart. Op den 30 Junij, op 45* 54' N.B.,jlag Caep de Trou O.t.Z. 7^ Z. 15 mijl, en de Soerensehuer Z.0. 15 h 16 mijlea en *s middags den 2 op de gegiste breedte van 44® 56', de Croonberch Z.0. 7i ^- ^Vt °^ÜU ^^ Gehackelde berch in het Z., do Boeren Schuer O.Z.O.*/, Z., de Caep de Trou O.N.0. 320 '/, R* Thans bigft nog de aardrglukaiidiee üsilg van Caqi^ de Trau te bqNileD, die, o&cboon deze kostenstrcek door onzen zeeraarder Vries, door Lapérouse (dm 18 en 19 Aogosltts 1787) en door Bronghton (ran 8 lot II Oclober 1796) is ondenoeht geworden en op de luartea van Sakasajemon en Toknai dit ver oitstekend voor- gebergte zeer naaawkcnrig vertoond is, nog twijfelaclüif schijnt te zijn. Door Lapérouse is dezelve op 45* 39' N.B. geplaatst y hetwelk ook met zijne waamemiog op dca 19 Angnstosi vraar hij zich op iG"* 20' in een alstaod fan 41' in hel N. van dat voorgebeiYte bevond, overeenkomt. Bronghton, die zich 's middags den 9L Octobêr «q^ 44* 3V 30" N.B. bevond, den Piek Z. 52* W., .en het eilaod Sikofan Z. 17* O. peilde, en van N. 48* O. tol 61' O. hoog land zag, dat bij voor een eiland hield, nam zijDCo koers N.0. oip het te onderzoeken, 's Namiddags passeerde hij op een afstand van 4 Eng. mijlen den Croonberehy dien hij voortreffelijk beschrijft (1), en peilde bij zonsondergai^ dezen volkaan Z. 24* W«, en de kost, zoo ver hij zien kon, N. 55* O. Stormig en mistig weer lieten hem de kust den volgenden dag slechts met een blik zien, en bet laatste land werd van Z. 61* O. tot Z 27* O. en «a low poinC Z. 8* W, ontdekt. Dit lage punt, dat op zijne originele kaart op 45* 7' geplaatst is, veronderstelde von Erusenstcrn, dat het Caep de Trou was, en gaf aan de aardrijkskondige ligging van de vermoedelijke Caep de Treu de voorkeur (1) 'We were abreast of a hill which rosé from the sea shore» with a steep ascent to a considerable elevaiion of a conical shape and eri- dentlj volcanic: we passed wilhia two miles of it, and plainly per- ceived' it covered vÜh stones and einders dovm to its base, as an eruption had lately happened. Bond Ihe Crater it presented ra^ed and missbapen points; and some smali sbrubs were growing on tbe S-W*. side very. low down. This abrapt bill was connected witb the islanda by a low isibmos, which receded from it on cach side, so as to fotm circalar bays; and the landcontinued low tosomediatance.*' Broagh- ton, Fojfoge, pag. 117- 32t die ?an Lapéroase en die van Vries volgens Janssens kaarU Broaghton heeft die kaap, die hij op den 10 tot 11 Oetober zeer nabij voorbijkwam, wegens de digte mist niet kannen zien, en het land, dat hij den 12 *s ochtends zich van Z. 5^ W. tot Z. 22^ O. zag uitbreiden, en dat hij voor een eiland op zichzelve hield, was het N.W. einde van het Staaien eiland, waaraan Lapprouse en zijn op- volger (zoo als boven gezegd) verkeerdelijk den naam van Caep Vries gegeven heeft. Znlks is dan ook den volgenden morgen door deszelfs waarnemingen bevestigd geworden, waar hij zich midden in den Noordelijken ingang der straat VrieS' bevond. Deze oitweiding hebben wij moeten doen, om te bewijzen, dat kaap de Trou Noordelijker ligt als de groote hydrograaph von Erusenstern vermeende (1), en om de waarneming van L a p é r o n s e en die van onzen Nederlandschen zeevaarder te regtvaardigen. Aangenomen dat de breedte- bepaling der vermeende kaap Vries (onze kaap Okkebets) door Golownin goed is, en daar kaap de Trou op Saku- sajemon*s kaart, waar de configuratie der kust alle geloof verdient, slechts 6' van kaap Okkebets verschilt, zoa de on- derwerpelijke kaap op 45® 32' N.Br- te liggen komen, das 6' Zoidelijker als die op Janssen*s kaart geplaatst is; en volgens Vries waarnemingen op den 5 Aagostas, waar hij op 45' 43' zijne kaap Vries Z.W. 4 mijlen van zich liggen had, en kaap Okkebets op 45® 40' liggen zoa, Iaat zich de breedte van kaap de Trou op 45® 34' N. bepalen. Ook op Golownin's kaart ligt die , kaap op 45® 22' N.Br. De vermeende kaap de Trou op de kaart van Broaghton is kaap Pfotero, een lage uithoek, die op Sakusajemon's kaart 20' Zuidelijker geplaatst is, doch nagenoeg met de aardrijkskandige ligging (45® 7' N,), die de verdienstelijke (1) #Le eap Trou est place par 45* 35' (moet zjjn 39') sur lacarta de Lapéroase et par 45* IQr' (moet zijn 7') sur oettede Broagh- ton, la première latitnde est certainemént trop boreale/* Seeuéil dê mhmru hjfirographiquet, pag. 198. 21 322 Eogelsche zeevaarder aan zijn >Low port*^ aangewcieD heeil overeenkomt. De reeks van valkanen die Je%o in eene N.0. ngting door- trekt, zich in het Z. van Kunasiri door den Tsmpa wAori te kennen geeft en in. het Noorden van dat f iland ak eeo hooge Piek (de TsjTsja nobori^ verheft, breidt zich ook im^ verder over Jelerop uit, waar de meeste bergtoppen, welke vooi^ebergten vormen, of hier en daar vrij staan, of aan den voet van meeren, verzonkene trechters vaa oilgedoofde Tour- bergen, zich als kegelbergen en trachyt dommen kenmerkeo. Men kan aannemen dat alle bergen die op Jeso en do Eb- rilen den bijnaam Nobori (1) hebben, vaa valkanischan oor- sprong' zijn en zoo zien wij dan den Croanbergh ab Fussa- nobarif en in de baai van Seppo den Hele nobori ea Hde grenzen toaschen Rusland en Japan^ zullen zijn tnsschen de eilanden Ikrup {SUuüen eiland) en Urup {Com- pagnie eiland." Volgens art. 2 van het tractaat in 't voorle- den jaar 1856 tosschen Japan en Rusland gesloten^ «behoort Urup tot de Rossische bezittingen/* En gelijk vr^ onlangs ver- nomen hebben, is aan de Russisch-Apierikaansche Compagnie eene concessie verleend geworden om de op dit eiland ontdekte kopermijnen te ontginnen. Ziedaar de geschiedenis van ons verwaarloosd Compagnyslani! Urup strekt N.0. en Z.W. en breidt zich, volgens de waarnemingen van Golownin, van Caep van der Lijn, éS"" 39' N. en 149' 34' 0., tot Kaap Caslrieum 46'' 16' N. en 150« 22' O. uit. Van Kaap Casiricum strekt nog, volgens Sakusajemon*s kaart, eene landtong 6 Ri ver N.0. uit. Op Golownin*s kaart is die veel kleiner eif met rotsen eindigende aangegeven. Von Krnsenstern heeft de geheele lengte van dit eiland op 54 eng. mijlen berekend, hetwelk ook vrij goed met de meer- gemelde Japansche originele kaart overeenkomt. Ook de ge- heele gedaante en de configoratie van de kust is zeer over- eenstemmende. In het zuiden neemt men den hoogen Mine- raelbereh^ Kabiap genoemd, achter welke de kust inloopt en eene bogt vormt, en langs het noordelijke gedeelte van de westzijde eene reeks van kegelbergen waar, die met een voorgebergte E. Nobu (Casiricum) eindigen. Ook aan de oostkust bevinden zich eenige bogten, waarvan de baai van Wanan^ ongeveer in het midden gelegen, zich als een goede haven vertoont. Nog willen wij aanstippen, dat de » Sieyle clip^ die (in het Z.Z.W. 3Vs mijl van den ^kevph^iU) omtrent een musguei- ichoot van lani leyt^ ende is gelyek eene pyramida ende was 390 toi meeuwen, dam was 900 siefft^ dai daer mei mögeêfek was op ie comem, éne dip was wel een mnsgmeisdieoi hoach^^ ook door Golownin op 7t ^DK* ^V^ a^taDdsvan den Z.hodc van Drup gezien is, het op Jansson^s kaart aan- gegeren rif echter niet ivaargeoomen werd. Golownin en Ricord, die óeSiraaide Fnef drie keeren gepasseerd zgn, deelen niets over de strooming in den straat mede. Op S a k «- sajemon's kaart u de strooming in het midden der ^nat naar Z.0. aangegeven. Volgens de waarnemingen in het Jew nael op den 5 Angnstns was • mei een doargaende If.wkidV nde deymnge seer hol de straei doorroUende «yf 0011 N.N.0/* Daarentegen fermeent de stnnnnan Co en, op dfo 20 Jnnij, het Canaal teerst om de N.W. ende voerts em de N. doorgedreven^ te zijn; de wind was toen variabel, doch de heerschende van dat jaargetijde Z.0. en Z.W.; daaruit mag men besloiten, dat de winden een wezenlijken mrloed op de strooming in deze straat nitoefenen, en dat, daar in dat zeegewest, ?an de maand Mei tot Angnstos meestal zm* delijke en van Angastos af aan noordelijke winden waaijfn, de strooming gedurende de drie eerste maanden om de N. en verrolgens om de Z^ loopt. Van hier nam Vries eenen N, en N.W. koers tot op de breedte van 47* 27' N., waar hij besloot wederom naar de Z. te keeren. Mogt hij dezen koers langer vervolgd heb- ben^ dan zonde hij in de zee van Oehots verdwaald zijn. Zoodoende werd door hem de westkust van Jeiorop onder* zochty de straat die dat eiland van Eunasiri aftcheidt, ont- dekt en vervolgens langs de noordkost tan Jexo de w^ ge- baand tot de ontdekking van de bogten van Aniwa en van Patientie, het zuidelijk en zuidoostelijk gedeelte van het zoo- genoemde schiereiland Saghalien, dat wij later, volgens de be- langrijke onderzoekingen vanden Japanner Mamia Rinst, het eerst als een eiland met zijnen waren naam, dien van Krafio, in de geschiedenis der aardrijkskunde gd>oekt heb* ben. De uitkomsten van den togt langs de W«ku5t van 381 JeÊerop en van de waarfiemingen op de ligplaats bij bel Vossem^lmi, aan den westelijke ingang van de straat Antony tan Diemefiy hebben wij ons reeds ten nutte gemaakt bij de bydro-geographiscbe beschrijving van dat eiland en van deze straat. Nadat Vries, t>p éetk 11 Jnltj, zQne ankerplaats b^ het Fo5y(?fi*eiIand verlaten had, nam hij zijnen koers N.N.W., waar zij editer door een ^Hyve fehemefite stroom^* 200 t^engehondeü werden, dat zij weinig rertierden. Deze stroom om de O.Z.0. loopende — naar de straat toe — ^ vermin- derde aüengs en kon op eenen afstand van 9 mijlen Z.t.0. van den piek Aniony niet meer gevoeld worden. Op de gegiste breedte van 45** 26' N. •deden alsdoen den eoers W.S.W. aen^ om te vernemen ofte by d*. Coert tteder geen lont souden opseylen ende by daeh mochten in U ge^ stekt erygen.^^ Zij krijgen 80 vadem » steekgrondf** vervol- gens 60 vadem zwarte zandgrond, verder 50 vadem graaowe fijne zandgrond, en bemerkten eenige ravelingen van stroom. Op den 14 Jnlij *s middags was men op 45^ 39' gegiste breedte en besloot het land aan te doen, waarvan men volgens het opdrogen van den grond niet verre zijn moest ; men vervolgde 3 duitsche mijlen eeneN.koers op 46 tot 42 vadem fijn graanwen zandgrond en zag aktoen ten 4 nre des namiddags hoog land in het W.t.Z. Dit hni •streckte vimN.N.O. tot in het N.N. W. van onsy was op sommige plaetsen tusschen het hooch lant met laeeh lant aen maleanderen gehecht) liet naeste lani lach 4 d 5 «nyfen van ons^ was abdoen diep 35 vadem, fijne wasige santgront. Saegen eorts daernae 2 hooge ber-- ghen ende iaeh gelyek een eylant in '/ O.t.N. omtrent IOVji myl van ons.'' De Straat de Lapérome. Vrie^ bevond zich van den 13 tot den 14 Jülij in het midden der straat die Je%o van Kraflo a&cbeidt, en die eerst 144 jaren later, op den 11 AugosUis 1787 door Lapéroase k oaldeki en naar dewn groeten zeevaarder beeoeiiid gewerden. Zij •saegen eenigo 332 raveling van stroom y^* en *hei scheen dat hier siroomliepf dan con^n door de harde coelte weynkh bemerken hoe die liep.*^ Be mist» die het lage kustland bedekte en de toppen van bergen, die in bet W.t.Z. tot in het N.N.0. uitstaken, misleidden den kundigen zeeman en lieten bem het land in het W, voor zamenhangende honden en een door- togt in de zich diep naar het N. inbnigende golf zoeken, 1» hadden veel biesen^ groente ende hout sten dryoen, irixten niet ofte wy in een doorganch lagen ofte in een boekt ge- set liggende,^* Volgens de peilingen ten 4 uren na den middag van den 14 Julij gedaan, bevond zich Vries reeds in de Golf van jiniijoa^ en ivel 4 è 6 mijlen O.t.N. van het hooge gebeiigte (Horobori)^ hetwelk in eene landtong (Pfotoro) uitloopt, die door Lapérouse Cap Crillon genoemd werd en dewesl^ lljke en zuidelijkste grens van de Golf van Aniwa vormt. VV^ij hebben dan ook reeds op onze kaart van Krafto [kikt n^. 3) den Horobori als den Blydeberg herkend, die het hooge land, door Vries in het W.t.Z. gezien, zijn moet (1). Het land dat verder van N.N.W. tot N.N.0. strekt, zijn de bergketen, Poortlandt genoemd, die in het westen van de golf tot den Pic Bernicet van Lapérouse, en regtsvande Zalmbaai noordelijk strekken, en op Toknais originele kaarten de i^men van Okosjó en Niwajemesi (de Speenberg, Vries?) dragen; en de twee hooge bergen kort daarna io het 0.t.N. op 107i mijl alstand gezien, die zich gelijk een eiland vertoonden, zijn de kegelbergcn Hóru en Serikmy welke tot de ketting behoorcn, die de oostelijke greos van de golf vormt en wier zuidelijkste uithoek ^7* 345 iD bet N.N.W. lot O.Z.0. opende^ kunnen wij niet onop* gemerkt laten, dat Vries daar eene strooming waarnam, die hem in 24 uren 3 mijlen om de N. zette; en dat aan Ton Krnsenstern, ongeveer op de hoogte yan Cap Mvh loffsky^ het land een veel aangenamer gezigt opleverde dan de meer zaidelijk gelegene landstreken van Kraflo en Je%o (1). Mag daartoe reeds de ligging dezer knst naar het oosten en derzelver bescherming door hooge bergketens in bet W. en N.W. tot in bet N.0. veel bijdragen tot de voort- brenging van een zachter klimaat, toch moet men niet mis* kennen, dat de uü warmere gewesten naar het noorden siroomende waUeren — een zijtak van den meergemelden Japansehen stroom -— eenen even ganstigen invloed op deze kust» die zij bespoelen, uitoefenen als de in het noorden tot IJsland doordringende verwarmende vloeden van den At- lantischen Goirstroom. Ook willen wij bij herhaling beweren, dat de in dat zeegewest heerscbende mist door de onevenre- digbeid van de temperatuur van het zeewater tot die van de locht voortgebragt wordt en gedurende het grootste gedeelte van den zomer aanhoudt. Op de gegiste breedte van 48^ 25' N.Br. » waar men de bogt door boog land van W.Z.W. tot in het N.0. begrensd zag, lagW.t.N. '/, N. op een afstand van 8^9 mijlen neen hooge hoeek^ geleeck wel een eytant, ende was geheel ge^ haekelt boven op gelyek of het een saech wasJ** Deze uit- hoek is hoogst waarschijnlijk het voorgebergte, dat door een bergrug gevormd wordt, die N. en Z. strekt, steil aan den (1) i^Das ^üize Land gewahrte uns einen viel angenehmem Anblick als jene südlicheren Lander die uns seit unsem Absegelen von Japan £U Gesicht gekommen waren, die weissen, schroifen Ufem mit ihren Einsohnittea, Beige hinter ihnen von masaiger Höhe in veischiedenen Gestalten and mit dem schönsten Grün bodeckt, welche mit holzreichen Tbalern abwechselten , gewannen ons ein sehr ganstiges Yorartbeil iur diesen Theil von Sachaiiu ab. Auch bat er unstreitig anendliohe Voizüge von dem, von uns spater nntennehten, mittlem und nörd* Hoben Sacbalin." V on Kr as enstern, BeUeumdie JTelt^Th. II, pag. 92. 346 oeftr dor zee neerloopt en lich ab gdheel vrystaande ver toont» en op de Japtnscbe kaarten Uri m door yon Kra- sonate rn Cap Dalrpnple genoemd en op éS"" 21' Or. en 142* 50' O.L. geplaatst is* De kust die Tan de Cof Muloffsky aan N.t.0. strekti neemt Tan Cap Dalrymfle af aan eene noordelijke rigting. Daar Vries Tan den 25 totdeB 26 Jnlij eenen N.N.0. koers Tenrolgde» zoo kon hij C^ Samono/f, een hoog. Ter naar het O. uitstekend Toorlanl dat men ligt Toor een eilandje houden kon» io het W. niet duidelijk gezien hebbra. Het land eehter dat *s middags dei 26| wanneer Vries zich op 48^*56' N.Br. beTond, 67t mjjl in het W. gezien werd, kan niets anders dan deze kaap zijn, die, Tolgens de waarnemingen Tan Ton Krusenstero,op de breedte Tan 48' 52' 30" en 143<' 1' 30" O.L.Iigt. Vao deze kaap aan strekt de kust ai wederom meer westelijk ea Tormt eene bogt, die op Janssons kaart enop dieTsuuff^ daene Ontdeckinghe^* de 9 bocht van Sainet^Iacab** g&ixmi is, waarTan echter in het Journael niets Tormeld wordt. De groote riTier Bor&naij die in het meer Sdnai zijn oorsprong heeft, dat in het midden Tan het breedste gedeelte Tsn Erafto, op de breedte Tan ongOTeer 507t gr.f een waterbekken Tormt» rondom Tan hoog sneeuwgebergte orogOTen (1), aaa de N.W.zijde Tan deze bogt in delta-gedaante nitwatert, en twee meeren Toedt, die zich regts en links wyd uitbreideo, deze is het en zijn ruim stroomgebied, dat Tan Terre gezieot zich als eene diepe bogt Tortoont. Van boord Tan bet schip Casirieum is de mond Tan deze rivier gezien gewordeo. Ook Ton Krusenstern heeft den mond dezer rivier na nabij onderzocht : » TF'ir enideckien %wei Mündungen^ vw tpekben die nordliche, welehe auch die grösste war f t* (I) Het gebergte van Urwuiri, waarvan op Jansson's kaart ge* zegd ts: f Gebergte op vijfUen graden genen^*' en op de kiartvan '^ iaene Coursen'' te lezen staat: /^alhier lach V iweaw i» ie at^ jMguiiu» nog op de bergen tot op itrand toe,** Oo^ Ton JLnscn* ■ tern sag bier irtiefm Lande kohe Sekneeberge^* 347 N.W, 72* log. Die Mündung dieset Flusses^ wekhe ieh die Newa ièanntey isi über eine halbe Meüe {engl.) breii. Sie liegt in 49» 14' 40" N.Br. und 143* 2' O.L^ (1). (1) Yon Krusenstern, Beue um die Wdi, Th. \\, pag. 95. Hoogst merl^waardjg is het dat deze rivier» eene faalye eeaw later, het eerst en door eenen Ruasischen reiziger Dr. L* Scbrenk, in het bin- nenland van Krafio is gevonden en beschreven geworden. Nadat Dr. Schrenk den 30 Jannary 1856 het vaste land (het Amurland) verla- ten iiad, kwam hij langs de westkust van Krafto tot aan de baai ie laJomqmère, Lapéronse (op 50* 54' N£e. en 142* 16' 0.L.)> waar ten Z. van kaap Dut {lioi, Toknai) de Giljaksche bevolking woont en de noordelijke grens der Aino's is. Op den 8 Febr. bij het dorp Arkei {Ar* kot' f Toknai) begaf hij zich in eene schuinsche rigting over het eiland naar deszelfs oostkost, die van den Grooten Oceaan bespoeld wordt. Naar het zeggen dier inboorlingen moest hij drie berghoogtens overtrekken totdat hij aan het gebied van de rivier Fym kwam. Deze rivier is de Boronai, aan welke von Krusenstern den naam van Neva gegeven heeft. De Pym-rivier, die van zijne bron tot de monding in zee (in het W. der Bofft PatieiUie) talrijke dorpen der Giljaken be- sproeit, noemt Sohrenk de levensader van het eiland. Deze rivier heeft een snellen stroom» zoodat zij wel op een bergstroom gelijkt, het bovenste gedeelte bevriest nooit, ondanks de hevige koude, waardoor de temperatuur somtijds tot onder het vriespunt van het kwik daalt; het water is uiterst vischrijk en somtijds in den herfst aan zalm, waar- <»der de Salmo lagoeephalui, even als in de Amur, op verre na de voornaamste is. De groote vangst der Giljaken verzekert hun een on- bezorgd leven voor zich zelven en hunne honden in den langen winter, daarenboven komen daardoor vele naburige stammen telken winter naar het Pym-dsilf als: Aino's van de Golf Paiientie, met Japansche waren; Oroken (OroUko, Toknai), met pelterijen, de opbrengst van hunne jagt; de Qiljaken van beide kusten, met ceehondenvleesoh en vellen, benevens eenige staimmen van het vasteland, zoo als Mangoenen van den jdmur {Manko, Kinso), met Mandsovriscbe en Bussissche pro- dukteii» die tot de Pym-Giljaketi komen, om zich bij hen deels van viach en jukkola (vischkuit), deels ook van de toestroomende vieemde goederen te voorzien. Toen men de rivier volgde om naar de oostkust (Bofft Patientie) te komen, daalde de temperataur op den 18 FebruarQ ten 7 ure des mtX' gens tot — 43* E., en op den volgenden morgen tot — 31* B*. ^Zolke gestrenge koude," z^ Dr. Schrenk, 'doet onderstellen^ dat het binnenste van het «Hand een klimaftt heeft, dat meer mét het 348 'f KMiddafi den 26 Jiilg 3«/. ngl 0.t.Z. «oeiM igMie, kwam Vries teo 6 ore iea aker op 18 vadca steekgroBd met kleiiie steeayei Tenneiif^ Hg befond zich omtreot 1*/, mgl yan het laad, op i8 gr. 5i mio. •Hadden een hoeck alwaer wjf geen lont buften tien e&nden^ als een deyn eylaniie S.O.i.0. 5 mglen van ons ende c^. eylanüe lach SS.0. 4 mylen van ons. Bei lanl ean tf*. hoeek sireeti om de N, W. soo veer wj eenden beoogen J*^ Deze hoek is benaamd geworden Caep Patientie en het eilandje Robben eylanl» Ton Ernsenstern png, nadat hg de bogt rondom van nabij omgezeild had, ook aan de oostzijde Tan de bogt op 11 yadem kleigrond Toor anker. Op zijne kaart {AUas N*. LXXIII) is de ankerplaats van de Nadeshda op 49* 1 1 ' R.Br. en 142'' 10' O.L. aangeteekend ; dos 17' noordelijker en 8' westelijker dan die Tan het Castrieum. Yoigeos zijne waarnemingen ligt de noordelijkste grens van de bogt op 49* 19' N.Br., terwijl naar de bepaling van de ankerplaats Tan Vries, die nog V/^ mijl Tan den noordelijken wal af- gelegen was, dezelve op 49*, en volgens Jansson^s kaart op 49* 15' N.Br. ligt. Uit het onderzoek, dat den Tolgen- den dag door den stuarman Janz Coen aan bet laod is ingesteld geworden, blijkt dat daar de landtong, die naar de Caep PatienHe nitloopt, niet broeder dan een mijl is, dat men de zee aan de oostkust kon hooren mischen en van vasteland orereenkomt, dan men van een eiland kan verwachten.** Dü bewees ook de plantengroei. In het bovendeel van het iy»dal ziet men o?eral de denneboom (AUeêjezoëntisFjienn}! de Uak {Larie lepio' iiachyi) naar den zeekant alle andere boomen verdringt. Men vindt hier noch herten, noch elanden,* wel het müskii9dier(Z»ioaita»if^Aino) en het rendier. Ook bestaat nog op Kra/lo een stam Tungoesiache ren- diemomaden, terwyl de Tongoesen, aan de Amur, reeds lang de ren- dierteelt hebben opgegeven. Op den 20 Febrnary bereikte Sohrenk de oostknat van het eiland en nam den terugtogt langs desen zeifilea weg aan. {BulMm de la Claue Phy^ico-nuUhêmaiique de t* Académie Impériale det Scteneei de St* Petertbourg, Tomé XIV. 1856.) 349 eene hoogte uit zien; ook heeft men het groote binnenmeer van Taraika duidelijk kunnen onderscheiden, dat op Tok- nai's. kaart in den achtergrond der bogt zich diep in het land uitbreidt. Ook werden door hem ^»na-woningen langs hel noordwestelyke strand gevonden en eenlge daarvan be- zocht. Daaruit laat zich afleiden, dat bet schip Casirieum veel zuidelijker en oostelijker geankerd lag dan de» Nadesdha^ van velko de Luit. Ratmanoff met een boot de noorde* lijke kust onderzocht, en de mond van eene rivier ontdekt beeft, die 15 vadem wijd, 7 voet diep en zeer vischrijk was, en welke hij vijf engh mijlen ver opgevaren is. Deze rivier, die haren oosprong neemt in het hooge gebergte, dat zich van 50 tot 507t gr* breedte uitbreidt, is, naast de JBoroiMM, de grootste die in de bogt uitwatert. Haar mond is op Toknai*s kaart tusschen de ^»no 'dorpen Nokoro en IfifikioL Go en vond het eene schoone landouw, maar nog eene groole plek sneeuw op het strand, en Ratma* n o f f het land deels modderig, deels met ^enen vetten, zwar« ten grond bedekt. In het laatst van Mei zag men nog op vele plaatsen sneeuw en de boomen begonnen naauwelijks uit te botten. Nergens bemerkten de Russen sporen van bevolking dan eenige Aino*s die hen ontvlugtten; onze Ne- derlanders daarentegen vonden woonhuizen, begraafplaatsen en gastvrije inwoners, waarmede zij in vriendschap verkeerden en die zij voor denzelfden landaard als die van het zuiden van Je%o hielden. Mogelijk is het dat de bevolking in dat gedeelte van Kraflo sedert 170 jaren verminderd is ; doch op de kaart van Toknai van 1786 zijn van de westelijke uitwatering van de Boranai, rondom het meer van Taraika tot aan het Caep Patieniie^ 96 woonplaatsen met namen op- gegeven. Er zijn echter bier meestal jager« en visscher- nomaden te huis, die meestal eerst van de maand Juny af aan naar de kusten en de monden van de rivieren trekken, om daar bunnen voorraad van visch voor den langdurigen winter te verzamelen. 350 De Caep Paiieniie is door von Krosenstern op 48* 52' N.Br. en 114* 46' 15" O.L. gepbalat Volfo» de waarnemiiigen Tan Vries zonde dendve op ongeveer 48* 34' N.Br. te ligffen komen en op de kaart Tan Janssen is dezeWe op 48* 23' en op de oterige kaarten nog znkkUjkflr geplaatst. Deze kaap is een laag Toorgebergte en wordt door eenen dubbelden heoTd goTormd, en ioopt in eene Uoge, platte landtong naar het Z. nit, die doideiijk op Vries kaarten aangeweien is. In het Z.W.t.Z. Tan de Caep Patienüe werd op den 26 Jnlij Tan Vries* ankerplaats in deze bogt een •EykmÜe'' Z.Z.0. op 5 mijlen abtand gezien en op den 28^ nader on- derzocht. »Alsdoen heefl den Commandeur den Simrmtm Boelof SieTertsz. mei de boot moer d*. eykmt gesüert om dal (e tniUeeren ; daer aeneomende txmden d" eylant rontom met onder water liggende dippen begety tiende die wel bg een myl op sommige plaeisen voerder in see strW' ken. DU rif ürecki N. van H eylant naar 7 vaste lont, ende ooek op syn langst S. in see. maer heefl ved wt* steeckende riffen. Daer streekt ooek een punt van een rif N.N.0. afj alwaer noch een groote clip of degn eylsetis op leyl; de%e reien lyeken schier oen de hoeek van 'i vaste lani vast te loepen^ dan scheen ooek wel een nauwe deurgofiek te hebben."^ » Hadden ooek. by dutysende rebbes op de cUppen ende het water vernomen, ooek twee tiejfs huties met vuerplaesies op 7 eylantie gevonden. Wy gaveB het eylant den noem van Robben eylant. Deze Toortnic- lijke beschrijving hebben wij woordelijk uit het Joamael over* genomen I omdat dezelve tot bijvoegsel dienen roogt van de beschrijving die ons de groote russische hydrograph daarvan medegedeeld heeft. » Wir sahen in einer Eutfernung ton höchstens 3 bis i Meilen {engl.) das ge/ahrliclèe FeUe^ rifff welches das Robben Eyland umgiebt. Es erstreeUe sieh van N.N.W. "/, W. bis N.0. Die Wellen brachen sieh heftig, üeberall im Norden sahen wir ein grosses 361 Eisfeldi unter wekhem wahrseheinlieh die Klippen forir gingen^ die wohl auch das weitere Treiben des Eises in dieser Riektung aufhielten. Eimelne Brandungen konnie man nachOsten su, so tpeit das Auge reichte wahrnehmen.^^ • Die Nordost SpUze liegt noch unsern Beohachlungen in 48"* 36' der Breiie nnd IW 33' der Lange, und derjenige TheU^ den man fUr die Südwest Spitze ansehen kann, in 48<* 28' und 144<' 10', so dass der gan%e ümfang des Riffs gegen 35 engl. MeHen ausmacht (1). Op Ja nsson's kaart is het K.0. pnnt van bet rif op 47'' 25' N.Br. ea het Z.W. pont op VT* 8'. Ook zoo zuidelijk ligt het eilandje op de kaart van •Gedaene ontdeckinghe.^* Op de kaart van T»Gedaene Caursen^* echter bevindt zich bet midden op on- geveer 48® 12' geplaatst. Volgens de waarnemingen op Yries' ankerplaats zonde het Robben Eylant op 48'' 31' der breedte liggen, hetwelk bijna met die van von Kru* senstern overeenkomt. Toknai noemt op zijne kaart het Robben eiland: Wotamo siri en de Caep Palieniie: Ft/h monoÉs. De aan boord van de Caslricum waargenomene lengte hebben wij om vroeger aangehaalde reden ook hier overgeslagen» en ook niet overal van de diepte en den grond gewaagd, die onze nederlandsche en russissche zeevaarders langft de oostkust van Kraflo en in de Bocht Paiieniie zoo zorgvuldig aangeteekend hebben. Aan boord van de Cas^ trieum^ die zich verder van de kust gehouden heeft, zijn 60 tot 34 vadem meestal steekgrond (kleigrond) tot op de pa- rallel Tan het Robben eHand en verder de bogt in tot op een abtand van 17t ^^^ ^^^ d^Q ^^1? ^^ vadem steekgrond met kleine steentjes vermengd, gelood geworden. Aan boord der Nndeshda^ die eenige malen de kust op korter afstand genaderd is en zich wederom verder verwijderd heeft, peilde men de diepte van 95 tot 20 vadem kleigrond, en aan het noordeinde van de Bocht PaUentie van 9 tot 4 vadem kort O) Von Krusenstern, Bsi$e um die WeU, Th. II, pag. 98, 99. 352 op elkander. Eeae mijl ia het N«W» van het Robben eUand vond Coen de diepten van 35 vadem steekgrond tot 1^ vadem schelp- en singeigrond opgedroogd en 2 mijlen in bet Z.t.0. '/t O. daarvan 10 vadem schelpachtige grond. In het oosten van de Caep PatietUie nemen de diepten schielijk toe tot op 80 en 95 vadem, minder en langzamer naar het Z.0. toe, waar op een afstand van 9 mijlen 75 vadem steekgrond gevonden werd, Von Krasenstern, die op zijne kom- passen v?einig vertroawen steldCi geeft de miswijzing op zgoer tweede ankerplaats (op 49» 13' 53" Br. en 143'* 48' 30" Lengte) gemiddeld op O** 38' Oost. Aan boord van de Cas^ trieum werd die op 48*' 26' N.Br. op V 30' oostelijk be- vonden en 9 de eompassen op 9 gr. oostering geleyiJ'^ Op den 3 Augnstns op de gegiste breedte van 41 gr. 8^1 min. werdt ^^ geresolveert, alsoo onse bestemde tgt volgens Instructie van den Ë. Heer Generael ende Roeden van India geexpireert is^ dat men onse best sonde doen om we- der te comen tn de Suytsee, derhalve onse cours naar het Canael de Vries toe te stellend De Caep PaHeniie bekvam dan ook nog de bijnaam »Caep Keer Weer^^ Op den 5 Aogustos hebben wij reeds onze stoate zeevaar- ders in de Straat, die den naam van hunnen Commandeur vereeuwigt, ontmoet en hun verblijf in de Baai »d0 Goeie Hoop^'* van den 16 Augustus tot den 1 September beschre- ven en hunne waarnemingen toegelicht en bevestigd* Ook hebben wij reeds hunne ontdekkingen op de terugreis langs de oostkust van Japan en van de eilanden, aan welke wij den naam van eenen nog meer verdienstelijken zeevaarder, Abel Tasman gegeven hebben, in de geschiedenis der ontdekkingen geboekt. Laten wij dan nog den dag vermel- den, waarop het fluitschip Castrieum^ onder het Commaado van den Commandeur Maerten Gerritz Vries behoa* den in den haven van Tayouan op Formosa binnengdoi^ is en de uitboezeming van vreugde en dank lierhalen, waar- mede bet Joumael eindigd: 363 •Qmaemen — den 18 November 1643 — Idtmen ten oneker op 10 vadem , waervoer «y niet genoeeh de goede Almaehtige Godl eonnen looven ende danekeny dai Hy ons van dese' gedaene peryekeleuse teyse soo genaedeljfck bewaert ende hier binnen Tayouan behouden heeft gebracht; Hem 9y alleen eer, AmenJ*^ Hiennede slait ik mijne geo-hydrographische .toelichtingeD » waarin ik aan zeevaarders eenige nuttige aanwijzingen en wenken tot de uitbreiding Tan de aardrijks- en zeevaartkunde gegeven heb. Deze schreef ik met het hoofdoogmerk neder, om dezelve in de handen van de Officieren der Koninklijke Marine, van mannen versiert met kunde en ervaring en meer dan ooit bezield met den geest van onze Nederlandsche zeevaarders in de 17de .eeuw, neder te leggen, en bij Toor* keur van degenen, die thans te Japan gedetacheerd zijn, aan welke niet alleen de taak van wetenschappelijke ver« lichting der weetgierige bevolking van dat rijk toevertrouwd » maar aan die nog bijzonder opgedragen is, daar den grond*, slag te leggen van eene marine volgens Europesche begin- selen, en bovendien aan Japan de wereld, aan zijne schepen de vaart in den Groeten Oceaan, en aan zijn volk den we- reldhandel te openen. Heeft NedertandI's invloed en vertrou- wen de klippen Tan vooroordeel en achterdocht bij eene re- gering kunnen wegruimen, die het stelsel van afsluiting als grondstelling tot behoud van rust en vrijheid, niet willekeurig maar door nood gedrongen, aangenomen en eeuwen lang vol gehooden heeft; hebben Nederlanders van geboorte^ of mannen met eenen anderen tongval, evenwel door getrouwe en veeljarige diensten aan Nederland verknocht en ingelijfd, van 1641 af, in hunne gevangenis op het afgesloten De%ima^ zorgvuldig het verlichtend vuur van de wetenschap als het «are in het geheim weten te onderhouden, welke ver- wachtingen laten zich thans met regt koesteren, waar het aan de Nederlandsche vertegenwoordigers van de Europe- sche wetenschap in Japan vergund is, de fakkel derverllch- 23 3S4 ling opeftliik en ODgebinderd te m ogen voordragen eo lao; den weg van onderwijs aan de Japanners, zichzelven nopttt Japanadie nken en wetensehap Ie onderrigten; eo wnr hun de seboonate gelegenheid gegeven is, het zoo feroil- gebreide gebied van de geographie en bydrogra^hie, dil. Ui voor korten tijd, de vreemdeling niet anders danopgebciiK wegen beeft mogen bewandelen, onder de Nederlandsche net de Japanscbe vereenigde vlag te onderzoeken en door nieote waarnemingen en ontdekkingen nit te breiden. DE STAM DER AINO'S. Aino beteekent man, menseh en is de naaut die im volkstam zichzelven geeft en onder welke dezelve bekewi '^ De ^tnoV, die in do Geschiedenis van Japan Atuma JeM») dat is : Oostwilden, genoemd worden, bewoonden in deo ood* sten geschiedkundigen tijd (660 voor Cbrislos) het Doorde- lijkste gedeelte van het eibnd Nipponj te weten de (egefi- woordige landschappen MuUu^ Dewa en het noordeo ras Jetsigo, welke toenmaals Jebisu no Kuni^ het Land der Wilden heetten. Nog in de 7de eeuw waren de Jebisu iu Muiiu en Dewa tot op SS"" N.Br. verspreid en bestefidif met de Japanners in oorlog. In het begin van de 9de ««« was het eiland Nipptm reeds geheel onder de beenclupiHi van de Mikado\ de Erf keizers van Japan, gekomeo; des- niettegenstaande vocht bij voortduring de beschaafdet oi^ ^^ zuiden van Japan naar het noorden voortrukkende bevottiof met dat mwe noordelijke volk, totdat dit eindelijk ten ooder gebragt werd en met de overwinnaars tot éen volk Tcnmelt) of deels vernietigd, deels verdreven werd. Velen, die Dift wilden bukken, hadden zich allengs naar Je%o over de Straal J van Tsugar^ die Nippen van dat eiland 'afscheidt, W^^^ en zich daar met hunne oude landgenooten vereeaigd. D^ 366 iii de 14de eeuw werdeo ook de AUufi io het zmdea van dat eiland door de Japanners ten onder gebragt. Thans be- wonen de AiÊUji^s het eiland Je%o en de Eurilen, en het zoi* det^ke gedeelte van Krafto^ waar zij zich langs de Westknat tot op 48^ N.Br. en op de Oostkust tot naar de Bogt i^n Paiieniie uitbreiden. Voor de ontdekking van het land van J#20, door Maer** ten Gerritz. Vries, beperkte zich de kennis tan dat land en deszelfs inwoners tot de mededeelingen van de P#* trei Aloisius Froes en Hieronymus de Angeiis en van Joan Saris en FranQojs Garon. In zijnen brief van den 11 Maart 1565, dus 22 jaren na de ontdek- king van Japan, uit MijakOy de hoofdstad yan dat rijk, ge- schreven, beschrijft F roes -dat volk alzoo: »In het noorden van bet land van Japan, drie honderd Leueas (1), ligt een ver uitgebreid gewest door wilde menschen bewoond (2). Deze zijn bekleed met beeslenvellen, ruig over het geheele tig« chaam, hebben een verschrikkelijk groeten baard en zeer KToote knevels, welke zij, wanneer zij drinken willen, met een stokje opligten. Zij lusten gaarne drank, zijn stout in den oorlog en door de Japanners zeer gevreesd. In den strijd gekwetst zijnde, wassdien zij de wonden met zoutwater; dit is hun eenig geneesmiddel. Men zegt dat ze op de borat eenen spiegel dragen; zij binden de zwaarden om liet hoofd in dier voege vast, dat het gevest op de schouders neder- hangt. Zij hebben geene godsdienst, het schijnt dat iq den berael plegen aan te bidden enz.** (3). Meer (Nreedvoerig is (1) Leuca (Legua) 17 Vt op eeu graad. * (3) ifJmplimma tylve$Mum kommum regie." Dese uitdrukking schqtii aan Abrahamus Ortelias aanleiding te hebben gegovea bei in s^a fTieatrum orbu ierrarum" in bek nooiden van Japan vertoonde eiland fSaiyrorum Imulam" te noenen. (3) Berum a Society Jau in OrieiUe gsiiamm volumen, Colouiafi. 1574. pag. 436. # Japoniae torrae in Septentiionem adiacet ampUtsiina sylvestrium hominum regio» leacas ab urbe Mwco tveoeatas. Baatia- 23' 366 het berigt tid het land van Je%o en desiells inwoners, t door Hieronymas de Angelis in lijnen brief, uitJips in 1622, een jaar fooidat hij te Jedo verbrand werd, ^ aehreren, medefedeeid en door Nicoiaes Witsen iHfijM • Pfoord'Xhsi Tartarye^^ (!) otergenomen is. Deze stbeb ▼an de Anio*s, van hanne zeden en gebmiken is te bebo^ rijk om ie niel letterlqk nit dat zeldzame boek orer te tt meO| ten einde te knnnen dienen tot yergelijkiog adit berigten van onze Nederlaadaehe zeevaarders. •Wat belangt den aert der inboorlingen, die zga grof,a grooter van liohaem, als de menschen in 't geneea zgo meer hellende na de blanke als bmine verwe. Zij drap lange baerden zomtijts tot aen den middel toe. Hoo idr hair scheeren zij, van voeren, half af, zoodat zgaeadeslMp van H hooft gantsch geen hair hebben : maar wel v» xk- teren, daer zommige van hen het zoo lang drageo, ab i^ Japanders. Zij hebben in *t gemeen de ooren doorboorti eo. in plaets van pendanten, dragen daer zilvwe riogeBin.Httr die geen zilver hebben, dragen daer een vlok igde dev. die lang afhangt. En dit doen zoowel de vrooweo ab ix mannen. De kleederen, zoo wel van mannen als vroowet, zijn lang^ met zijde doorwroght, beleit roet cieraet w kmissen of rozen van de zelve stof, zoo klein sb groot Hunne stoffen zijn van zgde, katoen, of linnen. Tst vap^ nen gebruiken zij pijlen, boogh, landen en « waerdeo, dk fli^i grooter zijn, als een gemeene Japansche pook. In f\»^^^ hamassen, gebmiken zij rokken, als gemaliede mab^ van kleine plankjens bij een gezet, *t geene belacchelijk '^ mm pellibus indau&tar; toto hirti oorpore. ingenti bsrbs, pys^' ■Hudmis» qoas paziib sabngont potstori. Yini gess avida » P"^ ad bella ferox, fbrmidoiasft Japonüs. Ia praelio sauoiati, saË^ ^^ ablaimt Tuhiera, id onum genti remedium est. Speculam gestiredicoBtsT in peotore ; ad caput gladios alligant sic, nt in humeros manabnu» ^esinat. Sacia habent nnila, caelum damtazat Tenerari 9oliü sanl <1) N. Witaen, Deel II. I. c. pag. 57. 357 u U aensehouwen. Zij hebben vergiftige pijlea, waer yao iemant gewont zijnde, noit genezen kan worden. Zij zijn zeer twistgierig, echter dooden eikanderen zelden. Tot Mai- sumay "wert veel gedrooghde visch, ook baring, zwanen en kranen, zoo ievendigh, ais doot, en ook gedroogt, als mede ▼alken, en ander .gevogeUe, te koop gebraghl. WaWisschen worden daer mede gevangen en de Todonoeno (Robben), waer Tan het vel ruighairigh, niet ongelijk dat van een ver- ken, en vier voet lang is. Deze visch is aldaer voor een zeer geringe prijs veil. Zg handelen met geen gonde «of zilvere nmnte ; maer verwisselen hnnne waren tegen rijs, ka- toen, gaem, linnen en stoffen, of ook wel tegen gemaekte kleederen. De heer van JUatsumay verzekerde mij, dat de inwoonders van Jesso vi8ch*vellen, die zij Raccan (Rakko, Enydrys marvna) noemden, aen drie eilanden, niet verre van han lant afgelegen, quamen koopen : waer van dlnwoon- ders geen baert, en een zeer verschillende tale met die van Jesso badden, doch hij wist niet of die eilanden bezuiden of benoorden Jesso lagen. Wat de kennis aengaet, die zij van d^andere werelt, en het toekomende leven hebben, de- zelve is zeer klein of niét, Zg eeren eenighsins de Zon en Maen, ak de twee voordeelighste lichten; behalven noch eenige bei^h- en zee^lnivels: want alsoo zij zich meest in *t gebergbte, op de jacht, en met houthakken^ en ter zee, met de visscberije erneren, zoo hopen zij daer door veel vangst te krijgra, en noit gebrek van bont, om te branden of te bouwen, te zullen hebben. Zij hebben noch Bonsen, of offer- papen, noch tempels, of eenig plaets, daer zij bij een kom- men, om van hunne zaligheit te handelen. Niemant onder hen kan ook lezen of schrijven. Elk onder hen heeft zijn eige en wettige vrouw, doch, zo iommige meinen, wel twee ; hoewel er noch veeie gevonden worden, die, op de Sineesche wijze, bijzitten houden. Als de man gestorven is, begeeft zich de vrouw veeltijts ten huize van den schoonvader, of bij iemant van 's mans vrien- ff^ 358 deo, onder beding, dal zij 'er ooit uit zal gaen* of facr- troQweo. Eea TToaw, die io ovenpel befonden h, weK hei iiooft- bair aigescliooreiii op dat tij daer over bekeot loede zifn; en den overspeelder, of den gene, waer mede dj de ralip- heit bedreven heeft, van z^jn degen berooft» en al ziib Vf tteraett door den beledigden man of door zijn vriendeii, u dikwils ab lij bera ontmoeten, afgenomen/* Joan Saris heeft ab gezant van de Engelsehe Max- achappij aan bet Hof te /ado in 1618 door een JapaniKr. die twee maal op Jedu> {Je%o) geweest h, berigten na daar verkregen, waardoor bet woeste voorkomen Tan ü\ volk bevestigd on ook over den buidel met hetzelve eeaif licht verspreid wordt. *»De menseben syn *er wit of blank. en wel gemaekt» maar beel ruw en bajjrig het geheeie Lijf over, gelijk ab de meirkatten en aapen. Bun geweer be- staat uijt boogen en rergiftige pylen. Die a» de zsqMijk* 8te kant woonen, verstaan baar op gewigt en oiaal, maar dertig dagen landwaards in weet men daar niet van. Sij hebben vee) silver en sand-gond, dar sij de Japamiers medf betalen voor rijs en andere waren. Rijs en Japansche cot- toenen worden bier wel gesogt. Yser en Loot krijgoi sg aijt Japan. Alle eetwaren, en *t geene daar men sig mede klee- den kan, vril hier best aan de man. De r^s van Japaa aa Tedxo gebragt, leverd vier voor een tot winst nijt. De Stad daar de Japanneesen alhier bun meeste verblijf hebben en markt houden, word Matehma (MaUmaë) g^ naamd. In deselve sijn 500 Japansche hnijsgesinnen, die bier ook een Fort hebben en die daar in commandeerd, Maiehtnadonna {Matsmaè Dano) noemen. Deze Stad Mafch- ma b de voorname handelsplaats van geheel Yeds»^ wer- waards meest alle ingeboome gaan om te kopen en (e ver- kopen, bijsonder in de maand van September, om haar winter-voorraad op te doen. In de maand van Maart breo- gen sij salm, en allerley soort van visch, neffens aotkf 369 waren die de Japanners in rnijling aannemen, en liever hebben als hnn silrer. Verders hebben die van Japan, be« halven Maickfna^ geen andere vaste woon- of handel-plaals. Die in het selve eijland verder na bet Noorden woonen ttjn seer kieijn, en gelijk ab dwergen^ maar de andere Yedsoers sijn van posloor en grootte, gelijk als die Tan Ja-* pao. Zij hebben geen kleeding, als die hen uyt Japan ge- bragt word. Tusschen Ted%o en Japan gaat een seer sterke stroom, die yan Corea komt» en Oost- Koord-oost aan loopt. De winden sijn daar gemeenlijk soo als in Japan; te weten, de Noordelijke winden beginnen in September, en dnnren tot de maent IMaart^ en dan begind de Znijdelyke wind te waaijen. (1) Prangoys Garon, in de jaren 1639 en 1640 Opper- hoofd van den Nederiandschen Handel in Japan, deelt eeenige minder belangrijke op Japan vernomen tijdingen van Jeso en de Aino's mede, die wij echter wegens de volledigheid van de toenmalige wetenschap van dat merkwaardig land en volk tevens willen aanhalen. Hen reyst noch 27 dagen Noordtoost, wel so Oostlijke aen, eer men komt bij de nijterste hoeck van *t lant jTswh guar {Tsugar) genaemt, aen de zee gheleghen; van daer vaert men over een water, onghevaerlijke elf mijlen wijt, en- de men komt in H landt Jeso ofte Sesso^ daer kostelijcke bonten, ende peltwerk valt, welk lant vrij woest, berch- achtigh, ende weijnigh bewoont is ; dit lant Sesio is seer groot, door den Jappanderen dickweijls doorsocht, diep, ende verre doorreijst, doch noyt tot den eijnde, noch seecker- heijt des selis gekomen, so dat het haer ghemeenelijke aen victnalie ontbroken heft, ende gedwongen waren, t'elcken reijse wederom te keeren; de rapporten der visitatenrs zijn (1) NaoMkemrige FerMomeling der Otdeniwaardigêie JSUyêen na Oost- en Ve^'Indièn enz* Te Leiden door F. van der Aa, 1707- Deel 34. Agete OosMtdiseke Bey$ eng, onder Capitain Joan Saris.pag.136. 3 ook fodaoigh gewent, dat syi Mafjort. cariealwjl, on ver- der oodenoeek te doen, wederhoodeo is, want hei laat (ab geseijt) is woest, ende werdt in sommige piaetsea bewooat yan een folck die mijgh over 't lichaem zgo, dragea back Haer, ende baert, ab den Chinesen bnitael, beter dea wil- deo> dan de andere menschen geUjck. (1) Hoe vervelend dan ook deze berigCen voor dea leser zya mogen, zoo bebben wij het toch voor doelmatig gehoadea, dezelve zoo veel mogdijk volgens den oorqproakelykea iAsi uit boeken getrokken , die allengs zeklzamer wordea, kier te zamen te stellen, om hem een dmdelgk denkbeeld te ver- 'schalen van den toenmaligen staat van de kennis van bet. land van Je%o en deszelCi inwoners, de ilJNo'^, voor dat vr^ de volkenkundige waarnemingen op den denkwaanfigea Ltt- togt van Vries gedaan, aan een nader onderzoek onder- werpen. Kort na de ontdekking van bet Laad van Jeso door Vries en van den ongelokkigen zeetogt van *t Jacht Bretkens, zgn in 't vaderland onderscheiden berigten omtrent Jexo en de bewoners van dat land ontvangen en van lieverlede door den druk bekend gemaakt. Het eerst berigt is reeds in 1646 Ie Amsterdam uitgegeven onder den reeds meermah» aange» haalden titel: Karie Besehtyvinghê wn ket Ej/Umdt Eso en%. Dit stuk b bter (1692) ook door Witsen overge- nomen en toegelicht geworden (2). Insgeli|ks deelde deze ge- leerde aardrijkskundige eenen brief mede •èie nopende de ontdekking van hei lanUchap Eso of Jesso en Tariary» uü BaUma in den jare 1644 herwaarts is geschreven ge- wardevT De inhoud daarvan beperkt zich echter tot eenige aardrijkskundige berigten omtrent Vries* ontdekkingen en over de goud- en zilvernasporingen, die de hoofdbeweqpreden (1) BuckryviMgkê va» kêi Maehiigk Comnekrjfclte Jt^wi mu. door ïrftii9oys Caron. T'Amsterdam 1648. pag 1. (9) N. Witsen 1. o. pag. 56. 361 der attzendiog nm Quasi en Tasman, eo Taii Vries €n Schaep naar het noorden van Japan geweest zijn. Ook ▼ermeldde Nicolaes Witsen een berigt yan Philips Jaeobsz. de Bakker, ondersUiarman aan boord yan U Casiriemm (1). Yan de door Jansonins uitg^eyen kaart, als ook van andere onoitgegevene kaarten van. den nteerge* melden 'zeetogt en van de nOfMtoeningen en lani-^ferl^tUe- nissen vtm de %eekusten des lants van JessOy en van kei Cotnpagnieê lanf* door Witsen bewsard, hebben wg reeds breedvoerig gewaagd. De meest belangrijke waarnemin- gen en berigten, bgzooder met betrekking tot den stam der AiÊÊO*s, hunne zeden en gebrnikeui die wij aan zeevaarders yan den tateren, tijd en aan de Japanners» die het Land van Je%o bezocht en beschreven hebben, te danken hebben, zijn door den Sehrijver dezes onlangs tot een geheel gebragt en in zijne •Besehryving van Japan^* geboekt geworden (2). De herhaling daarvan is hier overtollig, zoo dienstig ook de verhandeling op zich zdve zal zijn, om de mededeelingen van onze Oude Nederlandsobe zeevaarders te bevestigen, toe te lichten en te verrijken. Wij zullen ons dus ten doel stellen om den merkwaar- digea stam der Aino*s te beschrijven volgens de berigten die in *t teruggevonden Joumael aangeteekend zijn, en vol* gens al de oorkonden, die ons de Nederlandsche pers van Vries* zeetogt bewaard heeft. Daarbij willen wij ons, zoo veel mogelyk, aan de letterlijke bewoordingen houden, waar- in de onderscheiden waarnemingen opgeschreven zijn^ om de reeds* aan onze stoute zeevaarders voor hunne yerdiensten voor de aardrijkskunde opgerigte gedenkzuil ook met zoo be- langrijke bijdragen yoor de volkenkunde te versieren (8). m N. Witsen 1. c. p«g. 59. (8) Nip pon, Abtbeil. VII, pag. 805—394. (S) De gesofarifien» waaruit wg deze beaohryving zamengesteld heb- ben zgn gemerkt ala volgt: (K. B.) Korts BnókryvUigke ; (S« K) ttumnium de Ba kier 'i berigi; en (J.) Cosn'i Joumael, 862 Oedaantei CMaatttrekken der Atno's. I>e Inwoon- deren van dese Eijlanden JEso^ zijn alie den anderen seer gelijck, kort ende dick gedrongen van stalure, hebben langh roijgh hair ende baerden, soo dat het aengbeacht daer bg- kans mede bedeckt is, doch het hooft is voeren geschooren, zijn wel besnede van tronien, swart van oogen, kort, tame' lijck dick, ende niet plat van neusen» laq;h van voorbcMftll, geel van vel, over het lijf seer ruijgh* De vrouwen zi|o so bmijn niet als de mans, laten eenighen bet hair in 't ronde scheeren, so dat bet baer aengesicht niet en belet, anderen laten bet langh wassen, ende stricken 't op als de Javaen- sche vrouwen, baer wijnbraeowen ende lippen swart eode blaeuw geverfti hebben soo wel mans, vrouwen alskindereo gaten in baer ooren, daer sij silvere ringen in dragen, oock schortjens van Armosijde, met loode eode koopere riqgeo. (K. B.) (i). Op Kraflo zijn de vronwen blanker als op Je%oi >zae0cn (in den Golf van Anima) ook eene vrouw in eene praaw sitten, blank synde met swart laoch hangeat baer op het hooft, hadde in eicke oor een groote blauwe geeraelde ket- ting, waeronder eenige andere craelen geregen waren (2) (J). • Vonden daer (in de bogt PatienUe) eene blancke vroow, fraey van trony, hebbende lanck swart baer met eenstroock bont om haer hobend€ een bonte rock aen, met een stroock bont van een saebei, dat seer schoon was om haer hooft ende had een jongen bj haer staen gecleet mee met een bonte rock(J.) Ook is in'l (1) Vergel. Nip pon, Ailoê, Tab. XVI, XVU, XVIU- (2) Veigei. Nip pon, VII Ailas, Tab. XXI, fig. 5. De kostbaarste zyn van hia&\x^tii Oóstdiaan, diea z^ noemen Krafto tama^ edelsteenen uit Kraflo, Deze blaanwe koralen vindt men bij alle volken in den konden aardgordel, van het noordelijke halfrond van den Qrooifln Goeaan tot in de Bekring straat, waar ze van von Kotzebne in de Zond, die zijnen naam draagt, zyn waargenomen geworden, verspreid. 363 Jooniftel van eenen blanken man gewaagd; mogeliik dat die een door achipbrenk daarheen gekomen Japanner was; doch door de gebreken van den ouderdom minder aan de open Ittcht blootgesteld, kunnen, zoo als de vrouwen van de betere klaese in dit land, ook oode lieden verkleuren en witter van gelaat worden. »Wal van de prauw af sat een ondt blanck man^ met een lange grijse baerl, op een matien (matje)» op de Japan- adie wyse» aenbebbende een gebloemde catoene rock, sijnde op sQn Japanach gemaeckt. Mijn kijtsman wees ick sou bij die oode man gaen. (J.) B i tf^a erin yi Aino4iooMeii| OereghHwkwii Straflton. Ten tijde van Vries* bezoek op Je%o stonden reeds lang de Aind's van het zuidelijke gedeelte van dat eiland onder een* Japanschen Vorst, die zijnen zetel had in de stad Mats- maé. »Den Matsmay Simadanne (Maismaé Sima dano), Goavemeur ofte Overste van *t voorsz» Eylant, gaet jaerijcx de Keyserlyeke Majesteyt van Japan tot Jedo begroeten, tot geschenken mede nemende veel silvers, vogelsveederen (om aen Pylen te ghebruycken) ende fyne bonte vellen, hem met een berck van Eso ladende oversetten tot aen de Japansche Cnat Nabo (1), van waer hy dan voorts te lande naar Jedo reyst." (K. B.) Onder haer is geen wettelgcke regieringhe ofte politie, geschrift ofte boecken, konnen lesen noch schrijven/* (K. B.) Zij hebben echter hoofden, die hun gezag over een min of meer uitgebreid gebied uitoefenen, en onder ben in aanzien staan en geëerbiedigd worden. •Quamen de habytanten met twee prouwen ons te gemoet, waarvan drie persoonen over in onze proow quaemen, ende syn doen saemen naer haer dorp gevaeren, heivféik sy Ackys {Atkesi op Je%o) noemden, syn met de meeste gesach (I) Waanch^niyk naar den boven beschreven haven van Nambu, op dö Oostkust van Nippon. Mogeiyk ook de haven van Sal of Ohaia, 364 hebbende ia syn boys gegaen, wiens naem vas Noia- 8ftck/'(J.) Het zi)o meestal oade mannen die dch door er?a- renbeid en burgerlijke deugden kenmerken: >Ten anker hf- gende, qoam 'er een hoop volks aen boort dat een bliadeB man by lich had, en dien zeer eerde en ontsagh. Dese oude blinde man, eer hij weer naer lant Toer, hief zijn haih den op, en deed over 't scheepsvolk een lange rede, die d*onzen niet verstonden/' (S. B.) • Heelt de Commandeur aen den outste een cleyn Prinee vlaggetie vereert, waermede hy bly scheen te wesen, setie liel op syn huys ende liet het waeijen.** (J.) De ontmoeting van ^tno-hoofden in de Bogt vm PaÜmUiê zal hier eene geschikte plaats vinden, ten einde zich een desk- beeld van zulke krijgshaftige mannen te vormen. • Saegen twee treftige (deftige) persoenen op een grootes boom, die van de see op het strant geworpen lach, sitteo, sijnde cloeek van leden, den eene met een roijgen baert} hebbende pijl ende booch in de handen, met een pijlkoodrer vol pijlen aen sijn hooft hangen, met een houwer op stjii sq, den ander wat jonger, met een groot gramschap geschooteo, hebbende twee groote knevels, had oock pijl ende booch in sijn band ende voorts gewaepent met een houwer ende pijl* koocker vol pijlen ; after haer stonden twee sterke msonen, geweert (gewapend) ab de twee voorige, gecleet met rodeo van velien, Den outste sette sijn booch in 't sant met een pijl dserbg, ende nam een lange pieck van 18 voet in sijn haat, cDdesij bleven alle beij sitten, eade de andere twee staen. Wat dicht bij haer comeode seij TVicoiy yanJrara/9' ende vreefmyi^ haaden, gelijck gesien hadde aen Tamariff waerop de mitste sprack T€UHrij; sijn doen toegetreden, ende naem sijn b^^ ende wesen dat wij vrienden waren, in mijn beijde baodea sijn recbterhant nemende, ende soo saemen gedruckt; naem doen de pieck, ende smeet hem neer, waerop ons volde is comen aen treden,, dien sij doen met haar tween te genioet 365 gingen ende velcom heeteot aeggende Taeoijj ende doaden mei baer beijde handen ons yoIcx rechterhant, gelijck ick baer gedaen had^ maer de twee andere pasten op baer ge* weer. Deae twee persoenen waeren gecleet met sijde ge- bloemde Japaosche rocken, gevoert met Sineese cangangs, vraertusscben sijde watten waeren; soodat ick vertroa de twee andere lijbchutten ofte baer dienaers waeren. Dése twee trefUge persoenen was baer booft ?oor gescbooren totbalfwe- gen het booft ende Toorts badden lang bangent baer tot beel aan haer midden, de plaeten van baer bouwers waeren oock met silver beslagen ende doorlacbticb/* (J.) (1). I>eze hoofden doen onderzoek bij overtreding van de wet- ten, vonnissen en straffen. «Hij (bet iitno-boofd) zittende met een boute knuppel in sijn bant, alwaer sij recht mee doen, sa^en bet mejaie met bet aengesicht op de aerde liggea." (J.) (2). » Als sij eenige stnffe doen des doots schuldigh ofte eenige van haer vijanden gevangen crij^en, siaen die doot met een swaeren kneppel in de lenden.** (J). Deze straf, zoo als ze aan gevangenen voltrokken wordt, is nader beschreven: «Eenighe van haere vijanden gevangen bekomende, die straffen ende doeden zij in dieser voegen ; den gevangen wort recht over eijndt gestelt, bet bovenlqf naeckt zijnde, de armen ofte handen worden hem in de zijde geset, alsoo staende wort van vier persoenen vastgebon* den, twee aen de armen, ende twee aen den voeten; dan komt een vijlde persoon met een knodse, daer eenigbe swaerte van ijser vooraen is, die gbepast hebbende boe bij den pa- tiënt treffen wil, treet 10. a 12. treden achterwaert, komt dan, de knodse om 't booft slingberende, al dansende aen, t'elckens (met begde de banden de knodse gevat hebbende) (1) Yeigelyk: Foyage de Lafféronse, AiUu N*. 50, waar eene ont- moetiiig van ^'«a-hoofden op de westkust van Krafto vertoond wordt. (2] Nippon» YII MUu. T, XIX. A. % 3, waar deze knuppel» 9^ hmê genoemd, afgebeeld is. eea sbgb ia kra|» van éa fÊaaêa rag^ braagCB, tol dat Uji de geol gedL h dier vocfoi lÊnMm mede, die bem- dcB dal mei iner v^fca oAe dockier imeafihat bedrgfci.'' CbdfliieMtf Be^nHfflaeiHB. »So led eb konëei f enMBKB emle bc^peveBt aoe haddf wejm^ ofte gtca religie efie «pentilie; dedi n am M w ig OHireat iiet Tijcr «Itoi en drisekeDy loe ssileo aij eerst op verachegde |dael- MO ter zegden iiet irger eenige dreppeikens atorlen. gheifck of aoiei oflenkn. Uebbeo cenige gemede ? oijre sloeskeos, daer lutiUetje» oude ^MeodertieDs bg hangen, die aj op veel piaelBen in de aerde sledLen, ende in de hnijaen aen de wanten hangen (1). Wanneer gemant onder haer «eek is, M>o scharen aij met een mes'ran hngbe Tuijre stodEJeiis, lange acfaaefieb, ofie krullen, winden die de aiecken om het hooft ende de armen.'* (K. B.) »Ak hij eeten zoo, deed hij zijn gebed, gelijk de Eriste- neo, roet gevouwen handen.'* (S. B.) » Haere graven (in den Golf van AfDiwa) waeren boven de aerde gelijck een cap van een hnja, een mans lengte lanek ende 3 voet hooch, wel besoreht ende dicht toe benaijt met groote basten van hoornen/' (J.) » Vonden (in de Bogt Patientié) 10 graeven, daerin som- mige dooden noch in laegen. Deze graeven waren heel raer gemaeckt van vuereplancken, omtrent een voet verheven vao de aerde 9 staende op stuties ende was onder een vier- cante kist, onder de boom (bodem) sijnde boute tralijs, door- luchtig, alwaer de doode op lach met een crans van spaen- derlies fijn gesneden sijnde om sijo hooft gevlochten; hadde een oude blauwe catoeno rock aen gehadt, maer die was al lergaeu, vonden bij hem in de kist schnetelties ende eeten- backies, ende eenige andere snuij^ering met pijl ende booch, (I) Dese stokjes met krullen worden bij bon Inao genoemd en ko- men overeen met do Hei of Ookei, sinnebeelden van godheden in den ouden godsdienst, den Sinió, der Japanners. Vergelijk Nippen TIL pag. 914 en AUas, Tab. XYII. 367 had eleD oock in een doos gebadt, soo het scheen, lach oock een deijn block om rijst te stampen, met een rijststamper daerbij in sijn kist. De kist was boven met een cap wel dichte toe, gelijk een cap van een huijs, daer boven op het scherp van de cap een fraeij gesneden houten cap lach. liangs de kist aan eicken endt fraeij met een leenw ofte draecken cop oijt gesneeden, met houten ringen van het selfde hout in haer moot, (ende) liep soodanich gesneeden hoat aen alle vier hoecken oock neerwaert aen, al ugtge- sneden, als ges^t is. Dese graeven met verwondering aenge- sien hebbende, saegen daerbij veel stockies staan met fijne ge- sneden crulleties ende spaenderties daer aenhangen." (J.) (1). Bij Atkesi^ op Jezo^ heeft men opgemerkt dat de plaats > » Al^aer de dooden onder de aerden legghende, het graf met Oesters schelpen bedeckl wert. Op andere plaetsen staense ia een Hutteken in de kisten bov^n de aerde, op vier stae- kjens, zijnde het huttecken met konstig lof*werk gbesneden, sonder dat men eenige andere Offerhande daer bij vint/* (J«) De hut met een geraamte, op Urup gevonden, was zonder twijfel èene begraafplaats, de daarvoor opgehangen sabel be- wijst dit. In het Jezoki staat (2): «Wanneer de Aho^s iemand plegtig willen begraven, hangen zij over zijn graf, (1) Men Ycrgeiyke hiermede de grafzerken in de Baie de Casiries, Foyage de Lapèrouse^ Atlas, N*. 53, ook de door Toknai op de Westkust van Krafio waai genomen graftombe. Nip pon VU, pag. 217» AÜOM^ Tab. X^U» fig< 1^* l^eze grafateden hebben zeer veel oTereenkomst met die van eenige Amerikaansche volksstammen, te weten de Dacotah en ChippetDos. Ook by deze worden de lijken 12 tot 16 maanden lang in zerken, van planken en berkenbaast vervaar- digd en die op palen rusten, bewaard^ roordat dezelve begraren wor- den. Gedurende deze tentoonstelling worden sp^ en drank aan de zielen van de overledenen geofferd en wapenen en andere kostbaarhe- den bygezet. (2) Jeêo-h, OM Veseripiion de PUe ^leso etc-, par 1'interprète Kan- nemon; inMalte-Bran's Annale» dee voyages, etc, Tom. XXIY, pag, 147. 368 aan een 5 tot 6 voet hoogen paal, deD sabel vao den oTer- ledene op.'" ■ Rapporteerden in eenige hoties geweest te hebbca, ai- waer een menscbengeraemte ende een dootshooft in heh. Deze bnties waren genudtt yan tacken Tan boomen code met lanck gras gedeckt, Tonden bij d"". bnties een paal in de gront geset, alwaer een hoower bangen.** (J.) Ook getuigen de lidteekens, zoo algemeen aan de T00^ boofden der inboorlingen waaiigenomeny bet bestaan nu deD zoogenoemden doodenkamp, die daarin bestaat dat zich de naaste bloedverwanten met een mes (maküri) sneden aaa bet voorbooGd geven en bet bloed aan de a%eseheiden zielea offeren/* (1). »Sijn meest op bet booft met verseheijde bouwen ende kerven geqnetst geweest, ghelijck solds de groote litteeckens getuigen/' (K. B.) Daarom werden de vreedzame Aino*$ van de onze uitgemaakt voor : •Boaebloo- pers ofle Banditen van eenigbe plaetsen te wesen, een gder even veel Meester zijnde.** (K. B.) Zeden en Gèbmikeni Iieveaswljae en Toedad. «Scbijnen door baere ruijbe baerden ende faair seer wreedt, maer weten baer tegens de vreemde Natiën soo sineeerende eenvoudigh te bonden , dat men niet anders soude koaae oordeelen, ofle bet waren civilen ende gepoliceerden men- scben. Waeneer sij bij vreemde Natiën komen, soo verde- ren baer met baer beste kleederen, ende weten baer seer modest te bouden, toonen bare courtosien ende beleeflheijt met bet booft te buijghen, en gevouwen handent de seivigen voorbeij den andem been ende weder strijckende; singen mei bevende stemmen, ab de Japanders doen ; doch waneer sij een weynigb commissie bekomen, soo sijn sij baest fanuliaer, dan met een vriendelijck ende vrolijck gelaet." (L B.) «Ende greep mij voorts eens vriendelijck om mijn mid- den tot tetjcken van vrientscbap ende gingen soo haol aen (1) Nippoii, VIII, pag. 214. 369 hant naer zijn baijs toe.** (J.) Zijn ook gastTrij: »aen lant koaumde luierden yan de iawoonders wel onthaelt." (S. B.; presenteerden mij sooden in haer hnties comen/* (J.) IJder man heeft ti^ee yronwen, die maken biese-malten, naijen baers mans rocken, ende koocken het eten; en wa- neer de mans het boot om te branden in 't bosch vergaderen ofte kappen, soo draeght het de vrouwe in de prauw ; ende moeten dan soowel roeijen als de mans/* (E. B,) De Trouwen, vooral de onde, zijn niet onknndig en schij- nen veel te zeggen te hebben, »waerop de outste vronwmijn meenittg eerst verstaende etc.'* (J.) »Een hutie alwaer een stockonde vrouw nijtqoaem, lennende op een stockien, scheen veel hebben te zeggen/' (J.) »De mans zijn voor vreemde- lingen op haer vrouwen ende dochters seer Jalours, soodat niet mogen lijden dat men met haer stoeijt ofte speelt: wan* neer bemerken dat ijemant haer tot hoerereije versoeckt, sollen hem dooden, soo in haer macht bekomen.*^ (K. B.) Waneer haer vrouwen baren» ende in kinder-bedt zijn, so houden sij hare jrosidentie in een hnijsjen apart, daer gedu« rende den tijdt van 2 a 3 weecken geen mans-persooneu bij haer komen; hare kinderen te werelt brengende zijn heel blanck; wanneer sij die de borst sullen geven, ende datier cenighe van onse Nederlanders ontrent waren, soo deden *t gantsch bedecktelijck, haer borsten niet wijders ontblotende, als 4e kinderen de tepels even met de mont vatten kon- den. Ja selis de meijsjens ende kleijne kinderen,, daer ve^l tijdts met schoon weder naeckt loopende, en de Nederlan- ders siende, sullen met hooft, handen ende beenen in mal- kanderen krimpen, ende haer seer beschaemt toonen. De vrouwen dragen haere Ueijnen kinderen in haer rocken, roet een bant om 't hooft (1), op haer ruggen^ zijn op haer (1) De Aino*» dragen alle lasten op den rug, door middel van een band of riem die over het voorhoofd loopt. Deze gewoonte van kindsbeen af aan gevolgd moet aan bet voorhoofdsbeen (O» froniaUê) eene onna- 24 S70 fludJeiM daer si| de vloer mede bededwoi ende op hoor opjo oude drapck Teel reijodrf^dcefy als OTor haero Uchaoiai tx: kleedereOt die Veel iijdU (soo wel Tan moBs, troowaï ob kioderen) seer foijl eode soieerigh doer aijt oien, ende ve^- jiigb vernieot ofte gewassen worde». Boer sp^s code voetsel 15 TÏsch » valvisehspeck » traeo » groente , kaopMm ^ao roode roosen, die in Acqueis in orervloet zyn ; vdko af* geplockt zgnde, de. groote hebben Tan een mispdl, cado srorden teghens de vinler gedrooght, ende zijn haor win- terproTÏsie. Hebben rerlackte kopjens, ende Tierkanlo bock- jens daer «j baer eten in opschaffen, gder een kopjon toot baer bebbe&der etende met stockjens op de Japansehe na- niere, behaWen dp 49 i^aden 50 minuten (in de bogt Tan PatiefUie)i die vel op de Japansche maniere gesohooren, €M>k mei sijde rocken bekleei zijn, en wat blancker, ^do y^- anderlijck ran spraeckc zijn, maer nemen baer eten mei de vingbers, sonder de voorsz. stockjens te gebroken." (K. B.) »Sy hebben geen soot in gebraike'* (J.) »De mans ende vroQwen zijn tot stereken drank seer ghen^en, en worden daer ooek heel licht droncken van" (K. B.) >Droncken sae- men in 't root eens om een arackie ende toebackie, woiar- naer sij allegaeder begeeriob waeren'\ (J.) Als sy drincken lichten baer knevels op met een vinger'* (J.) «Sittea op zyn Japansch op de matten** (J.) WonlDffi huljseni huttoui voomadacbvren f ibr- ten enx. » Hare haijsjens, die meest voor aen strant m 't hangen van *t gebergbte, ende eenigo daer boven op staeo, zijn van planken, ghescbaeft ende het een in den aodem gevoegbt, met basten van boomen gedeckt; doch do meeste part met opgerechte stijlen, met breede basten van boomeo» soo wel ter zijden, als boven bedeckt, met een veijoster iaarlijke rigiiog geven en hetzelve naar achteren drukken, vaardoorsieh dan ook hun voorhoofd kenmerkt. Yergel. Nip pon VIL Atlas T^b. XYI» waar da wijse hoe de AiHo*ê hunne wapenen dragen vertoood is. 371 bofeo f errien om den roock Tan *t vijer • aijt. te trecken, dat midden io H hnijs gemaeckt word; zijndo van binnen een camer met a^eaehntte deeien, die rontom earieos met ene** kelde- biesemattén lang» «de aerde bedeckt is^ 10 a 12 tre^ den lan^9 ende 6 breed zijndei ailes seer poliet ghemaeckt, eenigen met een stacketsel ?an qiarren rontom beset. Hare huijsen rijn beven de twee mans langhte niet boogh, even ab de boeren^bntlM in de Nederlanden» ende de deuren so laegh, dat men daer al boekende in gaen moeten ; staen niet veel bij den anderen; 't meeste gbetal, dat van de onsen by den anderen ghesien wierdt. was 18 & 20, ordinaris 6, 7, 9, ende 12, dan meer ab een balf mijl van den anderen» oock de meestal part leedigh ende onbewoont. Hebben geen haijsraeck als enkele biesemattén, hare Japansche roeken rijn benevens *t siWer-^werk haer cieraet, hebkende weijoigh deekott om op te sitten ofte te slapen*' (E, B.) Daannede stemmen ook de op verseheiden plaatsen in 't Journaal Ie lezen beeehrijvingen en de afteekeningen, die wij van Japanners verkregen hebben, overeen (1). Daarin wordt ook van holten, voorraadssehnren en van bokken voor beeren, voor arenden en andere vogels gewai^d. Eene ip den golf van AmwÈ aan het strand staande hut of tent wordt alzoo besebreven: awas maer van matten opgestelt metstoc- ken in een driehoeck, waer in 't midden vuuraenlaeh, daer een jsere ketel niet salm ende groen cruyt over hinok ende coockle" (J.) (2). Cüeyne pacUioysen, omtrent een mans lengte boven de aerde, slaeade op 4 stutten ofte stejloi, alwaar gedroochte visch in hch, de deuren daarvan waren van vurenhout cndo maer toegebonden" (8) 0). Nippon 1. o. Tab. XVI- XX* v on Kruaenstera Seise. Atlas no. LXXYI. (2) Yergelijke Nippon 1. e. Tab. XYIII ven Krusenstern, I. c. No. LXXX. (3) Yon Kmsensteru l c.No.LXXyi Nippon UcTab.XVf. 24* 372 »Bij dit boys stont een groot gemaecld hoek alwaar ec^ tijts 8cbeeo eenig gedierte ia gezeten te bdibea «Veddep» boeddes daer noch eetens ende driadcens backies aea rast va* ren'* (J.) • hier stont een groot Tïerkant hoek, alwaer een groote swarte beer in sat (1), aen elke boeck Tan *t hoek was een lange spar met een mey by opgericbt, daeraeo han- gende Teel spaenderties ; ik Termoede, dat bet tot triomf was over den gerangen beer ofie eenige a^odendieDst*' {i) (2). Ten tgde dat het sehip Casirieum in de Baai de Goede Hoop zich venrerscbte, Temam men, dat de inwoners m Atketi met hunne zuidelijke naburen in geen goede Tentand- houding leefden, en stuurman Co en zag daar eenigo beves- tigde wooningen. • Dese forten waeren gemaeckt ab Yolcht; op den berch, daer die op gestelt waren, was maer een smal opcomende wech, hetwelck steijl was om op te dimmen, ende Y^aeren pallisaeden in *t viercant gestelt Tan de lengte ende de hoocbte van 1 7t "^^n^ lengte, daer stonden 2 ii 3 hnijsen io ; waren groote Toeren deuren in de palli^saeden met groote dampen ; als die toe waeren, werden dan met twee dicke houten geslooten, sijnde door de dampen heengestoodea. Op twee hoecken Tan dese Tiercante gestelde pallissaedeD, is 't met verheTen stellagie gemaeckt Tan Toeren planckeo, om daerop uijt te kijcken, Toorts sijn de pallissaedea wel met dwarabouten aen malcan(ler geslooten." (J.) Kleedlnff en andere opaohlk. »Haere kleedinge is meest op de Japansche maniere, doch weyni^ Tan sijde, meest Tan water-bloemen geschilderte blaenwe cangans, met (1) Nippon 1. 0. Tab. XVI. (2) Het zijn de bovenTermelde Inao; Overigens wordt hij hea de beer in eere gehouden en deahalven ookgaiotiDdHoil^ok KMtm(Kmdi Japansch Kami God). Zij voeden evenwel de jonge beeren op net do bedoeling se aan hunne Beschermgoden op te offeren en terens bij hot offerfeest te eeten. Vergelijk Nippon 1. e. pag. 903, 819* T»b. XYII, waar het Bcerenfeest Onuia vertoond woidtr 373 ofte sonder ghevoerdcf Japansche rocken; maeken eenige'van kleetjens selfs haere rocken, de monwen aen de handen niet 800 vijdty maer bijkans sinijtende, benaijen die met stroock- jens ende lapjens van sijde kruijs-weeghs, met kirimiriên^ désgelgcks maecken oock rocken van beestevellén ; de mans de rocken voor open, ende de vrouwen dïe als een hembt foe hebbende.** (E. B.) tleér bijzonder tijn de kleedereo en aiidere opschik in bet Journaal beschreven ; op de Oostkust van Je%o : » Sij hadden 'grove rodceii van'heuiiipe linnen aen (1), daerover rocken Tan vellea gèmaeekt, sg hadden gaeties in haer ooren waer touties in hingen, den eene bad een ring in sijn oor, het weick vras van q>ecij als coper ende half gout:** (J.) (2), In den Golf van AfUwa. » De man had een rock aen van catoen> blao met witte oochies ; zijn vrouwen waeren gecleet de éen met een* hennipe grove rock wat vernaeijt sijnde, de ander vrouw had éen rock aen van robben vellen/' (J.) (3). »Eode waeren op sommige plaetsen wat vernaeijt met root ende blauw catoene gaeren.** «Sommige hadden rocken van vellen aen." •Yonden daer op een verheven plaets waer matten op lae- gen (het ^ino-hoofd) zitten, zijpde gecleet met een blauwe catoenen rock met witte bloemen, sijn vrouw aen sijn slin- cker sg, gecleet met een rock die met veel strickies ende eruijstes vemaijt was, met alderhande coleur van catoene gaeren ; deze rocken waeren als de Japansche catabers {Kata kira, eene soort neteldoek). vDe stockonde man (een Aino-hootd) had een blauw ca- toenen rock aen alwaer Japansche caracters met gout op ge- druckt stonden in een groote vierkante perk; deze rok was (1) Dese worden van den bast van eenen boom» Ait'm genoemd» waarschyniijk eene soort van Broimonetia, vervaardigd. Yergel. Nip* pon, 1. c., pag. 209. ïab. XVII. (8) Nippen, I. c, pag. 210. Tab. XXI, fig. 6,7, fr. (3) Nip pon, 1. c. Tab. XVI, XVII, XVIII. S74 met aUerbaade coleorai van calMDe gMrio feaaogt tak feniert/* (J). • HaddeD alle gaeder adnrooties armoa^ vn aUeAaade eoleuren in haer ooren*** (J.) •Des hogsfaec» Tfonw badde een greot blra geemUe ketting om haer hab, waer eopere tegd^eas ln»dien gerepD inraeren ende eenige andere eoralen/* (J.) «Sommige van kaer hadden groote aHfere ringm fai bcr ooren." (J.) •Waerran de eene rroow een d^ kinlio op haersdioot had, floo schoon ab oogt geoen hdb» *t welk een mejae was» hebbende eene bbnwo eraelde ketting om tga Uk, waer tossdien silrere tegdkens gerqen waeren ; aen d*. ket- ting bingen twee grooto silrere ringen, sierlijdc gemaèct, we- gende met baar tween wel */, pond swaer.** (J.) (1). irl^npenen I ▼nnrtnlfeii } Jn^« on wiodnmngsl-gs- rcadachappen. » Haere wapenen zijn pglen en boogb, B^ vens een honwer, de Japansen seer gelijdc, aüe met een dnn siWer rantjen om de pbet beslagen ; dragen de sehige met een draegb-bandt op sijn Persiaens, de pijl-koockermet een handt om haer hooft^ op de rediterzgde hangende ; Inre boogben zijn 4 a 5 voeten bngh, tan eben ofte esMhen- hoat, ende de pijlen een balf ellen, seer snbtgl genneckt, ▼oor aen een harpoentje van riedt hebbende, dat met swart fenijn bestrijdcen, soo dat wie daer mede gheqnetst ^rdt^ die moet terstont sterven** (2) (K. B.) Dit wordt bevestigd. vPresen dat haer pijlen waeren seer soptyl gemaedtt, 800i- mige met fenyn bestreecken** (J.) • Den oatste had een pylkooker met aen syn hooft tao- ft (1) Van £u]kc CLiic iu liaar soort kostbare halsketting met rezsio* selen van geel koper werd ons eene teekening medegedeeld* Nippon* 1. c, Tab. XXI, fig. 4. (2) Nippen, L c, pag. 810—211. Tab. XXII, Cg. l*-5. 375 fgffOi rael een booch in syoe bant ende eeo houwer op sy» ^y* stegen anders geen geweer*' (1). De inwoenders (van den golf van Ankoa) badden sommige houwers op haer sy, daar de plaeten rootom met silvef waeren beslagen ende ook de scheen (scheden) aan de eyadeu fleer sierlgk, baer beften van haer bovwers ook sierlijk met silv«r in geleijt einde gewrocht" (J.) • E^ese lieden zijn in dé natner luijaerts, niet Vlijtigh om te arbeijden, zaeijen nochte maeijeu niet, geneeren baer met eaa kleijn inrancken, Hwelk nyt een dicke boom gebackt isy code aen begde zijden met vier plancken opgeboeijt, een voet hoogb (2), roeijen daer mede gbelijck de boeren met baer melck-schoijlen, dan slaen de riemen niet gelijck in 't water, gaen daer mede schieten ende ' visschen robben ende andere zeegbedierte ; waer toe sij mede ghereetschap hebben, als harpoenen van been» de punct met een stuckjen ijser ofte l^ooper versien; badden oock segens op do Hollandtsche ma- niere gbebraeijti het gaaren van bennep gesponen , dio daer in't wildt wasty houdende het eene eijnde in de mondt, soo weten met de banden het gaeren soo 't samen te draeijen, ende beqnam te maecken." (K. B.) Zij laten hnnne vaartoigen door honden trekken. «Sloe- gen daer vijf witte ruijge bonden voor, met hem (hennip) seelen om baer lijf; den stnerder after bet vaertarjcb sittcnde riep eens, die bonden begonnen stracx aen het trccken te pueren." (J.) Insgelijks ook aan sleden. «Een ijsslee, zijnde van een vreempt fatsoen.*" (J.) (3). Hebben mede knippen, die ab een boogc gespannen zijnde, soo is in't hout van de boogc cun rondt gat ghemaekt, daar cenigh aes in legghen, de vogheis, als meeuwen, arenden, (1) Ni pp on, 1. c. ïab. XVI. (2) Vergelyke Nippon, L c. peg. 813. Tab. XXIII, lig. 1» S, 3. (3) Nippou, L c. Tab. XXil, % 7. 376 snippen, oAe ravens daer dan in komende» pièkeo, o&e haer ypet in steeeken, soo springhet de booghe op, ende blijft de voghel vast (1). Hebben altijdt waerse gaen pijlen en boogh, nevens een bouwer op haer zijde; waer mede sij oock in H bosch gaen om grof vrMi te schieteD, als beeren, reen, harten, elandls, ende ander bij ons onbekmt ghedierte." (E. B.) »Haer honden afgericht tot visch vangen, soo naloreel ab soode connen bedencken, liggende op de spnmg aen den oever van der see ende cant van de rivier, ende verlossen malcanderen of het menschen waeren, wanneer daer een een poos de nijtsicht gehad heeft; de rest van de honden 10 h 1 2 bij troppen loopende langs strant, ende ivuuieer die eenige gewoel van salm sien, loopen met alle man in *t waler ende plontsen soo met swemmen, maeckende een halve mam. De salm door verbaeslheijt hem dan verheft nijt het water, ende springt op plaetsen, daer weijnich water is ot op 4fi droochte, waerop de wachthebbende passen, ende grgpen die salm; dan bijten die stracx de cop af ende brengen het lijf bij haer meester in huijs, ende gaen dan weder op haer plaets; dit geschiet met laech water.** (J.) Merkwaardig en eenvoudig is hare wijze, om voor tema- ken: » Hadden haer vnerslagen bij haer om vner te slaen, dat waeren viercante planckies daer een holletien in is, was voorachtich hout, daertoe hebben sij rieten daer oen cort stockien in steekt; als sij vuur hebben willen, soo sloten sij dat stockien in dat hoUetie ende vrijven dat tnsschea haer handen, dat het omdraeijt been en weer, soo gedoopt in gesmolten swavel boaden dat daeraen, hebben straa braodent vuer.'* (J.) Handel. De Amo^s drijven alleen ruilhandel met de Ja- panners, met de noordelijke bewoners van Kraflo^ en van (1) Deze kuipbogen, die zeer Eioryk uitgedaeht Eyn, vindt mea ook te Japan in gebruik en worden &mmi wake genoemd* 877 het Awmrkmd. »De mannen femiijlen traen, walviscb* speek, geroodcte walvisehtODgen, Teelderhanden vellen ende TogeW^eren aen de inwoonderen van Japan , die hier eens des jaers komen, om die vvaeren op te koopen, daer voor gerende rijs, saeie, Japansche rocken (soo van sijde, als blaeowe cangans), koopere tabacks-pijpen ende taback, dooeen, verlackte eet- en drinck-bacikens ende kopjens; siivere oorhanghersi loode ringen om in de ooren te ban- ghen, bijlen ende messen, soo dat al wat sij hebben, salcks meest van de Japanders mijlen; haer spraeck is een wee- nigb met het Japans vermenght: zijn seer snbtijl in haer handel ende niet diebchtigb/* (K. B.) K^ramen op de oostkost van Je%o hnnne goederen aan do Nederlanders aanbieden: »Dese prauw i^as vol vel werk; als robbenvellen, elants, otters ende beeren ende eenige bij ons onbekende vellen ; presenteerden het alles te vermijlen voor Japansche rocken." (J.) Waren in den Golf van Amwa en de Bogt PaHentie, •seer begeerigh naer ijser, daer vogelvederen ende velwerck voor gevende, weten de vederen seer pertinent in doosen te packen." (K. B.) •Presenteerden mij een fijn ottervel, uraervoer ick hen een oade scheepsbijl gaf, ende was daer heel blijde mede." (J), »Ja hoeveel zilver men hen ook aenbood, zo verkozen zij altijt het ijzer voor het zilver/' (S. B.) « Deze Iniden waren oock graegh na zijde stoffen, daer voor zij bontwerk én zilver in overvloet aenboden.** (S. B.) Thans is de handel der Japanners met de Aino's op de geheele lenst van Je%o en tot öp Kraflo in den Golf van Aniwa uitgebreid en wordt met veel voordeel gedreven. Ge- droogde en ingezonten visch, vooral zalm, haring, sardij- nen, stokvisch, schelpvisch, zoo als klipznigers (Awatoi, He* Uotis Japanica)^ Tripang {Iriko)^ zeekroos {KombUf Fueus esctUenius) beerenvellen, zee- en rivier-ottervellen, arend- veeren zijn de voornaamste artikelen, die zrj tegen rijst, 378 sakei tabak, katoenen stoSèUi nieuwe en oude Ueeteen, lak- werken, sabels, messen, niw ijzer, groten ijxerea en fcojie- ren ketels en pannen, enz. inmilen. Ook raileo de Apan- ners van de Aino's eenige andere goederen, zoo tb ge- bloemde en met gouddraad doorweefde zyden stoffen, kaqii genoemd, hengelsnoeren {suH^ uit het carpu$ smrioemm tu eene rups Tervaardigd), de meergenoonde blaanwe obsidiaaih koralen (Krafto tama) en geëmaljeerde tabak^pen, die q door hun yerkeer met het Amwland^ van hel Tirfk \m Sanian en van de ManUehou^Sf die naar Dere^f eene han- delsplaats aan de Amur, niet ver van de Bai^ da Cêslrieii komen, v^krijgen (1). De beantwoording der vraag ovw de aflcomst der Akio^s en hunne verwantschap met andere naburige volken zoude eene hoogstgewigtige taak voor de volkenkunde opleveren. Hunne verdichtsels omtrent hunne afkomst, die zich bij overlevering en in volksgezangen bewaard hebben, verdienen niet meer geloof dan alle dergelijke fabelachtige verhalen bij andere ruwe en onbeschaafde volken (2). Aan de Japanners zijn de Jebisu of Oost-wilden bekend van den tijd af aan, wanneer de stichter van de Mikado^s of Erfkeizers dynasüe, Zin mu ten wó, zijn rijk naar het oosten en noorden be* gon uit te breiden, dus van 660 voor J. G. In de Ghinesehe Geschiedenis wordt het eerst onder de dynastie der Sim (189 V. J. G. tot' 30 n. J. C.) van den volksaftam MoKHnin gewaagd, die aan de overzijde van de Oostiee te huis hoorde en over het geheele lijf behaard vai. Ook wordt in de geschiedenis van de Suï dynastie (608— 622 n, J. G.) van een* volkenstam Moiin gesproken, die uit vijftig horden bestond, en die in bet gebergte inHN.W. van het land Woke (Japan) woonde. Met de Aino's werd men eerst in 't midden der 7de eeuw (659) persooolijk (1) Nippen, 1. c. pag. 173» (2) Vergoiyk Nippon 1. c. pag. 881. 979 Mm k^ ' Hof Tan Tang in GUoa bekend, innar door een Japaa^cb geBmtsch:^ twee AüuPs «b zeldiaamheid aange- bragt eerden (1). Daar het grootste gedeelte van bet Noordeo van Nippan \m tgde van Zin mn ten w6 door de Ooet^iideni de Aüw^s^ bewoond was, zop kan men met zekerbdd vooronderstellen dat deze volksstam daar reeds voor 2500 jaren beaCaan beeft« De noord*oostelijkste grens van fijne verspreiding laat zkh ecbter niet verder dan tot het tweede vaoa KamUehoêka a%e^{en Eorilsehe eiland Para museb^ afwijzen. Op het eerste EnrU'scbe eiland Schum^ stim beeft v^^iê eene verbastering der AitH>*s met den oor- qpronkelgken stam der Kamtsehadalers, de zpegenoemde /Mf- fneuy plaats* Deze /M^mm hebben echter geene gelijkenis met de bewoners van de zuidelijke EMrüen, de uiino^f , noch in ge** daante noch in taal ; en deze oude bewoners van Kamischalka zijn ook vroeger dan de Tungusen eaKortakant die zich thans tnsschen Kam$ehatka en het naburige OoitSiberië nedeif ezet hebben^ op het schiereiland gehuisvest geweest en waarschijnlijk in den oudsten tijd van het land in 't Z.W* van d^n Amwr gelegen derwaarts gekomen. Deze groote stroom was de weg van eene voorgeschiedkundige volksverhuizing , zoo als hg misschien zal worden de baan van de Europesche beschaving naar het binnenland van het Noord-oostelgke gedeelte van het Chinesche rijk en van Siberië. De oude bevolking der Baie de CasUies, zoo als die ons Lapérouse beschrijft, beeft reeds veel overeenkomst met de Aino's in gedaante, zeden en gebruiken ; en ook de stam van de Kileng en Ketscheng^ waarvan de eerste het gebied in 't W. van den imtir, de door den jETin^Ofi (Jtesngun) doorstroomde valleien, en de laatste hetkustland in HZ. 0« van AenAmur en tegenover het eiland Krafto bewoont, heeft veel gelijkenis in zijn ui- terlijk voorkomeui zgne zeden ^ gebruiken met onze iliW* Zoo zouden zich dan wel duizendjarige voetstappen van den (1) Nippon h c. pog. 229. 380 ilfhof-stam op de kost Tan het raste land van Asjï lateo opsporen; doch dien verder tot aan zijne wieg te remigen, laten de gebrekkige geschied- en volkenknndige berigtcBDlet toe, die wij dos rerre ait deze gewesten — in het N.O.van Xérai en yan het Zaidwestelijke stroomgebied van den imtr bezitten. Alles wat ^ij van dit merkwaardig volk weteO; getuigt echter voor zijnen hoogen onderdom. De slotsom van deze onze gissingen komt hierop neder: op gelijke wijze als in voorgeschiedkandigen tijd de UU- men^ de oudste bevolking van Eamiseha&a^ naar dit schier- eiland gekomen zijn, en later door eenen anderen volksstam opgevolgd en tot aan het zoideinde voortgedreven is geworden, is het ook waarschijolijk, dat in nog veel vroegeren tgd, ook langs den Amur^ de uimo-stam allengs zich over de zoo &p. bij het vaste land gelegen eihnden {Je%o, de Knrüen en Krafio) uitgebreid heeft; doch in het N.0. door de hem opvolgende Itülmeny en in het N. en N.W. door de later verschenen Koriaken en Tvmgusen — deze omzwervende visschers en jagers, die wij op Krafto onder de namen m Smerengur's en Orotsko's weder herkennen (1) — lerog- gedreveui en in het Z. door de nakomelingen van Zin mu t e n w A vernield of verjaagd, tot zijne tegenwoordige woon- plaatsen is beperkt geworden. De ons verborgen gebleven jaarboeken, waarin de verhoi- zing van den ilffio*stam beschreven b, dagteekeneo tso voor vele duizenden jaren, en toch schijnt hij in zijne wie; reeds door eenen lichtstraal van beschaving te zijn beschenen; evenzoo telt ook de geschiedenis van zijne afsluiting van de overige wereld duizenden jaren, waardoor dan ook noch een geestelijke, noch een maatschappelijke voomitgaag bij drt volk heeft kunnen plaats hebben. Onder deze omstaoüg- heden treffen wij de Aitio^s na verloop van vele duizenfcn jaren nog op den laagsten trap aan van eene aartsvaderlijke b^ (1) Nippott, 1. c. bl. 1S8. 881 sehftnfl^t die xg bij hunne afzondering en onder de dwdng- beerschappij van de stoate Japanners uit eigen kracht Tan geest niet vennogten te overscbrgden. Bij deze onmagt, bij znlk een zedelijk onYermogen om den beker van vreemde belastheid) bon door de beschaafde westersche en zuidelijke natiën aangeboden — te kunnen weigeren, zullen deze van natuur krachtige, maar onnoozele, schepselen al spoedig ont- zenuwd en zedeloos, even ab hunne naburen, de Kamtschadalen en de Moord-Amerikaansche volksstammen, ten grave dalen I Doch een Lapérouse en een von Erusenstern heb- ben reeds aan dit goedhartig en braaf volk eene gedenkzuil opgerigt: »0n ne peut dauier qu^iU n'ayeni beaueoup de considératian paur les vieiUardSf ei que kurs meurs ne soieni iris douces; ei eeriainemeni É'ilt éiaieni pasieurs, ei ^*ü$ eussent de nombreuw iroupeaua^ je ne me forme- rait pas une auire idéé des usages ei des moeurs des por iriaehesr (1). »SmgkeU, SHUe, GuimiUigkeU^ Bereiimlligkeii, Besehei- denheU: alle diese wirklich selienen EigenseJiaflen^ die sie kmer verfeinerten KuUur lu verdanken haben^ sondem itelche nur die Gefühle ihres naiurUchen Charakiers sindr niaehenf dass ieh die Aino für das besie von allen Ydlkern halie, die ieh bis jei%i kenne.^^ (2). DE TAAL DER AINO'S. De weinige reizigers, die, voor de opening van den haven Bakodaiey de Atfto-landen bezocht hebben, hebben ons tel- kens eene verzameling van woorden, uit den mond van dat (1) yoyage de Lapérouse, Tom. III, pag. 40. (8) Yon Krusenstern's Jieiee m He WéU^ Band II, pag. 80. markwaardiga volk ev a ffyoomen^ medegebngt (1). Hel mu Mmderiog nu da venamaliiigi dia Da^tidow nu igiie aipaditia naar da baai nn Amwa, io 1807, medegèngi haaft, en die hoogstwaandiijiilqk door eeo Japanner tamm^ gestald was, hebben de overige op lich selven weinig lal- kondige waarde. De Japanners daarent^n, die sedert eenigs eènwen met de inboorlisgen van Jeto v^rkeereo, mei hea handel drijven en over hen heerschen, hebben zich aUeogi meer grondig met honne taal bekend gemaakt en wooiden- boeken samengesteld, waarbg aij de nitspraak der vroortkn door hnn Bjliaben-echrift (het zoogenaamde I'-rthha) zoo ge- tronw ah mogelijk weder te geven en vast te stellen zoeh« ten (2). Op deze wijse hebben zij door middel van schrift un den menigvnldigen klank en de wisselvallige betooraig, die de woorden door den tongval van ver nitgebreido es on- geletterde volken ondergaan, paal en perk gesteld en den grondslag tot eene schrifttaai gelegd. Olschoon ridi de Aimhtnl door den gemeenzamen omgang met eeo besehaatl (1) LapérouBSf Tom. III, pag. 40. Broaghton, Tom. 1^ pag* 800. Yon Langsdorf, Tbeil I, pag. 300. Von Kruaenstern, Worierutmmhmg mu der Spraeke der Aino (nach DawidowX 8t. Pe- tersbotg. 1813* (2) De meeigenoemde Mogami Toicnai heeft in 1804 een Ja/h wootdenboek door den druk uitgegeven, onder den naam van: Jezo- Fógen of Moeiko Kma^ en ons daarvan een verbeterd faandachiift: Jeto ga uma Kotoba, d. i.: 'Taal van het eiland Jeto,'* medegedodd. Buitendien hebben vqj nog verscheidene handschriftelijke woonien- veraamelingen door JapannerSi die op Jeeo waren, verkregen* Yerge* lijk: Nippon, VU, Nachrichten über Jozo, die Kurilen, Kraflo wU doe Jmurlandf pag. 234— S44. «^Die Aino-Sprache/' Ook heeft oase ▼erdienstelyke landgenoot Isaao Titsingh (in de jaren 1780— 17S4 Opperhoofd van den Nederlandaehen handel op Japan,) eene venane- ling van ruim honderd ^ftso-woorden» by zijne uit oocapronkelüke Ja- panache boeken zamengestelde beschryving van bet land van Jem, gevoegd, mede naar het vaderland overgebragt. Deicripiion de la ierrt Jeuo, iradaite da JaponaU, par feu M. Titingh, in: AoMoke du Vojfogee, par Malte-Brnn. Tom. XXIY, pag. 14$. 888 ioik veredeld heeft, zoo bleef dezelve echter haar oorspron* kdijk karakter behoaden en kenmerkt zich als eene eigen- aardige en zelfttandige taal, die met geene van de naborige landen eenige overeenkomst beeft voor zoo verre de wortelen der v^oord^ betreft. Dat eenige vreemde woorden van de noordwestelijke en noordelijke volken (£afiio/>dén, Tungusen en ICamischadalen), waarmede de Aino's in aanraking kwa- men, van lieverlede in hunne taal ingeslopen zijn, is niet te ontkennen, zoo als door hen ook verscheiden Japansche woorden overgenomen zijn, om dwmede ban voorheen on- bekende voorwerpen en begrippen aan te dniden. De Aino- taal, even als ook deze volkstam, staat afgezonderd van alle tot nu toe bekende van het Noordoostelijk A%iS daar ; de al- gemeene regels echter, waarna zich de rededeelen verbui- gen en vervoegen, stemmen met die van hunne zuidelijke» noorddijke en westelijke naburen, die hunne taal door middel van ij/Uaben-sehri/l (zoo als: de Mantschou'ty Mongolen^ Tub^lanem^ Jakuien enz.) en niet met een woorden-schrift^ teckens van woorden (zoo als de Chine^en)^ schrijven, overeen. Het zal hier voldoende zijn, de algemeene, wetgevende gramfnaiieale beginselen aan te balen en door voorbeelden op te belderen, die de Atno-taal met de Japansche en dus met andere Oost-Asiatische en ook Amerikaansche talen ge- meen heeft, en die aan dezelve, alhoewel zij zich als van eenen zeer ouden oorsprong kenmerkt, eene plaats in het ver- bond der volken aanwijzen, welke zich later den weg van de oude naar de nieuwe wereld gebaand hebben. 1. De woorden van beide talen zijn zelden uit eene, meestal uit twee lettergrepen zamengesteld : Japansch. Kono-aïta okï-kata ottosewo tatsunela. Aino, Ofunaki atuï-ta uneu is'tan. Ffuper in mare phocam qnaesivi. 2. De %elfstandige naamwoorden zijn zonder geslacht, worden menigvuldiger in het enkelvoudige dan in het meer- voadige gebruikt; in het laatstgemeld getal worden dowoor- 384 deo herhaald of Tan eenige bijvoeging toorMi; de naamval- len worden meestal door eene particola, aan het einde der woorden gevoegdy gevormd; de tweede naamval of geoilivas gaat altijd vooraf* Jap. Ame, coelom ; fito, homo ; fito-fito, homines ; fito- koto i. e. homo qoivis ; fito-ga, homo ; fito-no, hominis ; fito- ni, bomini ; fito-wo, hominem ; fito-jori, ah homine ; fi^o fikari, solis radius. Aino. Rikita^ coelom ; garu^ homo, gom obitta, homines omnes, goni-koro, hominis; gara*ta, homini; goni-ne (vd be), hominem; gom-karif ab homine; imoschi nits\ gladii capnlom* 3. De bifpoegelgke naamwoorden staan voor de zelf- standige; zij maken den vei^elijkenden trap door het aan- hangen eener particola aan het einde van het naamwoord of het voornaamwoord, beteekenende in het Japansch ean, in de Aino-taal beter dan ; den overtreffenden trap door het Yoor- zetten van zekere particola, beteekende even veel als het bij- woord seer. Jap, Utsokosi onago, polchra foemina; kono ki-wakono kosa-jori fotoi, bic arbor hac herba maior ; fosino jama ga itsi Uikaly mons fosi perqoam altos. Aino. Iramasiore matsi, polchra foèmina; tanbe kak% hac re melios ; roi sünatara, perquam fortb ; poro binika füra, valde gratos odor. 4. De telwoorden een tot tien zijn, als grondgetallen, in het Japansch oorspronkelijke woorden, doch in de Aino-taal maar een tot aeht^ ook twintig en in het oode Japansch lumderd; zij worden door particulae verbonden, die de betee* kenis hebben van en, nogmaals of meer^ ook weiniger. Jap. Fitots', 1 ; fHats\ 2 ; mits', 3 ; jots*, 4; itsots% 5 ; mats', 6 ; nanats\ 7 ; jats\ 8 ; kokonots*, 9 ; td (towo), 10 ; hatats', 20; momo, 100; td mata (atque itenim) fitots\ 11; tó raaU rtaU\ 12; hatats' mata itsats\ 25; mo-sozi, 60. Aino. Sinepp, 1 ; tapp, 2 ; repp, 3 ; inepp, 4 ; a^ki- 385 nepp, 5 ; iwanbe, 6 ; arawanbe, 7 ^ thape sjanbe, 8 ; (ex topp et sjan; forsaa pro i wanbe i. e. minos decem); sinebsjan, 9 (ex sinepp et sjan); wanbe 10; bots' 20; asikinepp-hots\ 100; (i. e. 5. 20); sinepp ikasima (pias, verbatim: restat) wambe, 11; tnpp ilcasima wanbe, 12; sinepp ilcasiaia hots\ 21; toppots*, (ex topp et bots') 40; wanbe i rebots', 50; (3. 20—10). 5* De voornaamwoorden. De persoonlijke zijn een- of meer* iettergrepige woorden en naar den rang verschillende (teeken Tan fijner zeden) ; de derde persoon wordt omschreren. De beziltelijke worden door het aanbangen der uitgang van den genitivus gemaakt en staan altyd voor bet zelfstandig naamwoord. Jap. Watak's sive ware, ego; omaë sive anata, to; kare sive ano fito (iste homo) ille; watak's domo sive warera, nos'; omaë gata sive anata gata, vos; karera sive ano fito tafs', illi; watakVno, meus; anata no, tnos; ano fito no, illios; watakVno atama, mei capot. Aino. En, kuani, ego; e, iani, to; iki sja an gnr' (ex iki sja, illinc, an, esse et gom, homo) ille; tsjd kaï (i. e. hae parte), ego; i tsjd kal (i. e. ex illa parte) to;ku>koro, mens; i-koro, tnos; iki sja an gor^ illios, vel, tangor, hoios. I Eoro kotan, meom domiciliom, tan gor'tsise, buios hominis domos. 6. De werkwoorden. De bedrijvende hebben drie tijden, door verandering van den uitgang gemaakt: a, een tegenwoordige, in het Japanscb met den oitgang ii, in de Aino-taal an^ ki, rsj u ; b. een verledene, meestal met den uitgang a ; e. een toekomende tijd of een potentialis, in bet Japanscb door eene verlenging van den tegenwoordigen tjjd, in de i(tno-taai door eene aangehangen particula gevormd. De lijdende werkwoor- den hebben insgelijks drie tijden door verlenging der uitgan- gen gemaakt, die in de Aino-taal lijdelijke holpwoorden schijnen te zijn« De gebiedende onderscheidt zich door kort- heid des uitgangs. De onbepaalde wijze is gelijk aan bet Praesens Indicativi ; in de ^tno-taal staat dikwijls daarvoor 25 386 eene partieula naar een Toornaamwoord gelijkende. De ver- biedende wijze wordt gemaakt door achtenroegiog yan de par- ticala, die dezelre regeert. De negatiën (ontkenningeD) irer- den in het Japansch aan het einde der werkwoorden aange* hangen en veroorzaken dikwijb eene Terandering in de m- voeging, in de ittno-taal worden de ontkenningen door de particnia niet beteekent. Aan de tijden wordoi -partikels ter aandniding der deelwoorden aangehangen. Hnlpweikwoor- den worden bij de yer?o^ng der werkwoorden gebruikt en hebben dezelfde Torroeging ak andere werkwoorden; de on- persoonlijke werkwoorden komen zelden voor en de bij ons gebmikelijke worden omschreven* Jap. Utsa, v^bero; utsita, verberavi; utsoo, verbenbo; ntamra, verberor, utareta, verberatns; ntarea, verberabor; ntside, verberans, utse, verbera; ntareta, verberate; ntso verberare; watak^s'ga sorewo mirn joni, at id ipse videaoi; ntann, non verbero ; ntann te atta, non verberavi ; aUi- rem, non verberor, ntarern te atta, non verberaUis sam; am, esse; arita, fai; arö, ero; ame-ga furn, phut (verbatim pinvia dècedit). Eaminari-ga nari, intonat. (Deus folouoaiis adest.) Aino. Sitaiki, verbero; sitaiki wa, ?erberavi; »taikiras- jni, verberabo; sitaiki auiki, verberor; sitaiki ank' wa, Terbe- ratos som ; sitai anki annan gora, verberabor ; I(ta) sitaiki, verbera; kakure» veni» i sitaiki anki, verberare; rura-jaD, ut sequatur; nnono s'jomo an, non congruit (verbatim cou- graam non est); aDats\ habens; asinike wa, existens; aOf habere, esse; anna, fni; an nan koro, faero; asi, factamest. Apto asi, plait (verba tim pinvia facta est). Kamui fbmi, io- tonat (verb. Dens sonat). 7. De voorzeisels en een oogmerk aandoidende enredea gevende voegwoorden staan aan het einde der woorden, op welke zij betrekking hebben, zonder eene verandering inde- zelve te veroorzaken. Jap. ISi, ad; to, com: nüotc, qoia; jöni, ut; jokka 367 maëni watak'swa dm to Jama ni juita, quatuor ante die» ftum discipalo montem ascendi. Aino» AdÏ; com; kusja, propter; jakka, qaamvisj tanbe kusja, propter hanc rem ; tsib. ani, cam nave ; atai kala^ in mare. AINO-GESPilEKKEN. Eenige Aino^Gesprekken mogen tot voorbeeld van de woord- voeging en de spreekwijze dienen : Ikoro kotan siri monosiri anna? Gaat het wel te huis? Ofqnaki atoi-kata reba anea istan. Onlangs op zee varende heb ik zeehonden gevangen. Tsibü ani rurajan itasja bnnma tutara atte nankonna. Zend dit met het schip, ik zal u ter belooning twee zak- ken (rijst) geven. Hosike onumani tan kotanta heroki athuwa. Eergisteren hebben zich hier visschen opgehouden. Keannak* hanki an koratsi an? Is het zoo als gij zegt? Sinanta owekariwa bankine rejan. Eomt hier te zamen om wacht te houden. Tewun sisjamu anakiue asijur asi rutske askai néna. De man, die hier moet wacht doen» zal eene groote be- looning vragen. Osi sireba kusju sjomo osjaganke jakka pirikana. Daar hij komt» heeft men hem niet te roepen. • Tan ithuikari bajasi aiine nekona kotan anaP Dezen hoek volgend, aan welke plaats komt men? Eamui jawanke tsib' jankeoji* Met God's hulp wordt hel schip behouden. Ohono s)omo unukara. Lang niet gezien. 25'* 388 Wene kappirika arüamande tsami iuïkore nangoana. Wie kwaad doet wordt gestraft* Pirika gaai koronia an. Het zal zoo wel goed zijo. Ponno osite tsimi aobe ama. Wacht maar, ik kleed mij. Teirean gositapf naoi afoakeja. Ik verwacht a, kom binnen. Neftitsi jokibene sjanke nankoro tago kamitatsi sineün ^ókora. Wanneer bet goede waar is, geef ik er eenen zak rijst voor. Uteke anbano ahibibai sen. Zich de hand gevend volgt de een den ander. Nepn kamkose jaibasjare. Waartoe maakt gij twist? Mokoroi kottetsa uwatasi. Daar ik rosten wil, zijt stil. Ramokanbare tsiriosi. Dat is broeder dan men denkt. Iteke jaibaro osi. Niets onnoodig spreken. VERZAMELING VAN AINO-WOORDEN. Wij laten eene keoze vaa ilifio-woorden volgen, met de bedoeling om zoo wel door taalkundige oorkonden eeneaaD- wijzing te geven tot bet opzoeken der sporen van de afkomst van dat merkwaardige oude volk, als ook aan zeevaarders ea reizigers de gelegenheid te verschaffen tot een nader onder- zoek van deze nog zoo weinig bekende taal. Daarbij beb- 389 beo wij t6?ens de beteekenis der ^mo-woorden ia het Ja- paosch gevoegd, zoo als die ons door de Japanners, die zich op de ^tno-taal hebben toegelegd, zijn medegedeeld ge- worden. De iliiio*woorden van Jezo hebben wij meestal uit Toknai's Woordenboek, en die van Krafto oit Dawi- dow's en Lapérouse^s Woordenverzameling overgenomen. NOMINA. • 1. DB WEBBLD BH DB BLBMENTBÜ. Japansch. Aino op Jezo. Aino op Erafto, Aardbeving na! (dsisin) sin sjnmni schiri moi Aarde tsi sirika Aardrijk tsutsi toi toi tni Avond joi sirionnma onumani Beek sava na! Bciï jama kimita, kimro kinda Bliksem ina fikari kamni ne beke kamoinibiki Dag akiraka siribekere schiribegere Deze dag kon nitsi tantoo tan too Dampkring sora nisoro Daaaw tsnju munbe muni wakka Donder kami nari kamni fumi kanna kamol Ebbe sihobi sirari sjats (fnmi Eiland aima mosiri mnscbiri Erts kane kani gani Golf tadenami kaibe kui Hagel arare kankau kaukaubass Hemel ama rikita ni schi iiro? Herlst aki tsjuk Eenvel nobori nubari noburi Hitte atsusa sirippnke schisehikf Klip se rakka Koude samuki (kan) mei Lente haru baikaru paioara 390 Japansch. Aino op Jezo. Aino op Kraflo. Licht fikari heriats Lacht ki plriri Maand tsaki kunne tsupp tombi, tsehakf Mist kiri ürari urariaz, orai, Meer midsa omi t6 to (arari Morgen asa nisjats nischatzu Morgenscheme* ' akatsnki toobeker schiri-bekere Nacht (ring jo autsikara anzkari Deze nacht konban onnman Oever fama kosju rauda Regen ame apto apfto Regenboog nizi rawots rajots' Rook kemnri sibnja schibttia Rots iwa watara Schaduw fikagc tsjupke tschukoriu Sneeuw joki ubas, ubaschi obasy obass Steen * • 181 s^juma schioma Ster hosi keta notqo. keda» nodsi Stroom kaha bels (nodsrJiu bez Veld no nupuka nupka Vloed misi siho sirarihaa Voorgebergte saki siri ithu schiri ido Vonr fi abe, unszi 0e nndshi V^ater midsu wakka^boihak- - waka, wachka Wereld se kai bekere sjam (ka begin schiaiD Wind kaze reira rera, dlrra Winter foju mata madapa Wolken komo nisi, nisikari nischi kori IJs kohori junru Zand suna ota oda Zee umi atui aduj Zomer natsu sjaktt schakpa Zon fi bekere tsupp, tschukf kamoi Zont siho sipo (tonotscfan schippo 391 2. DIBRBH Sn PLANTEH ES HüüSK dbeleh. Japansch. Aino op Jezo. Aino op Erafto. Baast kino kawa niga fokar' nii kapu Beenderen hone bone poné Beer knma hokujok* cbogojokf Blad fa bamo chamu Bloem hana eboi iboiki Bloed tsi kem* kemi kim Bosch hajasi teigor Dier ketamono kimo tsop Ei tamako nokiy noki zkapf nukï Hart jani unkotok* Hond ina seta, sita, cheta scheda Hoorn tsono kirao Hoat ki, ita tsikoniy ita, ta 1 zigooi, ida Houtskool somi pasipasi pas Huid kawa r kabn kapo Eniid kusa kina Ligcbaam karada netobake Lnis sirami omkiy kii uriki Lijf mi netobake nidobaki Man ' wotoko okkai okkai Mannetje WO binne Melk tsitsinosirtt töbe tft Menscb hito sisjam, aioo goro Olie abora sjomu Ongedierte musi kikiri kigiri Schildpad kame itsinke Slang hebi tokko (kamoi) toko kamoi Traan kusirano abora fnnbei fonbikii Vet abora (niku) ke kiribe kiü Visch owo tsep' tsep* zepf Yleesch nik kam kam Vlieg haiy apo fitsorobe hitsArop S92 Japaowb. V!oo nomi Vogel tori Vogeltje kotori Vruchl mi Wijf wonna Wijfje me Wortel ne Aino op Jezo. Aino op Knfto. taike Uigi tsikapp tzkapf tsiri ebaike ibaiki menoko (jap.) miaoko matsne (sits knberikep, sin- schjDdshiz 3. HBT UGCHAAH ER DB LEDSKATBII. Aangezigt kaho nano nanu Baard kutsihige reki rigi Borst mane terar Borsten tsitsi tökab to Boik hara boni chnoi Cunous tsabi pogi (hokki) Darm tai tjA kankam Hals kabi rekats rtgpi Hand te teke» teki tegi, tiké Hart kokoro sjanbe, sam- schambi Hoofd atama bake (péh scbaba Hoofdhaar kaminoke ottobe, nama schaba wam Huid hadaje nowom'knmn- kasike) n Lip katsibira batoje, tsgamoD Mond katsi barOy t^aro para Nagel tsame am, ami Navel hoso hankapni changoboi Neus hana ethü| ito idn Oog me siki schiki Oor mimi kisijan kischara Penis mara t«ii, tsije Rog senaka setharo sdiedom Staart WO • • ISI Japaoadi. Aino vp Jezo. Aino op Krafto (ki Tand ha imaki, jama- nimaki Tong sita be barnnbe ba- au (nunbi Vinger jobi asikibette askibitz Vleugel hakae rafo Voel asi keraa kima 4. FAXIUB, GEZELSCHAP. Arm rneoseb matsosiki fito helon gor schiron guru Boosdoener aka nin ijen gor uwen Boosheid ako sin ramnnisite Broeder, oadste ani jübi jubo • jongste wototo iriwakiy aki aki Deelgenoot tsore Qtare « Dief nnsa bito inoga guru ikkaguro Dienaar kattsJQ kojantono Dochter menoko matsihebo mazenebo Echtgenoot otto boku chogu Echtgenoote tsoma matsi maz, mati Familie sin rui awa ' Grootmoeder baba sjuusti, hakko Grootvader ^ zizi ikasiy sasa charabi Kind kotomo bA|boho(8abon po Kleinzoon mago sitsapopo» imit- Koopman akindo ihoksiam egokbchamo Landman fijak^qo toitasuuamo Landsbeer, • (Vorst) kami mosiri kamoi Lieden, onde tosi jori bekai chigoi » jonge vrakai hekats, nben. Man, voornaam Uto'toki fito nisipa (beorc ) » gemeen bel nin jajasiamo 394 Japanscb. Aino op Jezo. Aïdo o Hoeder haha habo chaba Oom ozi keosiats atscha Ooders woja serimaka atajbo ScheepsToik fonakata tsipo gom Soldaat bosi tono Stedehouder matsi bogjo matsgantODO Tante oba konnaripe Vader tsitsi banbe chambi Vorst tonoaama Umokamoi Vijand teki (mome tomaotare Wedawe onakogoke ja- hoksiak Weduwnaar otokogoke ja- matsosbk, sjo- (mowo (bija Zoon wotokonoko okkaihebo poo Zoster, oadste ane sija, gatoreBibo sehiaa » jongste imoto tharesi torisch 5. WOONPLAATS, WOnM. Dak jane aknpy harokata poda Deor to aba (^am schiri aba Haardstede irori innnnbe, abe Hnis ije tsise ziae, liase Hot koja kasi Venster mado bajara, biijari poiari Woonplaats tokoro • kotan kodan 6. GRRRKDSr.HAPPBlI. Aalspeer Jasa opU) urei Anker ikari kaje kaida Boogpees tsum gftka kuga Boog jami (kiu) gü, kusi, kHnisi gaa ku Bijl masakari mokkari mokar 395 Japansch. Aino op Jezo. Aino op Kraflo. Harpoen jasu opUy nrei opf Hengel tsnribari beraje, perai apfy pirai Hat kasa kakka, kasja cbaka Kleeding kimono tsimipu imi Mast tobasira kajani kaiani Mes kokadana ibira, makiri magiri Net ami jaa ia Oorring mimikade ninkari ninkari Pijl ja ai ai Pijlkoker jabako ikajup igainpf, ikjup Roer ro osjui Rok kimono mi (atsni) imi, atush Schip fnne tsip' zibi Slede sori sikeni Smart itami arula arika Spies» Piek jari fumiy paro knu Touw tsona thubiy tosi Zeil fo kaja kaia 7. VEa&IGTIIfGEIl, ÜITWEBKHG. Begin hazime asinno aschino Beweging, Le- ' fugoki . (inotsi moi moi moi-moi vensvermogen. sikkisa Dood sini rai rai Dorst nodonokahaki igorsjai igurusch Einde owari obari Gehoor kika nü no Gelak sjawase - jainirikarai Gezigt Miruzi nukaru nugaru Gezondheid snku}aka,^uko- ramurakke katschara- schi- Haat niknmi (jaka 1 jesisi (no Honger fimozi kemuraiuu kemm*ampa Kracht Isikara <)kira. tsumiko- ukira 396 Leren Liefde Lijden Meddgden Ongdnk Owlog Renk Rost Stem Smaak Ferdriel Yreogde Ziekte Zwakte Japansch. inotsi' koi kamsiiiii itnokiwini t]ig*wan ikosa mwoi > _ ■ koje aziwai mokkariki mendö, ahare jamai jowasa AinoopJcio. AinoopEnfto. skkiDoka (ra ihomarii komebor* kondnni jaikobennojge tomi Ara haqe kéra, kéwoan ramoikaate osdiiAra jakata tasgoma« ikoni^ (aijo 8. EIGEISCHAPPB3I| HOSDAHUHEDD. Arm matsosiki sirnn schirnn Beneden aimo tekkesi Bitter nigai balkar, qn parakara Blaanw aho rijei oachip Breed hiroi triwa, tsirioai Vkp fnkai ohoho, ohó ogo Dnn nsnri kabar' Droog karetarn ^ats* achats Geel ki qnnin Groen mitori tsniqamn flchinaiam Groot oho poro poro Hoog takai riiwa, ri L. rinwa Klein tsUsasi pon ponno Koud samni jamn, mei. mei Kon mizikafti takine (meao Lang (tijd) fisasi ohoniio ogonno » (maat) nakasi tanne tanni 397 Japansch. Ainoop Jezo. Aino op Krafio Ligt karni kosine koschni ' Links fidari hari kintnra charik Mager jase sjatteku schattigu Midden mannaka nosikike noschke-ta Nat awaseme nthur* Nederig asasi ohaku ngakfu Ondiep asai ohak' Purper morusaki ik^rari t Rood akai fare fari Rijk toma nisiba nischpa Smal semai tsibakaram Stinkend kusai fnra ujen fora a^ven Warm atataka popko scheschikf Wit siroi tetam^detaraL. tedari Welriekend fkobaisi fürapiurka ^r • • • ^^mm ^0 mm ^« [nihofu fnrara karn Zwaar womoi basOy pase paschi Zoet amai mra rarakor* Zoor susi nnkai schinkkoi Zwart • knroi kanne konni 9. WERKWOORDEN. Antwoorden kotafo itasjaitats (kari eischiwa Dansen wodora tapkam, tafa- tapkarawa Dooden korosa rapeke, ronno raigiiakka Drinken noma ika igu Eten kA ibe imbe, ebe Gaan ajamu apnkasi apkas Geven jaru jenikore ingori Hooren kika nn, inn, knna nnn Koopen Un ihoka, itometsu cgokf Lagchen warara mina mina Leggen jasmno smi schine 398 Japaasch. AinoopJezo. AinoopCrafto. Leiren inotsi aro skkino schikÜDU LeYend zijn ikite om bójnr Loepen hasiro bojobn chojobo Roeijen fanewokc^ tsipu zipowa Roepen joba bothniy hotojc Slapen nemnm mokoro mojam Smarten itama itasjasja Spreken itaku itaknwa idawnwa Staan tatsn rosike rosehki Stelen nnsnmu ikka ikka Sterren sinarn rai rai Verkrijgen motomu tsipapa oknwa Vogelvangen torahera tsikapp koiki zepfkoigi Visschen snnatoni tschepp koiki iukgari Verruilen tota fora itasjare itaschare Vliegen hasiru basi, tsjasi choiopfo Vragen tatsnnemiru isitan Weenen naka tsitsi tsitsi wa, zgssi* Zien mirn nukar nogsüro (wa Zingen utan jügari iokgari Zijn ariso an • 10. ntBsoonuJKB toornaahwookdeh. Ik Jij Gij Hij Ulieden Wij watak*s, ware karera omaï, anata kare, ano filo omaï gata ka,kaannit,tsj6- kani tschogai inkiaDgor (kai ana udari ianijyi tsjd kai jani itsch(>gai iki sja angar^ ikoro inki utare [(ille) itschogai udari watak^s domo fsjd kai nlare toogai adaro Deze Die Dit Ieder Wie Welke Zulk 399 11. AANWUZERDB TOOENAAMWOOEBEN. Japansch. 'kono sono kore koto sore itsore sajó AiDO op Jezo. Aino op Eraflo. tan 9 tanbe, ane ani pu tapa kesi neni ikij^an keannari keschi nini, nen 12. TSLWOOEDEIÜ* Len btots sinepp , sine , scnnepf (schinep L. Twee rtats' thopp thu tapr tap Drie mits* repp, reepa L. repf Vier jots^ inepp, inepu L, inepf Vijf itsuts* asikinepp, as* aschiki nipf • (chikinepa L. Zes mats* iwanbe jawambi Zeven • nanats' arawanbe aruwambi Acht jats' thape sjanbe tubi schambi Negen kokonots* sineb sjan schnebi scham* Tien td (towo) wanbe wambi (bi Twintig hatats (nisja) hots, choza L. scheehoz choz Vijftig gosju wanbe i rehots wambi irichoz Honderd momo asikne hots aschi nichoz Duizend tsi asikinesinewa* aschi kini schi. (oehots i. e. 5. (ne wanc choz Eerste itsiban teppake(10.20 Tweede niban nosike Derde sanban reth tanta (rep- Eenmaal itsi do sine sjai (tanta schiui Tweemaal ni do • thusjui schini 400 18. BUwooaDsn. Japansch. Aino op Jezo. Aino op Kiafio. Allengs ohi ohi nbi obi ja ja nkeit Daarom sorenitsoite ne vaanberiqa Daarna sonotsogi imakake Dikwijls tahi tabi sja sjni Eindelijk tsnini aine Eertijds mokasi fnsiko Gansch nokorasa nenai Gisteren sakosits* namani namani Heden konnits tanto (deze Dag) Hier koko tan kotan ta changino Hoe Teel ikn henbakkuno chimbagano Ja hei jise, jese Ja wel namhodo nokon, oowon Morgen asta nisjatta nischalta Neen •• kotsjan, koban Niet na sjomo schiomo Nog mato sijui schiai Nog niet imada naa Onlangs kono aida tetai Thans ima tane tani Waar toko ine k ' '\ nida Waarom itftore nekon nigonda Wel aan iza iza sita si 14. AAÜHASGSELS (. ^ffixa) e goorder. Alle mina obitU Al te hanahatasi sitoma H 4U1 Japansch. Aino op Jezo. Aiuo op Kraflo Naardien joriwa orowaoo Of mata ta, sjai schiui Ofschoon ihetomo jakka Omdal jolte knsJQ knschu Op, in ni ta Uit, Tan jori orowa Zeldzaam mare kemian Zonder nasi isjamu isehamii VOORTBRENGSELEN DER AINO-LANDEN. De weinige zeevaarders, die tot de openstelling van den ha^en van Hakodaie (Sept. 1855) de i4/m>-landen met een wetenschappelijk oogmerk bezocht hebben, hielden zich ttmn veel te korten tijd en onder te beperkte omstandigheden op de kusten van Je%o en Kraflo en de Kurilen op, om maar eenigzins de voortbrengselen dezer eilanden, die eene opper- vlakte van meer dan 2000 D mijlen beslaan, te kunnen leeren kennen,; aan deze hebben wij derhalve slechts eene zeer kleine bijdrage tot de Fauna en Flora en tot de ken- nis van de geologische gesteldheid dezer landen te danken* Maar nog veel minder, voor zoo verre ons de reisverhalen van Commodore Perry en van Wilhelm Heine als pros- pectus van een natuurkundig onderzoek in deze gewesten kunnen dienen, Iaat zich te dien opzigte van de Ameri- kaansche expeditie verwachten* Daarentegen zijn ons de meest belangrijke natunrzeldzaamheden dezer eilanden en vooral van Je%o door schriftelijke en mondelinge mededee- lingen van kundige Japanners, die dezelve bezocht hebben, bekend geworden. Al wat ons over de voortbrengselen dezer landen uit Europesche en Japansche bronnen bekend is, hebben wij tot een ff^Yteel gebragt en in onze beschrijving 26 402 Tta Japau geboekt (1). Daarop willeo wij hen opmerk- uam nuakeo» die zich meer in het bgzonder daarras weoschen te onderrigten. Evenwel laten onze mededeeliiifea ▼ecl te wenschen o?er en zij mogen slechts als een bladmj- zer Tan het groote boek der nataor beschouwd worto, waartoe deze landen hoogst merkwaardige voorwerpen be- ren. Heb ik reeds mijne geo-hydrographische, volken- c& taalkundige toelichtingen met de welgemeende bedoeting ik- dergeschreven om aan onze Nederlandsche zeevaarders eenif- zins tot gids te kunnen dienen bij hunne verdere reizen m dat zeegebied, zoo mag ook hier een beknopt overzigt der voortbrengselen der zoo weinig bekende Ainolandeo eeoe geschikte plaats vinden. HET DIERENRIJK. Zoofdlemi. Het overzigt dat wij daarvan kunnen aan- bieden is vrij volledig» en er wordt daardoor eene gapiog opgevuld, die dusverre in het gebied der dierenknnde tos- schen de Japansche eilanden, het vaste laad van Oost- Siberië en Eamtschatka bestond (2). Vledermnis Pteropoa spea Attpo (Aino) OkMmMÜ (h^) • Vesperiilio camt- Kabap ItaUi hl^mH^ (sch&tiouBP Mol «TalpaWoguraPJ. Illminkere Wogvra Spitsmuis Sorex spec. ^ainti Dsüumm ' " » übaaitgironop KeuBoaeMtm Beer «Drsus arctos (fe- HoiJMk,aiJMk{mbs) OAoiMma rox) Ofan (foem) (1) Kippon, VII, p. 244. 0j)ie Naiurerteugniiae rm Jeso^if^ und den JgpanUehen Kurilen." (S) Van de met * aangestipte dieren hebben vrq de vellen ^x^^ en van die met f gemerkt afteekenigen verkregen; de overige «gfl^o^* 403 Bfarter Visch-otter Ziee-otter WoU Vos Filmma^aèakuma Tiukino kuma Ten Jêzo4eu Kawa uto *Ur8U8 collaris Borsp, êeierif * » tbibetanasFJ. Tnra vunUe «Muatela melam- ThMtjunike (pus F. J. * 9 braehymraF.J. Boinu 'LatzayoïgarisFJ. lifOÊUud *Eaydris manna Baiio, Binnep Bakko Ganis lupus Oie kamm [(mas) Oho iami * f Tulpis Fnre têup, i. e. Kiitne (volpis rubra. * f » aigen- Kunne ifmmanle, (tatns (Tolpis nigra. ^ ' » variet Sitknnjn Sittukpeu (Kuril.) ' 9 9 variet Tsironop Hond » domestioQS ^ia, eeta Kari inu Kat Felia Catos Meko Neko Tanuki Niotereutes vWe- Mqfuiu (rinos F« J. Tannki m CanisP procyoi- Numari (des F. J. Haaa Lqnis braohja* I^aho (ros F. J.P Uiogi Eekhoorn *Soiiira8 varias Niuf WogaUuki » gestreept ; *Tamias striatos Kati Uri guii Sima nezumi Rat Mus Bpec. maj. Irimo Nezum Afais min. Pon irimo Tanesum Hert • •CenrnsSikaF.J. Jék,Binnero(maA) Sika (F. J. momanbe (foem) Gems Rendier Muskuadier Wild sviJQ f Antilope crispa' Jukusisi «Cerrus Tarandua TkunakM *Moschus moschi- Likon kamm (feroB F. J. Sus leaoo mystax WoHomnn (1) Niku Barok' (Chin.) Norat Kuiika InoiiH Chineesch varken ' sinensis (F. J. Jfosfu /urokke Buta (1) Boitendien worden nog de volgende namen aan varkens of wilde zwijnen gegeven, die waarschijnlyk op het geslacht, ouderdom en an- dere eigenschappen van dezelve betrekking hebben, waarop wij echter de aandacht van reizigers willen vestigen: woun-ommetousi, woun-kikata en tcQun'momorntn, 404 Zeehonden ofr*Fhocft ooeanifia- SUuiari robben (zonder j * m barbaU (J. Jai thukari (1) zigtbare ooren)^* ^ namularisF. Kesfo Bobben met ooren OtariaurainaF.J. Onnep,uneu (mBa) Uminoneh, ötio- Zeebeeren enzee- [üomapp (foem) (sei leeuwen t StelleriF.J. Thukara (2) Aêorad Wabrus TrichecosEosma- Sikaitanke Atika, léieU (rus {nati (Ckk.) Borkenwale Rytina Stellen P Ikttsibe, Kamuia- ümitika Nog worden eenige andere namen van waarschijnlijk lol de ramilie der Pinnipedia behoorende dieren vermeld: Hekeppokotna (eene jonge Phoca?) Ofuühukari, Amusim of Amossibe, Boniri (een jong of wgQe van een robbe), Niguit Tasjunbuikaro. Van waivisschen, waarvan zoo dikwijls in het /otimoal van Vries* zeetogt gewaagd wordt, worden zonder twijfel in de zee van de i»no-landen dezelfde soorten' en verschei- denheden gevonden die aan de Japanners, die zich naarstifi op de walvischvangst toeleggen, bekend zijn ; de onwetende Ainó's schijnen nog veel meer soorten daarvan te onder- scheiden dah de Japanners, die sedert eenwen honne oataor- kundige waarnemingen nederschrijven en bij voortdoriiig trachten te herzien en te verbeteren. Mogami Toknai haalt in zijn iltno-woordenboek 19 namen van Waivisschen {Kuzira) aan, terwijl de Japaoscbe Linnée Wono Lansan maar 16 soorten opnoemt. Vol- gens onze nasporingen op Japan en volgens het oordeelkos- dig onderzoek van onzen geleerden medebewerker der Fmi Japonica^ Dr. H. Schlegel, beloopt echter het getal f» de door ons in de wateren van Japan waargenomeoe en naar van de Japanners vervaardigde teekeningen en bescfarij- (1) Het witte {ietari) jong wordt door de Aino*» op Jho, SeUri tkukari en van de Kurüen^ Betatior genoemd. (5) Smo beteekent een jonge Oiéaria* 405 vingen mei tekerheid te bestemmen walvisschen op acht soorten, en deze rijn: Delphiniis langiroAtris Jap. SakamaJta Namino uwo ^9 globicepB » Orca /-Baiaena antaretica Walviasehen \ Balaenoptera arotica ' ^ 9 antarctioa Potvisoh Physeter maciocephalua Iruka SeU-étufira hoan4aunra 8aio, nagofU'Jmtira Makko-kusira De door Toknai en andere Japanners voor benamingen van walriasdKeny dolfijnen en potTisschen {Ku%%ra) gehouden en ons medegedeelde ^«no-namen willen ikvij hier opnoemen, ten einde tot leidraad van een nader onderzoek in de Aino- landen zeWen te kunnen dienen. Tawajuk {Iruka Jap.); JukffÊiU^e; Kene funbe^ rood van huid; Nise funbe^ eet haring; Iwakotóma funbe, is groot; (Mcina, is zeer groot; fnoasjankurf groot; sjasfjanguTy groot; Nokor, heeft baar- den; Ithutsikere^ heeft eene lange neus; Fürenbe^ heeft rood spek; Oakansi, eenen groeten buik; Asbekarü, gelijkt eene groote makreel; KuUare ook Otahoi genoemd, eet baring. Okirike; Isjobonbe; Jatiesi; Taneibe; en Thunai. Hoe talrijk zich de T^aUisschen op de kusten van de ^tno-landen ook vertoonen, zoo worden zij toch zeldzaam van de Ainds gevangen; zij nuttigen echter het vleesch en de traan van zulken, die stranden. Onze Nederlandscbe zee- vaarders hebben de meeste walvisschen in scharen van het noorden naar het zuiden zien trekken. Nog voor kort wer« den door de Amerikaansche Expeditie in het Oosten van Japan benden van 300 vealvisschen ontmoet. Ook vertellen de Airufs van een zeemonster Okina, dat zoo groot zijn zou, dat hi) walvisschen verslinden kon. Men heeft echter daarvan alleen den rug gezieu. Dit, verdichtsel is waar- schijnlijk ook op groote tra van walvisschen of dolfijnen. 406 g^ood; iD^ijks fcriiatai tg dat de walfisscheD door m naar den Iruka (Delphioos Orca) gelijkoidett doi^n, dia de Japanners Kami Kirt, d. L xaagrach, noemen» nnol^i en gedood wordU ▼oc^éls. In erenredigheid ?an de hoereelheid van \9fk m Oost-Siberië, Eamtochatka en Japan bekend ( 1 ), is ta getal van deze, die door Earopescbe natoarknndigea en de Japanners op Jeto en Krapo ztjo waargenom^, kleio. Deze zijn: V«lk Faleo oommunis TmikoiU (Aino) TaU (Jap) Sperwer Astor nifluii Kunkuth Fïtaia UsTalk ^ albua Tehn tMnhUk üm Morüab • Spiaetes orienta- TMm Hmv iêU (lisP Viich-Aiend Haliaetos pelagi* Kaba tnri, Bs^ Iso wad (cus F. J. i^t^pf» Zee*areLd • albicilk Sirtk iupf Waba wai » PaadJoDhaliaotos P^o^i^ Kak Kum wm m (orienUlisP [(Kamtsdi.) Koikeiidief Boteo Japonieoa JaUowe Situt tobi (F- J. Ooruil Otos aemitorquesffffiim tn kap/, Mfimiitü Striz bobo (F.J.(d.i.GeestettTOgel Uha-oii Catiope SHmCaliope Hoüid Xokom Nachtegaal B vel Lneio- Baieüio Upüd»^ (U speo. KwikBtaart ModacUU logeoa BmiainH Sebaro tdard » 9 Bpec(F.J. TokhoJkmn Koolmees Panifl major FakmUtiri SHJukan Staartmees «r caudatoB var. MaUamaè^»^ Hoiamos Frlngilla domes- Amanitiikagf Suntm (lica Leeawerik Alanda alpestris f EOiniêm Fièm Lyster Turdos spec. (F. J. 3Ütê Uabt Sproettw Stamasoiikdrarios Jego-m/il» Nippon, VIL L c, pag. 954 ff„ waar ecne ^^^ (1) Vergelijk M7 Haaf Kiaai Ekster BlaaavBpedbt Usvogel GroQispedit KoekodL Hoisdoif Beigdaif Groeue duif Etti8boe& Kwartel Traj^ns Fapegaaidaiker Doiker Corvtujaponeiiaia Hatikmo Karoêu 9 coroneP Jepjirha f Pica varia GarrulusBrandtii Barken Kantofi Aloedo speo. (J. Ifom Kagem Pions awokeia F. liokiêoU Awokira Cocnlns canorus Toppttt EoiodokU Colnmba domes- Toiia Ijebato (tica t gelastrisF.J. Ktufufêir . Jamabato # SieboldüF.J. TMitttr AwohMio Gallus domestica Niva tori Cotumix vulgaris Uiura (var. F. J. Otis tarda? UtaJtM NogoM Aioa torda 1 XAiujuiitihasf 9 monooeroe } -^ ^^ UM Marmon cirrbata Jeppirika Podlceps speo. Aptokika^ Ame tori • JTaiiaiaiioi Golymbus speo. Imoion Ai$a kan Carbo bicrislatos Uriri Sinum Aalscholver Carbo bicrislatus Uriri Sima» Wilde eond Anas boschas SikoM^a ifakoMO Wintertaling » creoca Koèettsja Kokamo Eend 9 spec. ThM/ra ÊÊ ÉÊ JBJAtf>^MHM. # 9 Kobe Kaikfo Kaori 9 (reus? Jaurêia Wilde gans Anser byperbo- Kuiiofp Kan Tftmii^i» emereus (domestieos Magan Gans spea (F.J. Kuwêtou Meeuw Lams melanurus Kabiu Kamome Stormvogel Fuffinas tenniros- WmmMkag^ (tris F* J. OMnö iüMMM Kemphaan Tringa variegata Ktd kni Siki # meleagris Tkurap/Ië'iM Famankif Houtsnip Soolopaxrustionla Maisjo Mijakaiori Kraanvogel Grus cinereavar. Surunm Tsnm Witte reiger Aideaalba (F. J. BeiUfo 408 lo TokDai*8 woordeoboek wordl nog ' ecnc iaoge redu ▼an TOgelen opgenoemd, zonder dat diariig de Japnsche synonymen gevoegd zijn* Hoe vreemd ook den Aim^mm Iniden, zoo villen ynj dezelve toch hier mededeeka, teB einde aan reizigers de gelegenheid aan de hand te geven om ze op te sporen. Oretara, Thutja, uéraiSj Kakakjo, Fésetsiri^ Korokakkuny HarikeUy JWamwo^ Sirafvü, lihurahisika, Itoki ioki^ Ainuseisiriy Omanrmiisin^ Bak- kunnSf üwetsiritsikiy Nuppufcaareu, Hokkiure^ UsseMto. Oppikepike Worunkakkeu, KuUapp^ Kaori^ Hekaisüsiri, Jauretara^ Furesjamtsiri, fforutsiri, Okeura Berookt^ Bo- metsiri. Wij herhalen, dat Tsikapf een* grooten vogel « Tsiri een* kleinen beteekent en dat verseheiden nameDiiijiu eensluidend met reeds opgenoemde zijn. Kruipende dieren. De meeste van de dieren van deze klasse ivorden in het zuiden van Jezo gevonden en komeo veelal met die van het noordelijke Japan overeen. Schildpad Emys 9. Trionyz ItsinJte (Aino) Qame (Jap.) Hagedis Stiocus quinque- Hara» Tokago (lineatuB F. J. Slang Golaber qoadri- Ecuihuro kamoi kurohitnudê virgatus F. J. 1 Colttber viigatas Fugowoia Mugi watajt^ (F. J. Adder Trlgonooepbalos Tokko kamoi Mammn (Blomhoffi F. J. ' Triohonocephalaa Tmm kamoi Siro/Oi ' (spec • ' f9 KinatUonkuf* Gemeene pad BufóvulgarisF.J. Terekeibe Kaharu, Groene kikvorsch RanaesealentaF. Toron kamoi KanDodta Kikvorsoh » speo. (J. Kekketuh » » rugoaaF.J. JToaif TnUsikaheru Boomkikvorsch HyiaarboreaF.J. KokekeU Jmgakent » # ? speo. Ihi Watersalamandcr Triton spec. mmori 409 Ook wordt oog van eenen Rob SUhukari gewaagd, die naar eene schildpad gelijkt, waarschijnlijk eeneA^Aar^ nier' euriaUs of eene Chelonia soort, die somtijds door orkanen en strooming der zee aan de kusten van /»o aangespoeld wordt. ▼ittchen. De yerhalen van de groote hoeveelheid van visch, welke onze onde Nederlandsche zeevaarders langs de kosten en vooral aan de monden der rivieren van het land van Jejo ontmoet hebben, schijnen - niet overdreven te zijn, wanneer men daarmede de berigten vergelijkt, welke ons de zeevaarders van den nieuwen tijd omtrent zekere vischsoor- teo, als van zalm, haring en sardijnen in het noordelijke gedeelte van de Japansche zee, in den zoo genoemde Tar- tarischen golf en in de zee van Oehotsk en KamUchatka mededeelen. Want ook zij spreken van vischbanken die den mood der rivier stoppen en schatten de hoeveelheid daarvan naar scheepsladingen; maar ook geloofwaardige Japansche reizigers, met name Mogami Toknai, verhaalde ons dat alleen van de Isikariy de grootste rivier op de westkust van Jezo^ ten tijde van zijn verblijf op Je%o (1785) twaalf duizend kok (1,800^000 Ned. pond.) aan gezouten en ge- droogden zalm {Saltno leueoeephalus en Sé eaUaris) is vol- voerd geworden, en dat men langs de kust van Je%o ban- ken van eene soort roode schollen {Trygan Akajet) vindt, die 126 tot 2 50 D ellen beslaan. Het getal van de ons bekende vischsoorten, die aan de kusten in de rivieren en meeren van Japan gevonden worden, beloopt ruim vier honderd, dat langs de kusten van China ongeveer twee honderd ; en dat van het noordelijke gedeelte van den groeten Oceaan even veel. In evenredigheid daarvan is echter het getal van vischsoorten die van de zee en de rivieren der itno-Ianden .bekend zijn, klein. Dit neemt echter niet weg, dat men daar jiiet alleen eene groote ver- scheidenheid zal kunnen opsporen, maar ook vele reeds in andere zeegewesten waargenomene soorten terugvinden ; want daarheen worden visschen uit hoogere en lagere breedten door 410 hunne eigene natuordrift tot verre togten verieid en door eene kracbtigey eeuwig durende locomotive» den Japaa- 9chen stroom, medegesleept. Door Europesche reizigers babben wij slechts eenige weinige vischsoorten uit het zee- en mier- gebied der ^tno-Ianden kennen geleerd; ook is de kennis m visscben, die wij aan de op de kusten Tan Je%o en fra/lo gehaisveste Japanners te dankeu hebben, gering, omdat deze niet naar zelzame, maar naar zulke visschen kijken, welke ook in . bun vaderland tot spfjs dienen of voor den groothandel in visschen het meest geschikt zijn. Des te meer welkom zal aan zeevaarders de lijst van visscheo zyo, die wij hun aanbieden kunnen: Zeebaars Niphon spinosas Kankai (Aino) MaUmaè tara (F. J. UJ»p.) # Perca-labrax Ja- Airo (ponioQs F. J. SuzuH Zeehaan DactylopiezB Fur$ &efp (spcc. K(uago Goudboan Cfarysophris ma- Fure êepp (1) (jor F. J. Akadd m spec. Nimjesepp Makreel Scomber poeuma- Sjaha (topboras F. J« Saba Tonyn Tbynnus pelamys Tanneibe (F. J. Kaümpo 9 Sibi F. J. ^a^i Sibi Makreel r speo. Fukka » Elacate mottak, (E.bivittataF.J. Man Seriola aureo vit- Tsiwuja» Bwn (tal» F. J. • HaiDaiman Aspidopiiorosaei- Tiiraunmbe (penaennoa Rokkak 1 1 m ' BupercilJosQs stegophtbal- (mu8 (1) Fure rood, sepp visch, want beide z^n roode viaschen. 411 HiRIMBlMl Cotttts interme- Jêso-gotn (CÜQS 9 Hemilepidotus (Tiksü M Epinephelns cilia- Fotoi (tus TofMgo W Pleoronectesstel- TatUaka (latus Karei Schollen » spec* Kdbarin ë 9 9 Kantm Tongen 9 M Sinmnbo Firame 9 9 9 Eebeu Oho fifomê 9 9 9 Eerekun Meerval Silarus japonious Via (F. J. Namazu Vooren Cyprinns coniros* SM»ok(m (iris F. J. Funa Half bek HemiramphusSa- Funbe deppo (jori F. J. Sajori Zalm Saimo lagocepha- Sibe Sake 9 Protens (las SJMienbe Mag» 9 sanquinolen- Urupp Beni'-magu • 9 speo» (tos Tnrai Ito 9 9 Hemai 9 9 Tsjarokun 9 9 JFowo SaurosP Tntppo üktU SanrusP Ururwi KuêoU wwo Haring GiupeagmciIisF. Ponsepp Iioati 9 9 P (J. Eeroki Kado V. Ninn Stekelboik Tetraodon speo. Jiamkorbe Eugu 9 9 9 Jurti iasepp * Eiom{Kn8ch Oithagofiiaoos Einabo mola F. J. Ma$ibo Steur Aolpenaer Heloos Haai MüBtelns TnlgarÜB JP'onne JTam Eog . Tdjgon Akigei F. JM korbe Jkqfei 9 RajaP Karma Som 9 9 Tsikohakui 9 9 > Ihesijarkorbe Zevenoog Heptastema cir- Nukaribe (rhatum F- J. Jodamusi Lamprei 412 FetromysoQ camt* Iffumarop [scbatioQB (1) Ook van visschen hebben wij eenige Aino nsLtnen niet kannen teregtbreugen, deze zijn: Inunbeibe^ Takutaku^ &- ribokkey Sjokorsepp, Furarui, Rannibey Kasinube, Ponloksi, Weekdieren. De mollusken die wij van de iltno-landen kennen, zija ook meestal zulke, welke daar gegeten of voor den handel naar Japan bijeengebragt worden, als^ Zeekat Octoposareoiatos MM mm (Aino) Toko (Jiq>0 9 9 granttlatoi! 1 Aikui ne Jwa idko Inktvisch Sepia japonioa Fustanna Ika 9 * P Pasiani 9 SepiolaP Masi tanbe 9 Loligo brevisP Mtdtiijana Oesten Ostrea spee. Biba Kaki Jaoobsscholp Fecten » Asikedekke Tadekai 9 9 9 Akkeiem HamdonUet Pina 9 Apnisei Kam Mossel MytÜQS 9 Hankaitfm' Ikd Hartsohuip Cflfdium 9 TsjakeiuU Akakai 9 9 9 Tdbojeitup Suimi 9 9 9 Ttiurp Venosdoublet Venus 9 ItuibeboU Sira/amakari 9 9 Bereiuui 9 9 9 Kahanuei 9 9 9 Eeurokke Aiari 9 9 9 Urukke ^ Klipzoiger Haliotis japonioa . Aibe AwaJU Nog worden eenige schulpen genoemd, als: Petsi^ Tsiixm, Trusjunke^ Kanputh, RaluUjékei Simabaraiets, SiUkems- jui. Zeer belangrijk is op Je%o de vangst van Tripang^ daar Kakuratêta en van de Japanners Jrigo of Kingo genoemd. (1) Ook de Kamtschadaalsohe Lamprei heeft maar levea spiraenki de Japanners noemen hem eohter Jatt^me'Unagi, d.i* aohteroog-aal, e& tellen by de zeven tpiraoula op iedere eijde het oog, is dus ook een Hepioitema. 413 Ook verzameld en droogt meo daar eeo eetbare zeekwaUooy Kurage geoaamd. Scbaaldleren. De weinige soorten van Crustaeea, die mj uit Japanscbe bronnen hebben knnnen opsporen, als te hais hoerende in de .Atfio-landen, leveren eene zeer be- langrijke nitkomst voor hare geographische verspreiding op. Wij vinden daar van den zeldzamen Crapsus JapO' nicus F. J. {Anbajaja in de itno*taal en op Japan Dsu gani genoemd) gewaagd die ook de rivieren van Je%o bewonen, en van onze op het strand van de Oostkust van Japan ontdekte reasachtige zeekrab InaehusKaetnpferiF. J. (Murikana {Aino)Sima gani of Taka asi^ganid. i. langbeen-» krab (/ap.). Deze reozenkrab, waarvan Engelbert Kaem- pfer eenen arm afgebeeld en de vermaarde Steller in den ifolora-golf op Kamtsehatka ook eenen arm gevonden heeflf die toereikende was eenen hoogerigen mensch te ver- zadigen (l)y wordt ook somtijds aan de kust op Jezo ge* vonden en van hem beweerd dat hij eene groote van acht tot tien Sjak (voet) bereikt. De grootste door ons gezien beeft armen {Chelae) gehad die vier voet lang waren. Ook vindt men daar eenen Palinuras, Holokerki {Aino) Jebi (Jap.), den Astacos Japonicus, Tekunbe korbe^ eene Squilla, Heka korbe {Aino) Sjaku (Jap,) en verscheiden andere krabben, die in het algemeen Hiko kunbe genoemd worden. Splnacbtl^i ^pekorvene dieren. Daarvan kunnen wij slechts eene kleine lijst aanbieden, waarin echter de alge- meen voorkomende dieren van dien aard geschetst zijn: Spinnen (JTcimo, Jap,) worden eene Jawosike en eene Jatem^ en ook een Exodes, {Jani Jap.) Baraki gevonden ; ook eene Basterdspin, Phalangima^ waarvan de sap tot de bereiding van bet vergift hunner peilen gebruikt wordt. Verder worden Kevers genoemd: Lucanns spec., Ninakikiri {Aino) (1) Engelberth Kaempfer. Btsekrijvmg van Japan^ pag. 100, Tab. 14. A. Mémoirei de l'Aeadémie de Si. Petembaurg, Tom. V, pag. 358 414 Hasamimusi {Jap.) ; eeoe Buprestis, Sino kane haram (km) KinWwako)! {Jap.); de glimworm, Lampiris, Nisekep (Aino)^ Boktru {Jap.); een krekel, Gryllas, Sibebe {Ako), KirikirisH {Jap.); bijen, Apis melifera, Sisfója (itw), midsuhatsi (Jap.); wespen, Vespa^ eene met witte vlekken Majuksjöja (Aino), Baisi {Jap.), paardeyliegen, Oestnis, Siram> (Aino), Apé {Jap.); aardwespen, Pompilos, Jasjója {Aino)f Tsudsibafs {Jap.); watemimfen. Libellula, Zfanit- kakjui {Atno), Tonbo {Jap.); kapelletjes, Mareu {Aino], Tjó {Jap.); ook nachtTÜDders, moseUikap; eindelijk mag- gen, Cnlex, Tipnia, Simnlium, Ithutanne^ EamurusjUf IbirOy Irairai, Itgoiiyare {Aino)^ Ka en Futó {Jap; loi- zen, Urki {Aino)y Sirami {Jap.); vlooijen, Taike (iwo), Nomi (Jap.); dnizendbeenen , Jalus, Itemekkiri {Aino), Makade (Jap); en priereu, 7\mtn, Rufstoo (^tno), Mimisu {Jap.). Wij gevoelen zeer goed, dat zoo vele vreemde woor- den voor onze lezers eene vervelende lektuor zal zijn; het nut echter, dat daaruit zeevaarders en reizigers in de JtifUh landen bij hunne natuur- of taalkundige navorschingen zullen kunnen trekken, heeft onszelven aangemoedigd een zoo moeijelijken letterkundigen arbeid te volbrengen, en moge dien dan ook bij hen verschoonen. HET PLANTENRIJK. Van geene eilanden, die sedert twee eeuwen ontdekt en waarvan de omtrekken der kusten in de wereldkaart zijn op- geteekend, kennen wij tot nu toe minder de voortbreng- selen van het plantenrijk» dan van Je%Of Kraflo en de zui- delijke Eurilen. Lapérouse en von Krusenstern, die op hunne gedenkwaardige reis om de wereld eenige kuststreken van de ^ïno-landen bezocht hebben» waren daar te kort en in een voor den plantengroei ongoostig jaargetijde en onder te beperkte omstandigheden, om meer dan oppervlakkig met de Flora dezer eilanden bekend te worden. Ook zijn de weinige kruidkundige bouwstoffen die 415 de bda vergezelleade geleerden verzameld hebben, verloren geraakt of met behoorlijk bekend gemaakt. Broaghton, wiens verdienste voor de hydrographie niet genoeg kan ge- waardeerd worden, heeft ook op de planten dier eilanden zijne aandacht gevestigd, en een lijstje van op Je%o verza- melde planten medegedeeld (1 ), en 6 o I o w n i n in zijne gevangenis alleen eenige eetbare en nuttige gewassen leeren kennen ; Dr. S c h r e n k, die voor korten tijd (Febrnarij 1 856) een uitstapje van het Amtir-hnA naar Krafto maakte, heeft daar de Hora in het hart van den winter ontmoet en haar ODs ook slechts in haar winterkleed knnnen schilderen ; en de weinige regels •cotnpiled from the originctl notes andJaur^ nals of Commodore Perry(2) betrekkelijk •garden$^'.{i) • cfiltfiary vegetaties'^ (4) en nvegetation" (5) zijn van een* zoo nietigen inhoud, dat zich van deze Expeditie geene we« tenschappelijke bijdrage tot de Flora der ^mo-landen laat verwachten. Dns moeten wij ook op het gebied der kruid- kunde, voor zoo verre de ^ino-landen betreft, dat door de aardrijkkundige legging van deze -— tussohen de oude en nieuwe wereld -^- voor de aardrijkskundige Botanie een züo merkwaardig tafereel zal opleveren, uit oorspronkelijk (1) Bronghion, Vofoge of ditcovery, !• c. pag. 392. (2) Trancis L. Hawks, Narrative, 1. e. pag. 511 en 519. Oda zich een denkbeeld te vormen van de bekrompenheid der kraidkandige mededeelingen» uit de aanteekeningen en dagboeken van den Commo- dore getrokken en in onse eeuw door den drak bekend gemaakt, laten wy den geheelen letterlijken inhoud volgent (3) 'These are tastefully planted with fruit and shade trees, and bounded with green hedges, while beds of variegated flowers contrast their bright hues with the green verdnre of the foliage and the lawns of grass." (4) Onions, a few sweet potatoes and radishes, are the chief pro* ducts." Sweet potatoes of Batatas edulis tieren niet op Jezo. (5) There are several beautiful copses of pines and maples, near the town, some fruit trees and flowering shruhs, and the vegetation upon the lower acclivities of the snrrounding hills is vigorous. A large variety of northem planta, birche8> spiraeas, labumums» wake-robins, and others clothe the sides, and affbrd a scanf fuel to the poor." 416 Japaosche bronneD pallen, die echler desie rip»" vjfiu daar de kennb Yao gewaasen bij de Japamien meer a^emeeo verspreid is als die van dieren en ddfstoflen, omdat daario meestal bon voedsel bestaai en daarin ook van ben de werkzaamste geneeskrachten gezochl worden. Door naain- lijsten van gewassen, die op Jezo en Eraflo gevonden wof- den, verkbard door de Japanscbe synonyme plantnanien eo door gedroogde en levende planten, die wg gedorende om verblijf op Japan van onze Japansche vrienden nit Jesoytr- kregen bebben, zijn wij dan ook in den staat gesteld een overzigt mede te deelen van een groot gedeelte van de ge- wassen die het karakter van de Flora van Jezo kenmer- ken, en die daar tot voedsel en ander hnishondelijk gebroiic aangekweekt worden. Meer breedvoerig hebben wij daanw in de meergemelde afdeeling van onze beschrijving van Japan uitgewijd en daarin dan ook de verhooding der Flora vsb de ^ino-landen, voor zoo verre die ons bekend is, tot de naburige landen van de oude en nieuwe wereld aangetoond (1). Ter loops willen wij alleen bier mededeelen, dat na 342 soorten, 175 der Flora van Japan^ 60 aan die vao Oosl'Siberiè, 50 aan Noord-China^ 38 aan Kamtsehaika^ 26 aan het gebied van Ochotsk^ en 16 soorten aan Noord- Aftterika toebehooren, waarvan 8 zich tot in de Noordpool gewesten verspreiden. DICOTYLEDONEAE (2). I. Papilionaceae. 1. Astragalns lotoïdes. Lam., Genge bana J. 2. Crotolaria eriantha, 8. 8t Z., var. fol. angustioribas, Tanuki mame J. 3. Ervum tetraspermum, L., Suzume no Jentö J. 4. IndigoCera, Itpa fust J., v. s. (1) Nippen YIII, l. c. pag. 873 enz. (2) De eetbare en andere nnttige g^ewassen zijn met ^ gemerkt. 417 5. Lathyrus, Renrüo J. 6. Lespedeza pilosn, S. ft Z., Pfeko fagi J. 7. L. Sinkepf, A. 8. Lotus dichotomusy Sieb., Kogane hana J. S. 9. Orobos Japonicosy Sieb.» Wanten fagi J. lO/PachyirhiznsthaDbergianas, 8. & Z., var. hispidos, ICud%ü^ Kudsura J., Waikara^ tot Toaw. H.^Phaseolus Mango, L.» AUuki J ; JnthuM. 12.* Pb. yalgarisy L.» Bi%inmame i. IS.'Pisum sativam, L.> ?ar. quadrat., Jentó J., Parikiara. 14. Sarotbamnns scoparius, Wimt» Jenista J. 15** Soja hispida, Monoh.» Mame J« 16. Sophora Japonica, l., Jendsju J., Tokheni vel Tsikfw, 17. Thermopsis fabacea, D. G » Sendai hagi J., /Contikina, 18. Vicia amoena, Eisoh. 19.*V. Faba, L., var. minor, Sora mam^ J. 20. V. Karaêncjentó J. 21.'^Wi8taria japonica, S. & Z., Ko fudsi J., KtUtuts\ lot bogsnaren. II. Amygdaleae. 22.* Ccrasas rannta, A., Sakura? J., T. V. in. Rosaceae. 23. Fragaria indica, And.? Pebi iitigo J., Funkikanut 24. Eerria Japonica, D. C.» Jama bukt J. [f^rffPP 25. Potenlilla discolor, Bge,, Sp. aff. P. argeotea, L.. A. S., Kawarei saikOy J. 26. P. spec. fol. digitat., Fi%i musiro? 27. Rhodotypos kerrioides, 8 ft Z., 5tf0 jamahuki J. 28/ Rosa mgosa, Thb» Ifama nasi J., itfaii. 29. Rosa spec, Iwaraf J. 30.*Rabiis moiocanos, I^-^ Th. Fl., Fti/tf i(sigo J. 31.* R. palmatos, Th.» Ifsigo J., Imare fureiiup, 32.* R. tripbyllus, Thb., var. Jez., Mijama asi kudasi J. 33. Spiraea Aruncas, L., SjomOf iorino asikusa J. 34. S. palmata, Th., Kusa simofske J. 27 418 IV. Pomaeeae. 35. Amelancbier? Imotiiiii, A.» Jama noii f J . , &pK. im- ricaois aff. S6. Sorbus Mmboeifolia, Gham., Pfana ka modo J., vel Seikabara Kijeru funeri. V. Lythrarieae. 37. Lylbrmn Salicaria, L«, MiMó hagi J. VI. Ualorageae. 38.*Trapa incisa, 8. ft Zh Hüi J.» Bekanb^ VII. Geraniaceae» 39. GeraDeum pratense, L.» Dai fiirosö J. VIII. Zantboxyleae. 40/ Zanlboxyloa piperitaiDv D. C, Sansfó J., FoMtrikmo^, Spezery. 41* Z. Sikerebe^ A.,s^Ei wada J.» Wöbakf. IX. ADacardiaceae. 42. Rbus ToxicodendroD» L., Tsuia urusi J», üüri, gifiig. X. Juglandeae. 43.* Juglans Pfesiko, A., Kurumi J., De Noten noemen zij iVtntfm« XI. Eupborbiaceae. 44. Eophorbia Lathyris, L., Portoió J. 45/E. Sieboldiana, M. ft Decajsne» Kansui J. Ikaisuko, g^ neesmiddel. 46. E. Spec. 47. Pacbysandra terajiDalis, S. ft Z., FükisA J. XII. Ili cineac. 419 54. E. eobtriflonis, BI., Majumi i., Kasifnpu. XIV. Polygaleae» 55. Poijgala japooica. Hooit., Pime hagi J, XV. Acerineae. 56. Acer Fusini, A., T. V. 57. A. rnfioerve, 8 ft Z.» Konzi na M J« 58.^ A. saccharinom LéP KaSde /., T&lwri^ uil het sap wordt suiker bereid. XVI. Tiliaceae. 59/Tilia panrifolia» Ehrii.» SiMno- hi 1., Koberegeb^ tot scheepstoaw* XVII. Garyophylleae. 60. Alaine media, L., Hakobe, J. 61. Lychnis SennOi B. ft Z., Seimo J. 62. Stellaria Spec. 2. IVm. Violaeeae. 63. Viola canina, L., Kameno tsume J», 64. V. disecta, Ledeb.» Je%o sutnire J.| fragmenta quoque adsont V. palmatae ao pedatae. 65. V. Motokina, A. 66. V. Patrinii, D. C^ Snmire J. XIX. Drorseraceae. 67. Pamasia moenmata, 8. ft Z.» Mumeba isisi J. XX. Nelamboneae. 68.*NeIambiimi speciosmn, Wiild., Haisüu J.» Meja, de wortel. XXI. JNymphaeaeeae. 69. Nympbaea Spec, Biistni gfêsa? J. 70. Nyphar Japonioom, D. C, Kifhane J., Kapalo. XXII. Crueiferae. 71.'^Bras6ica chinensis, L», Tona J. 72 *B. orientalis, L,, Abura f^a J., tol otie. 73.^ B. rapa» L., Kab^na J. 74. Capsella Porsa Pastori», Iföneb, NaU na J. 75 *Codilearia, WiuaM J., Tsi ?el Eüeseri. 2r 420 76. Drabi liirU, 77/Rapluoii8 sttivus, JU, nr. ehioensii, Dailum J. 78.*Siaapifl fJimfnm, L., Earasi J.» tCmrasmf. 79* Thiaspi arreiue, L.» Gunbai ulsüpa J. 80. TurriUs hispidula, D. C, ffaUaó J. 81 —83. Crociferaram species 3 iodetermiAatae. XXIII. PapaTeraceae, a) jPapayereae. 84. Chelidooium majas, L., Kutano wo J. 85. Ch* oniflormDi 8« & Z., Jama buU s6 J. 86. Maeleya cordata, & Br., Tak§ni gma J. 87. Papaver Rhoeas, L.» BiÊimd J. b) Famarieae. 88. Corydalis ambigtia, Ghani. & Sehlaolit., Jüngo fok' J. 89. C. iDcisa, Pen., Muroiaki genuin J. 90. G. Toma^ A., /!»o jengosak' J. 91. DiceDtra pusilla, S. & Z., Coiria ir««a J. XXIV. Rananeulaceae. 92.*AcoDituiii chinense, Sieb.» Tori kabuio J., Seiasjurk, Geneesmiddel • 93. A. Kamtschaiicam, Pall.» SJoiinoijurk. Hei sap d«r wortel dient tot de yergifUging van pijleo. 94. A. tenoifolium, Tares., Ponsjurk, 95. Adonis Sibirica, Patrin., Fuk %ju sij., Kuuu^ Kumaube. 96. Anemone Futabera^ A., v. p. 97. A. MusikarbOi A. 98. A. parviflora, Mioh., 99. Aquilegia Oda tnahi J.. pi. siccata A. flabellabe, 8, & Z., ac pi. picta A. brevistylae Hook. similior. 100. Gailha palastris, L., Jen kS só J» 101.*Coptis asplenifoiiai Salisb.» Seriba$io voren J. 102. C. trifolia. Saliab.. Miisuba weren J. Geneesmiddd 421 106. Pityrospern» obtasifolium» & ft Z', var. JezoëiM., Inu sjoma J. 107. Ranonealos gregarias, Pen., Küs^neno botan J. 108. R. japonicusy Thb., Kinpoke J.» ▼. 8., Bui. ]09i Trollias asiaticas, L.? Sjufkbui^ XXV. Magnoiiaceae. 110.* Magnolia hypoleaea, 8. ft Z., Hönoki? J, IkajuM, tot pijlkokers, lil, M. FfMtftj, A.» T. 8. f.; Sp. air. M. acuminata, L.r 112. Mapoliacea Morianey Gjoknm? J. XXVI. Lardizabaleae. 1 13. Akebia clematifolia, 8. & Z., 114. A. Jezoënsis, Bieb., Je%o akebi J. 115. A. lobata, D. a, Miis'ba akebi J. XXVII. Saxifrageae. 116. Hotqa japonica, M. ft Deeain., j^wa marisó J. 117. Hydrangea acaminaia, S. ft Z., Atisai? J., Kikintii. 118. Rapifraga aarmentosay Thb., Jukinosla Jf. XXVIII. Corneae 119. Cornns aiba, Miisugi J«, üisukanni. 120. C. (Orctocrania) canadensis» Ik Gozen UUH bana J., Kdkka, K., O. XXIX. Ampelideae. 121. Cissns Pungara, A.j Tsuia7 J. 122.* Vitis jezoënsis, Sieb., Je%o btM J., ^oi$\ Webma* kende zwarte draiven. XXX. Arialaceae. 123.*Aralia edalis^ 8. & Z.» Odo J.» IMjaribe ?el kina f de wortel. 124. A. pentaphylla, Thb., Ükogi J., tar. Barok^'uii. 125. Hedera Helix, L., Ei dsuia J. 126.*Panax qainqaefoliam, L., Winsin J«. Geneesmiddel. XXXI. Umbelliferae. 127.*Apium Seri J., eene soort selderij. 128. Archemora? Olakina, A. 129. Cieata? KamaOesina, A. 422 20Mhaa» Carotta» Is Taig dm Am J. Sl/Herademn TMm, K. 32. Heradeom Biti$^ k. 33* Ligasücum ? S^iambenk^ k. 34. Osmorrbiza japomca, & & Z.r Naga itraari h 35. Peocedanoni japonieom, Tlu, Ad/ü J.» ITMlPipora. 36. P.? Uraibamti, A., Böfii? J. 37. Pleoroqieramm kamtschaticom, HAb-F llora. SS.^Sanieola elaU, Ham.» Jfaffa$iramH,^üaaadeniU,LS. 39. ümbellifera Eamoüjukma, A. 40. ü. JFordfip, A., Senkiu? J. XXXII. Erieaceae. 41. Gaotiera Jezoênsisy SMk, JTototem. 42. Rhododendron Netanm^ A., v. s. f., H. S., ifitto sjakunange J. 48. Yaccimam ChandssoBia, Boag.P Isuêuka. XXXIII. Myrsineae. 44. Bladhia Japonica, Thimb., Jabu kosi J. XXXIV. Primulaceae. 45. Lysimachia japonica, Th.» Fo fuumbi J. 46. L. spec. 47. Primola cortosoides, L.F Sakura s6 J. 48. P. farinosa» L., Juki ware $é Jt» Eawmmait XXXV. Orobancheae. 49. Boschnialda glabra, Mcj.? 50. Orobanche spec. 51. Phacellanthas tubiflorua, 8. ft Zh J'^^ doka J. XXXVI. Bignoniaeeae. 52. Catalpa? Sine, A., Jama km J., jijtuM. XXXVIL Scrophularinae. 53. Linaria Jukklomabak^ A, 54. SipboDOstfgia chinensia, Bge.» Hiki jomogi J. 55. Veronica Anagailis, L.^ Kawa Tsisa. 56. V. aibirica, L.P Jama iora nowo? J. XXXVIII. Solanaoeae. 423 157. Pbysalis Aikegengi, Th. Flor., UoUuki J., Uakisei. 158. Ph. Toiarepj A. 159. Vhl HofsukiF J., Tobaroma. 160. Solanum caroliniense, L.P Katakina. 161. S. speo., Hadaka hodsuki? J., in insal. Krafto. XXXIX, GoD?oIyQlaceae. 162. Calystegia SoidaneUa» R. Br.» Barna hirugtJio J. XL. Asperifoliae, 163. Boihriospermam spec. 164. Cynoglossum spee., Hama murusaki? J. 165.*Litho8permam erythrorhizon 8. ftZ, Murasaki- J. Purpervcrw. 166. Hyosotis apub, L.P Thanb. Flora» Kawara kena? XLI. Lab ia ta e. 167. Ajoga remota, fientii.? Zjuni fUoge J. 168. Brunella valgaris, L.» ütsubo kusa J. 169. GÜDopodiam TolgarOi L., Euruma bana J. 170. Dracocephalam arganense, Fisoh.» JUusJa rindo. J. 171. Lamium amplexicaale, L.» Holokeno $6 J. 172. L. barbatam, 8. & Z.» Odoriko só J. 173. Lycopos yirginicus, 1m? Inu sirane? J. 174« Melitis Raseomon J« 175. Nepeta inoana, Thb.r Dat^ Mik* J. 176. Salvia japonica, Thb., Kama todotM J. 177. Scatellaria japonica, Taisunami J. XLII. Geniianeae. 178. Gentiana KamiMi^ A., Sasa rindó? J. 179. G. Tbanbergiiy Qneseb», v. a., ffaru rindó J. ISO.'^Menyanthes trifoiiaUi Jj.p JUidsugasiba J. Geneesmiddel. XLUI. Asclepiadeae. 181. Pyonostelma chinense, Bge.» Sjo isfö kei J. 182.*Uro8tebna Ikema, A., rel Penpu. Geneesmiddel. 183. Vinoetozicnm atratnm, 8. & Z., Funawara só J. XLIV. Jasmineae. 184. Jasminum praecoz, 8ieb. Ob Urajenekina. 204. Girsium japooicumy D. C, No Oêami J. 205. G. vkamtschalioum» Ledeb., JTama asami J. 206. Eapatoriam japonicum, Th., Fiodori bana J. 207. Gnaphaliam eonfosnm, D. C, Hahako gun J« 208. G. japonicam, Th., TiUsi kokusa J. 209.* Lappa ednlis, Sieb., Kobó J. Seiakorokoni^ de wortd. 210. L.? Sikibesforor A,.f Jamakobof J. 211. Ligolaria KaempferijB. & Z.» TlfiMf^/iiyjJ.^ OJMfitaii'. 212. Mulgedium? Wawalwl, A,, T. V., in insol. Knfto. 213. Nardosmia japonica, 8. ft Z.? Bnkil*^ Mak Sjunaba^ GeDeesiniddel. 237. Rumex criapos» L,p Kia^igisi J., Stakamaro. LV. Ghenopodeae. 238. CbenofKNliafn album et rubrum , L» , jdf 4p« «a J. i Situsikina^ 42C LVL Salieiaeae. 239. Popolus Dero^ A« 240. Salix SjwjwfU, A., Janagi J., de bwt djanraa Jfo* romo» of Bikammai. 241. S. Taüjuifu, A., Inokoro jmagi J. 242. S. Tappikaraf A», K^jofMki J. LTII. Ganabinae. 243.*CanabU satifa, L., i«a J.» Ankara^ tol oaaidfaad. 244. Hnoialiu japonica, 8. ft Z.» £aiia ttugm J. LVIII. Drticaceae» 245. Procris ambellaU, S. h Z., JKiilfMUNMi ^690^ J. 248.* Urti€a ifoW« A*^ Sironumo? J., vel f^lofp», lot stoÜBo. LIX. Moreae. 247. Broottonetia? jdis'm^ A., lol Stoffen. 248.*MoniB iiuUea, Thh. Flor., Kwa J., Tmmam. LX. Ulmaceae. 249. Microptelia parvilolia^ Spadi., Wire J., W^gmL LXI. Gapuliferae. 250.* CasUnea resca, G&rt., SjuHj J.» Jam\ 251. Gorjlus americana, Walt., Hasibami J., Wohobë. 252. Fagos Pira, A., Bunano kif h 258. Qaercoa Beroni, A., iVora? J« 254. Q. denlata, Thb., Koiiwa J., ffomiiiM, Biemea ea an- dere gereedschappen. LXII. Belalaceae. 255. Alons incana» WilUL, Hanoki J., Niiaüfkene^ genera- lim JKene. 256. A. Jaja kem^ A. 257. Betola Asada^ A^ de foast. 258.* B. BeUais\ A., Kabaf J.^ ▼. p., de baaU 259. B. SUats' !• V. LXIIK Tazineae. 260. Podocarpos Maki, 8. & Z., Maki J., Tiikuni^ 261. Tbnja? Retinospora? Sjungu, JL^ Kara hiba* 262.*Tazn8caH»idaU,S.ft Z., Ararakii.^ ronimam» tot bogen. 427 LXIV. Abietinae. 263/Abie8 bifida, 8. ft Z., Udmi J., Swnk\ Timmerhoot, masten. 264.^ A. Jezoè'nsU, 8. & Z*» Je%o mais' J^ Fuppo, masten, timmerboat, 265.*Larix ieptostachysi S. ft Z*P Funmats^ I.^ tunmerhoat. 266.* Pinas densifloray 6. ft Z., Jlka mais* J., Kuiy timmer- honty masten* 267 .*P. pandflora, 8. ftZ., Gdjjo mMi' h, Tmkafiipp ?el Inekeremf voor haizen, masten. HOriOGOTTLEDONEAE. LXV. Typhaeeae. 268. Typha angnstifolia, L«» Gama i», Sikina^ 269. Acoros Galamos, L., Sfob* i^ Geneesmiddel. LXVL Aroideae* 270. Arisaema japonicnm, BI. var., Tenmmsfó 3^ Raurmi. 271. A. ringensi Schott, Mtuasi afumi i. 272. SimplocarpQs kamtschaticns, 8ali8b«, ütino gla 3. LXTII. Alismaeeae. 273«^ Sagittaria sagittifolia, L., Tar. angostifolia, Wamodaka 3.J de wortel. LXYm. Orcbideae. 274. Cympidiam yirescens, lindl., lamaran^ var. Baruran 3.9 ImaiiumëtU. 275. Cypripediom macranihon, Swaits, Sekmoki. 276. Dendrobitim catenatom, Lindl., Sekikak J. 277. Orchis /y Likonkamuikina. 278. Pelexk falcala, Bpr., Stuuran J. 279. Pogonia ophtoglossoides, Kerr.P Tokisó 3. LXIX. Irideae. 280. Iris japonica, Thb., Sjaka J. 281. I. Eaempfieri, 8ieb.. KakUmikbala 3., SiÈom. 282. I. oxypetala, Bge.P Ftm^fjaka 3. 428 283. 1. sibirica, L.« Ajqê^ 1. 284. h tmiflora, F^., Jama ajame 1. LXX. Dioscorideae.^ 285. Dioscorea beteropUlla, Skk» TViforo J. 286.* D. opposita, Th., Naga imo J.» Tsjmrip vel Wonbi- suibe tel Eosa, de wortel. 287.* D. satWa, L., Kasjmmó J., de wertel. LXXl. Smilaceae. 288. Convalbria majalia, L.» rar* Fol. hiior,, Kimikokesdh^ Setakiio. 289. Paris quadrifolia, L., Tiume Um gusa J. 290.*Polygonatam japoniGum, H. & Deoais., Amatókoro i., de wortel. 291. F. /m, A. 292. P. Utifolium, Desf.P Bebeuhima. 293. SoiUadne bifolia, Desf.» Maidsur J. 294. S. racemosa, Besf., var. Jezoëosis, Sieb., Jukisasa. 296. S.? Firajoma^ A. v. p« 296-97. Smilax spec. 2 inermes. 298. TriUiom grandifloram, Saliab., Mikadasd J.» Beroara, T. ¥•, Sp. aff. obavalumf Funh. LXXII. Liliaceae. 299.*Allram sativum, L,, Pfinmk'f J. Puksa. 300.*AUii]in uliginosam Bon., Wira J., HeronL 301-2. A. spec. 2 indeterminatae. 303. Grinam maritimam, Sieb.P Hama juri J., Imakibar. 304. Erythroniom Dens canis, Katakuri J., Kitari. 305. Fritillaria ratfaenica» Wiet., ^an» juri J. 306. Fankia undalata, Sieb., Suti gibóH J. 307. Gagea latea, Kontfa., Amana J., Tsikapptoma. 308. Hemerocallis Sieboldü, Kiks., lÓsuge J. 309. Liliam canadense, L.P Kuruma Juri u e. foi. verti- cillat. J., Binnera vel Imakiane. 310. L. PartbeneioD. Sieb. ft Vries Fime juri J . 311. L.7 Baba jun? J,, Thurep. 429 312. Narcissus Tazetta, L.» Sui%m i. 313. Ornithogaiam ; species indetenninaU. ^14. Sarana kamtschatica, Fiaeh» Kuro juri J., Anrokol vel Sirakar\ Har\ 315. Scilla japonica, Thb., Seo%eo fakama J. LXXIII. Melanthaceae. 316. Uvularia sessilifolia, L., HóUjaV i. LXXIV. Janceae. 317. JoocQs, spec. 318. Lazola oampestrU» Desv.» Sü%wnenojan J.» Büenmunu LXXV. Cyperaceae. 319. Carez variegata, Sieb.&de Vries, 5fi$f«?J., Birasinekira. 320. C. Tsimo, J., Irrap. 321.*Scirpu9 maritimas» L.» Kasasuge 3., voorsiroohoeden. LXXVI. Gramineae* 322. Airoelytrum japouieuiiiy Steod.» Sasakusa J. 323. AndropogOQ spec, Ka%e gusa? J., Nino. 324. Anthistiria japomca^ wmd«> Karukaja J., T. V., Um\ 325. Arundo DÜida, H. & B.P Josi J», ^'ukki. 326. A* Sjariki, A., T. V. 327. Bambusa sive Arundinaria» Take J., Tap\ Kurbe, 328. Galamagrostis ? Muri» A., ad littns maris in iqs. Krafto. 329.^Eleiisiae coracaoa vel indica, autor» Fiju J., Airn sjajanC vel Bijaba^ 330. Eriantkus spec^, Kajal J.» üm. 331. Fesfaca spec^ Taisnofige J. 332.^ Hordeum vulgare, L., Mugi J., Menkuro. 333. H. jabatam, L.» baad dabie hoc referendum. 334. Imperata pedicellata, Stead.; Tsigaja J., Nupkausi. 335. Melica, Sp. aff. M. mtUica, Walt. 336/Oriza sativa, L., Kome J., Tsimorimoküsubi, rypt zeldzaam op Jezo. 337."PanTcam italicnm et miliaceum^ L., Awa^ Kibi J., Musiro; quoque KUenamam, Sipsike. 338. Phalaris spec. (pauic. ovoidea pendula), tot daken. 430 889. Phyllostachys?, Sa$a? J., IkUata. 340. Graminea Isjo^ A., Jama gusa, d« i. Berggras» J. 341.* 6, üniMja^ A.» Makome J., «efbaar. 342. 6. Siki, A., Onikajaf J. ACOTYLEDOTNEAE. LXXVII. Eqoisetacede. 343. Eqaisetuin, Tok'sa J., Sibiiibi. LXXVIII. Filices. 344.«FiUx, Pteris?, Warabi J.» Toha, eetbaar. 345. F. Warabi? J. Sefumakina. LXXIX. Musci. 846.*Mttsci]Sy Koke J., Ikkimaimai, eetbaar mos. 347. M., Koke J., Furukama. LXXX. Fungi. 348.* Agarioos EburicOy A.» (op LarkakpiosU)^ GcneesmiddeL 349.''Boletas Kuruma, A., (op Quereus Bertmijt eetbaar. 350. Fuogas? Take J., Karuti. 351. F. 7 Taifctf J., Kappara. 352. F.? ifai to^^ J«, JtiJr itariMt, i. e. Fong. cerri. LXXXI. Al ga e. 353,* Focus esculentos Lin, Kombü Jap., Konfiê (1). 354*66. F. fiiliquosus, F. perforatos^ F. grammoides. Ab ill. a LANGaMEFP observatae species. 357. Alga7, Wakatne J.» Ikkekonfu^ u e. F« moscoaas. DELFSTOFFEN. Eene orographische bescbriJTiDg yan het eiland Jeio en van de reeks van yuurbergen die zich Van het Z. tot het N. van Japan en van daar over Jezo tot naar de K'urÜen eo verder tot naar het schiereiland KatntscfMka uitbreiden, heb- (1) Dit eetbaar zeewier, die, zoo al» boveii reeds gezefpi ia» ^ aanzieniyk artikel van den uitvoer der Japanners is, wordt van eene bijzonder goede hoedanigheid in het zuidoosten en oosten van /efo gevonden» en met het opvisachen en dioogen daarvan, zoo als ook van tripang en kiipzaigers, houden zich de vroawen der Aino*9 431 ben wij reeds op andere plaatseo medegedeeld (1). Oyer de geologische geateldheid van de uéinoA^Men kunnen wij niets mededeelen dan eenige waarnemingen door Dr. Green, lid van de Amerikaansehe expeditie, in de naaste omtrekken ran Hakodate gedaan. Deze beperken zich tot eene oppervlak- kige beschrijying van eene roodachtige verscheidenheid van SiëDiet, dat zich door eene buitengewoon groote hoeveelheid van Toermalgn kristallen kenmerkt, waaruit de top van den digt bij Hakodate gelegen berg bestaat, en tot eenige waar- oemingen op het voorgebergte (dat de baai vormt?), van verhefOmgen door onderaardsche kracht en van de oprijzing van een naar het voormelde Siëniet gelijkend gesteente» dat in plaats van Toermalijn met Veldspaath vermengd was en door Dr. Green als eene Porphier*formatie herkend werd (2). Het eiland Jewo schijnt overigens zijne tegenwoordige ge- daante, even als Eamtschafka^ waarvan men thans de geo- logische gesteldheid naauwkeurig kent, aan verscheidene ver* heffingen, waarvan de eerste in groote tijdperken elkander opgevolgd zi)B, t« danken, te hebben* Het eerste kwam daar Graniet en Porphier te voorschijn en deze beide gesteenten bebben de eerste. verheffing en am wenteling van den vast^ leisteen veroorzaakt; na eene lange rost, gedurende welker laatste tijdperk zich de tertiaire lagen gevormd hebben, braken Basalt en Amanddgesteente door en oefenden op de jongste sedi- mentgesteenten eenen omwentelenden invloed uit. Daarna volg- den spoedig op elkander magtige uitbarstingen van trachietisch^ en ond'vnlkauische gesteenten, de reeds voorhanden gesteeo!? ten menigvuldig door elkander werpende en omwentelende,. tot dat zich eindelijk de nog thans in werking zijode vunr- bergen, door de reeds bestaande verstoring en verwarring van oude kraters', den weg baanden en bij voortduring nieuwe omwentelingen en formatiën van het land voorbrengen* Zutk (1) Oeschichie der Bnidedeungen, 1. c, pag. 137. Alexander von Hnmboldt, Kotmoi. Band IV, Abth. 1. (8) Francis L. Hawks, Narraiioe, 1. e. pa^ 518. 434 slrekeo buds van 10 tot 20 Ri verspreid gevonden. Bn Habaro vindt men het gevdzand telkens wanneer de wiad M.W. U, en vranneer het hard gewaaid heeft, glinstert ^t zeestrand, als ware het vergold» Ook vernamen onze (m Nedcriandsche zeevaarders» op honne ankerpbats bij ht Vossen-eilaod (op KunasirH, dat goad in de omstreken t2& den piek jéniany gevonden en het zilver voor oorrinfeo ▼an de Minami 9jam d. i. Zoidmenachen (van Jezoén, verkregen werd. wDe laidem aeklm hei iiher weimgk"' (S. B.). De erts op den MtÊ^eroMergh^ op het Co^lpaglu^ land (Orup) gevonden , wordt aldus beacfareven : > Steea- achtige aerde» gelijkende wel witte volaerde» wdke» dikwib gewasschen zynde» stukjes metaal, als speldehoofden, silpf, die zij oordeelden zilver te zijn*' (S. B.). Sifei kkafl er zeer over, dat de Japanners bet opzoeken van het good- zand verwaarloozen , voorgevende, dat de berglieden hel daar van koude niet konden uithouden; bleven toch, meent hij, de inboorlingen in het noorden van Haboro gezond, zoo konden daar ook wel menseben uit warme landen, wan- neer zij zich maar warm kleeden en goed voeden, zkh te- gen de koude bewaren en gezond blijven/^ Er bestaat echter eene andere oorzaak, die do Japanners van het gondzoeken terughoudt: het ontginnen van goudmijnen en wasschen van goodzand zijn voorregten eenig en alleen aan den SjSgu», 433 Hel binnenland van Je%o zoo rijk aan ertsen zijn en het nnd Tan yencheiden rivieren en aan het zeestrand goad bevatten. Het zal dos niet onbelangrijk zijn onze verhande- ling met een gesehiedkondig overzigt van de berigten over den good- en zilver-rijkdom van Je%Oy oit japansche bronnen gepati te sioiten. Het was toch het voornaamste oogmerk van de onder de Commandeors Qoast en Vries onderno- men zeetogten, good- en zilverrijke eilanden op te zoeken ; en die zijn dan ook door onzen Vries werkelijk ontdekt» zoo als thans op het eiland ürup gebleken is, waar de nieuwe bezitters van het Compagnie-land, de Rassen, rijke kopermijnen openeoi en zoo als ook alle Japansche reizi- gers van Je%o beweren. Deze ontdekkingen zijn, helaas ! gelijk vele andere nuttige wenken en raadgevingen in het belang van onze overzeesche bezittingen, in het meer der vergetel- heid met de oode Nederlandsche vlag ondergegaan, om zich ofider ecne vreemde vlag, in het noordelijk halfrond van den Grooten Oceaan, allengs weder daaruit te verheffen (1). •J&U)^ zegt Fajasi Sifei, is rijk aan ertsen; de in* boorlingen hebben echter geene kennis van bei^bouw en verstaan niet edele metalen door mijnwerken te winnen/' Goodzand vindt men op Je%o op vele plaatsen: als bg EtmnA in het N.W. van de Vulkaanbaai, aan het strand van Usibeis in het W. van kaap Jerimo; in het gebergte van Jubari en Sen ken goky dat men de Goudbergen (.Kni- san) noemt ; bij Sikots, niet verre van het groote binnenmeer, waaruit de grootste rivier van Je%o, de Isikari, ontspringt; en bij Habaro op de N.W. kust. Het goodzand wordt niet alleen door de rivieren aangespoeld, maar dikwgls ook over (1) De Bohrfjver bedoelt daar bei vervaarlooede FormoiOf QHeUpaard, de Bonnin eilanden en eenige andere voor de Nederlandsche scheep* vaart en den overzeesohen handel gewigtige plaatsen, die hij hier niet noemen wil, omdat ze mogelyk nog voor den particalieren meer en meer veriichten Nederlandschen handelsgeest kannen toegankelijk ge. maakt worden* 28 436 TAFEL VAN VEEGELUKINQ VAN DE BMSEDTE. EN LEX6 TEBEPALINQEN VAN DE V00BNAAM8TE PUNTEJf EN PLAATSEN VAN JEZO, DE ZUIDELIJKE KUBILEN EN VAN KEAFTO. VAXZH DIB rUHTXH. Breedte N. Lengte O. t. Giee&w. Bet eOuid Jeso. MAtemae, stad. Oiep Tadeui (C. Maimmae, mm EroMatMm)* • • • • C. Sinduuni {C, Nadiejda), 41*28'30'1 141 30 — C. Kinoko {Caineko, C. Ohota (C. Ooia, C* Sepomai (6'. KimUmsof, Krw.). C. Raiten. •••••• C* Okamai (C. Novotilzcff» Knu.). G Wofiii (C. Malespina, KroMMi.) . Bezg Failas, Kra^ (MofdtSfJap,), C. Tomamai ( C, Schuehkoff, Knut.) • C. Noesjab' {C, BmanMoff^ Knu.)* G. Soja. Don» Soja. ...••• C. Schaep, Knu. (Kamui'irokaf), G. Kamm-iroka De baai van Sjarurun. • . • Jubets (mond van de rivier). • C. Notoro G. Siretoko (C* Spanberg, Krus]« Niaibets (mond van de rivier}. . G. Notke {NoUk^t Lumuw). • • G. Nosajam [C.Broughion, Krui.). G. de Aiauahooft, Vriet* ■ • Aikeai {Baij de goede Hoop, Vri«) bet Dorp 14(r26'40" 140 é — 41 80 41 25 41 39 41 38 42 18 42 22 42 38 42 57 43 14 43 15 43 42 43 36 44-. 44 20 44 20 45 25 45 27 45 31 45 28 45 21 45 6 44 24 10 30 10 30 15 30 50 15 44 44 9 3 44 14 - 43 23 — 43 28 - 43 45 — 43 28 - 43 27 - 43 38 30 43 11 — 43 16 - 43 2 — 43 20 *- 139 140 139 140 139 140 140 140 140 140 141 141 141 141 1^8 141 142 141 142 142 143 144 144 145 146 146 146 145 146 146 57 — 9 30 54 15 13 40 46 -. 1 40 1 — 16 — 15 30 34 40 18 30 41 40 54 — 37 — 9 — 34 20 28 — 51 — 49 9 14 - 41 -. 2 — 34 — 19 — 19 — 4 47 4 — 52 — 44 27 146 7 30 146 14 - 145 34 27 T. SaknsajeoMiL Yon KiUMDStein. ê 9 TJSaknaajemon's k& Von Kroacnstern. T. Sakttq'emon, ku Von Knuensteni. T.Sakiia9efflon.k8] Von Xroseiutera. T.Sakaaijemon,ka Von Knuensten. > T.SakT]fiajemon,ka Von Knisenstern. T. SakuaajemoD, h Von Kniseosteni^ T« bakusajemon. v.Krusenstem,b T. SakusajemoQ, ki T. Sakuaaiemoo* m Von Kmsensi T.Sakusajemon,! BroughtoQ, O' kaart. V. Krusenstem, T.Sakusajemoii, Vries, Journaal* T. Saknsajemoa* Vries» kaart. 437 VAXEN DBA PUHISK. Ingang van de Baai. . • • II C. Kosuri. . • . • • Tokatsi ^Dorp aaa dea mond van de Usibets') SaruTu (Dorp). • . . . • G. Jenmo (Eroen^ Triti). . • G. Jetomo (JEMdermo, Brought). • G. Jesau (Esarme, Broucfai). « • Hakodate (Stad en hayen). • • ' (Mond yan de Kamida- riyier) Bondom liggende eilanden. J. KoBuna J. Obosima. ••.... J. Okoairi. ...... J. Teore. . J. Jankesiri. , J. Eisiri (JPie de Ltmgle). . . J. Befunsiri C, Guibert De Japaaache Kuilen. Kunasiri [KunatcUr, KmuBston). ' C.Moinioto(CZo/jw/',Kras.). Piek Antony, Vriai. . , . " W. Hoek van de Tcpelberg . 43*— ' 48 58 — 43 43 5 -* 42 56 — 42 39 - 42 7 — 41 56 — 42 41 53 — 41 59 — 42 20 — 42 19 30 42 21 15 41 46 — 41 49 20 41 48 — 41 47 — 41 49 — 41 43 30 41 42 - BreedteN. 41 20 41 21 41 30 41 31 42 18 42 9 44 27 44 27 44 29 44 29 45 11 45 11 45 18 45 27 30 30 30 30 45 45 45 44 26 — 44 29 15 44 24 24 44 21 — 44 31 — 44 20 - 44 36 — Lengte O. y. Greqnw. 144* 36' 144 22 — 144 36 — 145 8 3 144 22 — 143 56 6 143 39 10 142 55 — 142 48 - 141 12 - 141 7 — 140 56 -- 141 35 40 141 20 — 141 13 — 141 5 — 140 47 45 140 48 — // 139 139 139 139 139, 139 141 141 141 141 141 141 141 141 55 — 46 — 29 - 19 15 42 40 30 — 46 — 16 45 52 40 23 15 45 -- 12 15 35 40 4 — 146 12 ^ 146 8 — 146 23 — 146 54 — 145 46 — 14G 6 — WAABHlSrf Broo^tonyOH Yon Krusend Brougbton, ol Vries. T.Sakasajem4 T. SakoflajcD T.SaknsajeoK Vries. BroogfatonyOT Bioord. Ï.Sakusajeiac Broagbton* Riconi. T.SakusajeoM Broagbton. Ricord. T. Sakusajeir Amerik. Esp. Broagbton. Von Krusenst gens Bicor T.Sakosigemc Von Sjrusens T.Sakuaajemo Von Krusens' T.Sakasajemo Von Kruseosi T.Sakusajemo Von Krosens T.Sakusajemo* Von Krusens' T. SaknsajeDQo Von Krusensl T.Sakusajemo Von Krusens f T.Sakusajemo Gblownin (18 BroQgbton,or|^ T.Sakusajemo: Golownin (1} i Bicord. Bro\ighton,or \ Vrios, Jonmi ^ 438 .'g.-kaart ttern. Sg,'kaxrt, dn, kaart non. )ny kaart \.-kaart. j^n, kaart C. )n, kaart C. c. *°^* (/editie. «ni|Yol- cd. Ba Q,m, kaart tem. Q^in, kaart tem. (3